,rc N Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van dinsdag 14 december 1976. RAADSVERGADERING van dinsdag, 14 december 1976, aanvang 20.00 uur (voortzetting van de vergaderingen van 13 december 1976). Aanwezig 36 leden: de dames E. Brandenburg-Sjoerdsmamr. E.N.J. Smit, G. Visscher-Bouwer, M.M.Th. Visser-van den Bos, A.J. de Vos en A. Willemsma-de Jong en de heren J. de Beer, S. Bouma, J. ten Brug (weth.), G. Buising, J.R. Bijkersma, G.F. Eijgelaar (weth.), ir. C.G.H. Geerts, drs. M.H.G. de Greef, A. Groenewoud, D.E. Heere, O. Heidinga, H. ten Hoeve, H. Jansma, J.F. Janssen, C. de Jong, A. Klomp, J. Knol, H. Meijerhof, W. Miedema, dr. W.A. de Pree, A. Pronk, ir. C.L. Rijpma (weth.), J. Schaafsma (weth.), J.B. Singelsma, K. Spoelstra, N. Sterk, P. van der Veen, L. Visser, G. de Vries (weth.) en P.D. van der Wal; 1 vacature. Voorzitter: de heer J.S. Brandsma, burgemeester. Secretaris: de heer mr. W.J.G. Reumer, loco-secretaris. Voorts zijn aanwezig: de heren W. Braaksma, plv. hoofd van de afdeling Economische Zaken, Beleids planning en Organisatie, mr. L.P.A. van Kats, plv. hoofd van de afdeling Volkshuisvesting en Openbare Werken, M.F. Koopmans, hoofd van de afdeling Sociale Zaken en Welzijnsaangelegenheden, en C. IJsbrandij, hoofd van de afdeling Financiën en Belastingen. De Voorzitter:'Dames en heren, ik stel voor dat wij onze werkzaamheden van gisteravond voort zetten. Punt 1b (vervolg). Par. 3. Beleidssector Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken, Verkeer en Vervoer. De Voorzitter: Ik geef allereerst het woord aan de heer Heidinga m.b.t. de versnelling van de tot standkoming van bestemmingsplannen. De heer Heidinga: De problematiek van het gereed komen van bestemmingsplannen is in deze raad en in vroegere raden reeds meerdere malen uitvoerig besproken. Ik denk dat ik mij hier al zo'n 15 jaar mee bezig heb gehouden. Ik heb voorstellen gedaan, plannen uitgewerkt(De heer Rijpma (weth.) De stad in moten gehakt.) Inderdaad, de stad in moten verdeeld. Daarom vond ik het bijzonder aardig dat de heer De Greef van Axies gister meende te moeten opmerken dat nu eindelijk de grote fracties het idee van Axies volgden; ik vond dat bijzonder leuk en ik zei: Ach, dat is nu eenmaal jeugdige overmoed, zo ben ik ook geweest. Omdat deze kwestie al zo vaak in de raad besproken is ben ik hele maal niet van plan om dit uitvoerig te herkauwen; dat heeft geen zin. Ik wil volstaan met te constate ren dat wij naar mijn mening met een aantal geplande werkzaamheden achter zijn geraakt op onze schema's; dat betreft op het ogenblik, dacht ik, 'vier bestemmingsplannen, met een paar zijn wij een halfjaar achter, met één zijn wij vier maanden achter en met één zijn wij drie maanden achter op het schema dat wij ons één of twee jaar geleden zelf gesteld hebben. In de tweede plaats is het zo dat wij onze stedebouwkundige afdeling steeds meer werk toe schuiven, werk dat snel even gereed moet wor den gemaakt. Dit zal, gezien de ontwikkelingen en de wettelijke voorschriften, vrij zeker in versterk te mate door gaan. Dan noem ik hierbij speciaal de kwestie van de artikel 19-procedure en die van de voorbereidingsbesluiten. Wij hebben daar kort geleden nog vrij uitvoerig over gesproken in de Commis sie Ruimtelijke Ordening. Het laat zich aanzien dat wij de voorbereidingsbesluiten zeer voorzichtig zullen moeten hanteren om niet gehele stukken van onze gemeente totaal op slot te zetten voor bouw werkzaamheden. Wij beschikken immers te enen male niet over voldoende mankracht om een door de raad genomen voorbereidingsbesluit zo tijdig te doen volgen door een ontwerp-bestemmingsplan dat het normale leven en werken in de gemeente door kan gaan. En de andere mogelijkheid is dat wij alles vrij laten en alleen de Bouwverordening hanteren, maar wij weten allemaal drommels goed dat dat heel wat

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 48