8 beginnen (eveneens in het plan Kalverdi jkje) met de mogelijkheid daar tevens te komen tot een defini tieve huisvesting van de Dienst voor Sport en Recreatie. Mochten geen A.C.W.-gelden beschikbaar ko men voor nieuwe bouwprogramma's dan moeten wij er ernstig rekening mee houden dat er een belang rijke vertraging komt in de realisering van een aantal voorzieningen. Het lijkt n.l. niet erg waarschijn lijk dat wij binnen redelijke tijd eigen middelen ter dekking van de investering in grote objecten zul len kunnen vinden (naast de sporthal geldt dat b.v. voor evenementenhal en openbare bibliotheek). Hoe wel er enige moeilijkheden zijn gerezen met de Rijksdienst voor de Monumentenzorg hopen wij nu toch op zeer korte termijn te kunnen beginnen met de verbouw van de panden Raadhuisplein 21 en 23 voor de huisvesting van enkele secretarie-afdelingen. Plannen zijn in voorbereiding tot de stichting van een nieuw gebouw aan het Vliet voor de huisvesting van een arbeids revalidatie afdeling (A.R.A.) en van het Administratief Centrum van de Dienst Sociale Werkvoorziening. Het doen uitvoeren van nieuwe sportvelden in het kader van de A.C.W. lijkt iets gunstiger dan t.a.v. nieuwe gebouwen. Dit is voor ons belangrijk daar er nog steeds een groot tekort aan sportvelden in Leeu warden bestaat. In 1976 konden drie voetbalvelden in Aldlan in gebruik worden genomen, een korfbal- veld in Goutum en een korfbalveld in Lekkum. Verwacht mag worden dat eind 1977 de eerste voetbal velden van het sportveldencomplex Kalverdijkje klaar zullen zijn en dat in de loop van dit jaar meer fases in dit complex voor uitvoering vrij gegeven zullen worden. Een feit dat ik met bijzonder veel genoegen memoreer is het gereed komen van de restauratie van de Grote Kerk. Niet alleen de Nederlands Hervormde Gemeente doch wij allen kunnen er trots op zijn dit fraaie, historische gebouw in volle glorie in de binnenstad te zien prijken. Het is tevens een stimu lans voor de verdere verbetering van dit zo belangrijke deel van onze binnenstad. Daar is men trouwens volop mee bezig. De officiële opening van de Grote Kerk zal in de loop van dit jaar plaats hebben. Het overleg met de kerkvoogdij van de Nederlands Hervormde Kerk en het bestuur van de Stichting Culturele Centra over de exploitatie van de Grote Kerk is nog niet afgerond. Een belangrijk feit is eveneens dat het herstel van de Synagoge praktisch gereed is. Die zal, zoals u weet, in exploitatie ko men bij de Stichting Théskinkerij Prinsetun en Zalen Schaaf. In 1976 is een belangrijke stap gezet op de lange weg van het realiseren van universitair onderwijs in Leeuwarden. Met de start van het Sociaal Hoger Onderwijs, officieel op 3 november 1976 verricht door staatssecretaris dr. Klein, is hier een unieke samenwerkingsvorm tot stand gekomen tussen de Sociale Faculteit van de Rijksuniversiteit van Groningen en de Agogische Akademie Friesland. Wij zullen de weg moeten vervolgen. Het thans begonnen experiment zal niet alleen de uitgroei tot een volwaardige faculteit moeten inhouden, doch wij zullen bezig moeten blijven met de uitwerking van de plannen voor volgende faculteiten. In dat verband mag ook gewezen worden op het belang van universitair avondon derwijs, mede in het kader van de permanente educatie. In 1977 zullen naar verwacht mag worden ook de eerste resultaten zichtbaar worden van de stichting van gebouwen voor het hoger onderwijs in Cam- straburen-noord. Tot slot wil ik graag in deze openbare vergadering alle ambtenaren van de secretarie en de ver schillende gemeentelijke diensten alsmede het onderwijzend personeel heel hartelijk dank zeggen voor de wijze waarop zij het afgelopen jaar hun taak hebben verricht. Velen hebben het uitermate moeilijk gehad omdat wij heel veel, wellicht zo nu en dan te veel, van hen hebben gevraagd. Maar ik weet ook van heel nabij met welk een groot enthousiasme vaak wordt gewerkt en met hoeveel voldoening terug gezien mocht worden op bereikte resultaten. En die resultaten zijn er gelukkig ook geweest. Dat levert dikwijls weer de spankracht om verder te gaan. Die spankracht is er ook bij de leden van het Leeuwar der politiekorps. Ik heb daar alle vertrouwen in en baseer dat mede op de nauwe contacten die ik de laatste maanden met dat korps heb gehad. Leden van de raad, ik wil mijn rede graag beëindigen met de wens uit te spreken dat wij in het jaar 1 977 in het belang van de gemeente Leeuwarden op vruchtbare en in het persoonlijke vlak tevens op prettige wijze samen mogen werken aan de vele problemen die op ons af zullen komen en die wij zelf op stapel zullen zetten. Een gezegend en een in alle opzichten voorspoedig 1977 wens ik u en de uwen vanaf deze plaats heel graag toe. De heer Heidinga: Mijnheer de voorzitter, u hebt uw nieuwjaarsrede aangevangen met de constate ring dat dit reeds de tiende maal is dat u op de eerste vergadering in een pas begonnen jaar tot de ge meenteraad spreekt. De jaren vliegen voorbij, u bezet deze plaats dus al weer tien jaar. Er zijn maar weinigen in deze raad die nog met uw voorgangers hebben samengewerkt. Zo zien wij dat het woord uit psalm 103 waarheid is: "De mens is als een bloem des velds, zo bloeit hij. Wanneer de wind daarover is gegaan, is zij niet meer, en haar plaats kent haar niet meer." Daarom is het een goede gewoonte van u om, gelijk u dat tot nu toe hebt gedaan, op de eerste vergadering in een nieuw jaar even stil te staan bij hetgeen er zo al aan de orde is in een gemeente als de onze. De burgerij heeft het, dacht ik, niet 9 door hoeveel werk er door de burgemeester en door de wethouders moet worden verzet. Soms denk ik wel eens: De raad heeft het ook niet begrepen als er door ons soms dingen worden gevraagd of geëist die voor het college en de ambtenaren verschrikkelijk veel werk meebrengen en de uitkomst of dat wat ge produceerd werd achteloos in een la gestopt wordt of bij het oud papier wordt gedaan. Een van mijn jon gens - hij was toen nog maar klein; hij is ondertussen al een man geworden - vroeg eens aan mijn vrouw terwijl wij op Terschelling in de kerk zaten en de dominee ijverig aan zijn preek bezig was: Zeg moeke, wat doen dominees overdag? Hij vroeg dat niet zachtjes, maar zo dat het nogal wat hilariteit verwekte. Mijn vrouw heeft hem dat later wel uitgelegd. Bij het luisteren naar uw nieuwjaarsrede moest ik plotseling aan dat gevalletje denken: Wat doet de burgemeester en wat doen de wethouders overdag? U hebt ons daar nu weer iets van verteld en dat is een goede zaak. De raad en de burgerij net zo goed mogen, wel eens weten welk een respectabele hoeveelheid werk er wordt gedaan voor onze gemeente waarbij zeker ook uitdrukkelijk aandacht moet worden geschonken aan het aanzien van onze gemeente als hoofdstad van Friesland, want u draagt de gemeente daar naar buiten uit, wij zijn er bij, wij doen mee, ook aan het werk in groter verband, ook op landelijk niveau. Het valt ons een beetje tegen dat u in uw rede, sprekende over het wetsontwerp dat betrekking heeft op de bestuurlijke reorganisatie, enige malen het begrip "24 mini-provincies" hanteert. Als wij goed ingelicht zijn dan worden in dit wetsontwerp de provincies Friesland, Groningen en Drente geheel of vrijwel geheel ongemoeid gelaten. U kennende neem ik zonder meer aan dat u Friesland niet be schouwt als een mini-provincie. Ik geloof ook niet dat er bij u aspiraties zouden kunnen zijn om b.v. te komen tot één provincie Noord, omvattende de drie genoemde provincies. Ik wil uw uitdrukking mini- provincie dan ook graag zo opvatten dat ook u zich met hand en tand zult verzetten tegen het voorne men om zowel gemeenten als provincies een aantal bevoegdheden te ontnemen, deze wpt men noemt te centraliseren en zo te bewerkstelligen dat er zowel mini-gemeenten als mini-provincies over blijven, zij het voor ons dan misschien niet in oppervlakte maar zeker wel in daadkracht en in belangrijkheid. Ik acht datgene wat u in uw rede hebt aangesneden in vele opzichten zo belangrijk dat ik mijzelf geweld moet aandoen om niet op veel meer zaken in te gaan, maar dat is natuurlijk nu mijn taak niet. Ik wil u echter wel zeggen dat naar mijn mening de thans bestaande toestand tussen de gemeentepolitie en de rijkspolitie ook niet zal kunnen worden gehandhaafd. Er zal een modus moeten worden gevonden dat de politie onder welke naam dan ook snel en trefzeker kan werken zonder dat men op eikaars lange tenen trapt of, een beetje netter gezegd, eikaars bevoegdheden te na komt. Daar is deze zaak, dacht ik, echt te belangrijk voor. Nog één ding. Uw beschouwing over de werkgelegenheid en wat daarmee annex is hebben wij met bijzondere belangstelling aangehoord. Ook ons vervult het enerzijds met dankbaarheid dat de werkgele genheid in onze gemeente positief mag worden beoordeeld, anderszins rust ook op de gemeenteraad de plicht om een adequaat en slagvaardig beleid te voeren - het vroegere raadslid Santema zou wel zeg gen: "in bilied mei fisy" - opdat de burgerij tenminste niet hoeft te zeggen: Onze raad komt niet uit de raad. Wij sluiten ons gaarne en volledig aan bij de dank die u aan alle medewerkers in het gemeentelijk apparaat hebt gebracht, de politie hierbij beslist niet uitgesloten. Tenslotte nog dit. Er staat in de bijbel dat alle dingen betrekkelijk zijn. Wij maken ons zo vaak druk over zeer veel dingen. Wij gebruiken veel woorden en sommigen van ons maken zich kwaad om kleinigheden. Ik spreek gaarne de hoop uit dat ook wij de gave mogen hebben om de betrekkelijkheid der dingen waarmee wij bezig zijn op te merken, dan kunnen wij ook met blijdschap werken aan al on ze bezigheden op het terrein van de gemeente en dan beleven wij er ook vreugde aan. Wij wensen u, mijnheer de voorzitter, met de uwen ook van harte een vruchtbaar en gelukkig 1 977 toe. Punt 2. De notulen worden ongewijzigd vastgesteld. Punt 3. De Voorzitter: Ik moet u tot mijn spijt meedelen dat weth. Ten Brug niet in ons midden is omdat hij niet helemaal fit is. De heer Reumer (secr.): Mevr. Brandenburg en de heer Bouma hebben laten weten vanavond ver hinderd te zijn deze vergadering bij te wonen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 5