10 Rondgezonden mededelingen. Sub A t.e.m. F. De berichten, de mededeling en de rapporten worden voor kennisgeving aangenomen. Sub G. De verzoeken worden in handen van b. en w. gesteld om preadvies. Sub H en I. De mededeling en de brief worden voor kennisgeving aangenomen. Sub J. De heer Janssen: Hoewel het geen gewoonte van ons is om op een preadvies vooruit te lopen hebben wij dit in de fractie besproken omdat dat pad mogelijk reeds in aanleg is. Ik ben daar geweest, de grond is uitgediept, het zand ligt er. Het zou dus zo ver kunnen zijn dat het pad een afwerklaag kreeg en wij zouden dat graag willen voorkomen. Wij zouden u dan ook willen vragen om in afwachting van het pre advies de werkzaamheden aan het pad stop te laten zetten. De heer Rijpma (weth.): Ik zal het graag in die zin met de dienst opnemen. (De heer Janssen: Ak koord.) De brief wordt in handen van b. en w. gesteld om preadvies. Sub K. De brief wordt voor kennisgeving aangenomen. Sub L. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punten 4 t.e.m. 14 (bijlagen nos. 12, 39, 3, 11, 4, 2120, 19, 8, 6, 2 en 9). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 15 (bijlage no. 13). De hear Van der Veen: Wy binne tige bliid dat de banaen, sa't wy yn it spraekgebrük us haedwin- kelstrjitten bineame, mei hwat lytser fruit der omhinne wer oanklaeid wurdt mei beammegrien. It sil noch wol in mannich jier duorje ear't wy under it griene lommer it skaed opsykje kinne. Twa faktoaren spylje in greate rol. Yn it foarste plak alles hwat mei it oanslaen fan de beam to meitsjen hat lans de natuerlike wei en yn it twadde plak de relaesje fan it minskdom ta de beam dy't plante is en dy't net altyd to priizgjen is. By punt 1 wol ik opmerke dat neffens myn deskundige sizman better - alteast yn de binnenstêd - beammen mei in bistek fan 15 sm plante wurde kinne as beammen mei in bistek fan 5 sm; dit leste is jou utstel. Net omt in beam mei in bistek fan 5 sm mei mear wissichheit oanslacht - dat stiet buten kiif -, mar omt de mooglikheit dat de beam stellen of ófbrutsen wurdt folie greater is as de beam in bistek hat fan 5 sm dan as dy in bistek hat fan 15 sm. Wy binne dan ek fan bitinken dat wy, sjoen it resultaet op de lewal, better de tsjukste beam plantsje kinne mei mooglik hwat greater plant- skea dan dat wy allegearre lytse prikjes plantsje dy't maklik stéllen of ófbrutsen wurde kinne. By de kostebigreating dy't wiidweidich biskreaun is mis ik noch it ommanteljen fan de beam mei roazetoarne- tuken. Dit docht op de lewal gans fortuten. Neffens my steane alle beammen dêr noch. Wy soene it kol- leezje freegje wolle yn oerienstimming mei us winsken to hanneljen, hwant ik soe, mei in fariaesje op in bikende sizwize, sizze wolle: Wy gunne us aide banaen noch wol in grien bledtsje. Fierder steane der op de tekening in tal plakken dy't om forkearstechnyske redenen noch net bi- plante wurde kinne. Is der ek oan to jaen oer hoefolle tiid soks wol barre kin, byg. noch yn it bilieds- plan oant 1 980? 3 n De heer De Jong: Onze fractie wil ook graag zijn waardering uitspreken voor het initiatief van de dienst om - de heer Van der Veen heeft dit erg leuk uitgedrukt - de banaan weer een groen blaadje te geven. Ik vind dit zo'n leuke uitspraak, ik neem die bij deze graag over. Wij hopen wel dat er zich geen herhaling zal voordoen van wat er op de Eewal gebeurd is. Gezien het enorme bedrag dat wij hier voor moeten uittrekken, niet alleen voor de bomen maar ook voor de kosten van bijkomende werkzaam heden, zou ik een beroep op de bevolking willen doen om er met elkaar voor te zorgen dat er zich geen herhaling zal voordoen van wat er met de eerste rampzalige strook bomen op de Eewal is gebeurd. De bomen die daar nu staan houden zich op dit moment goed en wij hopen dat alle bomen die nu in de bin nenstad geplant zijn behouden mogen blijven. T.a.v. een enkel gebied - ik heb het nu even over de Tuinen - vraag ik mij af of deze bomen daar aan de walkant wel zo geschikt zijn geplaatst. Ik heb echter begrepen dat de Commissie Openbare Werken zich hierover gebogen heeft en de ervaring zal moeten leren of dit wel of niet een goede plaats is. De heer Rijpma (weth.): Er is ernstig gefilosofeerd over 5 of 15 cm. Uiteindelijk is voor deze aan plant de keus gevallen op 5 cm, o.a. vanwege de zekerheid van aanslaan. Het ligt wel in de bedoeling om, wanneer wij bezig gaan met het inrichten van het stille gedeelte van de Nieuwestad zoals dat heet, voor te stellen daar dikkere bomen te planten. Die dikkere bomen zullen echter meer zorg van de ge meentelijke functionarissen nodig hebben - die zullen ze dan ook krijgen - dan bij deze partij het ge val is. De rozetakken die op de Eewal aan de bomen vastgebonden zijn hebben hun functie tot dusver goed verricht en het is de bedoeling dat alle geplante en te planten bomen in deze fase die omkleding stuk voor stuk zullen krijgen. Wij hopen dan dat niet alleen de aanslag goed zal zijn maar dat ook het groeiproces niet door hardhandige aanrakingen onderbroken zal worden. In ieder geval is het wel zo dat, wanneer die hardhandigheid gepleegd wordt, dat niet helemaal zonder gevoigen is voor de betrokkene. Ik dacht dat hiermee de vragen beantwoord zijn. Er is natuurlijk altijd verschil van mening over de vraag of op een bepaalde plek wel een boom moet staan of dat die er beter niet kan staan. Ik zou zeggen, laten wij de bomen die nu geplant zijn daar een kans geven. Blijkt het dat er hier en daar een boom minder gelukkig gepoot is, beter één te veel geplant die verwijderd moet worden dan ergens één niet geplant die er best had kunnen staan. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 16 (bijlage no. 26). De heer Janssen: De kwestie die wij nu behandelen heeft zijn oorzaak al op een eerder tijdstip ge vonden, n.l. toen de bakkerij werd verbouwd. Men heeft toen verzuimd voldoende ruimte te houden tussen het perceel Soendastraat 1 9 en de bakkerij. Beide gebouwen staan praktisch op dezelfde funde ring met het gevolg dat de zaak erg massaal is en de geluiden uit de broodfabriek daardoor ver door dringen. In maart 1976 kreeg de heer Westerhof een hinderwetvergunning waarbij aan een aantal strin gente voorwaarden moest worden voldaan. Op 8 oktober schreef hij u een brief dat inmiddels aan die voorwaarden was voldaan. Dit was niet juist, want op 29 oktober heeft een geluidsmeting duidelijk aan getoond dat er nog sprake was van grote overlast. Deze meting vond op een dusdanig vroeg tijdstip plaats dat daarbij duidelijk werd aangetoond dat, in afwijking van de voorwaarde genoemd in de hin derwetvergunning, te vroeg begonnen werd. Ook nu is dat nog regelmatig het geval. Men begint te la den en te lossen om 4 uur 's nachts, vooral in het weekend. Ook een tweede adressant, de heer Jansma, schrijft daarover. De hinderwetvergunning zal zodanig aangepast moeten worden dat de artikelen 3 en 12 niet langer strijdig met elkaar zijn, maar dat om 7 uur pas begonnen mag worden met laden en lossen wat wel de grootste geluidshinder verwekt. Om u daar een voorbeeld van te noemen, uit het ter inzage gelegde rapport blijkt dat op de tijd van meting de lawaaioverlast 35 decibels mocht zijn. Dit was op de westelijke slaapkamer 42 tot 45 decibels en op de oostelijke slaapkamer maximaal 50 decibels. Dit werd gemeten bij een open raam. Het wegrijden van een bedrijfsauto verwekte een geluidsvolume van 45 tot 55 decibels. Dit alles gemeten met open raam. Met het raam dicht kwam het sluiten van de bak kerijdeur op maar liefst 52 decibels te staan. Dit is dus wel een sterke overschrijding vergeleken met de 35 decibels die op dat tijdstip toegestaan waren. Wat het door u aangekondigde onderzoek naar de slechte t.v.-ontvangst betreft zou ik graag zien dat u de raad informeert over de resultaten van dit onderzoek. Uit een gesprek met de klager bleek mij dat de pijpen die de t.v .-ontvangst zouden belemmeren ook een fluitend geluid geven waardoor soms de hele buurt opgeschrikt wordt. In de raadsbrief schrijft u verder nog dat de geconstateerde lekkage mede wordt veroorzaakt door de ondeugdelijke gootconstructie van het pand Soendastraat 19. De heer Westerhof heeft inmiddels op

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 6