12
last van een ambtenaar van Bouw- en Woningtoezicht de aansluiting van zijn dak hersteld en daarna is
geen lekkage meer opgetreden. Bovendien is duidelijk te zien dat het water hoger dan de genoemde
goot weg gekomen is. Ik vind het derhalve minder zorgvuldig dat u in de raadsbrief schrijft dat de aan
sluiting van het dak niet juist was en dat dat lag aan de goot. Volgens mij is dit verkeerd gesteld. Ik be
het wel met u eens dat de gemeente hiervoor niet aansprakelijk gesteld kan worden, want die heeft daa
niets mee te maken. De mensen moeten onder elkaar uitmaken wie de overlast veroorzaakt.
Tot slot zou ik u willen vragen wat u verstaat onder een "redelijke termijn" om de toestand in over
eenstemming te brengen met de vergunningsvoorwaarden. Welke sanctie hebt u dan op het oog? Als
blijkt dat dan niet aan alle voorwaarden is voldaan, zult u dan op grond van de Hinderwet over kunnen
gaan tot sluiting?
De heer Rijpma (weth.): De heer Janssen heeft wel begrepen dat het al een vrij langdurig proces is
Ik weet niet precies hoeveel voorwaarden er gesteld zijn, maar die lagen dicht bij de 100, dacht ik.
Inmiddels is aan veel van die voorwaarden voldaan, waarbij onze ambtenaren zo nu en dan met enige
pressie moesten optreden. Er zijn nu nog een aantal bezwaren gebleven. Wij hebben betrokkene - dit is
al een paar weken geleden - nog 3 maanden de tijd gegeven om binnen deze tijd de zaak in orde te
maken. Wanneer binnen 3 maanden die zaak niet in orde is is als sanctie aangegeven: sluiting van de
inrichting. Ik moet er wel bij zeggen dat dat nog wel tot zekere procedures kan leiden, want ook be
trokkene heeft een aantal rechtsmiddelen tot zijn beschikking. Dat zou kunnen inhouden dat wij aan
ons voornemen om tot sluiting over te gaan niet ogenblikkelijk kunnen voldoen, maar dat hangt af van
de situatie die zich op dat moment voordoet. Wij zijn van plan om de inrichting te sluiten als aan de
voorwaarden niet wordt voldaan.
Het valt mij wat moeilijk om op concrete zaken die de heer Janssen genoemd heeft in te gaan. Het
is mij bekend dat de betrokken ambtenaar op het ogenblik met de grootste nauwgezetheid dit gebeuren
volgt. Er zijn een aantal voorwaarden gesteld die afgedwongen moeten worden in de politionele sfeer,
o.a. het tijdstip van laden en lossen. De betrokkene is een keer gewaarschuwd c.q. er is een keer tegen
hem opgetreden. Het is niet ondenkbaar dat zich dat opnieuw zal voordoen. Wij hopen echter door een
doeltreffend toezicht in staat te zijn om ook aan die voorwaarde de nodige druk te geven en deze be
paling af te dwingen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 17 (bijlage no. 33).
De heer Bijkersma: Onze fractie constateert wat onduidelijkheden in de raadsbrief. Het gaat over
het volgende. In maart hebben 16 inwoners van Leeuwarden zich gewend tot de gemeenteraad met een
klacht omtrent de speelplaats. Enkele maanden daarop heeft - ik heb daar wel waardering voor - de
Stichting Rehabilitatie Transvaalwijk spontaan op die brief gereageerd en het college een oplossing aan
de hand gedaan om de problemen die daar gerezen en geconstateerd zijn uit de weg te ruimen. Wat ik
echter mis is het contact dat er is geweest met de 16 inwoners van Leeuwarden. De stichting zegt: Wij
hebben contact gehad met een aantal briefschrijvers. Dat aantal kan 2 zijn en het kan een democrati
sche meerderheid zijn waarvan je kunt zeggen: Dat aantal is wel voldoende om de klacht weg te wer
ken. Die onduidelijkheid vinden wij in de raadsbrief en wij zouden graag van u willen horen of u het
aantal dat in de brief is genoemd voldoende vindt om te zeggen: De klacht wordt op een ander ogen
blik niet weer naar voren gebracht.
De heer Rijpma (weth.): Het is mij niet bekend hoeveel mensen aan dat overleg hebben deelgeno
men. Ik weet wel hoeveel mensen er geklaagd hebben, maar ik weet niet hoeveel mensen gebruik heb
ben gemaakt van de gelegenheid om met de wi jkvereniging Transvaalwijk-Toekomstwi jk contact op te
nemen. Ik ben er van uitgegaan dat dit een representatieve meerderheid is en ik heb ook geen reden om
daaraan te twijfelen. Ik heb met een aantal klagers contact gehad en uit dat contact is mij niet geble
ken dat er bezwaren tegen de procedure zijn gerezen. Ik zou mij hebben kunnen voorstellen dat ik daar
wanneer dit niet goed gegaan was, in ieder geval door betrokkenen op zou zijn geattendeerd. Ik heb
daarom enige reden om er van uit te gaan dat deze oplossing tot tevredenheid is van verreweg de mees
te klagers.
De heer Bijkersma: Ik begrijp wel dat u dat niet weet, want wij konden het ook niet vinden. Wat ik
zo vreemd vind m.b.t. de brief van de Stichting'Rehabilitatie Transvaalwi jk is dat zij een kopie ge
stuurd hebben aan 2 families terwijl het om veel meer families gaat. Ik wil het werk van de stichting
13
niet aanvallen, per se niet, want het is toch wel positief dat zij gezocht hebben naar een oplossing. Ik
ben er echter zo bang voor dat er straks 2 mensen zullen zeggen: Wij waren het er wel mee eens, maar
dat u dan weer een brief zult krijgen van 14 inwoners van Leeuwarden die zeggen: Die klacht is niet
opgelost. De zekerheid dat dit niet gebeurt zou ik toch wel willen hebben.
De heer Rijpma (weth.): Als de heer Bijkersma mij in het vervolg het kleine plezier wil doen om
mij even van te voren te vragen of ik een dergelijke technische bijzonderheid wil nagaan, dan zal ik
daar in de toekomst graag aan voldoen. Ik kan hem op dit moment geen enkel nader antwoord geven.
(De Voorzitter: De heer Bijkersma is nog niet zo lang raadslid, dat speelt misschien een rol.) (De heer
Bijkersma: Dat plezier wil ik u uiteraard graag doen.) Ik ken niet alle details die er achter zitten; dat is
misschien spijtig maar het is zo. (De heer Bijkersma: Ik zal u hierover in het vervolg wel informeren.)
De Voorzitter: Daar zijn wij het dan in ieder geval over eens. U wilt er nu wel genoegen mee ne
men dat wij handelen overeenkomstig de raadsbrief? (De heer Bijkersma: Ik ben het er wel mee eens,
maar ik geloof dat het plezieriger is om toch nog even contact achteraf op te nemen en te vragen of
iedereen akkoord is. Dan bent u van alle problemen af. Ik wil u n.l. problemen besparen.) Ik wil u wel
toezeggen dat dat contact er nog komt. Ondertussen handelen wij zoals er in de raadsbrief staat. Dat is
dan ook opgelost.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezeg
ging van de voorzitter.
Punt 18 (bijlage no. 30).
De heer Heere: Met een zekere schroom, nu zopas is opgemerkt dat je als je pas raadslid bent niet
al te veel antwoorden moet verwachten, neem ik niettemin toch maar het woord. De raadsbrief geeft
mijn fractie n.l. aanleiding tot het uiten van een paar wensen en het stellen van een paar vragen.
Het plan tot het leggen van riolering in het gedeelte van de Nieuwestad N.Z. tussen de Weerd en
de Kleine Kerkstraat heeft als zodanig onze instemming. Het tijdstip van uitvoering van dit werk en de
samenhang met de werkzaamheden t.b.v. de herindeling van dit gedeelte tot wandelgebied geven mij
aanleiding het volgende op te merken. Met de in de raadsbrief voorgestelde volgorde hebben wij geen
moeite, maar wij zullen graag van het college vernemen wanneer het plan Nieuwestad volledig aan de
raad zal worden voorgelegd en wanneer de werkzaamheden Nieuwestad-wandelgebied zullen kunnen
aanvangen. In ieder geval willen wij er nu al bij het college op aandringen de rioleringswerkzaamhe
den en de overige activiteiten die uiteraard veel overlast kunnen bezorgen zo zorgvuldig mogelijk te
coördineren, mede in overleg met de betrokken bewoners.
T.a.v. de plannen voor de Emmakade N.Z. kan ik zeggen dat wij het herstraten en de verbetering
van de riolering een goede zaak vinden. Er zitten evenwel een paar kanten aan dit project waar wij
wat minder gelukkig mee zijn. De aanleg van parkeerhavens, op zich niet onredelijk met het oog op de
ter plaatse aanwezige minimale wegbreedte, kost parkeerplaatsen, aannemende tenminste dat de ver-
keersbepalingen ter plaatse zullen worden aangepast, hetgeen overigens niet uit de raadsbrief blijkt.
Dat is op dat gedeelte van de Emmakade, vinden wij, geen goede zaak. Er is daar nu n.l. al parkeer
ruimte tekort vanwege het grote aantal artsenpraktijken, kantoren en bedrijven dat daar is gevestigd.
Bij ons rijst dan ook de vraag of het college kan aangeven hoe deze parkeerproblematiek zal worden
aangepakt.
Mijn fractiegenoot, de heer De Jong, heeft zopas lovende woorden geuit over het bomenplantplan
Ik kom in dit verband wat moeilijker tot prijzende uitlatingen. Eerst vrijwel alle bomen kappen en daar
voor in de plaats jonge boompjes planten lijkt mij een verarming. Ik wil dan ook graag weten of en
waarom deze vervanging absoluut noodzakelijk is. Tegelijkertijd pleit ik er voor om voor de nieuwe
aanplant bomen van een behoorlijke omvang te kiezen.
Tenslotte wil ik nog het volgende onder uw aandacht brengen. Wanneer, ten gevolge van de in de
raadsbrief omschreven werkzaamheden, de Emmakade N.Z. weer voorzien zal zijn van een goed weg
dek van voldoende breedte wil ik er op aandringen dat hoe dan ook voorkomen wordt dat deze weg een
racebaan-karakter krijgt zoals b.v. de Willem Lodewijkstraat nu reeds heeft. De verkeerssnelheid blijkt
zich helaas nu eenmaal aan te passen aan de geboden mogelijkheden.
Samenvattend kom ik aldus tot de uitspraak dat de voorgenomen verbeteringen van infrastructurele
aard niet zullen mogen leiden tot een verslechtering van het algemene woonmilieu in de betrokken
buurten. Ik wil graag van het college de uitspraak dat het alles wat in zijn vermogen ligt zal doen om
te verhinderen dat er zo'n verslechtering kan optreden.