ZT3Z 2^31 alle manieren werkelijk mee aan de gang gaat. Wij waren dan ook erg gelukkig dat de beide besturen die wij eigenlijk allebei bijzonder capabel achten hier al met elkaar over zijn gaan praten en dat wij daarbij werkelijk de goede wil beluisterd hebben. Dat over deze kwestie. Ik kan mij heel goed vinden in wat de heer De Pree heeft gezegd over de kwestie van 't Vliet; ik kan mij daar wel bij aansluiten. Ik ben zeer vroeg nog eens betrokken geweest bij het werk van 't Vliet en ik heb erg veel gevoel voor de historische banden, maar voor mij gaat boven alles wat het beste is voor de jeugd. Daarom zei ik in mijn verhaal: Als het mogelijk zou zijn dat de Stichting Sociaal Kultu- reel Werk in de buurten waar het hier om gaat goed jeugdwerk gaat vestigen waar de ouders echt bij betrokken zijn en in meedoen dan moet 't Vliet eventueel komen tot het verplaatsen - dan hebben wij het weer over herschikken - van de jongerenwerkster. Maar er speelt een andere zaak en die hebben wij ook in onze gesprekken met 't Vliet beluisterd, n.l. dat zij menen dat er bepaalde groepen zijn die eigenlijk zo'n beetje vanaf de kleuterleeftijd of in ieder geval vanaf de lagere school-leeftijd naar een bepaald centrum de weg moeten vinden en er dan ook later voor het teenerwerk enz. blijven komen. En dan ben ik huiverig om als niet-deskundige een oordeel uit te spreken en te zeggen: Dat zal ik dan even doorhakken, laten ze dan toch maar in de wijken verplicht of alleen maar mogelijk aan jeugdwerk deelnemen. Die zaak zal onderzocht moeten worden. Ik zou een dringend beroep willen doen op de be sturen van 't Vliet en de Stichting Sociaal Kultureel Werk om met elkaar te proberen uit te zoeken wat voor de jeugd het belangrijkste is en niet wat voor hun centrum zo belangrijk of groot makend is en dat zij dan tot een conclusie komen die in elk geval oplevert dat in vrede en in het belang van de jeugd gewerkt kan worden. Dan nog iets over de oureachingworker. Het is mij bekend dat deze man nu eenmaal niet fulltime met dat werk bezig kan zijn waarvoor hij in eerste instantie eigenlijk aangesteld is, de man loopt niet de hele dag op straat; hij besteedt een deel van zijn tijd aan het werk in 't Vliet zelf. Nu zie ik eigenlijk niet zoveel problemen als hij op de loonlijst van 't Vliet komt, het lijkt mij niet een hals zaak, maar ik vind het een beetje onnatuurlijk dat hij op de loonlijst van het C.O.L. staat omdat dit orgaan nu eenmaal geen jeugdwerkers in dienst heeft. Misschien komt u daar bij nadere bestudering ook uit. Verder zal ik er zeer gelukkig mee zijn als er met grote klem aangedrongen wordt op het maken van een gezamenlijk plan en als de besturen van de stichtingen met hun beroepskrachten zich echt gaan inzetten voor een allround plan voor de gemeente Leeuwarden om aan alle jeugd, en vooral aan die groepen die het het hardste nodig hebben, jeugdwerk te bieden waar zij voor hun toekomst wat aan hebben. De heer De Beer: Ik heb nog een korte vraag. Is er overleg geweest met de Doopsgezinde Gemeente over de overname van Araloe door Krats? De heer De Greef: Ik heb ook nog een paar krenten, ik voel mij net een grootgrutter. In de eerste plaats het natte vinger-werk. Ik zou willen reageren op de opmerkingen van de wethouder. Mijn ver haal was hoofdzakelijk gericht tegen het college en niet tegen het werk van de commissie, dat was een stuk transpiratie in de verhouding 99% transpiratie en 1% inspiratie, maar dat werd m.n. veroorzaakt door de taakstelling. En daar heb ik de vinger op willen leggen. Mijn vraag aan het college was of het niet de flexibiliteit kan opbrengen om dingen in relatie tot elkaar te zien. Daar heb ik op proberen te wijzen. Bovendien vind ik dat de Ra ja zich door zijn optreden eigenlijk zelf buiten spel heeft gezet en dat daarom inderdaad met recht gevraagd kan worden hoe deze functionele raad in de toekomst zal gaan functioneren nu blijkt dat m.n. belangenbehartiging in een representatief college enorme spannin gen oproept en leidt tot concurrentieverhoudingen waardoor buiten de betrokkenen om beslissingen moeten worden genomen door deze raad. Ik heb de rijksbijdrageregeling genoemd en gevraagd of wij niet nu al in hef licht daarvan onze plannen zouden moeten bekijken. De wethouder zegt dat hij daar toch moeite mee heeft, dit is een concept, dit wordt niet zo genaaid als het geknipt is, er kan nog van alles veranderen en wij hebben nu greep op de situatie. De heer De Pree zegt dan: Wij moeten nu een beslissing nemen. Wel, voor ons is besl issingen nemen helemaal niet zo moeilijk, het gaaf er om welke beslissing je neemt. Al dat ge praat hier in deze raad gaat er n.l. om een modus te vinden waarop je een zo goed mogelijk besluit neemt; wij wegen politiek af en in onze politieke afweging staan een aantal prioriteiten bovenaan, wij hebben ze genoemd. Wij hebben gezegd: Wij willen graag het wijkwerk voor de jeugd ontwikkelen, wij vinden b.v. ook dat de uitspraak van deze raad dat werkende jongeren een eigen centrum moeten heb ben kracht bij moet worden gezet, dat wij moeten proberen dat te realiseren, maar dat moeten wij pro beren te realiseren in het licht van de toekomstige ontwikkelingen. Je moet ontwikkelingen nooit frus treren. Omdat die ontwikkelingen niet zijn bekeken in het onderzoek en in het voorstel van hef colle ge vragen wij om een koppeling daarvan. Als je kijkt naar de mate waarin de plannen dit jaar en in de toekomst zullen worden uitgevoerd dan heeft de uitvoering van de plannen een looptijd, er zit een ze kere rek in. Wij hebben een kleine reserve, m.n. een aantal vacatures. Je zou de hoogste prioriteiten kunnen vervullen vanuit die reserve. Dan houd je in ieder geval je handen nóg vrij om bij te kunnen stellen en, mede op basis van het overleg tussen b.v. Krats en Araloe en tussen 't Vliet en de Stichting Sociaal en Kultureel Werk, tof een zodanige invulling van het beleid te komen dat het aansluit bij wat de instellingen willen en ook bij wat de bevolking wil, want wat mij opvalt in het gesprek van vana vond is dat de bevolking en de jeugdgroepen nauwelijks aan bod komen. Ik vind dat daar naar moet worden gekeken, dat daar de prioriteiten moeten worden gezocht; dat zit ook in de nieuwe rijksbijdra geregeling. Als wij dat vergeten gaan wij de mist in want dan blijken er telkens weer nieuwe initiatie ven van onderen op te komen waartegen wij moeten zeggen: Maar er is al een centrum, er is dit al, er is dat al, dat sluit niet bij elkaar aan. Wij moeten als wij een beslissing nemen, dacht ik, zodanig sleutelen in de marges die ons zijn toebedeeld dat wij inderdaad de juiste sleutel op de juiste moer zet ten en niet alles vast draaien. Ik zou ook nog een aantal opmerkingen willen maken n.a.v. hef verhaal van de heer Singelsma en een aantal door de heer De Pree gestelde vragen. In de eerste plaats heeft hef mij verwonderd dat de heer Singelsma heeft gesproken over getto-vorming, heeft gesproken over aggressiviteit, heeft gespro ken over het herkennen van jongeren die bij een bepaalde groep thuis horen. Het is zo dat, als dat vrijwillig gaat en als dat groeit, dat soort clubs politieke partijen heten. (De heer Ten Brug (weth.): Of zuilen.) die zich richten op regionale ontwikkeling, duidelijk om een eigen identiteit te ontwikke len. Als je ziet dat groepen mensen in de samenleving minder ruimte hebben om zelf te kiezen dan wor den ze nog een keer gestigmatiseerd en nagewezen. Het valt mij eigenlijk een beetje tegen dat de heer Singelsma op die manier het jeugd- en jongerenwerk in de grond trapt. (De hear Singelsma: Sa slim wie it net.) Nou, zo heb ik het een beetje aangevoeld. In tweede instantie hoor ik graag uw antwoord. Wat Hippopotamus betreft dit. De muziekvergunning is ingetrokken; dat is gebeurd i.v.m. de ge luidshinder die het centrum veroorzaakte. Hippo heeft die muziekvergunning echter nodig omdat hef een centrum is dat o.a. door de groep waarmee gewerkt wordt leeft van muziek en dan niet alleen van mechanische muziek maar vooral van life muziek. Het karakter van die life muziek is niet alleen passi viteit maar ook activiteit. Nu stelt hef college vreemd genoeg voor het probleem op te lossen door te zeggen: Schaf de life muziek maar af, dan zijn de problemen de deur uit. Maar dat is geen oplossing, dan kan je bij wijze van spreken het centrum wel opheffen als je op deze manier doorgaat. Wij hebben vanavond hier een keurige enveloppe gekregen. .(De heer De Vries (weth.): Dat zegt niets.) Nee, dat zegt natuurlijk niets, maar ik heb nog helemaal niets gezegd. De informatie die wordt gegeven houdt in dat het grootste aantal activiteiten van dit jeugd- en jongerencentrum duidelijk verbonden is met de factor muziek en dat je, als je zo'n centrum draaiende wilt houden, ook moet zorgen dat zo'n centrum zijn eigen identiteit kan blijven behouden en die groepen jongeren die service kan verlenen die zij nodig hebben in onze samenleving, want het sociaal-cultureel werk is nog steeds werk dat wij niet voor de lol doen maar dat keihard noodzakelijk blijkt te zijn in onze samenleving. Elk centrum ge bruikt daarvoor zijn eigen middelen, dat is niet alleen bij Hippo het geval, dat is ook bij Krats zo, die zal straks ook zijn eigen middelen en voorzieningen nodig hebben. Als er gesproken wordt over overleg tussen centra als Krats en Araloe dan zullen er, dacht ik, ook door hef gemeentebestuur duidelijk mo gelijkheden aangeboden moeten worden om niet alleen bij het huidige centrum waarin Araloe zich be vindt voorzieningen te creëren maar zullen er ook alternatieven moeten worden ontwikkeld - ik weet niet of ze er zijn maar hef is denkbaar - om van daaruit een stuk werk op poten te zetten. Dan nog even iets over 'f Vliet. Er is gesproken over een outreachingworker die wel of niet be noemd zou worden bij dat centrum. Wij hebben indertijd na zeer veel moeite en strubbelingen met het ministerie over de vraag onder welke subsidietitel en voor welke doeleinden zo'n man zou moeten wor den aangesteld uiteindelijk besloten dat het een outreachingworker zou moeten zijn, een man die de mensen opzoekt, en dat er een begeleidingscommissie zou komen die dat werk zou begeleiden. Die be geleidingscommissie is ingesteld maar ik heb begrepen dat die nooit bij elkaar is geweest en ik heb ook begrepen dat 'f Vliet die outreachingfuncfie eigenlijk verdeeld heeft over de krachten van dat centrum, 't Vliet is dus eigenlijk bemand met een soort halfvliegende brigade. Als je dan gaat kijken naar het voorstel van hef college om b.v. 't Vliet duidelijk ingang te geven tot de wijken waar het traditioneel thuis hoort dan kan je zeggen dat dat misschien wel waar is maar dat dat een aantal typische functies zijn die 't Vliet in die wijken verricht, misschien meer kindgericht, terwijl de Stichting Sociaal Kultu reel Werk daarentegen meer vanuit de buurtbenadering handelt, in relatie tof het onderwijs, zodat de verschillende dimensies in één wijksituatie gemakkelijk aan de orde kunnen komen. De strijdvraag gaat niet om wie dat werk moet doen, maar om waar de bewoners in de wijken eigenlijk behoefte aan heb ben. Ik denk dat het overleg dat zal moeten worden gevoerd tussen de besturen - ik hoop dat dat goed

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 14