>8 3//
verloopt - ook door het college zal moeten worden ondersteund door de claim die het nu heeft gelegd
terug te trekken.
Ik kom dan nu nog even terug op mijn moties. (De Voorzitter: Die handhaaft u?) Die wil ik ook nog
wel even toelichten. (De Voorzitter: Dat is niet nodig.) Ik sta hier om mijn mening te verkondigen, an
ders ga ik niet staan. (De Voorzitter: Ik dacht dat u daartoe ruim de gelegenheid hebt gehad. Wij moe
ten er wel uit vanavond.) Ik doe het ook niet voor mijn lol, ik doe het om naar voren te brengen wat ik
te zeggen heb; u verlengt nu de discussie. (De Voorzitter: Toe nou maar.) Ik vind de manier waarop u
mij meent te moeten onderbreken niet prettig. (De Voorzitter: Ik wijs u er alleen maar op dat wij nog
ontzaglijk veel punten moeten behandelen. U neemt zo enorm veel tijd in beslag. Maar gaat u maar
verder.) Ik kom dan nu bij de moties die ik heb ingediend. De wethouder heeft gesteld dat hij er geen
behoefte aan heeft. Ik heb geprobeerd duidelijk te maken waarom wij vinde-n dat er een tijdelijke
raadsadviescommissie moet komen; dat is niet alleen omdat er een aantal plannen in de lucht hangen
waarvan wij vermoeden dat wij nu al met de voorbereiding moeten beginnen maar ook omdat wij welis
waar aan het overleggen zijn over de toekomstige structuur maar dat de invulling daarvan nog niet dit
jaar en waarschijnlijk ook nog niet volgend jaar er uit zal komen zoals wij hopen dat die er uit komt.
Dat heeft een bepaalde aanlooptijd nodig zodat wij ons nu al voor moeten bereiden; er liggen nu al een
aantal dingen waarover nog geen zekerheid is en die waarschijnlijk dadelijk weer moeten worden opge
pikt en dan blijven wij modderen met ad hoc-commissies. Wij zouden graag vanuit de raad duidelijk
betrokken willen worden bij dat stuk beleidsvoorbereiding. Wat de prioriteitstelling en de uitvoering
daarvan betreft zijn wij een beetje bang dat met deze prioriteitstelling een aantal andere initiatieven
„kalfgestellt" worden, niet uitgevoerd worden. Het is ook nog onzeker hoe ze zullen kunnen worden
uitgevoerd. Duidelijk is vanavond geworden dat de instellingen met elkaar moeten gaan praten en dat
wij nog met het ministerie moeten gaan overleggen zodat wij nog enige tijd hebben voordat de priori
teiten moeten worden ingevuld en voordat er afgebouwd kan worden. In die tijd kunnen de inzichten
opnieuw veranderen, de ontwikkelingen gaan snelzodat wij de ruimte willen hebben om goed te be
slissen en ons niet willen binden aan dingen die wij over 2 of 3 maanden plotseling niet meer willen
omdat het klimaat veranderd is. Daarom handhaven wij de moties.
De hear Singelsma: Ik hie der eins gjin forlet fan der op werom to kommen mar de hear De Greef
kitele my even en hy brukte swiere wurden, hy sei: De hear Singelsma hat it jongereinwurk yn de groun
trape. En hy freget him of hwerom lju harren net oanien slute meije soenen as politike partij. It giet my
hjirom, ik bin tsjin dy monokultueren hwer't jimme it ek altiten oer hawwe, de monokultueren fan
agressivelingen, fan non-konformisten en sa hwaf. It is sa dat ik der wakker foar bin dat it jeugdwurk
foaral yn de wiken goed ta syn rjocht komt. Ik forskil miskien mei jo fan miening dat wy foar al dy
aparte groepearringen aparte eigen tohuzen bouwe en ynrjochtsje moatte.
Dan noch hwat oer Hippopotamus. Dy sit mei de ludshinder. Dan soe ik mei myn boereforstan sizze:
Bring der dan isolaesje oan, dan is it klear. As dy lju der nou forlet fan hawwe der sa'n stik leven to
meitsjen. Ik haw dêr gjin forlet fan, mar hja wol, it kin blykber net hwat kalmer. Mar as de hinder nou
troch it oanbringen fan isolaesje oer wêze kin hwat is dêr dan tsjin as dat binnen de finansiéle mooglik-
heden leit. Ik soe sizze: Dat heart wol prioriteit to hawwen.
De heer De Vries (weth.): Ik zal proberen het kort te houden, ik doe het in telegramstijl.
De heer De Beer heeft gelijk als hij veronderstelt dat er omtrent het verdere gebruik van het Rui-
terskwartier met de Doopsgezinde Gemeente nog in generlei opzicht overleg is geweest. Het ligt ook
niet op de weg van de gemeente, daar zullen eerst de jeugdinstelIingen zelf een standpunt over in
moeten nemen. Men zit ook vast aan bepaalde huurcontracten die niet zonder meer afgebouwd kunnen
worden.
Ik ben het inhoudelijk wel eens met de heer De Pree. De zaak van 't Vliet en de Stichting Sociaal
Kultureel Werk moet nog eens rustig overlegd worden. Bovendien is het zo dat, wanneer er verwacht
wordt dat wij in Leeuwarden komen tot één welzijnsplan, ik aanneem dat ook de jeugdwerkinstellingen
in alle geledingen zo eensgezind om de tafel hebben gezeten dat de scheidingen over en weer komen
weg te vallen; dan zitten wij, dacht ik, op de goede lijn.
Mevr. Visser en de heer De Greef hebben het gehad over de outreachingworker bij 't Vliet. Dat is
eigenlijk een kwestie van techniek. Ik weet niet of het gemakkelijk is, wij hebben enige ervaring met
de rijksoverheid om een gesubsidieerde kracht van de ene sector naar de andere overgeboekt te krijgen
en daar correspondeert het C.O.L. al zo'n twee jaar over en wij zitten er ook al een halfjaar achteraan
met brandbrieven, maar er wordt moeilijk en moeizaam gereageerd; dus zelfs dat is in de praktijk nog
niet eens zo'n gemakkelijke kwestie. Wij zijn echter bereid om dit ook in overleg met 't Vliet nog eens
nader onder ogen te zien. De begeleidingscommissie heeft wel gefunctioneerd, die begon onder een al
29
lerongelukkigst gesternte want de functionaris die aangesteld was brak prompt zijn been en was daar
door langer dan een halfjaar uit de roulatie. Het is allemaal erg ongelukkig gestart. Ik heb naderhand
begrepen dat 't Vliet deze taken geclaimd heeft en verdeeld heeft over meerdere functionarissen. Wij
zullen ons er nader op beraden wat ons in deze te doen staat.
Dan kom ik terecht bij de heer De Greef en de heer Singelsma die beiden nog even de geluidshin
der van Hippopotamus hebben genoemd; dat had de heer De Pree in eerste instantie ook gedaan. Wij
zijn daar niet uit. Wij hebben het even ter zijde moeten stellen omdat het in de praktijk niet zo'n ge
makkelijke zaak blijkt te zijn. Als de heer Singelsma zegt: Help die jongens nu even aan een stukje
isolatieband, dan zou dat niet zo'n probleem zijn, maar met een werkelijk goede voorziening is onge
veer een ton gemoeid en dan zijn wij er nog niet. Wij hebben een rapport waaruit blijkt dat de geluids
hinder dan effectief bestreden zou zijn, er zijn echter andere deskundigen die hier een heel groot
vraagteken bij zetten, die zeggen dat het Mweismiten jild" zou zijn en een ton is een hoop geld.
Verder dacht ik dat ik mijn standpunt t.a.v. de moties van de heer De Greef toch eigenlijk op dit
moment zou moeten handhaven, ik moet vasthouden aan hetgeen ik in eerste aanleg heb gezegd. Laten
wij eerst afwachten wat er nog van de zijde van het rijk komt. Wij zijn ook onderweg met een commis
sie die het functioneren van de functionele raden onderzoekt. Wanneer de rijksbijdrageregeling nog
voor 25 mei afkomt kunnen wij opnieuw bestek opmaken om te kijken hoe snel wij alsnog de zaak op
nieuw onder ogen kunnen zien. Wij zouden via die commissie de informatie over en weer uit kunnen
wisselen. Ik heb er op dit moment geen enkele behoefte aan een raadscommissie uit de grond te stam
pen, ik dacht ook niet dat dat erg zinvol zou zijn.
De Voorzitter: Ik stel voor dat wij, gelet op de discussie, het volgende concluderen. Het verdere
overleg heeft plaats op basis van de raadsbrief en daarbij wordt in acht genomen de discussie die vana
vond in de raad heeft plaats gehad; er zijn duidelijk meningen geponeerd en die worden ingecalculeerd
in het verdere overleg. Wij hebben ook wel duidelijk geproefd hoe de verhoudingen in de raad te dien
aanzien ongeveer liggen. Wat het besluit als zodanig betreft stel ik u voor dat wij dit besluit vanavond
nemen met dien verstande dat onder D. de woorden te verzoeken" worden gewijzigd in Mmet klem te
verzoeken" en dat in het overleg daarover de toelichting, ten aanzien hiervan in de raad gegeven,
mee wordt genomen.
Voordat wij hierover gaan stemmen moeten wij een beslissing nemen over de moties van Axies. De
eerste motie betreft het nu reeds instellen van een raadsadviescommissie; wij ontraden dat op grond van
de argumentatie die weth. De Vries naar voren heeft gebracht. Ik stel voor dat wij nu bij handopsteken
stemmen over deze motie.
De eerste motie van de heren De Greef en Van der Wal wordt bij handopsteken verworpen met 32
tegen 2 stemmen.
De Voorzitter: De tweede motie betreft het uitstellen van de beslissing en het bij de begroting 1978
opnieuw ter discussie stellen van de zaak; ik geef de inhoud even korf weer.
De tweede motie van de heren De Greef en Van der Wal wordt bij handopsteken verworpen met 32
tegen 2 stemmen.
De Voorzitter: Dan kunnen wij nu een beslissing nemen over het voorstel van b- en w. inclusief de
door mij zopas genoemde aanvullingen.
Z.h.sf. wordt besloten overeenkomstig het mondeling door de voorzitter gewijzigde en aangevulde
voorstel van b. en w.
De Voorzitter schorst, om 23.00 uur, de vergadering voor de tweede pauze.
De Voorzitter heropent, om 23.10 uur, de vergadering.
Punten 5 t.e.m. 16 (bijlagen nos. 79, 81, 92, 77, 91, 90, 78, 80, 75, 93, 72 en 88).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.