3T 3?
Punt 17 (bijlage no. 73).
De heer Geerts: Ik durf nauwelijks het woord te nemen want ik heb net een aantal mensen opge
lucht horen zeggen dat de r.o.-mensen nu vanavond eens niet aan het woord geweest zijn, maar ik wil
er toch iets van zeggen al was het alleen al omdat ik er een maand of twee geleden op aangedrongen
heb dat dit punt een keer in de gemeenteraad behandeld zou worden. De intentie achter deze nota is
dat de gemeente geen voorbereidingsbesluiten neemt dan nadat er een beleid is uitgesproken, dus nadat
er een structuurplan of een structuurrapport is vastgesteld. Ik vind dat wel een juiste gang van zaken,
het heeft te maken met het punt dat je niet moet bevriezen als je zelf niet weet wat je precies wilt. In
het verlengde daarvan hebt u op blz. 3 gezegd dat u eigenlijk tegen het nemen van voorbereidingsbe
sluiten bent voor bijzondere gevallen, dus ook daar waar voor een perceel een ongewenste ontwikke
ling te verwachten is. Ik vind dat wel een consequente redenatie, alleen zegt u dan onderaan de blad
zijde dat u alleen in bijzondere gevallen hiervan wilt afwijken. Nu heb ik mij even zitten afvragen
wat dat bijzondere geval dan wel mag zijn waarvoor u van dit principe wilt afwijken. Ik dacht dat het
wel juist was dat u zegt dat niet dan nadat de gemeente een beleidsvisie heeft uitgesproken een voor-
bereidingsbesluit mag worden genomen; dat lijkt mij juist. Maar u zegt dat u daar in bijzondere geval
len van af wilt wijken en dan moet het in mijn opvatting wel heel bijzonder zijn. Ik wil graag een uit
leg van u van dat woord „bijzonder".
De heer Heidinga: Het is een vreemde zaak in deze gemeenteraad; als wij praten over een kwestie
van 166.000,dan bestaan wij het met zijn allen om meer dan 2 uren vol te praten en als wij praten
over een kwestie van 9 miljoen die ook van bijzonder groot belang is voor de gemeente, i.e. de volks
huisvesting, dan zeggen wij er niets van en gaat het zo door. (De heer Ten Brug (weth.): Dat kan nog
wel.) Ik was het er volkomen mee eens en om des tijds wille zeg ik: Vooruit maar. Maar ik leg er maar
even de vinger bij hoe het op mij over komt.
Wat betreft deze beleidsvoornemens aangaande de voorbereidingsbesluiten, daar ben ik het hele
maal mee eens, maar ik dacht wel dat wij er toch in onze overwegingen en u ook in de uitwerking er
van wel degelijk rekening mee zouden moeten houden dat wij hierdoor weer opnieuw uitspreken dat het
klaar komen van de bestemmingsplannen versneld moet worden; dat zit er zo sterk ingebakken, daar
kunnen wij gewoon niet onder uit. Ik zie bij het allerlaatste voorstel, waarin enkele miljoenen van
1975 over zijn en waarin ook ietwat ruimte in de begroting naar voren komt, tot mijn grote spijt dat er
geen cent wordt aangewend om wat ik bij de begroting heb gevraagd en waarin de raad toen niet mee
wilde gaan omdat het nog eens moest worden overwogen en nog eens doorgepraat. (De heer Ten Brug
(weth.): Waarom kijkt u mij hierbij zo aan?) Omdat u de man bent met de beurs. Dat is toch een eerlij
ke zaak? (De heer Ten Brug (weth.): Als het een eerlijke zaak is bereik je niets.) (Gelach) Ik zou haast
zeggen: U ben onze minister van Financiën. Het gaat er mij niet om iets te bereiken bij u, het gaat er
mij alleen maar om er even op te attenderen dat deze kwestie daar heel duidelijk aan verbonden is en
dat naar mijn mening de raad goed zou doen daar iets voor beschikbaar te stellen. (De Voorzitter: Als
wij straks de ruimte gaan invullen kunt u daarop terug komen.) Ja.
De heer Rijpma (weth.): Ik ben blij dat dit raadsvoorstel de instemming heeft omdat daarin een
stukje beleidszekerheid ook t.o.v. de raad wordt geschapen. Wanneer de heer Geerts vraagt wat het be
tekent als wij stellen dat er alleen in bijzondere gevallen o.i. inbreuk op dit principe kan worden ge
maakt moet ik zeggen dat ik zelf ook waf moeite heb met die zin. Deze zin is er in gekomen als een
soort noodklep. Ik stel mij voor dat je, wanneer je van die noodklep gebruik maakt, dan ook aan bij
zondere voorwaarden moet voldoen. Als voorbeeld wil ik hier geven wat wij in Huizum-west hebben
gedaan waar een garage een andere bestemming zou krijgen; wij hebben toen een voorbereidingsbesluit
genomen, maar wij hebben bovendien daaraan de verplichting voor de gemeente verbonden om te pro
beren het pand in eigendom te verkrijgen. Zo zul je, wanneer je in bijzondere gevallen van deze
maatregel gebruik maakt, ook bijzondere voorwaarden moeten scheppen waardoor niet een willekeur
naar voren komt die de ene burger wel zou ondergaan en de andere burger niet.
De heer Heidinga heeft het gehad over de versnelling van de bestemmingsplannen. Op dit moment
wordt gewerkt aan een overzicht waarbij wij de snelheid van de bestemmingsplannen gaan afwegen te
genover de financiën die wij er voor beschikbaar zouden kunnen stellen. U krijgt dus over niet al te
lange tijd een aantal alternatieven voorgeschoteld en bij die alternatieven staan de financiële conse
quenties aangegeven. Daardoor heeft de raad een volledig inzicht wat het inhoudt want het brengt niet
alleen met zich mee dat bestemmingsplannen versneld moeten worden, het kan ook met zich mee bren
gen dat uitvoeringsplannen versneld moeten worden en het kan ook met zich mee brengen dat in het
uitvoerende apparaat behalve bij de stedebouwkundige afdeling ook nog op andere afdelingen voorzie
ningen getroffen moeten worden. Wel, die dingen worden op een rijtje gezet en u krijgt ze voorgescho
teld.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punten 18, 19 en 20 (bijlagen nos. 94, 96 en 87).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 21 (bijlage no. 85).
De heer Knol: De Woningbouwvereniging Beter Wonen en, bij het volgende agendapunt, de Wo
ningbouwvereniging Leeuwarden-LeeuwarderadeeI vragen de gemeente garant te staan voor de topfi-
nanciering van een deel van de 900 woningwetwoningen in Aldlan-oost. De reden van deze topfinan-
ciering is gelegen in het feit dat de bouwkosten van deze woningwetwoningen de z.g. zwarte streep
hebben overschreden, zodat de rijksleningen niet voldoende zijn om alle bouwkosten te financieren.
Het overschrijden van deze zwarte streep is hef gevolg van een langere bouwtijd dan was voorzien
waardoor bij de eindafrekening de renteverliezen en de risicoverrekening van loon en materiaal veel
hoger uitvallen. Nu staat daar wel wat extra subsidie tegenover, maar de hamvraag blijft dan natuurlijk
wel hoe deze langere bouwtijd is ontstaan, waf de huurder hiervan merkt in de vorm van een hogere
huur en-welke rol de gemeente bij dit alles speelt als toezichthouder op de woningbouwcorporaties. Het
antwoord is vooral van belang om te kunnen nagaan of de loftrompet die in deze zaal een aantal malen
heeft geklonken ter ere van de noeste bouwers in Aldlan-oost niet wat valse ondertonen heeft gehad.
Het antwoord is ook van belang voor de huurders van deze wijk zodat zij weten waarom de huur moet
worden betaald zoals die nu is vastgesteld. En als ik het goed heb was ook het Ministerie van Volks
huisvesting en Ruimtelijke Ordening erg benieuwd naar het antwoord op deze hamvraag, althans dat
meen ik te mogen opmaken uit een publikatie in de Leeuwarder Courant van 1 december 1976 waarin
wordt gesproken over een aan de gang zijnd onderzoek door de juridische afdeling van dit ministerie.
Bovendien was het ook de bedoeling - ik citeer nog steeds de Leeuwarder Courant - dat een aantal
huurders hierover een gesprek zou hebben met de staatssecretaris. In de raadsbrief kunnen wij over deze
activiteiten niets terug vinden. Daarom wil mijn fractie graag van hef college weten of deze publikatie
juist is en, zo ja, waf dan tot dusver de bevindingen van hef ministerie zijn geweest.
De Voorzitter. Misschien mag ik een reactie geven op de opmerkingen van de heer Knol. Het is be
kend dat enkele bewoners van het Aldlan van mening waren dat bepaalde aangelegenheden in Aldlan-
oost niet „en règle" waren. Zij hebben zich daaromtrent in verbinding gesteld met de staatssecretaris
van Volkshuisvesting. Wij waren daar op dat moment niet mee op de hoogte, hef gemeentebestuur stond
daar ook volledig buiten. De staatssecretaris heeft gemeend - naar mijn mening overigens terecht als er
klachten bij hem binnenkomen - om daar een grondig onderzoek naar te doen instellen. Hij heeft de re
cherche gevraagd dat te doen en op dat moment ben ik als burgemeester geïnformeerd over het feit dat
dat onderzoek plaats had. Dat onderzoek is ondertussen afgesloten en de conclusie is na een diepgaand
onderzoek geweest dat alles in Aldlan-oost volkomen „en règle" is geweest, zowel m.b.t. de activitei
ten van de woningbouwcorporaties als m.b.t. de activiteiten van anderen die betrokken zijn geweest bij
het ontwerpen en de bouw van de plannen in het Aldlan. Ik heb daarvan officieel mededeling gekregen
van de staatssecretaris/ dit is ook aan betrokkenen meegedeeld. Dat is hetgeen ik u kan meedelen over
deze kwestie.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 22 (bijlage no. 86).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 23 (bijlage no. 95).
De heer Janssen: In deze raadsbrief wordt gevraagd om vooruit lopend op hef instellen van een wet
telijke regeling in Leeuwarden een koopavond in te voeren. Alle door u gevraagde instanties voelen er
voor deze koopavond te houden op donderdag. Het gevolg hiervan is dat de opbouw van de vrijdagmarkt
in gevaar komt en in overleg met de betrokken ondernemers en de ambulante handel stelt u voor om op