2\t
KZD
is alleen dat zulke criteria er eigenlijk nog nauwelijks zijn, niet alleen in Leeuwarden niet maar ook
landelijk niet. Er zijn wat vuistregels maar erg inhoudelijk zijn die ook nog steeds niet, die zijn ook
voor een belangrijk deel kwantitatief. Bovendien schrik ik een beetje als van de kant van instellingen
gezegd wordt: Jullie hanteren geen duidelijke criteria. Ik vraag mij wel af wie die dan moet maken.
Moet het college die criteria opstellen - daar moet ik niet aan denken -, moet S.Z.W. die criteria op
stellen - daar moet ik ook niet aan denken - of moet de raad die criteria opstellen? Dat laatste zou
ook onjuist zijn, ik zou er best aan kunnen denken, maar het lijkt mij onjuist. (De heer Ten Brug
(weth.): Er is wel een verschil.) Ja natuurlijk, er is een verschil tussen b. en w. en raad. Ik denk dat
het juist een zaak van de instellingen zelf is om criteria te maken op basis waarvan je het werk dat de
instellingen doen zou kunnen beoordelen. Dat is tot dusver niet gebeurd. Als ik dan denk aan de instel
lingen waarover deze raadsbrief handelt dan hangt dat, denk ik, wat samen met het feit dat het hun
nog steeds niet gelukt is om in een vorm van coördinatie tot samenwerking en overleg te komen. In het
raadsvoorstel dringt u er bij de instellingen op aan om dit jaar - ik meen vóór 1 september - toch ein
delijk zo ver te komen dat er zo'n coördinatie-orgaan is. Mijn fractie stelt er prijs op dat dat nog eens
wat wordt aangescherpt. Wij zouden er geen bezwaar tegen hebben wanneer het zelfs een subsidievoor
waarde zou zijn dat deze instellingen er eindelijk - de bereidheid per instelling bleek er wel te zijn -
gestalte aan zouden geven om tot een vorm van overleg te komen waarin men zich kan bezig houden
met het opsporen van witte plekken voor wat betreft het sociaal-cultureel werk voor jeugd en jongeren
in Leeuwarden, om te komen tot een zinnige taakverdeling onderling - het voorkomen van overlappin
gen - en om een inbreng te kunnen hebben bij het opstellen van de welzijnsplannen voor wat betreft
het sociaal-cultureel werk. Ik denk dat er grote behoefte is aan coördinatie op dat punt.
Een andere kritiek - daar wil ik graag de reactie van de wethouder op horen - is de kritiek die
zegt: Je moet nu t.a.v. deze paar jongereninstellingen eigenlijk nog geen besluit nemen. Binnenkort
moeten wij n.l. nog meer besluiten over een wat breder terrein nemen, dan zal het niet alleen over de
ze jongerencentra gaan maar over het hele sociaal-culturele werk, b.v. ook over vormingswerk. Dan
moet je nu niet het geld dat er is en de mankracht die er is verdelen, want dan heb je niks meer in de
pot zitten en dan valt er op een later tijdstip niks meer te verdelen. Deze kritiek zegt dus: Doe nu nog
niks en bekijk het eerst eens in een wat ruimer verband. Mijn fractie is van mening dat het ongewenst
zou zijn om nu geen besluit te nemen. Als de wethouder echter van mening is - dat zal wel niet zo zijn
want anders had hij nooit dit raadsvoorstel kunnen indienen - dat wij alles hebben opgesoupeerd en er
voor andere activiteiten helemaal geen ruimte meer is dan zouden wij er ook voor voelen om nu geen
beslissing te nemen. Wij zouden heel graag wat meer duidelijkheid m.b.t. dit punt willen hebben. In
ieder geval denk ik dat het goed is om nu niet veel verder te gaan en ons te beperken tot de eerste vier
prioriteiten die genoemd zijn. Dat stelt u ook al wel voor, maar wij willen ons nog niet helemaal vast
leggen op de volgende prioriteiten waar op het ogenblik nog geen geld voor is. Als je nu iets vastlegt
dan kan je even later geen kant meer uit.
Nu nog een paar detailopmerkingen wat betreft het raadsvoorstel. Met het voorstel betreffende de
opheffing van Araloe en het starten van Krats gaat onze fractie akkoord. Wel vragen wij ons af of het
zo gemakkelijk zal kunnen als in de raadsbrief gesuggereerd wordt, zo van: Je hebt een gebouw aan
het Ruiterskwartier, dat heet Araloe, dat heeft een bestuur en er zijn beroepskrachten en dan is er
Krats, dat heeft een bestuur en verder nog niks. Nu gaan die twee met elkaar praten en dan hoef je
eigenlijk alleen maar het bordje Araloe van dat gebouw af te'halen en een bordje Krats er op aan te
brengen. Dan gooi je die twee besturen bij elkaar en dan is het voor elkaar. Ik denk dat je toch wel re
kening zult moeten houden met het image en het verleden van het gebouw aan het Ruiterskwartier. Ik
weet niet of dit gebouw voor alle groepen - doelgroepen in het vakjargon - binnen het jeugd- en jon
gerenwerk dienstbaar zal kunnen zijn. Je zult rekening moeten houden met de belangen van de huidige
beroepskrachten die ooit eens bij Araloe hebben gesolliciteerd omdat men werkte met die jongeren.
Wanneer het nu een andere categorie jongeren zou worden dan zou het kunnen zijn dat je daar als be
roepskracht niet zo gemakkelijk in mee zult kunnen. Mijn fractie voelt daarom wel iets voor de voor
stellen die zitten in de brief die wij hebben gekregen van het bestuur van Araloe en Krats om voor 1
april een soort blauwdruk te maken en te bekijken hoe je deze problematiek moet oplossen, dus om het
wat voorzichtig te doen.
Dan heb ik nog twee opmerkingen over Hippopotamus. In het advies van de commissie staat nogal
hoog op de prioriteitenlijst het aanbrengen van geluidsisolatie in Hippo. Dat is er helemaal uit gevallen
in de raadsbrief. Daar zullen wel goede redenen voor zijn. Ik zou graag de toezegging van de wethou
der willen hebben dat er op korte termijn uitsluitsel komt van de kant van het college m.b.t. het ge
luidsprobleem - zo zal ik het maar noemen - in Hippo, zodat er in ieder geval duidelijkheid over komt
of er iets gaaf gebeuren en hoe en wanneer. Waf betreft de beroepskrachten bij Hippopotamus betrap ik
- tenzij ik hef helemaal verkeerd lees - de raadsbrief op een heel wonderlijke redenering. U zegt dat
er in Hippo eigenlijk te weinig sociaal-cultureel werk gebeurt in die zin dat er te weinig gewerkt
wordt met groepen. Er blijkt wel een reden voor aan te wijzen te zijn, n.l. dat de twee huidige be
roepskrachten op dat terrein hun opleiding niet hebben, althans niet een voltooide opleiding. Logisch
zou dan zijn dat u zou voorstellen: Dat culturele werk vinden wij wel erg belangrijk, dus er moet zo
spoedig mogelijk een beroepskracht met een dusdanige opleiding komen. U zegt echter: Zolang dat
soort werk niet gebeurt hoeft er ook geen beroepskracht, geen cultureel werker te komen. Daar begrijp
ik niks van, want zolang die werker er niet is gebeurt dat werk ook niet. Als u dat dus volhoudt dan
komt die derde kracht er nooit. Ik zou er erg voor zijn dat het college zich wat meer houdt aan de vol
gorde die de commissie heeft gesuggereerd. De commissie had n.l. die derde beroepskracht nogal hoog
op de prioriteitenlijst staan. Mijn vraag aan de wethouder is dan ook: Zijn er geen mogelijkheden om
op korte termijn die derde beroepskracht in Hippo te krijgen en te stimuleren dat datgene gaaf gebeuren
in Hippo waf u nog als een manco signaleert?
Nog één opmerking over 't Vliet en de relatie tussen 't Vliet en de Stichting Sociaal Kultureel
Werk voor de Jeugd in Leeuwarden betreffende de vraag of 'f Vliet nu al of niet wijkgebonden jeugd
werk moet doen. De commissie heeft zich daar niet mee bezig gehouden. U heeft het in de raadsbrief
opgenomen en u hebt er nogal een stellige uitspraak over gedaan. Mijn fractie stelt er prijs op om mee
te delen dat wij voorlopig niet met de conclusie die u trekt meegaan. Wij vinden dat eerst de twee be
treffende stichtingen, wellicht met het C.O.L. er bij, in onderling overleg moeten proberen tot een op
lossing te komen voor dit probleem. Wij vinden dat wij nu niet als raad ineens van bovenaf daarover
een beslissing moeten nemen. Onze fractie vindt daarom dat wij over dat gedeelte van de raadsbrief
geen beslissing moeten nemen. Ik verzoek dus om dat punt aan te houden.
Dit waren mijn opmerkingen die ten dele ingingen op de raadsbrief en ten dele op een aantal kriti
sche geluiden die van allerlei kanten op ons af zijn gekomen.
Dan nog een slotopmerking. Hef zou er op kunnen lijken dat het niet zo best gaaf met deze tak van
welzijnswerk in onze gemeente omdat Biels een kracht zou moeten missen, Araloe opgeheven zou moe
ten worden en Hippo op het ogenblik in ieder geval nog niet uitgebreid zou moeten worden. Ik denk dat
het heel reëel is om te signaleren dat zich in Leeuwarden hetzelfde voltrekt dat zich overal in het land
bezig is te voltrekken, n.l. dat het open jeugd- en jongerenwerk voor zover het centruminstellingen
betreft terug loopt. Dat hoeft niet te liggen aan de werkers of aan de besturen, dat is eenvoudigweg
een trend waar je op zult moeten inspelen, maar daar zullen wij in de toekomst waarschijnlijk nog wel
de gelegenheid toe krijgen.
De Voorzitter schorst, om 21 .00 uur, de vergadering voor de eerste pauze.
De Voorzitter heropent, om 21 .20 uur, de vergadering.
De heer Bijkersma is inmiddels ter vergadering gekomen.
Mevr. Visser—van den Bos: Bij onze opmerkingen over de raadsbrief die thans aan de orde is willen
wij beginnen met de vraag of het nu wel de juiste tijd is om tot herschikking over te gaan. Wij weten
allen van de plannen van C.R.M. om tot verandering van subsidiëring over te gaan. Ook het jeugdwerk
zal onder een rijksbijdrageregeling gaan vallen die naar verwachting per 1 januari 1978 van kracht zal
worden. Omdat er dan vele zaken uit dezelfde pot betaald moeten gaan worden en de gemeente dan
zelf meer bij de verdeling betrokken zal zijn kunnen wij ons indenken dat hef maar moeilijk over zal
komen als wij nu bepaalde ingrepen in het jeugdwerk doen en in 1978 of 1979 - wij weten natuurlijk
van de overgangstijd - eventueel weer wijzigingen in hef nu uitgestippelde beleid zouden moeten aan
brengen. Wij kunnen ons niet goed voorstellen dat de wethouder niet aan deze zaak gedacht heeft,
doch wij vinden er in hef raadsstuk niets over dus willen wij graag horen hoe hij hier tegenaan kijkt.
Hef is een goed ding dat de centra alle vijf gereageerd hebben op het rapport van de commissie en
vooral omdat je uit hun reacties kunt opmaken dat zij met elkaar over het rapport van gedachten gewis
seld hebben.
Uit die gesprekken zijn in ieder geval een aantal contacten voortgekomen o.a. tussen de Stichting
Araloe en Krats. Wij menen uit hun antwoord te kunnen opmaken dat ze nu met elkaar de schouders
willen zetten onder het werk voor de jeugd en heel in het bijzonder toegespitst op de werkende jeugd
en op de helaas niet minder belangrijke groep werklozen. Als dit samenwerkingsverband tussen Araloe
en Krats echt slaagt is er een goed begin gemaakt met de coördinatie van het jongerenwerk in onze ge
meente. Dat er voorlopig slechts twee beroepskrachten voor dit werk beschikbaar zijn lijkt ons geen on
overkomelijke moeilijkheid doch slechts een uitdaging om met inschakeling van vrijwilligers hef cen
trum voor jongeren in de ruimste zin des woords goed te laten functioneren. Wij hopen van harte dat de