4 zou zijn, zodanig objectief dat het als de bewoners niet mee zouden doen waarschijnlijk negatief voor hen uit zou pakken. Toen de vragenlijst echter eenmaal op tafel kwam bleek dat de objectiviteit bestond uit de vraag waar de mensen naar toe wilden als de huizen werden afgebroken en hoeveel huur ze dan gingen betalen. Dat pikten de bewoners niet en er is gesproken over een andere opzet van het objectie ve sociale onderzoek, het sociale onderzoek is m.a.w. wat intersubjectief gemaakt, er is gewoon onder handeld. De bewoners hebben gezegd: Wij willen een ander onderzoek, de projectgroep reageerde met: Dan gaan wij ongeveer in het midden zitten. En dat is er uit gekomen, weliswaar onder protest van de bewoners. De protesten betroffen m.n. het feit dat het onderzoek uitging van sloop; dat kon je vinden in de wijze van vragen en de wijze van enquêteren. Een voorbeeld van de wijze van vragen kunt u ook zien in de vragenlijst. Er wordt niet gevraagd of de mensen er willen blijven wonen, nee, de vraag wordt suggestiever gesteld, er wordt n.l. gevraagd waarom de mensen niet willen verhuizen. Bij het en quêteren wordt op geen enkele wijze ingehaakt op mogelijkheden tot opknappen. Er wordt wel gevraagd of de mensen meer huur willen betalen, maar dat sluit niet aan bij eventuele plannen die er vanuit de projectgroep voor zouden zijn ontstaan en het is ook niet gebaseerd op onderzoek. Dat alles leidde uit eindelijk bij de uitvoering van het onderzoek tot protest en het opzeggen van het vertrouwen van de bewoners van de Simon de Vliegerstraat in de handelwijze van de projectgroep en in feite in de handel wijze van het college. Ik dacht dat de brief die de bewoners hebben geschreven daarover aan duidelijk heid niets te wensen over laat. Wij hebben de indruk gekregen dat de plannen nogal bedreigend zijn voor deze groep mensen zonder dat er feitelijk wordt ingegaan op hun argumenten, zonder dat er werke lijk sprake is van een afweging. Het resultaat is alleen maar dat de mensen onzeker raken en dat kan niet bepaald de bedoeling zijn van een inspraakprocedure; daarbij mag wel onzekerheid bestaan maar niet op deze manier, een negatieve onzekerheid en een onzekerheid aan één kant. Het antwoord van het college versterkt min of meer onze indruk omdat er gesproken wordt over het bekijken van maat schappelijke consequenties terwijl dat eigenlijk een zeer eenzijdige zaak is want de maatschappelijke consequenties van het blijven bestaan van die woningen is helemaal niet betrokken in de zaak, zodat het tweede argument, n.l. dat er een objectief onderzoek zou moeten worden gehouden, in feite ook een fictie is omdat de objectiviteit maar aan één kant is, n.l. vanuit het algemeen belang dat er achter zit. Hoe moet je nu verder en hoe moet je nu wel reageren op deze brief? Wij zijn van mening dat er sprake is van een duidelijk gebrek in de voorbereiding van het structuurplan dat nu al naar boven komt. Wij moeten straks als gemeenteraad een uitspraak doen over dat structuurplan en ook over dit plange biedje en wij zijn eigenlijk van mening dat je nu al zou moeten zorgen dat je in de loop van het pro ces nog kan bijsturen en niet achteraf zoals soms te doen gebruikelijk is, een voorbeeld van het laatste was Huizum-BorniaHet is afhankelijk van wat er nog kan worden gedaan m.n. van het tijdstip waarop het structuurplan in de raad komt. Het tijdstip van behandeling is een tijd opgeschoven, het lag, dacht ik, oorspronkelijk in de bedoeling het eind vorig jaar te doen, daarna was het medio januari, toen me dio april, ik heb nu weer begrepen dat dat nog verder opgeschoven wordt. Ik zou in eerste instantie van de wethouder willen weten wanneer het structuurplan definitief in de raad zal worden besproken. In de tweede plaats zou ik, afhankelijk van de termijn, graag willen dat wij in ieder geval nog voor die da tum de argumenten van de bewoners en het bewonersalternatief zorgvuldig bekijken op de haalbaarheid en de maatschappelijke consequenties. Omdat ik het niet wil laten bij een aanbeveling heb ik toch maar een voorstel gemaakt om het nog wat duidelijker te maken. Dat voorstel luidt: "De gemeenteraad van Leeuwarden, in vergadering van 14 maart 1977 bijeen, besluit het college op te dragen bij de voorbereiding van het structuurplan Huizum-west een onderzoek te doen naar de mogelijkheden tot behoud van de woningen in de Simon de Vliegerstraat, Van Loonstraat en Nieuwe Hol landerdi jk teneinde bij de besluitvorming van het structuurplan Huizum-west zo zorgvuldig mogelijk argumenten voor en tegen de voorgestelde afbraak van de panden in de genoemde straten te kunnen af wegen." Het hangt van het antwoord van de wethouder af of ik deze motie in zal dienen. De hear Singelsma: Men krijt de yndruk dat wy hjir in herhelling krije fan de situaesje dy't wy mei Huzum-Bornia hawn hawwe en dat der aensens in struktuerplan foarleit hweryn net folie mooglikheden mear binne foar de biwenners dy't tige hechte binne oan dat gebiet. It feit dat de biwenners harren fortrouwen opsein hawwe yn de projektgroep en yn de enkête biwiist wol dat dêr dochs hwat oan de han is dat foar dizze minsken net sa botte noflik is. It mei bikend wêze - eltsenien wit dat fansels hjirre - dat de Kantoarenota by us op tafel lein hat en dat it gemeentebistjur plannen hat om dat gebiet yn to rjochtsjen foar kantoaren. Dêrmei botst men fansels op de bi langen fan de minsken dy't der wenje en ik kin my libben foarstelle dat hja nei mooglikheden sykje om harren wengebiet to bihalden en miskien noch hwat to forbetterjenIk krij sa de yndruk dat men mei dizze enkête biwust oanstjurt nei in untwik- 5 keling dy't de biwenners net witte en dat de ynspraek dy't hjir eins under it mom fan objektiviteit pleats hat yn wêzen gjin ynspraek is mar dat it resultaet fan to foaren al fêst stiet. Ik bin dus fan miening dat hwat de hear De Greef hjir nei foaren brocht hat just is en dat de saek neijer ündersocht wurde moat. De heer Janssen: Het lag aanvankelijk niet in de bedoeling van mijn fractie om hierover te praten, maar nu hier nogal wat over los komt wil ik even motiveren waarom wij er in dit stadium niet over zou den willen praten. Het is zo, de contactgroep van de bewoners heeft een samenspraak gehad met de projectgroep over de in te stellen enquête. Er was aanvankelijk een enquêteformulier dat minder uitge breid was dan het enquêteformulier waar men mee op stap gegaan is en dat uitgebreide enquêteformulier is tot stand gekomen in een samenspraak van bewoners en projectgroep, die zijn het daar dus over eens geworden. Toen men met het onderzoek bezig was kwamen de mensen van de contactgroep - de bewo ners dus - tot de ontdekking dat de enquête nogal suggestief over kwam bij de mensen waar ze aan de deur kwamen. Ze probeerden toen weer met de projectgroep om de tafel te komen om nogmaals het en quêteformulier te veranderen en dat is in dat stadium niet gelukt want de projectgroep zei: Wij draaien dat niet terug want wij hebben daar overeenstemming over en wij laten dit onderzoek eerst zo door gaan. Onze fractie wil dan ook afwachten wat het uiteindelijke resultaat zal zijn van de enquête want aan de uitwerking van de enquête kan je zien hoe die bij de bewoners over gekomen is. Ik heb wel gehoord van mensen dat er misverstanden over zijn, er zijn mensen die menen dat zij - dat komt vooral door de lijst met vragen over de gebreken van de woningen en wat de mensen er zelf aan gedaan hebben - een claim gelegd hebben naar de gemeente of naar de overheid om hun woningen op te knappen in die zin dat de gebreken die er nu zijn opgeheven dienen te worden; de mensen denken dat het enquêteformu lier een middel is om hun grieven naar voren te brengen en dat er dan ook direct aan begonnen kan wor den de zaak op te knappen. Dat kan dus verkeerd over gekomen zijn bij de mensen. Maar, zoals ik al zei, mijn fractie wil in eerste instantie afwachten wat de enquête uitgewerkt heeft. Wij kunnen dan bij de beslissing over de structuurschets nog wel een uitspraak doen over de toekomst van deze woningen. De heer Rijpma (weth.): Als ik het verhaal van de heer De Greef hoor dan is de projectgroep maar niks, dat is een soort manipulerende groep die maar één doel heeft, n.l. kantoren te realiseren en een stuk afbraak klaar te krijgen. (De heer De Greef: Dan hebt u niet goed geluisterd.) Ik meen toch dat ik tegen een voorstelling van zaken als deze hartgrondig moet protesteren. De projectgroep is bezig, die is met enthousiasme bezig en probeert met de bevolking boven water te krijgen wat er aan problematiek in die wijk leeft. Daarbij zijn ze opgebotst tegen allerlei problemen, ook tegen problemen die b. en w. hebben menen te moeten stellen geredeneerd vanuit het algemeen belang. U hebt de Kantorennota ge kregen en u hebt gezegd: Wij nemen over die Kantorennota een standpunt in behalve over Huizum-Bor nia en de Hollanderwijk. U hebt echter niet het standpunt ingenomen dat noch in Huizum-Bornia noch in de Hollanderwijk sprake mag zijn van enige kantorenbouw of andersoortige bouwwijzen; de raad heeft alleen gezegd: Wij nemen op dit moment geen standpunt in. De projectgroep is met de contactgroep be zig om te proberen de problematiek boven water te krijgen die in dit stadsdeel heerst; daar is de ratio bij betrokken maar daar is men ook emotioneel bij betrokken, dat is zo, dat blijft zo, dat gebeurt in alle gebieden. (De heer Van der Wal: Dat mag ook wel.) Ja, dat mag ook. Het betekent dat via deze inspraak, deze discussie tussen de wijkbewoners en de projectgroep, de raad straks een rapport op tafel krijgt waarin de tegenstellingen zonneklaar zullen blijken. De raad is dan mans genoeg om op dat moment zelf zijn beslissing te nemen, te doorzien of er gemanipuleerd is en tegen die manipulaties de nodige maat regelen te nemen als die er werkelijk zouden zijn. Onze inspraakprocedure heeft nooit de bedoeling gehad een model op tafel te krijgen dat een compromis zou zijn tussen de wijk en de projectgroep, het is altijd de bedoeling geweest om datgene waarover geen meningsverschillen bestaan in goede harmonie naar een model te brengen, maar het is ook altijd de bedoeling geweest om datgene waarover tegenstel lingen zijn, of dat nu verkeersproblematiek of bebouwingsproblematiek is, aan de raad voor te dragen en de raad de mogelijkheid te geven om goede beslissingen te nemen. Ik ben hier even op ingegaan om dat het onderwerp dat de heer De Greef aangeroerd heeft veel verder gaat dan hetgeen in de brief van de bewoners van de Simon de Vliegerstraat wordt aangesneden. Als ik nu terugkeer naar de brief dan is het zo dat geprobeerd is het manco dat geconstateerd werd in een eerste bespreking van een aantal mensen binnen het gemeentelijk bestel op tafel te krijgen tege lijkertijd met bezwaren tegen verhuizing of argumenten voor blijven; het ging om een manco in die zin dat er te weinig gegevens waren over de samenstelling van de groep die in de Simon de Vliegerstraat woont, dus qua leeftijd, qua inkomen, qua andersoortige elementen. Welnu, de projectgroep heeft zijn werk hervat en is met de bevolking in contact getreden, de eerste keer uitsluitend via de contactgroep, in een tweede vergadering ook met de bewoners van de Simon de Vliegerstraat, in een derde vergade ring is de zaak nog eens een keer weer bijgesteld en op dat moment was er geen probleem over de inhoud

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 3