16 toen interpreteerden wij het structuurplan echt naar de letter, toen verdroeg zich daar niets mee enz. enz. Maar zodra er een bank in het geding komt is het structuurplan alleen maar uitgangspunt voor het maken van bestemmingsplannen. Er is nu net toevallig weer geen bestemmingsplan, dus kunnen wij niks. Nou, dat is natuurlijk een redenering die nergens op slaat. Wij zijn eigenaar van die panden en b. en w. vragen van de raad daadwerkelijke steun te verlenen aan de afbraak van de Willemskade; dat druist in tegen het structuurplan en tegen het door ons vastgestelde, helaas nog niet gehonoreerde - dat mag echter de pret niet drukken - beschermd stadsgezicht. Overigens zou ik nog wel graag eens een defini tie van u willen horen wat b. en w. zo langzamerhand onder beschermd stadsgezicht laten vallen; daar ben ik erg benieuwd naar. Dan iets over de voorwaarden waar de heer Geerts het over heeft. Ik lees uit het briefje van de A.B.N. over het gesprek met de heren Brandsma, Rijpma en Van der Wal: "De toekomstige bebouwing zal een licht, open en levendig karakter krijgen." Graag binnen anderhalf jaar leeg opleveren, schrij ven ze er dan bij. Dat i$ een brief van 21 januari 1976. Vandaar waarschijnlijk dat wij het nu in de raad krijgen want b. en w. hebben kennelijk een toezegging gedaan het binnen anderhalf jaar leeg op te leveren. Dat stelt een beetje in een vreemd daglicht dat de wethouder zegt: De morele plicht t.o.v. de A.B.N .-directie is niet zo verschrikkelijk groot. Als b. en w. alle beleidsuitspraken - dat is in de raad uitvoerig van verschillende kanten betoogd - zo aan de kant zetten dan zijn die beleidsuitspraken kennelijk voor het college wel van bijzonder geringe waarde als een morele plicht aan de A.B.N .-direc tie die niet zo verschrikkelijk groot is toch alle beleidsuitspraken die deze raad unaniem heeft genomen zo van de tafel kan vegen. (De heer Ten Brug (weth.): De raad beslist toch vanavond.) Ja, maar het college doet een voorstel. (De heer Ten Brug (weth.): En u beslist.) Ja, daar zijn wij nu mee bezig, er is nog niet beslist. Verder is er geen enkel argument genoemd waarom de bestaande bebouwing afgebroken moet wor den. Nu komt de wethouder plotseling met het verhaal dat de fundamenten van de gebouwen slecht zou den zijn. Ik heb zopas nog even met één van de gebruikers gesproken, die zei: Er komt een man van de D.S.O., die loopt even rond en zegt tegen mij dat het dak slecht is en verder niets; er is niet over fun damenten gerept. Ik heb sterk de indruk dat dat hier ter plaatse uit de duim wordt gezogen. (De Voor zitter: Ik zou met dat soort opmerkingen toch een beetje oppassen.) Ik kan niets anders concluderen. Dit alles stelt het genoemde bedrag van een miljoen ook in een heel vreemd daglicht. Dan de kwestie van de bussen die door de straat rijden. Het is roerend te horen dat het college zo geweldig met de bewoners te doen heeft wat betreft het rijden van autobussen door die straat. Indertijd toen wij de St. Jacobsstraat dit lot wilden besparen - die straat is veel nauwer en ligt in het voetgan gersgebied van de binnenstad - was dat allemaal niet erg. Nu is het plotseling een argument om wonen in een veel bredere Prins Hendrikstraat tot een onmogelijkheid te verklaren. Als wij zo door redeneren kunnen wij binnenkort alle bewoners die langs een busroute wonen wel wegjagen. Volgens mij is dit geen argument, mevr. Visscher is daar ook al op ingegaan. Het is gewoon zo dat de A.B.N. dat hoekpand wil hebben omdat zij een statusgebouw willen heb ben, zij willen qua status met de Frieslandbank concurreren en hebben daar gewoon dat hoekpand voor nodig. En om de een of andere duistere reden - die reden is nog steeds niet genoemd - werken b. en w. daaraan mee, morele verplichtingen en zo. Het werkgelegenheidsargument speelt niet, dat is ook niet verdedigd door het college. Waarom dan wel? (De Voorzitter: Het staat in de stukken.) Ik heb uitvoerig betoogd dat het in dit geval niet op kan gaan omdat(De Voorzitter: Het is door het college niet in het geding gebracht, maar het staat wel in de stukken, wij hebben niet alles herhaald wat in de stuk ken staat.) Ik blijf er bij dat het argument van de werkgelegenheid niet opgaat. Dat is gekoppeld aan het te realiseren vloeroppervlak. In de voorstellen van het college staat dat zij exclusief de Prins Hen drikstraat hog veel meer vloeroppervlak te bebouwen krijgen dan nodig is. Het argument van de werkge legenheid gaat hier niet op. De wethouder zegt - het gaat dan kennelijk over de heer Copini - dat een van de gebruikers een toevallige gebruiker is. Nou, ik ben ook een toevallige gebruiker van mijn huis en zo zullen er wel meer zijn die min of meer bij toeval in hun woning, hun bedrijfspand of wat ook terecht zijn gekomen. Dat lijkt mij dus geen argument. In de raadsbrief wordt gesproken van "de huidige gebruiker" en dat is voor geen andere interpretatie vatbaar hoewel het college er verschrikkelijk knap in is andere interpre taties te bedenken. Het is een publieke uitspraak van de raad geweest dat met de huidige gebruikers als eersten zal worden onderhandeld op basis van taxaties. Geen andere interpretatie mogelijk, dat is tot twee keer toe in deze raad herhaald, unaniem. Ik mag aannemen dat de raadsleden hun eigen beslissin gen kennen en dus is het ook een gemotiveerde beslissing geweest die geen ruimte laat voor allerlei mistig geïnterpreteer dat nu van de zijde van het college komt. Als de raad met deze zaak akkoord gaat dan kunnen wij beter het structuurplan gewoon in de prul- lebak gooien, dan weten wij tenminste met zijn allen waar wij aan toe zijn; zonde van alle moeite, maar het schijnt zo te moeten. 17 De heer De Beer: De wethouder heeft inderdaad een andere interpretatie van gebruikers gegeven dan ik zonet heb gedaan. Ik heb daar wel begrip voor, maar ik ben het aan de andere kant met de heer Van der Wal eens dat, als je letterlijk neemt wat er staat, je er niet onderuit kunt. De wethouder heeft echter al gezegd dat je niet alles letterlijk moet nemen. Ik heb nog wel een bezwaar m.b.t. het feit dat de bewoners deze ontwikkelingen uit de krant moeten lezen. Ik zou graag willen - het is destijds ook toegezegd - dat, wanneer hier verdere ontwikkelingen staan te gebeuren, de wethouder de bewoners in ieder geval op de hoogte houdt van datgene wat er gaat gebeuren. Verder zou ik met klem willen vragen om, wanneer u in overleg treedt met de A.B.N. om de plannen die voor ons liggen en waar schijnlijk toch wel weer gerealiseerd zullen worden, zo mogelijk niet alleen etalages te realiseren maar ook winkeltjes en dan de gebruikers die er nu zitten in ieder geval ook in het overleg te betrekken en indien mogelijk als eerste gebruiker in aanmerking te doen komen. De heer Rijpma (weth.): Allereerst iets over de opmerking van mevr. Visscher dat het structuurplan moet voorschrijven. In dit geval hebben wij - dat heb ik ook al gezegd - als eigenaar van de panden de mogelijkheid om de belangstellende te confronteren met het structuurplan en dat doen wij ook heel nadrukkelijk. Vanuit verschillende fracties zijn er een aantal elementen aan toegevoegd die bij het ge sprek nadrukkelijk betrokken moeten worden. In andere gevallen hebben wij geen enkele rechtsgrond om belanghebbenden te binden aan het structuurplan. Wij kunnen proberen om via gesprekken op vrijwillige basis tot een zekere aanpassing te komen. Dat is ook in verschillende gevallen gebeurd, de ene keer met meer succes dan de andere keer. Als voorbeeld noem ik de Frieslandbank die ook op de Willemskade bouwt, die realiseert in zijn pand duidelijk een woonbestemming en die woonbestemming is er in geko men omdat het college dat nadrukkelijk gesteld heeft; die plek leende zich er voor en in dat geval was ook een woongenot te verkrijgen dat het vragen van een in verhouding tot dat woongenot behoorlijke bedrag rechtvaardigde. Ik ontken niet dat er zeker mensen zullen zijn die op deze hoek zouden willen wonen, maar ik moet wel heel nadrukkelijk stellen dat dat woongenot als wij tot rehabilitatie over zou den gaan gekoppeld zou moeten worden aan een zeer hoge huur tenzij de raad bereid en in staat is om uit de schaarse middelen die wij hebben een bedrag a fonds perdu af te schrijven. Dat is n.l. de enige methode om bij deze restauraties en rehabilitaties tot een aanvaardbaar huurbedrag te komen. (De heer Van der Wal: Dat zullen wij bij de St. Jacobsstraat ook doen.) Wanneer er een discrepantie ontstaat tus sen woongenot en huurbedragen dan zal het de taak van het college zijn om alternatieve mogelijkheden te gebruiken c.q. aan te wijzen. (De heer Van der Wal: Die mogelijkheid hebt u helemaal niet voorge steld.) Hier hebt u dus een mogelijkheid om het via de A.B.N. te realiseren, in de St. Jacobsstraat heeft u de gelegenheid om het via een andere participant te realiseren. Dat is een alternatieve mogelijkheid waarover de raad in vrijheid vandaag en in de toekomst kan beslissen. De heer De Beer heeft gevraagd om betrokkenen op de hoogte te stellen van de stand van zaken. Ik wil graag toezeggen dat ik met betrokkenen een kopje koffie zal drinken en dat ik daarbij de discussie over deze problematiek nog eens met hen na zal kaarten, want ik neem aan dat er weinig woorden no dig zijn om op dit moment betrokkenen nog te informeren over de stand van zaken. (De heer Van der Wal: Wat dat betreft heeft een ander de functie van b. en w. overgenomen.) De heer De Beer heeft ook nog gesproken over winkels in plaats van etalages. In de raadsbrief staat heel duidelijk dat daarover met betrokkenen van gedachten zal worden gewisseld. Ik weet ook dat het waarschijnlijk een gesprek zal worden dat enig uitzicht biedt omdat er over dit punt al tussen de A.B.N. en één van de betrokkenen enig contact is geweest. De heer Geerts heeft gezegd dat de dingen die hij genoemd heeft door ons niet al te vrijblijvend genomen moeten worden; wij nemen die zeer serieus. Of wij in het toekomstige voorstel in staat zijn om alle elementen op die wijze te regelen kan ik op dit moment niet zeggen, wanneer er belemmeringen zijn zullen ze in die raadsbrief staan en zult u op dat moment de motieven en argumenten van b. en w. op hun waarde moeten beoordelen in de afweging van het proces. Ik zou mij op dit moment maar niet willen laten verleiden tot een lezing over beschermd stadsge zicht. Ik dacht dat dat bij een andere gelegenheid op een andere plaats meer van pas was dan op dit moment. (De heer Van der Wal: Komt dat nu slecht uit?) De Voorzitter: Na deze discussie moeten wij eerst een beslissing nemen over de motie van Axies. Die wordt, naar ik aanneem, gehandhaafd. (De heer Van der Wal: Ja.) Gaat u er mee akkoord dat wij er bij handopsteken over stemmen? (De heer Van der Wal: Liever niet, ik wil wel zien wie voor en wie tegen is.) Dan kijkt u even goed om u heen. (De heer Van der Wal: Nee, ik wil graag in de notulen op genomen zien wie voor en wie tegen deze motie is.)

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 9