wil als het mogelijk is ook graag mijn part bijdragen om het te behouden - rekening houden met alle fa cetten die daar aan vast zitten. Als er dan een facet is dat verschrikkelijk uit de toon valt, wel, dan dacht ik dat ik als raadslid het recht heb daar de vinger bij te leggen. De heer Van der Wal: Ik kan mij wel aansluiten bij de woorden die de heer Ten Hoeve heeft gespro ken. Ik vind het nu nog des te gekker worden nu blijkt - ik houd de presentielijst niet bij - dat de heer Heidinga niet aanwezig was bij de behandeling van dit plan in de Commissie R.O. Hoe kan hij dan zeg gen dat de raadsleden een zo eenzijdige benadering hebben dat zij fulmineren tegen particulieren en de gemeente ongemoeid laten? In de Commissie R.O., waar de heer Heidinga nier aanwezig was maar waar van hij wel de notulen had kunnen lezen, is dit punt wel degelijk ter sprake geweest; er is gewoon ge zegd: Het kost tonnen om dat weg te halen, helaas kan dat niet, wij spreken er daarom niet verder over. Ik begrijp al helemaal niet hoe hij de uitspraak kan doen dat de raadsleden alleen maar tegen eenzijdige belangen fulmineren. Ik heb trouwens vaag de indruk dat hier andere belangen in het spel zijn, maar daar zal ik verder mijn mond maar over houden. De Voorzitter: De heren hebben meer elkaar toegesproken dan dat zij ons toegesproken hebben. (De heer Ten Brug (weth.): Dat vinden wij niet erg.) Wij hoeven daar dus niet op te reageren op dit moment. Ik weet niet of de heer Rijpma nog zakelijke dingen heeft. De heer Rijpma (weth.): Ik geloof dat het een goed ding is dat de heer De Jong zijn motie veranderd heeft in een suggestie. Die suggestie wordt in de verdere behandeling van het plan meegenomen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezegging dat de suggestie van de heer De Jong zal worden meegenomen in de verdere behandeling van het plan en met aantekening dat de heer Heidinga wenst te worden geacht tegen te hebben gestemd. Punt 11 (bijlage no. 150). De heer Ten Hoeve: Ook voor dit plan heb ik waardering. Het is weliswaar zo dat dit met minder in stemming is begroet in de contactgroep die er was, maar ik weet niet of dit te wijten was aan de leden van de projectgroep die in de contactgroep zaten. Ik dacht dat het vorige plan dat wij hadden een goed voorbeeld was hoe er samengewerkt zou kunnen worden. Intussen is het wel zo dat wij hier met een bijzonder vreemd gevormd gebied te maken hebben; dat heeft de dienst ook ingezien en men heeft voorgesteld om voor een groter gebied waar ook andere plan nen in zitten een bestemmingsplan te maken. Het is wel zaak dat, nadat wij dit vanavond behandeld heb ben, er snel een begin gemaakt wordt met het opstellen van dat bestemmingsplan. Wij hebben in deze raad al heel vaak gesproken over wanden van woningen. Het lijkt soms wel eens of er bij de dienst een complex aanwezig is voor het niet-handhaven van woningwanden want in dit voorstel kregen wij het vreemde voorstel een stuk van de wand uit de Nieuweburen te halen met als argumentatie dat daar een mooi stuk tuin zou kunnen komen. Wanneer je weet dat je daar tegen de blinde achterkant van het Boshuisengasthuis die er ook niet zo florissant uitziet aankijkt dan is dat een suggestie die maar niet opgevolgd moet worden. Gelukkig stelt u in de raadsbrief voor om de woningen die daar staan te handhaven en te herstellen. Ik zou er niet alleen sterk voor willen pleiten dat in het gebied naast deze woningen dat braakt ligt weer woningbouw gepleegd wordt maar ook dat de woningen die daar komen worden gebouwd in de kromming van de weg zoals die er nu ook ligt waardoor het brede terrein dat je nu ziet voor het St. Anthonygasthuis wat verkleind zou kunnen worden en waardoor de schaal van de Groeneweg weer een iets andere dimensie zou kunnen krijgen. Een moeilijk punt in dit gebied is ook de Handelsdrukkerij. Niemand laat er twijfel over bestaan dat de wand aan de Grote Kerkstraat gehandhaafd moet blijven; ik ben hef daar ook uitdrukkelijk mee eens. Een bijzonder moeilijk punt is het Schoenmakersperk. Het gebouw dat er staat is qua bouwvorm goed en zou daar eigenlijk wel op zijn plaats zijn. Je zou eigenlijk moeten pleiten voor het handhaven van die bouwvorm daar. Aan de andere kant is hef zo dat dit gebouw zeer slecht is en wij hebben op het ogen blik ook ervaring met bouwwerken in de stad waar de restauratiekosten zo de pan uit vliegen dat wij wel heel duidelijk moeten gaan afwegen. Wij hebben die afweging gemaakt en zeggen: Wij kunnen er, hoe wel het ons spijt, mee instemmen dat op dat punt nieuwbouw komt. Een ander punt is de Pijlsteeg. De Pijlsteeg is een gave wand, daar is weinig verval te zien, het maakt wel deel uit van het complex van de Handelsdrukkerij. Wij hechten er aan dat die wand blijft be staan, maar wij kunnen het er mee eens zijn dat u zegt: Wij willen hier nog een onderzoek naar instellen en wij komen met een rapportage bij de raad terug. Over het parkeren hebben wij al bij het vorige plan gesproken; hetzelfde geldt in dezelfde mate voor dit plan. Behoefte aan het wegbreken van de uitbouw van het klooster hebben wij niet. Het plein heeft zijn vorm op deze manier gekregen en wij vinden die vorm goed, het is voor ons niet nodig de torenuitbouw daar weg te halen, het is zelfs een afsluiting van de Bredeplaafs wanneer je van die kant de Grote Kerk straat nadert. In het rapport hebben wij kunnen lezen dat het klooster te koop staat; het zou misschien aanbeveling verdienen dat de gemeente eens ging informeren wat de prijs is, want aankoop door de ge meente zou deze zaak op dit kwetsbare punt veilig kunnen stellen. Wij zijn hef ook eens met het creëren van een looproute vanuit het Jacobijnerkerkhof naar de Groe neweg waardoor hef gebied nog waf doordringbaarder wordt. Het zal beslist ook zo moeten zijn dat, wan neer wij hier bezig gaan, op het Schoenmakersperk een andere inrichting gecreëerd wordt. Hier ligt nog de duidelijke aanzet voor de vroeger gedachte doorbraak. Nu die er niet komt verdient hef echt aanbe veling om dit plein dat hef intussen is geworden wat een ander aanzicht te geven. Ook in dit plan hebben wij een gat in een straatwand, dat is het bekende pand hoek Muggesteeg/ Kleine Hoogstraat. Wij zijn het er mee eens dat op deze plaats weer een woning of woningen gebouwd kunnen worden. De Speelmansstraat is een probleem op zich. Daarvoor is het ook nodig dat wij snel dat bestemmings plan krijgen. Op het ogenblik is daar een groot binnenterrein dat voor veel mensen van belang zou kun nen zijn in gebruik genomen als aufosfalling en wij zouden graag middels hef bestemmingsplan voorge steld en gerealiseerd zien dat dit terrein een andere bestemming krijgt. Het parkeren - wij hebben daar net al over gesproken -, het lang-parkeren in de Grote Kerkstraat o.a. maar ook hef lang-parkeren aan Bij de Put, levert heel waf problemen op, niet in het minst voor de mensen die daar wonen en ook zeker zullen daar op korte termijn parkeerbepalingen moeten komen om aan de zeer ongeregelde situatie die daar bestaat wat te doen. De heer De Jong: Ook bij dit agendapunt willen wij met enige nadruk onze waardering uitspreken voor hef rapport dat ons wordt aangeboden en voor het vele werk dat hier is gedaan zowel door de pro jectgroep als door de contactgroep. Ook in deze samenstelling kwam men niet tot een geheel eensluidend advies, met enige aarzeling noemt men het parkeren en het afwikkelen van het verkeer m.n. over de Eewal met een voorgestelde verkeerslus en het intensief gedachte stadsbussenverkeerDit facet zal dui delijk bij hef verdere ontwerp de nodige aandacht dienen te krijgen. De heer Ten Hoeve zei dat dat op korte termijn zou moeten gebeuren, maar ik geloof dat wij dit in een groter verband aan de orde zouden moeten stellen. Om de raadsbrief maar te volgen, waf betreft de panden aan de Groeneweg volgen wij graag uw voorstel om hier een gesloten wand te handhaven zoals ook door de contactgroep wordt voorgesteld. Uw advies om te komen tot een groter horecabeperkend gebied willen wij zo mogelijk later graag bij hef ver dere ontwerp betrekken. Wij volgen uw voorstel om de bedrijfspanden aan de Grote Kerkstraat weer te rug te brengen tot woonhuizen. Ook onderschrijven wij uw mening dat de panden aan het Schoenmakers perk door passende nieuwbouw vervangen zullen moeten worden. Wij betwijfelen of de panden in de Pijlsteeg door hun beperkingen weer geheel in de woonsfeer te rug te brengen zullen zijn doch willen het rehabilitatieplan met kostenbegroting afwachten, waarna een duidelijke keuze gemaakt kan worden. Wij willen graag het voorstel van b. en w. ondersteunen maar wij rekenen er op dat ook de door ons genoemde parkeer- en verkeersproblematiek opnieuw met de contactgroep aan de orde komt, hoewel dat in hef onfwerp-besluit niet is genoemd. Wij willen tenslotte graag nogmaals de projectgroep een compli ment maken voor de snelle wijze waarop dit rapport tot stand kwam. De heer De Beer: In tegenstelling tot het vorige plan is het overleg tussen project- en contactgroep hier niet bepaald vlekkeloos verlopen. Vanuit de contactgroep is bezwaar geuit tegen de geringe moge lijkheden die men had m.b.t. de mening die men over bepaalde punten had; de heer De Jong heeft de ver keerslus genoemd i.v.m. de intensiviteit van het verkeer door de parkeergarage, maar ook de ideeën over de scholen in de binnenstad heeft men niet in kunnen passen in de voorstellen van de projectgroep. Dit wil echter niet zeggen dat hef geen goed rapport zou zijn, integendeel. Wat ik zojuist gezegd heb bij hef vorige plan over hef parkeren geldt uiteraard ooky/oor dit plan. Waf de panden aan de Groeneweg betreft zijn wij van mening dat deze gehandhaafd dienen te blijven. De panden aan de Grote Kerkstraat zullen gerestaureerd moeten worden. Gezien de zeer slechte staat waarin de panden aan het Schoenmakersperk verkeren is daar vervan ging noodzakelijk. Wij zagen graag een vervanging die weinig zal afwijken van de bestaande bebouwing. Alvorens een beslissing te nemen over de panden in de Pijlsteeg wachten wij het plan plus de kostenbe groting af. Resumerend kan ik zeggen dat wij akkoord gaan met het gestelde in de raadsbrief.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 11