22
een zeer foute manier en in ieder geval een oneigenlijk argument in deze discussie, want als b. en w. die
de verplichting hebben om op de onderhoudstoestand van woningen te letten het aanschrijvingsbeleid
niet doorzetten omdat ze toevallig op die tijd ook geïnteresseerd zijn in de aankoop dan vind ik dat twee
elementen die de gemeente niet door elkaar mag halen. Daar wil ik mij duidelijk tegen verzetten. Het
aanschri jvingsbeleid had al jaren eerder gevoerd moeten worden tegen de toenmalige eigenaar die nog
steeds de eigenaar is. Dat kan niet als een van de argumenten gebruikt worden om tot afbraak over te
gaan.
Dan houdt de wethouder er een heel referaat over dat de stadsvernieuwing zo duur uitvalt. Wij we
ten allemaal - dat is helemaal niets nieuws - dat het rijk daar een interim-saldoregeling voor heeft.
Voor tekorten die overblijven heeft het rijk een interim-saldoregeling. Zo het nu lijkt komt Leeuwarden
daar niet voor in aanmerking. De hele directe consequentie van het niet van toepassing zijn van de inte-
rim-saldoregeling op Leeuwarden is dat deze huizen moeten worden afgebroken en dat de bewoners geher
huisvest moeten worden. Ik vind dat, als wij voor die keuze staan, wij die problemen niet kleiner moe
ten maken voor het rijk, maar duidelijker door te wijzen op de consequenties. Wij moeten duidelijk ma
ken dat wij mensen tegen hun wil uit huizen moeten jagen en dat Leeuwarden wel degelijk een van de
probleemsteden is. Dan kom je er niet door een briefje naar Den Haag en naar een aantal kamercommis
sies te sturen, dan zal er veel meer moeten gebeuren. Het gaat hier om tientallen miljoenen per jaar en
onze stadsvernieuwing - dat blijkt vanavond heel duidelijk - staat of valt met het in aanmerking komen
voor de interim-saldoregeling.
In eerste instantie heeft De Greef gevraagd naar de huurcontracten. Het lijkt er nu op dat de raad
er niet mee akkoord gaat dat er onmiddellijk gesloopt gaat worden. Wij gaan dus wel aankopen, maar
wij laten het staan. De Greef heeft een toezegging van het college gevraagd dat er aan de huurcontrac
ten niets zal worden veranderd zolang er in het kader van het structuurplan geen beslissing is genomen.
Ik zou alsnog graag die toezegging van de wethouder willen hebben.
De reactie van de heer Bouma begrijp ik niet. Wij hebben 2 moties ingediend. De ene gaat over het
houden van een onderzoek en de andere houdt in a. het complex van 88 woningen in de Simon de Vlie
gerstraat en de Leeuwarderstraat, in tegenstelling tot het gestelde in bijlage no. 183, niet aan te mel
den voor de 80%-bijdrage als bedoeld in het Besluit bijdragen reconstructie- en saneringsplannen, en b.
de beslissing over de toekomst van de woningen in de Simon de Vliegerstraat te nemen in het kader van
de behandeling van het structuurplan Huizum-west. Ik begrijp niet wat hij dan bedoelt met nadere voor
waarden waar zij het niet mee eens zijn. Volgens mij stemmen de moties - de voorzitter zei het ook al -
gewoon overeen.
De Voorzitter: Uit de reacties van de raad is heel duidelijk gebleken dat een zeer groot gedeelte
van de raad ernstige bezwaren heeft tegen de zin die in de raadsbrief staat: "Wij menen u dan ook te
moeten voorstellen, tegelijk met deze aankoop, te besluiten het complex bij het rijk aan te melden
voor de 80%-bijdrage als bedoeld in het Besluit bijdragen reconstructie- en saneringsplannen." Hiertoe
liggen bij mij 2 moties op tafel die exact dezelfde strekking hebben. De ene motie is ingediend door de
heren De Greef en Van der Wal en de andere motie is ingediend door de heren Bouma en Janssen. Ik
breng deze moties nu in stemming.
De moties ingediend door de heren De Greef en Van der Wal en de heren Bouma en Janssen worden
bij handopsteken aangenomen met 29 tegen 5 stemmen.
De Voorzitter: Dan is er nog een tweede motie van Axies; die gaat over het onderzoek. De wethou
der heeft al gezegd dat, als het eerste standpunt wordt ingenomen, hij dan geen bezwaar tegen deze
motie heeft. Wij hoeven dus niet over deze motie te stemmen, want wij zijn het daarmee eens. De wet
houder heeft ook al gezegd dat u hierover op korte termijn een nader uitgewerkt voorstel zal bereiken
met daarbij een kredietaanvraag.
Ik vraag u dan nu nog of u stemming verlangt over het voorstel dat bij de raadsbrief is gevoegd en
dat uitsluitend gaat over de aankoop van de woningen.
De heer Bijkersma: Ik wil graag een stemverklaring afleggen. De motie van de P.v.d.A. is aangeno
men. Uit andere woorden van mij zou u kunnen concluderen dat ik nu nog tegen het raadsbesluit ben,
maar ik wil niet fungeren als dwarsligger. Die motie is aangenomen door de raad, wij leggen ons daarbij
neer en wij zullen ons nu ook bij het raadsbesluit aansluiten.
De heer Heidinga: Ik wil hier ook nog even iets van zeggen. Wij zitten nu al een paar uur over dit
voorstel te praten. Het voorstel van b. en w. gaat in feite alleen maar over de aankoop. Ik vind het bij
zonder jammer dat deze raadsbrief niet een klein beetje beter geredigeerd is.
23
De Voorzitter: De raadsbrief is goed geredigeerd. (De heer Heidinga: Nee.) Het gaat hier om een
concreet besluit. In de raadsbrief staat woordelijk: „Wij stellen u voor" enz. (De heer Heidinga: Dat
staat niet in het voorstel.) Wij stellen u dit in de raadsbrief voor. Verder is er een formeel besluit. Ik
heb die 2 dingen zeer correct afgehandeld. U hoeft het er niet mee eens te zijn, maar het is volkomen
correct.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de aangeno
men moties en de door de wethouder gedane toezegging m.b.t. het onderzoek.
De heer Klomp heeft inmiddels de vergadering verlaten.
Punten 5 t.e.m. 8 (bijlagen nos. 158, 164, 169 en 182).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 9 (bijlage no. 160).
Mevr. Brandenburg—Sjoerdsma: Ik wil beginnen met te zeggen dat ik tegen afstoting door de gemeen
te van deze stukken grond op zich geen bezwaar heb. In een van de vorige raadszittingen heb ik ge
vraagd of in het Grondbedrijf de prijs van grond, meestal openbaar groen dat wij toevoegen aan particu
liere kavels, nog eens kon worden bekeken. Het ging om oppervlakten waardoor de waarde van het ge
heel van huis en erf nogal zou kunnen stijgen. Ik heb gehoord dat men voorlopig op de 30,per m2
wil blijven zitten. Het is niet mijn bedoeling om daar bij ieder geval op terug te komen, maar ik kan
mij niet verenigen met de verkoop van een van deze beide stukken grond, n.l. dat wat behoort bij het
perceel Beemdgras 10. In de raadsbrief staat niet dat een deel van deze grond ligt langs de Wirdumer-
vaart, hetgeen m.i. de waarde van huis en erf zo doet toenemen dat ik 30,per m2 in dit geval niet
aanvaardbaar vind. Ik weet niet of men hier in het Grondbedrijf op attent is geweest, er staat in ieder
geval niet in de raadsbrief dat deze grond aan het water ligt. Ik zou u willen voorstellen dit deel van
het voorstel terug te nemen.
De Voorzitter: Ik stel voor om de afhandeling van dit punt even uit te stellen. De wethouder heeft
een paar informaties nodig voordat hij kan antwoorden. Wij kunnen eerst wel even een paar andere
agendapunten afwerken. Wij komen direct op dit punt terug.
Punten 10 t.e.m. 15a (bijlagen nos. 161, 175, 162, 165, 166, 168 en 186).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 16 (bijlage no. 178).
De hear Jansma: Ut namme fan us fraksje wol ik graech forklearje dat wy tige ynnommen binne mei
dit foorstel om in terrein yn to rjochtsjen foar de bou fan oanpaste bungalows. Wy hoopje dat de stich
ting "Bungalowpark De Groene Ster" der yn slagje sil it nedige jild byinoar to krijen om sa gau moog-
lik bigjinne to kinnen mei de bou. Doe't de plannen fan de stichting om yn de Griene Stjer 10 oanpaste
bungalows op ien terrein to bouwen bikend waerden hawwe deskundigen harren óffrege oft hjir gjin
sprake wie fan in to greate konsintraesje. Mei it each op de kosten hawwe hja harren biswieren tsjin dy
konsintraesje falie litten. Us fraksje wol om deselde reden tsjin dizze konsintraesje ek gjin biswier yn-
bringe hoewol't wy foarstanners binne fan yntegraesje fan de handikapten. As de ried mei it kolleezje-
foarstel akkoart giet, en ijs fraksje docht dat graech, hat it foar de Griene Stjer wol fan gefolgen dat
der forskil lende foarsjenningen - ik tink oan it swimbad en plakken om to fiskjen bygelyks - wol sada-
nich wêze moatte dat de rolstoelgebrükers der gebruk fan meitsje kinne. Soksoarte foarsjenningen moatte
tagonklik wêze, yn elts gefal op it momint dat de bungalows klear binne en dat is eat dêr't wy nou al
fêst op wize wolle, just omt wy foarstanners binne fan de yntegraesje. As üs ynformaesje goed is dan
mankearret der op dit momint net folie mear oan, mar wy wolle der graech op oanstean dat alles ek tip
top yn oarder is hwannear't de bungalows der binne.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.