24 Punt 9 (vervolg). De heer Rijpma (weth.): Het college is niet bij machte om op de suggestie van mevr. Brandenburg in te gaan. Wij hebben aan betrokkene op 4 februari j.l. - en dat is ver voordat mevr. Brandenburg de opmerking gemaakt heeft over de prijs van de percelen - een offerte gedaan en wij hebben betrokkene meegedeeld dat wij, als hij de offerte aanvaardde, zijn beslissing om te kopen aan de raad zullen voor leggen ter beslissing. Dat betekent dus dat de raad nu moet beslissen wat hij wil, de koop laten door gaan of niet. Mevr. Brandenburg—Sjoerdsma: Ik had graag van u willen horen of men er in de Commissie Grondbe drijf op attent gemaakt is dat dit een wat aparte situatie is. U geeft daar geen antwoord op. De heer Rijpma (weth.): Er is niet geattendeerd op aparte situaties. Dit voorstel is in de Commissie Grondbedrijf behandeld zoals het behandeld is, n.l. met de tekeningen er bij, zoals gebruikelijk. Mevr. Brandenburg—Sjoerdsma: Ik zou graag willen dat het voorstel m.b.t. besluit no. 5704a apart in stemming komt. De Voorzitter: Dat is goed, wij zullen het voorstel in tweeën splitsen; ik stel voor dat wij over be sluit no. 5704a bij handopsteken stemmen. Het voorstel van b. en w. m.b.t. besluit no. 5704a wordt bij handopsteken aangenomen met 21 tegen 1 2 stemmen Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. m.b.t. besluit no. 5704b. Punten 17, 18 en 19 (bijlagen nos. 163, 170 en 177). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 20 (bijlage no. 176). De Voorzitter: Voordat ik dit punt in discussie geef deel ik u mee dat er nog een verzoek binnen is gekomen, n.l. van de Tuinen. Wij stellen voor het besluit no. 5983b aan te vullen. De tekst luidt dan na BESLUIT: "ten behoeve van het houden van een warenschouw op de Voorstreek, de Kelders, Over de Kelders, de Groentemarkt en de Tuinen" enz. De heer Van der Wal: Ik heb over het algemeen geen bezwaar tegen deze vrijstellingen voor verbod tot avondverkoop. Alleen, enkele weken terug hebben wij hier een algemene vrijstelling tot avondver koop, het aanwijzen van een koopavond, gehad onderbouwd met een aantal argumenten, net als dit voorstel ook onderbouwd is met een aantal argumenten. In de praktijk is, nadat de raad die beslissing tot vrijstelling voor verbod tot avondverkoop had genomen op basis van een aantal argumenten m.n. van de vakvereniging - ik noem de sluitingstijd van 5 uur op zaterdag -, gebleken dat de sluiting om 5 uur op zaterdag niet algemeen wordt toegepast. De grootwinkelbedrijven die steeds hebben gevraagd om een koopavond doen niet mee aan één van de voorwaarden op grond waarvan de raad heeft besloten (De Voorzitter: Wat heeft dat met dit voorstel te maken?) Het gaat over avondverkoop. (De Voorzitter: Nee, dit sta ik niet toe. Dat punt is niet aan de orde. U mag alleen praten over het nu aan de.orde zijnde punt.) Ik heb het over de vrijstelling van het verbod tot avondverkoop. Wij hebben ruim een maand geleden een beslissing genomen over een soortgelijke zaak die nu heel anders blijkt uit te pakken. Ik wil het college alleen vragen of het ook de bedoeling heeft om dat punt De Voorzitter: Ik verklaar dit buiten de orde. Het college geeft geen antwoord. Als u opmerkingen hebt over het punt dat nu aan de orde is dan mag u die maken. (De heer Van der Wal: Ik heb verder geen opmerkingen, ik heb gezegd wat ik wilde zeggen.) Dan is het klaar. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het mondeling door de voorzitter aangevulde voorstel van b. en w. 25 Punten 21, 21a en 22 (bijlagen nos. 167, 185 en 157). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 23 (bijlage no. 174). De hear Van der Veen: It is dochs fijn dat der ek noch positive dingen barre yn dizze gemeente. Laitsjen) Wy binne tige bliid mei dit utstel. It is mar in lyts stapke nei de oplossing fan it sportfjiIde— probleem, mar de need wurdt forlichte, binammen op it dochs al to folie brukte Greunskompleks, der komt nou wer hwat romte. Ek it frij jaen fan de bou fan de sporthal yn it kompleks Kealledykje is in stik buter yn de brij. Dochs binne wy noch lang net ut de soargen. Wy sille bliuwend wach wêze moatte as it giet om nije mooglikheden op it mêd fan de sportakkommodaesjes en it izer smije as it hjit is. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 24 (bijlage no. 171 De hear Van der Veen: Der hat hiel hwat to dwaen west oangeande de bistimming fan de Synagoge, der is praet oer it halden fan Joadske earetsjinsten, in muséum, in mini-théater ensfh. Nou is dan de bistimming wurden: sealforhier yn it ramt fan de statuten fan de Théskinkerij Prinsetun en Sealen Schaaf. Wy binne bliid dat dit monumint bihalden bliuwe koe en hoopje dat de takomstige brukers op de wize dy't past by it gebruk fan sa'n gebou gebrük meitsje sille fan it gebou. Mooglik dat de praktyk utwize sil hwat de beste wize fan bruken wêze sil. Ik soe my foarstelle kinne dat in pear ynstellingen of for- ieningen in langer rinnend kontrakt krije kinne om it foar in langere perioade to hieren. Ik soe der graech de miening fan it kolleezje oer hearre wolle en ik soe derby dan ek freegje wolle oft der by de ynventaris ek mooglikheden binne om by wize fan sprekken bipaelde dingen opbergje to kinnen. De heer Van der Wal: Ik kan mij wel aansluiten bij de positieve waardering die de heer Van der Veen heeft uitgesproken. Het staat natuurlijk als een paal boven water dat, nadat wij dit monument gerestaureerd hebben, het ook ingericht moet worden. Met dat punt ben ik het volledig eens, maar het bedrag dat daarmee gemoeid is vind ik, eerlijk gezegd, exhorbitant hoog, 200 stoelen voor 45.000, ik kan mij jongerencentra herinneren die helemaal ingericht moesten worden voor 45.000, stel je voor dat die 200 stoelen hadden gekocht. Dit lijkt mij echt te hoog. Dit is voor mij op zich geen punt om te zeggen dat ik tegen dit voorstel ben, maar nogmaals, ik vind deze inrichtingskosten exhorbitant hoog. In een invoegsel bij de ter inzage gelegde stukken - het staat niet in de raadsbrief - staat dat de Synagoge voor waardige algemene, culturele of wetenschappelijke doeleinden gebruikt mag worden. Ik heb begrepen dat dat komt uit de koopovereenkomst die de gemeente met de Joodse gemeente heeft ge sloten; dat wordt dus meegenomen in het huurcontract naar de Stichting Théskinkerij Prinsetun toe. Mijn vraag is: Wie gaat dat beoordelen, wie gaat straks beoordelen of een activiteit die zich aandient bij de zaalverhuurder waardig algemeen, cultureel of wetenschappelijk is? In eerste instantie was ik wel be reid om te zeggen: Nou ja, dat zal zich in de praktijk wel regelen, dat zal wel meevallen. Maar er is b.v. een idee geweest om het Filmhuis in de Synagoge een plaats te geven. De ruimte is er op zich ge schikt voor, maar ik meen dat het in de Culturele Raad is afgewezen met verwijzing naar dat "waardige algemene, culturele en wetenschappelijke" enz. Mijn concrete vraag aan het college is: Hoe moet dat ingevuld worden en vooral: Wie gaat dat straks in de praktijk invullen? Ik zie daar nogal wat moeilijk heden uit voortkomen. Het kan meevallen, maar het kan ook behoorlijk tegenvallen. Er staat in de raadsbrief dat nog niet aan te geven is in hoeverre de exploitatie van de Synagoge het tekort van de Stichting Théskinkerij Prinsetun en Zalen Schaaf zal verhogen en dat voor een even tueel verhoogd exploitatietekort alsnog dekking gevonden zal moeten worden. Wij krijgen hier één keer per jaar de afrekening van de stichting in de raad; daar hoort dit bij. Als het tekort hoger wordt staan wij dan dus voor een voldongen feit en moeten wij dekking zoeken. De heer Schaafsma (weth.): Wat de zaalverhuur betreft, wij hebben gemeend dat de Synagoge het beste gebruikt zou kunnen worden in het kader van de amateuristische kunst, daar is de inrichting van de Synagoge ook op gebaseerd. Wij hebben opzettelijk de "waardige bestemming" in het besluit opge nomen, wij hebben dat ook besproken met het bestuur van de Stichting Théskinkerij Prinsetun en Zalen Schaaf omdat dit in de koopovereenkomst met de Joodse gemeente uitdrukkelijk is gesteld. Wij hebben in de voorbesprekingen voordat deze raadsbrief uitkwam met het bestuur voorlopig toch wel de afspraak

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 13