30 gesproken, moor de minister is tot op heden niet op zijn standpunt terug gekomen en het lijkt er op het ogenblik niet op dat hij vooralsnog van plan is dat te doen, de minister is van mening dat het door de gemeenten zelf moet worden betaald. De heer Rijpma (weth.): Aan een goed begrijpbaar overzicht wordt gewerkt en dat komt bij de be groting. De heer DeGreef: Mijn vraag over de geluidsisolatie van Hippopotamus is niet beantwoord. De heer De Vries (weth.): U hebt gelijk, ik heb het wel in mijn aantekeningen staan maar het is aan mijn aandacht ontsnapt. Het is zo dat de zaak van de geluidsisolatie van het gebouw van Hippopo tamus niet gemakkelijk is. Er was een technisch rapport dat door Hippopotamus zelf is opgesteld; wij hebben dit voorgelegd aan de D.S.O. en het is met een aantal grote vraagtekens over de juistheid van de berekeningen en dergelijke terug gekomen. Daarbij was een calculatie waarin stond dat, wanneer de zaak goed aangepakt zou worden - en dan had men nog geen enkele zekerheid of het effect zou hebben -, wij zouden moeten rekenen op een investering van een ton. Wij hebben gemeend dat wij deze zaak nog eens nader moesten onderzoeken en momenteel is er overleg gaande met een aan T.N.O. te Delft gelieerde instelling die binnenkort hier een onderzoek in komt stellen; daarover zal die instel ling aan b. en w. rapporteren. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het mondeling door de voorzitter gecorrigeerde voorstel van b. en w. Punt 28 (bijlage no. 184). Gemeentebegroting, punt 9, Voorbereidingskrediet ten behoeve van de huisvesting van de Stedelijke Muziekpedagogische Akademie in het gebouw Haniasteeg 7, alhier. De heer Heidinga: Ik kan mij niet herinneren dat de raad besloten heeft dat de Muziek Pedagogi sche Akademie definitief in het betreffende gebouw zal worden gehuisvest; het kan best zijn dat dat wel het geval is maar ik kan het mij niet herinneren. Hier zitten toch een hele hoop facetten aan die ik graag nader uitgewerkt zou zien. In de eerste plaats is het verschrikkelijk dure grond die daar ligt en hoe komen wij dan te zitten met het rijk, met de overdracht en dergelijke, wat krijgen wij daar voor en zo? Daar weten wij op het ogenblik niets van. In de tweede plaats - dat is misschien een per soonlijke gedachte van mij -, als wij straks komen tot de plannen voor de parkeergarage onder het Zaailand - die zullen ongetwijfeld een keer op de lappen komen - en als die financieel niet haalbaar zouden zijn dan zou ik het terrein waar het voormalige stadsverzorgingshuis staat graag in de overwe gingen willen betrekken, daar zou n.l. ook gemakkelijk een parkeergarage kunnen staan die helemaal ingesloten is door bestaande bebouwing waardoor je hem van buiten af praktisch niet zou zien. Daarom vraag ik u: Zou het niet mogelijk zijn dat wij wat meer informatie over deze hele zaak krijgen voordat wij besluiten hier 50.000,voor uit te trekken? De heer Ten Brug (weth.): Een besluit met een tekst op de achterkant van een voorstel in die zin hebben wij niet genomen. Wij hebben in het beleidsplan 1976-1980 meegedeeld dat wij als mogelijke huisvesting van de Muziek Pedagogische Akademie denken aan het gebouw in de Haniasteeg dat om streeks 1978/1979 vrij zal komen i.v.m. de verhuizing van de Agogische Akademie. In het beleidsplan 1977-1981 hebben wij gezegd: Wij hebben inmiddels besloten het voormalig stadsverzorgingshuis aan de Haniasteeg in principe te bestemmen voor de toekomstige huisvesting van de M.P.A. Daar is door de raad niet op gereageerd van: Nooit doen. Er zit, dacht ik, wel een lijn in, eerst hebben wij gezegd dat dat wel een mogelijkheid zou zijn, toen hebben wij de raad meegedeeld - wij hebben dat niet zo maar gedaan, wij hebben uiteraard overleg gepleegd met de school, wij hebben de rijksinspectie daar bij betrokken - dat wij er in principe toe hebben besloten en nu komen wij met een voorbereidings krediet om dat verder uit te werken. Ik geef toe dat, wanneer de raad op dit moment zou zeggen dat het niet moet, de raad niet voor het voorbereidingskrediet moet stemmen, maar wij dachten, gezien ook de mededelingen die wij in het beleidsplan hebben gedaan, wel duidelijk in de lijn van de raad te han delen, de raad heeft onze voornemens steeds kunnen volgen. Ik wil er wel bij zeggen - maar dat is dan helemaal persoonlijk - dat het mij zou spijten wanneer wij dit toch zeer karakteristieke gebouw tegen de grond zouden gooien. Ik vind het een heel apart gebouw, een duidelijke carrébouw met een heel eigen karakter en als het zou kunnen lijkt het mij een bijzonder geschikt gebouw voor een onderwijs 31 instelling als m.n. de M.P.A.het is een gebouw dat door zijn ligging ook voor een dergelijk instituut heel geschikt is. Met de suggestie van de heer Heidinga om het nog eens te bekijken omdat er misschien een parkeergarage op dat terrein zou kunnen staan heb ik het persoonlijk heel erg moeilijk. Ik heb u gezegd hoe wij dit indertijd aan de raad hebben voorgesteld, nu komt eigenlijk het definitieve besluit om een stap verder te doen. De Voorzitter: Daarmee hebt u nog geen definitieve beslissing genomen; eerst moet een onderzoek hebben plaats gehad. (De heer De Vries (weth.): Maar wel een heel eind.) De heer Heidinga: Dat ben ik wel met u eens dat wij nu niet een definitieve beslissing nemen, maar je geeft niet 50.000,uit voor iets dat je nog overweegt. Misschien is het niet mogelijk, maar ik zou persoonlijk graag wat meer aspecten belicht willen zien. De Voorzitter: Ik wil u wel voorstellen ons voorstel te volgen. Dit is niet op korte termijn klaar. Als straks de Agogische Akademie een eigen huisvesting heeft - het gaat er op lijken dat dat niet te ver meer weg is - dan is het van belang dat wij weten hoe de kaarten liggen, want wij weten op dit mo ment - het is een voornemen - in feite niet hoe reëel dit is. Dat is eigenlijk de strekking van dit voor bereidingskrediet, dat wij straks weten of dit een reële mogelijkheid is en welke kosten er mee gemoeid zijn. Want er zullen kosten mee gemoeid zijn om dit gebouw in te richten voor de M.P.A. Ik dacht dat wij dit toch wel moesten doen. De heer Ten Brug (weth.): Ik heb nog een opmerking vergeten. Het is natuurlijk niet zo dat wij de Haniasteeg met ondergrond weggeven aan het rijk, wij vragen van het rijk medewerking en financiën om dit gebouw geschikt te maken. Zal er t.z.t. op grond van de wet een ander gebouw voor de M.P.A. moeten komen dan moet er uiteraard een verrekening komen van wat wij inbrengen, maar het blijft ons gebouw. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 29 (bijlage no. 172). De heer Van der Wal: Binnen de vrij nauwe wettelijke kaders die het parlement via een wet de ge meenten en dus ook deze gemeenteraad heeft gesteld zijn wij het eens met deze technische oplossing van de geldelijke voorziening voor raads- en commissieleden. Over de inhoud wil ik het verder niet hebben. Er kleven natuurlijk aan deze geldelijke voorziening een aantal aspecten en motiveringen die te maken hebben met het functioneren van een raad in zijn algemeenheid; die zou je hierbij ter discus sie kunnen stellen, maar dat wil ik niet doen. Er is door de voorzitter van deze raad m.n. aan de heer Buising toegezegd dat het functioneren van de raad - en daar heeft dit wel degelijk mee te maken - in een commissie en uiteindelijk integraal aan de orde komt. De punten die wij hier aan zouden kunnen koppelen willen wij graag opsparen voor die discussie. De Voorzitter: Daar hebben wij nota van genomen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 30 (bijlage no. 173). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. De Voorzitter: Alvorens ik de vergadering sluit heb ik nog een mededeling. Een van de raadsleden maakte mij er tijdens de pauze op attent dat een aantal raadsleden zich destijds op grond van een rond schrijven dat ik u heb toegestuurd hebben opgegeven voor de vergadering van de afdeling Friesland van de V.N.G. op vrijdag, 29 april a.s. Dat raadslid vertelde mij dat men er na die tijd niets meer van had gehoord. De opgave was om het aantal deelnemers te weten te komen, ik moet tot mijn spijt zeggen dat wij er niet aan hebben gedacht om die raadsleden die zich hadden opgegeven mee te delen waar en wanneer exact die vergadering is. Het is nu zo kort dag dat ik het bij deze even doe. De vergadering is a.s. vrijdag, 's avonds 8 uur in de Harmonie, zowel de raadsleden die zich hebben opgegeven als de andere raadsleden zijn daar hartelijk welkom. De Vooriztter sluit, om 23.40 uur, de vergadering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 16