12 ren tsjin. Mear wurdt der yn wêzen fan us net frege. Hwat dat oangiet soe it tige simpel wêze. Dochs komme der yn it riedsbrief oare dingen oan de oarder dy't yn it bislut regele wurde en dat fine wy eins net sa'n bést stik. Hjir is in projektgroep oan it wurk, hjir is in kontaktgroep oan it wurk, hjir is in buertkomité aktyf, hjir is ynspraek halden, hjir wurdt ynspraek hélden en midden yn dy proseduere sil alles ófkapt wurde en is alle wurk forgees. It kolleezje fynt eins dat wy joun mar bislute moatte om, as wy it spul dan dochs kocht hawwe, it mar to amovearjen en undertusken mei de biwenners to praten oer herhusfêsting. Nou, nei alles hwat dizze minsken dien hawwe oan aksjes en hoe dódlik hja lit de yn spraek nei foaren kommen binne tocht ik dat it jo net forwunderje soe dat us fraksje dér net mei akkoart giet. Sa't ik al sein haw, wy leauwe dat it punt fan keapjen in goede saek is. As de erven Dalmolen forkeapje wolle en de gemeente keapet net dan bistiet de mooglikheit dat dizze biwenners swierrichhe- den krije. It is ek de fraech oft de gemeente der, as dy it as it plan fêst Ieit al keapje wol, foar in krekt hegere priis oan moat. Wy binne dus hwat it keapjen oangiet folslein akkoart. Ek mei hwat der un der II stiet, ntl. om de perselen under to bringen yn it Wenningbidriuw, is myn fraksje folslein akkoart. Mar nou fierder. Nei sa'n riedsbrief groeit de unrêst yn de wyk en under de biwenners. En alles hwat wy as ried dwaen meije, wy meije gjin unrêst stichte en dér binne wy al mei oan'e gong. De ried docht it net, mar it kolleezje docht it. It forsyk fan us fraksje is dan ek dat der yn de rin fan dit jier in utstel fan it kolleezje by de ried komt hwat men nou winliken fan bitinken is. Dat moat dan stave wêze mei in technysk undersyk fan de wenningen en mei sifermateriael en mooglikheden fan renovaesje. Ek de finansiéle konsekwinsjes - dy binne wier net mis, dat réalisearje wy us wol - sille op dat momint mei spylje moatte. Wy hechtsje lykwols sterk oan de termyn fan uterlik desimber 1977, hwant wy miene dat de biwenners fan dizze wenningen der rjocht op hawwe to witten hwat de gemeente mei dizze eigendom fan doel is. De heer Bouma:lk kan het voor een groot deel met de woorden van de heer Miedema eens zijn. Ik zou echter nog wat dieper op de zaak in willen gaan wat de inspraak betreft. Het is n.l. zo dat wij hier al bijna 25 jaar bezig zijn. Het blijkt dat er in die 2^ jaar niet alleen enige onrust is ontstaan maar ook ontstemming. Als je zo van het laatste halfjaar de briefwisseling volgt dan blijkt niet alleen uit een br ief van 12 februari maar ook uit een brief die daarvoor reeds is gezonden aan de raad of aan het col lege dat men het moeilijk heeft met de uitgangspunten van de projectgroep. De projectgroep heeft eigen lijk al in zijn voorkeursmodel aangegeven dat de Simon de Vliegerstraat zou moeten worden afgebroken. Wij hadden daar natuurlijk wel iets van gehoord. Terecht wordt er dan ook in een van de brieven opge merkt dat de raad bij de behandeling van de Kantorennota uitdrukkelijk heeft gezegd: Wij willen daar nu voor wat betreft de Hollanderwijk niet een beslissing over nemen, wij willen eerst het volledige structuurplan zien. Dat is later nog een paar keer terug gekomen. Een ander punt dat van belang is is dat een onderzoek naar de kwaliteit niet nodig werd geacht, de kwaliteit zou voldoende bekend zijn. Nog een ander punt is het sociaal onderzoek dat ingesteld is. Dat was niet te realiseren voor heel Hui- zum-west, maar alleen voor de Simon de Vliegerstraat. Was dat sociaal onderzoek dan toch mede een middel om tot afbraak te komen? Ook dat vraag je je nu af. De Hol landerwi jk heeft, dacht ik, in zijn brief van 20 april duidelijke taal gesproken, men zegt: Wij voelen ons na 2j jaar inspraak bedonderd, want hier wordt afgebroken zonder een technisch onderzoek. Een brief van 21 april van de bewoners van de Simon de Vliegerstraat spreekt gelijke taal: Het afbreken zonder dat er nog een structuurplan in de raad is behandeld. Een brief van 22 april van de wi jkvereniging Huizum-west zegt twee zaken te willen scheiden, de aankoop en de bestemming van de huizen. Ze zeggen daarbij ook dat anderen dan de bewoners kennelijk een beslissing moeten nemen en dat de inspraak eigenlijk een wassen neus is. Er is dus - dat is de conclusie - een raadsbrief aan ons voorgelegd waarin wij een beslissing moeten ne men zonder dat er enig afgerond sociaal onderzoek is, zonder dat er een technisch onderzoek is - dat zou eigenlijk nog moeten plaats vinden - en zonder dat er een eindrapport van de projectgroep Huizum- west is. Op die basis is het onmogelijk om een verantwoorde beslissing te nemen. Een andere zaak is of je de woningen nu aan moet kopen en daarmee vooruit moet lopen op het structuurplan. Ik heb ook nog even gekeken naar wat de raadsbrief daarover zegt. Dan kom ik voor een groot deel weer terug bij de stelling die de heer Miedema heeft geponeerd, n.l. dat het eerste stuk van de raadsbrief eigenlijk geen moeilijkheden met zich mee brengt. Het stelt vast dat er een structuur schets wordt voorbereid waarvan de Simon de Vliegerstraat een deel uitmaakt. Dat is waar, het is een onlosmakelijk deel van de totale structuurschets. Er zou ook een voorkeur moeten worden gegeven om pas aan te kopen wanneer de raad een beslissing heeft genomen over de bestemming. Ook dat is waar. Nu zich deze gelegenheid echter voordoet is de aankoop een feit, dacht ik. Wij zullen er niet omheen kunnen, wij zullen nu wel of niet moeten kopen. Mijn fractie zegt: Doen. Een andere vraag is of je dan meteen over de bestemming moet beslissen. Ook daarover is mijn fractie duidelijk. Wij zeggen: Niet eerder een beslissing over de bestemming nemen dan nadat het structuurplan voor heel Huizum-west 13 bekend is. Wij kunnen dan ook niet met het tweede deel van de raadsbrief meegaan, ook al omdat er een aantal dingen in staan die wij gewoon niet begrijpen. Er staat een vaststelling in dat de kwaliteit van de woningen bouw- en woningtechnisch slecht is. Als u dat in de raadsbrief schrijft moeten wij dat ook be vestigd kunnen vinden in de stukken die voor de raadsleden in de map liggen. Er is omtrent de techni sche toestand van de woningen geen enkel stuk, niets. Ik wilde daarbij ook nog een vraag stellen. De D.S.O. schrijft n.l. in zijn brief van 16 maart aan het college dat aankoop noodzakelijk is. Akkoord. Daarbij kun je twee wegen bewandelen, n.l. sanering (voorkeursmodel) of rehabilitatie (een van de al ternatieven). Men zou in de voorlopige koopakte opgenomen willen zien dat de raad uiteraard moet be slissen, dat g.s. nog moeten beslissen en dat alsmede een beslissing moet worden genomen omtrent de rijksbijdrage. Ik heb dit laatste punt in de voorlopige koopakte zoals die getekend is niet terug kunnen vinden. Ik ben daar gelukkig mee, maar ik vraag mij af waarom dat weggelaten is. Een ander punt dat nog vragen oproept is het volgende. U zegt aan het slot van de raadsbrief dat het Grondbedrijf de aankoopprijs acceptabel vindt en dat u de Commissies voor het Woningbedrijf en voor de Ruimtelijke Ordening nog om advies zult vragen. Bij de stukken ligt wel een stuk van de Raad voor de Volkshuisvesting en het advies van die raad is: Afbreken. Dat is een advies van 22 maart. Het is mij bekend dat op 15 april de Commissie voor het Woningbedrijf en op 1 8 april de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening unaniem hebben geadviseerd de beslissing omtrent de bestemming aan te houden tot de behandeling van het plan. Dat is heel duidelijk. Typisch vond ik het dat er juist van deze twee adviezen niets terug te vinden was in de map met raadsstukken op de Leeskamer. Tegen deze twee ad viezen in heeft het college toch gemeend te moeten besluiten om aan de raad te adviseren: Aankopen en afbreken. Mijn fractie is het daar helemaal niet mee eens. Dat wil niet zeggen dat wij nooit zouden kunnen komen tot een beslissing om te saneren. Als wij beslissen omtrent de bestemming van deze wonin gen, na die aangekocht te hebben, dan willen wij die beslissing verantwoord nemen en dan willen wij daarbij alles, ook de technische kwaliteit, goed onderzocht hebben en goed onderbouwd hebben. An ders kun je geen verantwoorde beslissing nemen omtrent het afbreken van deze woningen met alle gevol gen die dit voor de bewoners zal hebben. Dan vind ik met de bewoners van deze straat dat 2^ jaar in spraak inderdaad een aanfluiting is. Ik wil het hier voorlopig bij laten. Ik wil u wel zeggen dat ik een motie achter de hand heb om die in tweede instantie in te dienen. In deze motie spreken wij uit dat wij een beslissing omtrent de bestem ming van de woningen na die te hebben aangekocht willen aanhouden tot de discussie over het totale plan in deze raad plaats vindt. De heer Bijkersma: De aankoop van het complex woningen in de Simon de Vliegerstraat kan en mag natuurlijk niet los gezien worden van het structuurplan Huizum-west. Onze fractie kan zich dan ook de ongerustheid van de bewoners wel voorstellen. U hebt dat ook al gesignaleerd in de raadsbrief en u hebt daarin beloofd dat u de nodige voorlichting zult geven. Onze fractie vraagt zich echter af waarom die voorlichting niet al reeds is begonnen. U hebt raadsbrieven rondgestuurd en u kon er natuurlijk van verzekerd zijn dat de informatie zou geschieden. Wij hadden het plezieriger gevonden als er reeds een begin was gemaakt met informatie en voorlichting. Wij vinden echter ook de in de raadsbrief beloofde voorlichting vaag. Het geeft de bewoners te weinig garanties en wij zullen dan ook graag zien dat er, als besloten wordt tot aankoop van de huizen, dan aan de bewoners meer zekerheid zal worden gegeven tot herhuisvesting. Als dat niet gebeurt dan wordt er naar onze gevoelens tekort gedaan aan een mate van zekerheid die wij toch moeten geven aan bewoners van onze gemeente. Dan de kern van het raadsbesluit. Zakelijk bekeken is het natuurlijk alleen maar goed en verstan dig met één eigenaar te onderhandelen. Je verzekert je er van niet te worden geconfronteerd met een verspreiding van de aankoopproblematiek. Zo'n problematiek zal er zeker ontstaan als je moet onder handelen met meerdere eigenaars, die mogelijkheid bestaat er zeer zeker. Daarom, het juiste ogenblik is nu aangebroken om op de wellicht goedkoopste wijze deze aankoop te doen. Ik dacht dat je die aan koop alleen maar moest doen als je je voor ogen stelt dat je de woningen wilt aanmelden in het kader van de 80%-bijdrageWij zijn echter van mening dat de honorering van het aan te vragen subsidie nog geenszins vaststaat. Juist daarom dient er naar onze mening een koop-ontbindende voorwaarde te worden opgenomen in het koopcontract en hierin moet naar voren worden gebracht dat de koop niet doorgaat als het subsidie niet wordt verkregen. Als het subsidie niet wordt verkregen dan zou je in een situatie kunnen geraken dat de woningen achteraf toch blijvend in het Woningbedrijf zullen worden opgenomen. Aan dit laatste hebben wij totaal geen behoefte, omdat de woningen een voortdurende nadelige inbreng zullen hebben, om van andere financiële lasten voor de gemeente maar niet te spreken. Naar onze me ning zijn de beide vorige sprekers voorbij gegaan aan de dreigende, financiële nadelige lasten voor de gemeente. (De heer Van der Wal: En hoe moet het dan met de bewoners?) Ik richt het woord tot de voor zitter, mijnheer Van der Wal. Wij zullen ons er dan ook tegen verzetten indien er een gerede kans

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 7