Punt 22 (bijlage no. 209). De hear Klomp: Us fraksje is tige bliid mei dit foorstel. De eftérstan dy't yn it easten fan de stêd op it gebiet fan de sporthallen is kin nou ynroun wurde. Ek sil de nije sporthal fan bilang wêze foar de nije wyk Camminghabuorren. It is wol tige spitich dat nou pas de twadde fase fan it kompleks swimbad/sport- hal utfierd wurde kin omt nou de kosten heger wurde, mar ja, it is net oars. De Tsjinst Sport en Rekré- aesje en de D.S.O. fortsjinje neffens us in komplimint dat se de plannen klear hienen sadat it kolleezje binnen in moanne dit foorstel al oan de ried dwaen koe nei't it brief fan it regionale koördinaesjekol- leezje foar iepenbiere wurken yn Fryslan ynkommen wie. It wie ek in greate forrassing to fornimmen dat sa koart nei it yntsjinjen fan dit wurk in gunstige bislissing ófkommen is sadat nou fan'e joun ek al in foorstel op tafel leit om it wurk oan to bisteegjen. De heer Van der Wal: Mijn fractie is natuurlijk ook ontzettend blij dat wij nu aan de gang kunnen met een sporthal, wij zijn de dienst ook ontzettend dankbaar dat ze de plannen op tijd klaar hadden, al meer dan een jaar geloof ik, anders kan je helemaal niet voor A.C.W.-subsidie in aanmerking komen. Ik heb eigenlijk nog een vraag n.a.v. de A.C.W .-subsidies. Wij hebben u, mijnheer de voorzitter, o.a. bij de opening van de brandweerkazerne horen vertellen dat Leeuwarden is afgevoerd van de lijst van A.C.W.-werken en het ziet er dus naar uit dat dit sporthalletje - overigens leuk natuurlijk - zo'n beetje het laatste A.C.W .-project is. Ik heb toen ook begrepen dat u er brieven over heeft geschreven en druk uitoefent. Is daar nog enig licht in, zijn er wat ontwikkelingen? Het is toch wel een vrij ern stige zaak ook als je bedenkt dat er moeilijkheden zijn met lokatiesubsidie en met de interim-saldo regeling; dit is nu net zo'n extra potje waar wij wel eens wat uit voor elkaar krijgen en dat dreigt nu ook weg te vallen. Ik wil graag hier in de raad vragen hoe het ligt met deze zaak. De Voorzitter: Misschien mag ik een enkele opmerking maken n.a.v. de laatste opmerking van de heer Van der Wal. Inderdaad zijn bij de laatste verdeling van gelden voor de A.C.W. regels vastgesteld waar Leeuwarden buiten valt. Wij hebben daar bezwaar tegen gemaakt bij de betreffende minister en wij hebben dit punt ook op andere wijze onder de aandacht gebracht van zowel bewindslieden als ka merleden. Er is ook intensief overleg gevoerd wat deze tranche betreft met de voorzitter van het R.C.O.W., dat is zoals u weet de heer Hilarides. Bij wijze van uitzondering is tot onze vreugde de sporthal in dit geval nog meegenomen omdat die bij de vorige verdeling van gelden heel hoog genoteerd stond en ook als eerste reservepost was aangemerkt; als er toen iets was uitgevallen was de sporthal in Leeuwarden daarvoor in de plaats gekomen. Het was ook bekend dat het hier in feite om één groot project ging waar wij halverwege mee moesten stoppen. Al deze bijzondere omstandigheden incalculerend heeft het R.C.O.W,, de provinciale instantie dus, er mee ingestemd bij wijze van uitzondering bij deze tranche toch de sport hal voor Leeuwarden voor te stellen. Ondertussen hadden wij ons met de minister van Sociale Zaken in verbinding gesteld. Tot onze vreugde heeft hij deze exceptie voor deze tranche aanvaard. Dat is dus wat er is gebeurd. Wat de toekomst betreft, ik heb zopas ook al gezegd dat wij er mee bezig zijn, wij zullen er ook mee bezig blijven. Het is echter helemaal niet zeker of er überhaupt in de toekomst nog weer een verdeling van gelden komt op deze wijze en als die wel komt is het ook zeer de vraag of men weer de zelfde criteria zal aanhouden; daar kan ik dus op dit moment nog geen enkele positieve maar ook geen negatieve mededeling over doen. Ik kan u alleen zeggen dat wij hier heel druk mee bezig zijn. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 22a (bijlage no. 215). De Voorzitter: Tot mijn spijt kon dit raadsstuk pas vanavond aan u worden voorgelegd, maar u zult wel begrijpen dat wij een beetje in sneltreinvaart hebben moeten werken. Mijn verontschuldigingen voor het late tijdstip, maar ik zou dit voorstel wel graag in behandeling willen geven. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 23 (bijlage no. 21 0). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. 21 Punt 24 (bijlage no. 208). De heer Bijkersma: Aan de gevraagde subsidieverlening zullen wij van harte meewerken. Eén onder werp uit de raadsbrief noopt ons echter hier het woord te voeren en dat is de 20.000,winst uit kan tineverkopen. Hierbij gaan je gedachten onwillekeurig uit naar het para-commercial ismeDat is een eu vel dat de Leeuwarder horecabedrijven ernstig zorgen baart en nu gaat het niet alleen om de belangen van de ondernemers doch veel meer om de belangen van de werknemers in deze bedrijven. Deze werkne mers zien met lede ogen hoe hier en daar clubhuisbestuurders hun het brood uit de mond stoten. Ik dacht dat wij hieraan niet voorbij mogen gaan. Nu hebt u voor het verstrekken van het subsidie aan clubhui zen een regeling opgesteld, de z.g. clubhuisregeling. Mijn vraag is of het niet mogelijk en wenselijk is aan deze regeling een paragraaf toe te voegen waarin wat beter wordt geregeld hoe wij para-commercia lisme tegen willen gaan in de clubhuizen. Het zou niet in het nadeel van de clubhuisbestuurders zijn doch zeker in het voordeel van de werknemers in de horecabedrijven hier. De Voorzitter: Dit gaat dus niet zo zeer over het voorstel als zodanig, het gaat om een probleem dat er mee samenhangt. Ik zou de raad wel met klem willen vragen deze twee punten niet te koppelen, het zijn naar mijn mening ook op zich twee afzonderlijke problemen. Ik geloof niet dat je het subsidie aan een sportvereniging van dit fenomeen afhankelijk mag maken. Het is een heel moeilijke zaak die enkele jaren geleden ook in de raad aan de orde is geweest. Ik kan u de verzekering geven dat dit onze voortdurende aandacht heeft en dat wij trachten om in ieder geval excessen te voorkomen, daar letten wij op. Overigens zou ik dit toch wel graag niet al te zwart-wit willen stellen, want dat zou in dit ge val m.i. ook niet verstandig zijn. Wij volgen dit dus regelmatig en wij letten er in ieder geval op dat er geen excessen voorkomen want dat mag niet. De heer Bijkersma: Dat subsidie is dus geen probleem, ik ben het helemaal met u eens dat wij dat niet moeten koppelen, maar zo'n voorstel geeft je de gelegenheid eens een keer op zo'n kwestie in te gaan. Ik heb hier die clubhuisregeling voor mij en mijn vraag is gewoon: Kan er niet eens een wat uit voeriger studie komen om deze zaak te bekijken? Als zo'n studiecommissie dan tot de conclusie komt dat er geen andere regeling mogelijk is dan is dat zo, maar dan heb je er toch iets concreets aan ge daan en dan heb je toch de mensen die er nadelen van ondervinden getoond dat je er wat meer aan doet dan alleen maar bewaken. U zult het toch met mij eens zijn dat het wel eens vraagtekens geeft. De heer De Vries (weth.): Een enkele opmerking wat die 20.000,betreft. U voelt natuurlijk wel dat ze daar nog niet eens een halve beheerder voor aan kunnen stellen, dus wij slaan ze in één keer failliet wanneer wij de kant op willen dit in de commerciële sfeer te doen. Overigens is het zo dat onder 3 bij de garantievoorwaarden staat dat aan de goedkeuring van b. en w. zijn onderworpen de besluiten van de vereniging en dan staat onder c: "het geven van een andere bestemming aan het ge bouw dan die van clubhuis." Wanneer wij ontdekken dat er door de vereniging para-commercialisme zou worden bedreven t.a.v. het clubhuis waarvoor een garantieregeling geldt hebben wij eventueel de bevoegdheid als gemeente om in te grijpen. Maar dat zouden wij dan van geval tot geval moeten bekij ken. (De heer Bijkersmar Daar hebt u dan in het verleden, dacht ik, niet altijd goed op gelet.) De Voorzitter: Wij hebben er wel op gelet, ik heb dat net ook in mijn antwoord in eerste instantie gezegd. Ik kan u ook meedelen dat er in het verleden enkele keren besprekingen zijn gevoerd met ver tegenwoordigers van de horecabedrijven en ook met vertegenwoordigers van de andere kant. Ik wil niet graag beweren dat er nooit eens iets gebeurt maar ik heb duidelijk de indruk dat de excessen die er des tijds waren door het overleg dat wij hebben gevoerd èn met de vertegenwoordigers van de horecabedrij ven èn met de andere zijde niet meer voorkomen; dat overleg heeft toen wel resultaten opgeleverd. Als de horecabedrijven van mening zouden zijn dat aan de verschillende afspraken die toen gemaakt zijn niet in redelijke mate de hand wordt gehouden en er dus botsingen zouden zijn met het artikel dat weth. De Vries net noemde dan zou ik de horecabedrijven in overweging willen geven om aan de hand van exacte feiten nog eens met ons te komen praten; dat is dan de meest juiste gang van zaken. Wij besteden er dan wel degelijk aandacht aan, daar mag geen misverstand over zijn. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punten 25 en 26 (bijlagen nos. 198 en 211 Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 11