tabel plan, maar het is dan natuurlijk niet zo'n mooi plan, als je ruimte in het budget had gehad had je
het wel mooier kunnen maken, b.v. in plaats van dakramen kajuiten enz., welke architect zou dat niet
willen. Ik denk dat met name de plannen A en B - waarschijnlijk C ook - op die toer hebben gezeten;
dat kan je zo'n beetje uit de plannen lezen. Bij plan D is men in tegenstelling daartoe van een heel an
dere filosofie uitgegaan, daarbij heeft men de andere mogelijkheid gekozen. De architect heeft gezegd:
Ik maak een mooi plan, ik win de prijsvraag, ik krijg de opdracht tot het maken van een schetsplan en
een uitvoeringsplan en als het dan te duur blijkt te zijn dan trekken wij er wat af, maar dan heb ik in
ieder geval de opdracht. Dat is waarschijnlijk een zeer effectieve methode om winnaar van zo'n prijs
vraag te worden. Ik veroordeel de architect van plan D hiermee niet, hij mag die methode toepassen. Al
leen moeten de mensen die de plannen moeten beoordelen daar niet in trappen; dat is zo duidelijk als het
maar kan. Wij moeten kiezen voor een plan dat haalbaar is binnen de normen die wij onszelf gesteld heb
ben. Ik kan het niet bewijzen - ik had het graag overgelaten aan de deskundigen - maar ik heb het
sterke vermoeden dat wij met plan D op die toer zitten. Achteraf kan, als wij het voorstel van b. en w.
volgen, blijken dat het als schetsontwerp een mooi plan was maar dat het zo is uitgekleed om de prijs te
halen dat wij veel beter plan A of plan B hadden kunnen kiezen omdat die plannen zoals ze als ontwerp-
schets zijn aangeboden wel uitvoerbaar waren. Het wezenlijke houvast dat de raad op dit punt zou moe
ten hebben om te kunnen kiezen ontbreekt.
Wat betreft de fietsroutes en tunneltjes ondersteun ik wat de heer Groenewoud daarover heeft gezegd;
dat staat trouwens ook in het concept-verkeersplan van Dwars, Heederik en Verhey.
Ik heb een motie gemaakt die luidt:
"De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 6 juni 1977, is van oordeel dat:
de rapportering vanuit de diverse commissies en raden, alsmede het Gemeentelijk Woningbedrijf, over de
vier ingediende schetsontwerpen voor de nieuwbouw van de Linnaeusstraat e.o., in het kader van een
door deze raad uitgeschreven prijsvraag, niet een voldoende evenwichtige basis oplevert op grond waar
van de raad in dit stadium kan besluiten tot de keus van een der ontwerpen tot winnaar van de prijsvraag.
Met name het ontbreken van een objectieve en deskundige beoordeling van de te verwachten bouwkosten
per plan is een onaanvaardbaar gemis. Juist deze bouwkosten en de daaruit voortvloeiende hoogte van de
toekomstige huurprijs zijn van doorslaggevende betekenis of een voorkeursplan haalbaar is binnen de
grenzen van de Woningwet;
uit de onder de bewoners gehouden enquête overduidelijk een gemotiveerde voorkeur voor plan B, Aller
hande, blijkt;
voorts overwegende dat vertraging in de verdere planvorming ongewenst is,
besluit: het door het college voorgestelde besluit nr. 8050 als volgt aan te vullen:
II. aan de ontwerper van het schetsplan, dat is ingediend onder het motto Allerhande, opdracht te verle
nen voor het maken van een definitief ontwerp voor de bouw van woningwetwoningen in het gebied Lin
naeusstraat e.o., zulks als verdere uitwerking van het genoemde schetsplan met dien verstande dat:
a. het programma van eisen, behorende bij de met de ontwerper aangegane overeenkomst voor het maken
van het schetsontwerp, onverkort dient te blijven gehandhaafd;
b. in overleg met de Commissie Woningbedrijf zal worden nagestreefd de bezwaren tegen het ingediende
schetsontwerp te ondervangen en tevens het aantal te bouwen woningen op de behoefte af te stemmen."
Deze motie is mede-ondertekend door mijn fractiegenoot De Greef.
Het zal u duidelijk zijn dat wij er via deze motie voor pleiten dat er vandaag niet één winnaar uit
de bus komt, maar in eerste instantie twee winnaars. Op die manier bereiken wij dat wij als opdrachtge
ver het risico dat wij een kat in de zak kopen gewoon beperken. Laten de architect die de voorkeur van
de bewoners heeft en de architect die de voorkeur van de deskundigen heeft maar eens bewijzen dat hun
plannen haalbaar zijn binnen de woningwetsector. Dat wil deze motie bereiken. Over een halfjaar, als
deze architecten met hun plannen komen, kunnen wij als raad dan zien wat het resultaat is. Misschien
zeggen wij dan: Plan D is ons meegevallen qua prijs, het past binnen de normen. Goed, dan kunnen wij
plan D nemen. Het kan ook zijn dat plan B er beter uit komt qua uitvoering en qua haalbaarheid, zodat
toch onze keuze op plan B valt omdat blijkt dat plan D zo uitgekleed moet worden dat plan B uiteindelijk
beter wordt. Het lijkt mij dat dit ook de meest tactische oplossing is. De jurering zoals die nu heeft plaats
gehad - ik ben het wat dat betreft helemaal niet eens met de vorige sprekers - vind ik een aanfluiting voor
deze gemeente en ik ben ook bang dat, als de gemeenteraad akkoord gaat met het voorstel van b. en w.,
dit het image van deze raad die eindelijk eens een prijsvraag heeft uitgeschreven niet ten goede zal ko
men. Ik pleit nogmaals voor het uitroepen van twee winnaars en het laten maken van twee definitieve
plannen
De hear Singelsma: Ik sil safolle wurden fan krityk net loslitte as myn foargonger, hwant ik krij hast
de yndruk dat hy de hiele bioardieling fan de 4 plannen sjocht as in gearspannen tsjin de oare 3 üntwer-
25
pers en dat plan D der perfoarst troch komme moat. Ik wit net hwa't him efter plan D forskulet, ik kin
wol tinke hwa't dat is fansels, mar witte doch ik it net. Ik leau dat de makker fan plan D al in psycholo-
gyske foarsprong hie troch syn plan Metamorfose to neamen, utgeande fan iengesinswenten en alles eins
efter littende hwat der foar wie. Ik leau, wy hawwe al genoch lijen hawn mei de Linnaeusbuert en mei
alles hwat dêr gearhokke yn under- en boppewenten. Dat der nou biwust keazen is foar iengesinswenten
is, tinkt my, psycholqgysk ek in goed utgongspunt. Dat der in priisfraech utskreaun is fyn ik ek in goede
saek. Krekt as de hear Van der Wal hie ik graech hawn dat der net allinnich "getalenteerde" architekten
oan bod kommen wienen, mar ek, byg. yn in forhalding fan 3 ta 2, jong talint. Dan hienen ek de jonge
ren mear in kans hawn, minsken dy't harren kinnen noch biwize moatte. De "jurering", wurdt hjir sein,
is amateuristysk. Ik kin dat net bioardielje. Men moat as riedslid forstan fan alles hawwe en dat is fan
sels in unmooglike saek, men moat min ofte mear ófgean op hwat deskundigen sizze. Ik kin allinnich öf-
gean op de situearring, op de aerdichheit fan it plan, op dingen dy't ik fan buten sjoch. Ik kin ek ófgean
op de situearring yn in bipaelde situaesje en as ik dan sjoch dat it wenjen net by de foardoar bigjint mar
al foar de foardoar en ik sjoch dat werom yn sa'n plan dan siz ik: Dat plan hat myn ynstimming wol. (De
heer Van der Wal: Alleen daarom?) Né, net allinnich dêrom, mar mei dy faktor is rekken hdlden. Ik kin
net folie sizze oer isolaesje en oer boukundige dingen dy't hjir oan de oarder komme. Der wurdt sugge-
rearre dat de Ontwerper fan plan D der hwat moais fan makke hawwe soe en dat hy letter hwat sjoemel je
kin mei to sizzen: Dan dogge wy it in lyts bytsje oars, hwant dan haw ik de priis al binnen. Ik leau net
dat dat sa is. Ik haw dit Ontwerp foarlein oan 4 deskundige minsken, boukundigen, dy't mear forstan fan
bouwen hawwe as ik en dy seinen ek: Dat is it moaiste plan. Dêr gean ik dan ek op to seil nei myn eigen
ynsjoch. It is eins ek net ta fa 11 i c h dat frijwol eltsenien kiest foar plan D. Dat is wol in biwiis dat it in
pré hat. (De heer Van der Wal: Behalve de mensen die er moeten wonen.) Bihalven de minsken dy't der
wenje moatte. As ik dan sjoch nei plan B dat nochal hwat stimmen hie dan komt my dat tradisioneel foar:
wenje oan de strjitte, wenje mei utsicht op de dyk. Ik fyn dat in tradisioneel plan, sa't dat troch de
measte minsken moai foun wurdt. Sa fine in protte minsken in plat dak ek moai of sa hwat hinne. Ik leau
wol dat ynspraek och sa moai is mar by dy ynspraek moat ek in sekere deskundigheit wêze, ik leau dat
dat der by heart. Koart sein, ik kin net sizze oft dy huzen helber binne, oft dy mei de kurvepriis oerien
komme. Ik hoopje dat it tafalt. As ik de prizen sjoch dy't ut de bus komme dan untrinne dy elkoar net sa
folle en dêr moat men dan dochs wol hwat op ófgean. Oft der lead yn de dakken of yn de krimpen of
hoe't dat ek hjitte mei moat, ik kin dat mei de béste wil fan de wrald net bioardielje, ik moat op in
globale yndruk ófgean en dan siz ik: Foar my is it plan D, hielendal.
De heer Heidinga: De raad staat vanavond voor een heel moeilijke beslissing. Zoals de omstandighe
den nu geworden zijn betreffende deze zaak acht ik het zelfs een bijzonder moeilijke beslissing. Een der
gelijke beslissing heeft de gemeenteraad in de bijna 20 jaar dat ik raadslid ben nog nooit behoeven te
nemen. Omdat deze beslissing naar mijn mening ook bijzonder belangrijk is voor de architecten die aan
de prijsvraag hebben meegedaan - hun naam als architect, hun vakmanschap, als het ware het niveau
van hun bureau is immers mee in het geding - is deze beslissing een bijzonder verantwoordelijke beslis
sing voor deze raad. Daarom ga ik nu eerst na of de gemeente als opdrachtgever de nodige zorgvuldig
heid heeft betracht bij het afwikkelen van deze zaak. Er zijn daarover bij mij wel wat vragen. Ten eer
ste is het mij niet duidelijk dat de gemeente, terwijl de termijn van inzending van de ontwerpen was be
paald op 31 december 1976, nog op 14 januari 1 977 een aanvullende informatie aan de architecten heeft
gezonden. Op 20 januari wordt er nog weer eens een brief verstuurd, houdende een mededeling dat de
op 14 januari toegezonden gemeten ondergrond niet juist was getekend. Moet ik hieruit concluderen dat
de gemeente in dit stadium de zaken niet met de nodige zorgvuldigheid heeft behandeld? De tweede
maal dat er bij mij twijfel is opgekomen aangaande de gang van zaken is vlak na de indiening van de 4
ontwerpen. Bij de overeenkomst is bepaald dat als jury zou fungeren de Welstandsadviescommissie van de
gemeente Leeuwarden. Voordat de beslissing van de Welstandsadviescommissie was genomen waren de in
gediende ontwerpen reeds tentoongesteld en werd door vele mensen - waaronder, volgens dagbladen,
ook een wethouder - reeds een mening ten beste gegeven. Hiermee heeft men tenminste de schijn geves
tigd - ik druk mij heel voorzichtig uit - van beïnvloeding van de jury. Bovendien is mij meegedeeld -
ik heb het niet zelf geconstateerd maar het schijnt wel waar te zijn - dat in ieder geval één der archi
tecten op de tentoonstelling bij het Woningbedrijf zijn eigen ontwerp stond te verdedigen en aan te prij
zen. Voorts heeft de gemeente zich niet gehouden aan de overeenkomst. In punt 6 van de overeenkomst
staat: "Beoordeling van: 1 de gemeentelijke Welstandsadviescommissie, 2. advies van de bewoners in het
plangebied, 3. gemeentelijke Commissie Woningbedrijf." Anders niet. Het is een overeenkomst, daar
moet je je aan houden. Wat heeft de gemeente nu gedaan? Die heeft die 3 geraadpleegd, die heeft bo
vendien de Raad voor de Volkshuisvesting geraadpleegd, die heeft de Raad voor de Bejaardenaangelegen
heden geraadpleegd, die heeft de Werkgroep Huisvesting Gehandicapten geraadpleegd, die heeft de