gegevens ingebracht: een investeringsbedrag van 25.000,per auto - ik kom daar straks nog op te rug -; exploitatiekosten in aanvang van 642.000, 6% stijging per jaar; een haalbaar parkeertarief in aanvang van 1 ,25 per uur, 6% stijging per jaar; als variabelen worden ingebracht: een rentevoet van 7 en 9%; een bezettingsgraad van 30 tot 50% in de eerste 5 jaar of een bezettingsgraad van 20 tot 50% in de eerste 7 jaar. Het investeringsbedrag van 25.000,per auto ligt iets hoger dan de werk groep voorstelt in zijn rapport. Volgens de werkgroep is het 21.500, inclusief de bouwrente; dat was juli 1976. Mij werd geadviseerd om minstens te rekenen op 30.000, gelet ook op het realise ringsmoment. Ik ben er toen maar tussen in gaan zitten. De exploitatiekosten heb ik met 50.000, verhoogd omdat het moment van de berekening en het moment van de realisering nogal ver uit elkaar liggen. Wat het aanvangtarief betreft ben ik uitgegaan van wat eventueel haalbaar is en dan komt dat in mijn ogen uit op 1,25 per uur. Er wordt nu 0,50 per uur betaald, Groningen vraagt voor zijn kelder op het ogenblik 0,90 per uur, Den Bosch 1 per uur, Maastricht 1 ,25, Amsterdam, de duurste stad van ons land, 2,per uur. Wij kunnen uit exploitatie-overwegingen wel zeggen dat wij 4,per uur moeten halen, maar dan kunnen wij het verder wel vergeten, wij zijn gewoon gebonden aan wat de mensen bereid zijn te betalen en niet aan wat wij graag willen dat ze zullen betalen. Deze gegevens gekoppeld aan de variabelen die ik zopas heb genoemd geven als uitkomst van de exploitatie modellen na verloop van 10 jaar het volgende beeld. Model 1 - dat is met 9% rente en een bezettings graad van 20 tot 50% in 7 jaar - geeft na 10 jaar een tekort te zien van 3,8 miljoen; de zaak wordt winstgevend in het 8e jaar. Model 2 - dat is met 9% rente en een bezettingsgraad van 30 tot 50% in 5 jaar - geeft na 10 jaar een tekort te zien van 1 ,6 miljoen; de zaak wordt winstgevend in het 6e jaar. Model 3 - dat is met 7% rente en een bezettingsgraad van 20 tot 50% in 7 jaar - geeft na 10 jaar een tekort te zien van 1 ,7 miljoen; de zaak wordt winstgevend in het 6e jaar. Model 4 tenslotte - dat is met 7% rente en een bezettingsgraad van 30 tot 50% in 5 jaar - geeft na 10 jaar een overschot te zien van 6 ton; de zaak wordt winstgevend in het 4e jaar. Doel van deze modellenopzet is om aan te geven in welke orde van grootte de financiële consequenties voor de gfemeente kunnen liggen. Opgemerkt moet nog worden dat bij deze opzet geen rekening is gehouden met de financieringskosten van de veronder stelde aanloopverliezen. In wezen geven de 4 modellen dus nog een vertekend beeld en wel in gunstige zin. Doel van deze model lenopzet is ook om aan te tonen in welke vorm steun door het bedrijfsleven kan worden gegeven; ik denk dan b.v. aan een aangepaste financiering door de plaatselijke banken en ook aan het inbouwen van een bepaalde zekerheid t.a.v. de verwachte bezettingsgraad wat b.v. een taak zou kunnen zijn van de grootwinkelbedrijven. Dat dit noodzakelijk is blijkt ook wel uit de motivering van een van de leden van de werkgroep om tegen het bovengronds parkeren te zijn; wij onderschrijven dan ook zijn bezwaren in dit geval. Het geheel overziende komt mijn fractie, behoudens de twee tegenstemmers, tot de conclusie dat wij in principe wel akkoord kunnen gaan met de inhoud van de raadsbrief maar dat wij, gelet op de grote onzekerheid die er ligt rondom de exploitatie-opzet, gelet ook op het feit dat er over de omvang van de bereidheid van het bedrijfsleven om in de risico's van de parkeerkelder deel te nemen nog geen enkel inzicht bestaat, vinden dat het in dit stadium niet verantwoord is om nu al een uitspraak te doen over het verstrekken van een gemeentelijke garantie. M.a.w., de daad is nu aan het bedrijfsleven. Ik heb dit in een motie vertaald. Ik dien die motie nu nog niet in maar ik wil hem alvast ter kennis van de raad brengen zodat hij in de discussies kan meespelen. Hij luidt: "De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 6 juni 1977, in principe akkoord gaande met de vestiging van een parkeerkelder onder het Wilhelminaplein, overwegende dat t.a.v. de exploitatie-opzet nog grote onzekerheid bestaat, besluit om over de bereidheid tot het verstrekken van garantie voor rente en aflossing op dit moment nog geen beslissing te nemen." De motie is mede-ondertekend door de heer Meijerhof. De heer Heidingd- Het onderwerp parkeerkelder of parkeergarage is in de gemeenteraad van Leeu warden reeds meermalen aan de orde geweest. In de raadsbrief wordt een en ander nog eens weer netjes op een rijtje gezet. Mijn fractie betreurt het dat er in deze raad tot nu toe zoveel problemen zijn ge weest t.a.v. de bouw van deze parkeerkelder of alleen maar de onderzoeken daarover. Wij menen dat het in het belang van de Leeuwarder gemeenschap is dat wij met de voorbereidingen doorgaan en dat er uitzicht komt op een spoedige realisatie. Wij hebben dan ook geen moeite in principe akkoord te gaan met uw voorstel. Als het meer definitieve vormen gaat vertonen dan komt u eerst toch bij de raad terug en dan kunnen wij het helemaal op zijn eigen merites beoordelen. Daarom hebben wij er ook geen be hoefte aan om nu bij deze behandeling op de details in te gaan, het komt toch anders uit dan wij nu denken. Een paar vragen hebben wij nog wel. Ten eerste: Waarom wordt aan de stichtingsvorm reeds nu de voorkeur gegeven boven bij voorbeeld een n.v. of een b.v.? Ten tweede: Kan er worden onderzocht of er een beleggingsmaatschappij of een projectontwikkelingsmaatschappij bereid is om deze voorziening te realiseren? Het is ons n.l. met de excursie gebleken dat dat in sommige andere plaatsen ook geschied is. Het zou best kunnen zijn dat dit voor de gemeente aanzienlijk minder risico's meebrengt. Het zou ook best kunnen zijn dat wij genoeg invloed houden bij projectontwikkeling door derden en b.v. een aangepast recht van opstal vestigen. U duidt daar trouwens ook al op in de raadsbrief. Bij de verdere uitwerking komen er natuurlijk nog veel meer problemen om de hoek kijken, maar die kunnen wij, zo als ik al zei, naar onze mening t.z.t. wel beoordelen. Mijn fractie is wel van mening dat wij wat voor regeling wij ook vinden altijd moeten zorgen voor een belangrijke en wezenlijke invloed van de ge meente. Immers, parkeerzaken zijn ook van wezenlijk algemeen belang. U roert in de raadsbrief ook nog even de inrichting van het plein aan als de parkeerkelder is gerea liseerd. De raad heeft al eens een keer een uitspraak gedaan over de vraag of een afsluitende bebouwing ter hoogte van het bestaande busstation gewenst zou zijn. Wij hebben er geen behoefte aan de raad thans te vragen deze beslissing te herzien, maar mijn fractie zou wel graag willen dat in het onderzoek dat nu toch uitvoerig geschieden moet als de raad uw voorstel aanneemt de realisering van een gebouw ter plaatse betrokken wordt. Dat zou n.l. als het tegelijk met de parkeerkelder werd gerealiseerd de fi nanciële haalbaarheid wel eens sterk in goede zin kunnen beïnvloeden, je kunt het nooit weten. Boven dien kan het grote invloed hebben op de bouwkundige mogelijkheden. Het moest eigenlijk kunnen dat wij op het eind van de parkeerkelder een aanvaardbaar gebouw neerzetten en dat wij het andere eind van de parkeerkelder onder het Gerechtsgebouw lieten steken. Dat kan niet, maar zo zou het eigenlijk moeten. Bij onze grondgesteldheid en onze grondwaterstand zou het best eens kunnen zijn dat zo'n par keerkelder wil drijven als een schip; stel je voor dat wij op een morgen op het Zaailand komen en dat ding is omhoog gedreven en steekt een paar meter boven de grond uit, hij was nog aardig groter dan de ark van Noach. Theoretisch zou dat best kunnen gebeuren. Maar afijn, dit was zo maar een afdwaling van mij. Mijn fractie stelt het toch wel bijzonder op prijs dat alle facetten, dus ook een eventuele bebou wing aan het eind, aan de raad worden voorgelegd, want dan kunnen wij daar t.z.t. een verantwoorde beslissing over nemen. Wij stellen u dan ook voor - u hebt al begrepen dat onze fractie met uw voorstel akkoord gaat, dat wij daar helemaal achter staan - na uw voorstellen onder a. en b. een punt c. toe te voegen dat luidt: "te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn voor het stichten van een pleinafsluitend gebouw, ongeveer op de plaats van het huidige busstation, wat dat zou betekenen in gunstige of in on gunstige zin voor het realiseren van een parkeerkelder onder het Wilhelminaplein". Wij stellen dus hele maal niet dat dat gebouw er moet komen, maar wij willen wel graag dat wij het serieus kunnen bekijken als wij de definitieve voorstellen krijgen. Ik heb daar een motie van gemaakt die mede-ondertekend is door de heer Jansma. De heer De Beer: Hoe wij het ook wenden of keren, duidelijk is dat er een tekort aan parkeerruimte is voor het kort-parkeren. Zolang wij niet in staat zijn om de keuze van het vervoermiddel voldoende te beïnvloeden zal de binnenstad hoe dan ook toegankelijk moeten blijven voor het particulier autoverkeer zodat de functies die wij in de binnenstad hebben ook optimaal kunnen functioneren. Nu duidelijk is dat wij de parkeergarage aan de Minnemastraat voorlopig wel kunnen vergeten terwijl er ook geen sprake is van ondergronds parkeren onder het Oldehoofsterkerkhof blijven er maar weinig plaatsen over om dit probleem adequaat op te lossen. Wij hebben de parkeerterreinen Hoeksterend, Klanderijbuurt, Oosterbuurt en Oldehoofsterkerkhof, maar zij geven slechts geringe verlichting voor het probleem. Het gebied Amelandsestraat waar nu nog de gebouwen van Sint Jozef staan zal de eerste jaren ook niet be schikbaar komen. Het meest geschikte punt dat overblijft, het punt dat gunstig ligt t.o.v. het centrum en bovendien direct beschikbaar is, is dan ook het Wilhelminaplein. Er is bovendien nog een prettige bij komstigheid, n.l. dat wij het plein weer beschikbaar kunnen krijgen voor andere activiteiten. Uit de prognoses blijkt - ik neem aan dat wij die cijfers aanhouden - dat er per jaar 300 parkeerplaatsen bij zullen moeten komen. Dit houdt dus in dat wij, wanneer de parkeerkelder gereed is, op dit schema zit ten. Maar om het aantal parkeerplaatsen te vergroten zou het misschien aan te bevelen zijn om een ge bouw te plaatsen tussen de Lombardsteeg en de Zuiderstraat, de mogelijkheden te onderzoeken of hierin parkeerruimte te maken is en dan bovendien het plein ruimtelijk een betere verhouding te geven. Wij kunnen dan ook het gebied rondom de Mercuriusfontein een bijzonder accent geven. Om te voorkomen dat er tijdens de bouw van de parkeerkelder problemen zouden ontstaan met het aantal parkeerplaatsen zou men eerst dit gebouw kunnen realiseren. Duidelijk is dat het bouwverkeer veel overlast zal veroorzaken aan het normale verkeer. Daarom zou het misschien aan te bevelen zijn om een brug aan te leggen tussen Baljeestraat en Zuiderstraat. Het grote voordeel van deze verbinding zou later zijn dat de parkeerruimten gemakkelijker bereikbaar zijn zonder het andere verkeer te hinderen. Over deze brug kan dan ook nog een voetgangers- en fiet-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 3