12
hoe de raad er over denkt; daar kunnen wij conclusies uit trekken. (De hear Miedema: Soenen jo dy moty
dan noch even foarlêze wolle?) Ja, dat zal ik doen; hij luidt:
"De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 6 juni 1977, in principe akkoord
gaande met de vestiging van een parkeerkelder onder het WiIhelminapleinoverwegende dat t.a.v. de
exploitatie-opzet nog grote onzekerheid bestaat, besluit: om over de bereidheid tot het verstrekken van
garantie voor rente en aflossing op dit moment nog geen beslissing te nemen."
De heer Heidinga: Daar heeft mijn fractie geen enkele moeite mee. Wij hebben ook de noodzaak
niet ingezien om in dit stadium in die financiële perikelen te duiken want wij kunnen er alleen maar
over zeggen dat het misschien zo kan zijn of dat het misschien zo zal gaan, maar er zijn op dit gebied
- dat is ons bij de excursie ook duidelijk gebleken - zoveel mogelijkheden die moeten worden onder
zocht en die hier nog terug moeten komen dat een discussie over de financiën op dit moment niet zin
vol is. De wethouder heeft ook uitdrukkelijk gezegd dat die zaken terug zullen komen. Wij zien daar
om echt niet in - het is niet zo dat wij hier lichtvaardig over heen gaan - dat het nodig is er nu over
te praten, want wij kunnen geen beslissingen nemen. Met de geest van het voorstel dat u hebt gedaan
gaan wij akkoord, met de consequenties van een en ander komt u in de raad terug en daar gaan wij dan
over praten. (De Voorzitter: |U hebt dus geen moeite met die motie?) Daar hebben wij geen enkele moei
te mee. (De hear Miedema: Mar wy hawwe der ek gjin bihoefte oan.) (Laitsjen) (De Voorzitter: Die vraag
stelde ik niet aan de heer Heidinga. Hij heeft mijn vraag beantwoord. Zijn fractievoorzitter voegde daar
nog iets aan toe maar dat is op dit moment niet ter zake doende.) (Gelach) Het is voor ons duidelijk dat,
als wij een zware gemeentegarantie afgeven, dat consequenties met zich mee brengt. Dat moeten wij dus
heel zorgvuldig bezien. Wij kunnen er misschien zelfs - dat ben ik helemaal met de heer Knol eens -
bij voorbaat de onderhandelingen mee beïnvloeden als wij die garantie nu afgeven en dat moeten wij
niet doen.
Nog één ding wil ik graag even onder de aandacht van het college brengen en dat is dit. Als ik
goed ben ingelicht dan staat er op de rijksbegroting 13.800.000,voor voorzieningen voor de Be
scherming Bevolking voor dergelijke kelders. Nu kan dat voor de gemeente geen enkel voordeel opleve
ren als wij daar iets van meenemen. Als er kosten aan zo'n ding gemaakt worden dan worden die door
het ministerie betaald maar wij hebben er geen enkel voordeel van. Het zou echter toch kunnen zijn dat
het in het belang van de bevolking is dat zo'n voorziening er komt, wij weten niet wat er in de jaren
die komen nog zal gebeuren. Wij zouden dat toch graag meegenomen zien in de overwegingen, zit er
iets in dan willen wij dat graag weten.
De heer De Beer: Al lereerst iets over de motie van de heer Knol. Ook wij hebben er geen enkele
moeite mee met deze motie mee te gaan.
Wat betreft het financiële gedeelte van het plan heb ik gevraagd of de wethouder ook onderzocht
heeft in hoeverre het mogelijk is op een andere wijze dan hier wordt voorgesteld deze parkeerkelder te
realiseren. Ik heb geen berekeningetjes gemaakt maar ik heb er wel naar gevraagd. De wethouder heeft
toegezegd dat hij de verschillende vormen zal onderzoeken en dat dat terug zal komen.
De heer Van der Wal: De wethouder loopt in zijn beantwoording duidelijk om de hete brij ofwel om
het gat van Mercurius heen, want hij houdt een verhaal van: "ik ontveins mij niet dat er financiële ri
sico's aan zitten" en voor de rest gaat hij er eigenlijk aan voorbij. Hij heeft nog wel iets gezegd over
de inschakeling van het bedrijfsleven of het de kans geven aan het bedrijfsleven of iets van dien aard.
De heer Knol heeft gesproken - dat vind ik trouwens gevaarlijk, zeker gezien recente opmerkingen,
ook vanuit het college - over de mogelijkheden die het bedrijfsleven heeft om in te spelen op deze
zaak, b.v. het bij de banken aankloppen voor een lagere rente voor leningen. Op zijn minst zou dat
morele verplichtingen kunnen scheppen, als u begrijpt wat ik bedoel. Ik voel helemaal niets voor dit
soort douceurtjes vragen aan banken voor een overheidsstichting, daar kunnen alleen maar op zijn minst
morele verplichtingen uit voortvloeien. (Mevr. Visser—van den Bos: Of parkeerplaatsen.) De wethouder
heeft ook gezegd dat het gebouw dat het gat, zo noemt hij het, zou kunnen afsluiten zou kunnen zor
gen voor een betere financiering. Nou breekt mij toch de klomp, wij gaan daar toch zeker niet een ge
bouw neerzetten om die parkeergarage mogelijk te maken Ik heb sterk het gevoel dat dat wel de hoofd
reden is. Bovendien zit je met zo'n parkeergarage toch met van die ventilatiekokers en ik denk dat het
eigenlijk meer een bouwkundig foefje is om die dingen meteen mooi te kunnen verstoppen. De hele mo
tivering om op de plaats van het busstation een gebouw neer te zetten in de geest waar u aan denkt
spreekt mij niet aan. Er wordt o.a. gesproken over een hotel, nou, dat zal het hotelbedrijfsleven u in
dank afnemen; maar ik denk dat u daar weinig boodschap aan hebt, maar goed, je moet toch rekening
houden met alle maatschappelijke geledingen.
i
13
De wethouder waagt zich niet aan een beschouwing, hij gaat helemaal niet in op de eigen exploi
tatie-opzet van de D.S.O., overgenomen door het college van b. en w., waar ik een zeer optimistisch
aangepaste begroting naast gezet heb die een totaal andere uitslag te zien geeft. De wethouder komt al
leen tot de conclusie dat die 1 ,25 per uur niet zo gek lijkt. Maar zo kunnen wij hier natuurlijk geen
zaken doen. Ik verwacht wel van de wethouder die ter zake deskundig is een beter antwoord. Als de wet
houder nu niet in staat is een beter antwoord te geven dan wil ik toch wel graag dat dat door de ambte
naren bekeken wordt. Misschien blijkt dan wel dat in de exploitatie-opzet 1 977 zodanige meevallers
zitten dat het gunstiger uitkomt en dat wij wel in de buurt van de 1 ,25 per uur zitten. Ik zie dat niet
zitten, want als die meevallers er waren dan was ik ze zelf wel tegengekomen. Ik wil graag van de wet
houder horen waar hij zijn optimisme op baseert, ik wil dat dan wel graag eens aangegeven zien. De
wethouder komt dan ook nog met het argument dat de mensen die in Haarlem, Maastricht en Den Bosch
die dingen gemaakt hebben aardig optimistisch waren. Ja, wat wilt u, als men in Haarlem of waar ook
een stichting opricht en 1 of 2 parkeergarages gaat maken dan gaat men er mee door, dan maakt men
een beleid dat wordt overgenomen door de gemeenteraad en dan blijft men natuurlijk optimistisch want
het is heel moeilijk in deze maatschappij om toe te geven dat je op de verkeerde weg zit. Dergelijke
stichtingen zullen zich naar buiten toe altijd optimistisch uitlaten, dat is dus uiteindelijk ook geen ar
gument. Ik wil graag zakelijke argumenten horen. Als er leuke plannetjes komen uit wijken of zo dan
zijn het C.D.A. en de V.V.D(De Voorzitter: Mag ik er even tussen komen? U krijgt die ar
gumenten toch nog wel. Het gaat nu alleen om een principe-uitspraak. De nadere voorstellen waar wij
mee komen zullen veel concreter zijn. Ik heb wat twijfel of het zinvol is nu door te gaan met deze dis
cussie, wantDat komt u niet goed uit, dat begrijp ik wel, maar u hebt ons voorstellen ge
daan (De Voorzitter: Ik zeg alleen maar dat, als de raad vandaag de voorgestelde beslissing
neemt, nadere voorstellen zullen volgen. Natuurlijk hebt u vandaag geen concrete cijfers, dat is ook in
eerste instantie door de wethouder duidelijk gezegd. Als de uitspraak van de raad er is gaan wij verder,
allerlei dingen moeten nog nader uitgezocht worden. Er komt straks een nader geconcretiseerd voorstel.
Ik zou u werkelijk willen adviseren uw kritiek even uit te stellen tot de concrete voorstellen op tafel
liggen. Dan is een discussie zinvoller, dan kunt u ons eventueel aanvallen op de cijfers.) Ik ga even op
uw spoor door. U zegt: Laten wij eerst eens even wachten totdat(De Voorzitter: Als u op
mijn spoor doorgaat dan betekent dat dat u ophoudt.) Ik ga door op uw spoor in dit ordedebatje. U zegt:
Laten wij dit eerst allemaal maar eens uitzoeken. Het valt mij tegen van de wethouder en de ambtena
ren dat er geen beter weerwerk komt want ik heb mijn verhaal ook al in de Commissie Ruimtelijke Orde
ning gehouden. Toen is er ook gezegd: Dat onderzoeken wij nog wel. Maar als je dat zo voor de vujst
weg op een zondagmiddag kunt uitrekenen(De heer Ten Brug (weth.): Dat is de vraag na
tuurlijk.) Als dat de vraag is dan wil ik die vraag graag beantwoord hebben; waar zit de fout als dat
niet kan? U zegt dat dat nog uitgezocht moet worden. Maar dan zeg ik: Kunnen wij de tijd van onze
ambtenaren niet beter besteden aan iets anders dan aan een idee uit te zoeken dat bij voorbaat al niet
haalbaar is? Je kan zo maar uitrekenen dat dat niet haalbaar is. Kunnen de ambtenaren niet beter hun
energie steken in plannen die wel haalbaar zijn, wij moeten ook wat de tijd van de ambtenaren betreft
prioriteiten stellen. Ik denk b.v. aan een fietsplan waar wij al tijden om zitten te springen; daar schijnt
onvoldoende tijd voor te zijn. Een fietsplan hoort in een progressief gemeentebeleid en niet het domweg
volgen van ontwikkelingen met extrapoiatiefactoren uit het verleden. Ik ben het er helemaal niet mee
eens dat dat allemaal wordt uitgezocht, dat is gewoon zonde van de tijd. De personeelslasten maken ver
reweg het grootste deel van de begroting uit; dit is ook een kwestie van het stellen van prioriteiten.
Het valt mij toch m.n. van het C.D.A. maar ook van de V.V.D. tegen dat, als wijken of fracties in deze
raad met leuke ideeën komen, zij altijd, gesteund dan door de ambtenaren, klaar staan om keihard te
zeggen: Dat kan niet, sorry. Dan wordt er geschermd met gouden koorden en weet ik wat er allemaal bij
gehaald wordt. Ik kan mij nog bij de artikel 12-situatie herinneren dat een politie-aggregaatje van
12.000,niet door kon gaan en noem maar op. Ook de 15.000,voor het Vrouwenhuis gaf grote
bezwaren. En nu praten wij hier over tonnen gemeenschapsgeld en van de kant van C.D.A. en V.V.D.
wordt daar niets over gezegd. (De heer Heidinga: Miljoenen.) Goed, miljoenen zo u wilt. (Mevr. Visser-
van den Bos: Wij praten overeen principe-beslissing en de discussie over de financiële consequenties
moet nog komen.) Wel nee, die hebt u al kunnen zien, die heb ik toch uitgedeeld. (De hear Miedema:
Dat is kletskoek.) Als dat kletskoek is dan wil ik graag dat u dat aangeeft en dan ook meteen aangeeft
op grond waarvan dit kletskoek is. Ik heb de gegevens uit een D.S.O.-rapport; u zegt hiermee dus dat
de D.S.O. kletskoek fabriceert. (De hear Miedema: Né.) Dat is wel zo.
De hear Singelsma: It giet eins yn earste ynstansje oer de moty fan de hear Knol. Foar it earste part
dêrfan stim ik fansels net. (De hear Miedema: Dat hawwe jo al dien.) Né, dat haw ik net dien, dat soe
ynhalde dat ik yn.prinsipe akkoart gean mei it bouwen fan in parkeerkelder as de ütslach gunstich wêze