meteen met de portefeuillehouder van gedachten kunnen wisselen over eventuele opmerkingen. Ik dacht dat wij zouden moeten afspreken dat het een algemene lijn zou moeten zijn, dat wij het niet zouden moeten beperken tot deze twee commissies; het zou zo moeten zijn dat de rapporten aan de orde komen in die commissie van advies en bijstand die daar bij betrokken is. (De hear Jansma: Akkoart.) De rapporten worden voor kennisgeving aangenomen met inachtneming van de toezegging van de voorzitter. Sub F. De verzoeken worden in handen van b. en w. gesteld om preadvies. Sub G, H en I. De rapporten en de brieven worden voor kennisgeving aangenomen. Sub J. De brief wordt in handen van b. en w. gesteld om preadvies. Sub K. De heer De Greef: Het is prematuur nu een standpunt van het college te vragen, maar wij hebben n.a.v. de stukken wel een vraag en een opmerking. De opmerking is dat het ons zaak lijkt tot een snel le afdoening van deze zaak te komen gezien de gedane toezeggingen. Wij zien dan ook graag dat het preadvies in de eerste vergadering na het reces in de raad aan de orde kan worden gesteld. De vraag die wij hebben is deze. Wij zijn nogal verwonderd over de gronden waarop deze mensen gedwongen waren te verhuizen. Wij baseren dat op de brieven die waren bijgevoegd. Wij doelen dan m.n. op de passage in de brief waarin staat vermeld dat u als burgemeester heeft gezegd dat er voor deze mensen geen enkele andere oplossing bestond dan te verhuizen. Onze vraag is of dat inderdaad klopt, of dat ook uw lezing is van het gesprek dat u met betrokkenen hebt gevoerd. Als dat zo is dan vragen wij ons wel af of de geproduceerde geluidshinder in deze bar niet met andere middelen had kunnen worden bestreden. Ik denk aan de Algemene Politieverordening en de Hinderwet. En zeker als wij een vergelijking maken met wat afgelopen vrijdagavond in een jongerencentrum is gebeurd waar bij de politie op uw aandrang is opgetreden vinden wij het nogal merkwaardig dat in deze zaak geen enkel ingrijpen van het gemeentebestuur, i.e. de politie, i.e. het hoofd van de politie, de burgemees ter, mogelijk is geweest. Wij vragen uw mening en commentaar omdat het bij ons over komt als het meten met twee maten. De Voorzitter: :Wat het eerste punt betreft, ik dacht dat wij ons uiterste best zouden moeten doen om inderdaad in de eerstvolgende raad - de zaak is in behandeling - met een preadvies te komen. Wat uw vragen betreft dit. U vraagt mij allereerst of ik inderdaad tegen betrokkene heb gezegd dat er geen enkele andere oplossing was. Het is niet zo dat ik het zo concreet heb gesteld. Ik heb des tijds wel tegen de heer De Jong gezegd dat, als hij inderdaad een privéleven zou willen leiden waar bij hij geen enkele last meer zou ondervinden, ik hem dan slechts het advies kon geven om te verhui zen, hoe bitter dat overigens voor hem wellicht zou zijn; dat heb ik gezegd en dat meen ik ook. De heer De Jong is inderdaad verhuisd en of hij dat heeft gedaan n.a.v. het gesprek dat ik met hem heb ge had laat ik daar, er kunnen natuurlijk ook nog andere factoren zijn geweest die hem daartoe aanlei ding hebben gegeven, maar dat kan ik totaal niet beoordelen. Ik heb hem dus in deze geest gei'nfor- meerd toen hij een keer bij mij op het spreekuur is geweest. Dit impliceert niet dat wij gewoon niets gedaan hebben. Ik kan u de verzekering geven dat de politie er niet op één plaats in de stad maar op alle plaatsen in de stad regelmatig op toeziet dat er geen geluidsoverlast plaats zal hebben. Maar ik heb wel eens eerder in deze zaal gezegd dat wij ons geen illusie mogen maken; vooral in dat gedeelte in de binnenstad waar wij ook op grond van het structuurplan de horecasector ruim baan hebben gege ven zullen wij geen kans zien om iedere overlast, ook betrekkelijk geringe overlast, te vermijden. Het is niet reöel te denken dat dat kan, want het is niet te verwezenlijken. Daar behoren wij betrok kenen eerlijk over te informeren en dat doen wij ook. Maar dat impliceert niet dat de politie niets zou doen als er werkelijk overlast plaats heeft die echt niet nodig is; je kunt niet alle muziek kappen 5 maar je kunt wel iets doen als men er erg veel hinder van ondervindt en ook, als tweede punt, als de geluidshinder optreedt in de tijden - dat gebeurt ook in de binnenstad - dat de zaken gesloten beho ren te zijn. Dat zijn twee concrete dingen waar de politie op let, er mag niet een zodanige overlast zijn dat men werkelijk hinder heeft en men moet lawaai nalaten buiten de tijden waarin men vergun ning heeft open te zijn en muziek te produceren. Dat is dus een algemene lijn die wordt toegepast. Er wordt dus niet met twee maten gemeten. De brief wordt in handen van b. en w. gesteld om preadvies. Sub L. De brief wordt in handen van b. en w. gesteld om preadvies. Sub M. De brief wordt in handen van b. en w. gesteld ter afdoening. Sub N. De brief wordt voor kennisgeving aangenomen. Sub 0. De heer Janssen: In deze brief wordt bezwaar gemaakt tegen de vestiging van een benzineverkoop- punt in het bedrijvengebied Mariahof. Ik zal niet op alle aspecten van de brief ingaan maar bij wijze van schot voor de boeg zou ik u willen meedelen dat mijn fractie nu reeds op het standpunt staat dat met alle middelen moet worden voorkomen dat daar een bezineverkooppunt komt. U zult deze brief tot u nemen om tot een preadvies te komen, maar ik meende dat ik nu beter het standpunt van mijn fractie aan u kenbaar zou kunnen maken. Ik hoop dat u er in slaagt - ik weet dat het college daar naar streeft - om dat benzineverkooppunt op deze plaats tegen te gaan. De heer Van der Wal: Ik kan mi j namens mijn fractie volledig aansluiten bij de woorden van de heer Janssen. Ook wij zien het totaal niet zitten dat er een benzineverkooppunt met aan- en afvoer- verkeer in dat gebied komt. De Voorzitter:.Ik geloof niet dat het nodig is dat hier van de zijde van het college een reactie op komt, wij kunnen deze opmerkingen op dit moment voor kennisgeving aannemen. De discussie kan uit gesteld worden tot het moment dat het preadvies in de raad komt. De brief wordt in handen van b. en w. gesteld om preadvies. Sub P. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. Sub Q. De heer De Jong: Ik stel mij voor dat het college van b. en w. de aanleiding van deze brief gaat onderzoeken en wil betrekken bij het voorstel om te komen tot het circulatieplan dat thans in gereed heid wordt gebracht. Ik heb het idee dat alternatieven daardoor niet zo erg gemakkelijk liggen, voor al als wij denken op korte termijn, te meer als wij weten dat het Hoeksterpad en de Nieuwekade op vrij korte termijn herstraat worden en dat daar diepriolering wordt aangebracht. Wat in eerste instan tie voor handen was is dat de bussen alsnog de Voorstreekroute blijven rijden. Maar ik zou een drin gend verzoek willen richten tot b. en w. om er bij de Fram met klem op aan te dringen dat deze bus sen vooral in de avonduren wat minder jakkeren dan zij de laatste weken hebben gedaan. Het is voor de monumentale panden aan deze gracht en ook voor de bewoners en de leefbaarheid haast niet meer vol te houden. Ik weet dat het verschrikkelijk moeilijk is om de een of andere strenge bepaling daarop toe te passen maar namens de hele fractie mag ik een dringend beroep op u doen de Fram per se te wij zen op minder snel rijden in dit stukje van ons stadscentrum.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 3