4 Sub G. De heer De Beer: U stelt voor dit punt te behandelen bij de begroting. Wat is daar de reden van? De Voorzitter: De problematiek van de huisvesting van gemeentelijke diensten en afdelingen is door ons in de begrotingsstukken aan de orde gesteld; het gaat daarbij om de stand van zaken m.b.t. de huisvesting van verschillende secretarie-afdelingen en een aantal diensten. Wij vinden het zinvol om dit punt in dat kader - de begrotingsbehandeling is niet meer zo ver af - te behandelen. Voor die tijd gebeurt er toch niets, zo lang zit V.O.W. nog wel in het betreffende pand. De heer De Beer: Ik vind dat uitstekend, maar misschien had u dat beter in de brief kunnen ver melden die de heer De Jonge gekregen heeft, want hij begreep niet waarom de behandeling van zijn brief werd uitgesteld. Daarom heb ik nu ook de vraag gesteld. (De heer Ten Brug (weth.): Er wordt niets uitgesteld.) De Voorzitter: U bedoelt dat wij de reden dat wij het bij de begroting willen behandelen er bij zouden moeten vermelden. Goed, daar kan geen enkel bezwaar tegen zijn, ik zeg toe dat wij dat zullen doen Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezegging van de voorzitter. Punten 3, 4 en 5 (bijlagen nos. 367, 344 en 354). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 6 (bijlage no. 345). De heer Knol: Hier wordt voorgesteld om aan het vleesbedrijf De Mustang 384 m2 grond te verko pen tegen een prijs van 26,per m2. Het is de bedoeling dat op deze grond - dat lees ik althans uit de stukken - een zoutingsbedrijf wordt gevestigd waarvan een stukje met een hoogte van 3 meter en een stukje met een hoogte van 6 meter. Mijn vraag is welke motieven ten grondslag hebben gelegen aan de vaststelling van deze grondprijs. De heer Rijpma (weth.): Hier heeft aan ten grondslag gelegen de prijs die voor het industrieter rein geldt. Deze grond heeft beperkte waarde ook omdat er een hoogspanningsleiding door het bedrijf heen ligt; de mogelijkheden zijn derhalve niet groter dan op het industrieterrein. Vandaar deze kop peling aan die prijs. De heer Knol: Het komt mij wat vreemd voor, want de motieven die in de brieven worden genoemd t.a.v. de hoogte zijn van stedebouwkundige aard. Daarom wordt het aan de ene kant tot 3 meter hoogte opgetrokken en aan de andere kant tot 6 meter hoogte. Ik wilde u er alleen nog even op wijzen dat in de zeer nabije omgeving grond wordt verkocht voor 109,en 160,per m2. Ik begrijp dit echt niet, de reden waarom de prijs van industriegrond moet worden gehanteerd aan de buitenkant van de stad is mij volkomen onduidelijk. Ik ben tegen dit voorstel. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat mevr. E. Brandenburg-Sjoerdsma en de heren S. Bouma en J. Knol wensen te worden geacht tegen te hebben gestemd. Punt 7 (bijlage no. 347). De heer Geerts: Ik heb geluiden uit het Westeinde gehoord als zou er van de kant van de gemeen te niet voldoende voorlichting gegeven zijn over wat er zal gebeuren en hoe het zal gebeuren. Ik heb hier een tijdje geleden ook al eens naar gevraagd in de Commissie Grondbedrijf en toen heeft men mij verzekerd dat een en ander voldoende met de wijk was doorgesproken. Ik heb contact gehad met een aantal vertegenwoordigers van de wijkorganisatie en men heeft mij gezegd dat dit toch niet het geval is. Er is een onderhoud geweest tussen het stichtingsbestuur en de wijk, maar contacten met de gemeen te zouden er nog niet geweest zijn. Ik zou graag van u willen horen in hoeverre er contacten geweest 5 zijn, met wie en waarover toen gesproken is. Een ander punt is dat van de kant van de wijk gedacht wordt aan het onderzoeken van de moge lijkheden van het komen tot een wijkcentrum. Nu is het zo dat op de gemeentelijke begroting daar niet zo gek veel voor beschikbaar is - een ton per jaar, dacht ik, in het beleidsplan - en wij zullen ook prioriteiten moeten stellen. Het zou anderzijds toch wel aardig zijn om eens te onderzoeken of de plannen van deze stichting misschien ook samen zouden kunnen gaan met de plannen van de wijk, al was het dan alleen maar dat ruimten in dit tehuis zouden kunnen worden gebruikt voor de wijk. Mis schien kan het ook nog verder gaan, dat er toch gezamenlijk onderzocht kan worden of er een bepaal de exploitatiemogelijkheid aanwezig is. Ik zou graag willen dat van de kant van de gemeente dit in ieder geval nauwlettend in de gaten wordt gehouden en dat zo mogelijk stimulerend zal worden opge treden. De heer De Vries (weth.): Ik wil beginnen met te zeggen dat het overleg met de contactgroep Westeinde niet altijd even vlot en soepel is verlopen. De zaak heeft na de portefeuillewisseling met collega Weide een tijdlang stop gestaan, wij hebben wat moeizaam de zaak weer op gang gekregen. Daarbij is de afspraak gemaakt dat wij voortaan twee keer per jaar met de contactgroep Westeinde de problemen die er leven door zullen nemen. Wij hebben de zaak van de vestiging van een dagverblijf voor gehandicapten op 12 mei j.lmet de contactgroep besproken. Ik heb hier het verslag van die be spreking en ik ben eventueel bereid om dit stuk nog voor de raadsleden ter visie te laten leggen. In dat gesprek hebben wij een uitvoerige motivering gegeven waarom in die omgeving van de bouw van scholen moest worden afgezien en waarom wij meenden dat deze plaats bij uitstek geschikt was om als vestigingsplaats van een dagverblijf voor geestelijk gehandicapten te fungeren. De contactgroep West einde heeft van die mededelingen kennis genomen, men heeft niet geprotesteerd, men heeft enkel en alleen geconstateerd dat men graag in een eerdere fase betrokken had willen worden in deze proce dure. Op zichzelf was dit van de kant van de gemeente wat moeilijk omdat wij m.b.t. de vaststelling van de grootte van dit terrein nogal wat moeilijkheden hebben gehad met het rijk. De Stichting Dag verblijven voor Gehandicapten Leeuwarden heeft maanden achtereen intensief overleg nodig gehad om te komen tot een juiste plaatsbepaling en tot een juiste bepaling van de grootte van dit terrein. Toen men het eenmaal met elkaar eens was is de kar verder op de rails geplaatst; dit is de oorzaak dat deze zaak hier nu aan de orde is. Overigens is het uit stedebouwkundig oogpunt - collega Rijpma zou dat veel beter kunnen vertellen dan ik - nog nodig dat het bestemmingsplan ter zake gewijzigd wordt. De D.S.O. heeft inmiddels de nodige maatregelen getroffen om die procedure op gang te brengen. Een andere opmerking van de kant van de heer Geerts was: Is er ook overwogen om eventueel te proberen dit te stichten gebouw mee dienstbaar te maken aan wijkactiviteiten? De bouw van een dag verblijf voor geestelijk gehandicapten is een zaak die valt onder de Algemene Wet Bijzondere Ziekte kosten en juist m.b.t. de inrichting en de functie van zo'n gebouw stelt men zeer stringente eisen, zo dat ik vrees dat een eventueel multifunctionele bestemming hier moeilijk bereikbaar zal zijn. Iets an ders is dat het ons bekend is dat het stichtingsbestuur van de Stichting Dagverblijven voor Gehandicap ten Leeuwarden gaarne zijn medewerking verleent om te proberen de integratie van de geestelijk ge handicapte in de samenleving zoveel mogelijk te stimuleren. Een van de middelen daartoe is dat men de eigen gebouwen ook beschikbaar stelt voor eventuele activiteiten vanuit de omgeving. Het bestuur van deze stichting is, naar mij is verzekerd, bereid om deze zaak samen met de contactgroep West einde onder ogen te zien. Er zijn al contacten gelegd, zodat ik zou willen voorstellen eerst maar eens even af te wachten hoe dit verder verloopt. Bovendien is het zo dat de stichting van dit dagverblijf toch nog wel enige tijd op zich zal moeten laten wachten. M.b.t. de vestiging van een wijkcentrum sec is het inderdaad juist dat de middelen erg beperkt zijn. Wij hebben vanuit het gemeentebestuur aan de wijkgroep geadviseerd een gedetailleerde begroting op te stellen en een aanvraag in te dienen via het Bureau Friesland van C.R.M. voor realisering van dit gebouw in A.C.W.-verband. Ik weet niet of dit het middel voor al Ie kwalen daar zal zi jn, maar in ieder geval is het de moeite waard om deze procedure op gang te brengen. Als er eventueel voor deze sector weer opnieuw rijksmiddelen beschik baar zullen komen in het kader van de A.C.W. dan kan ook de wijk Westeinde proberen de claim gel dend te maken. De heer De Greet is inmiddels ter vergadering gekomen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punten 8 en 9 (bijlagen nos. 353 en 340). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 3