l& is 3
De heer Schaafsma (weth.): Eén ding dat de heer Van der Veen gezegd heeft moet ik, dacht ik,
corrigeren. Het is niet zo dat de gemeente tot nu toe niets heeft gedaan. (De hear Van der Veen: Dat
haw ik ek net sein. Der binne tref I i ke utstellen dien om de problemen ta in opiossing to bringen, mar
as ik it antwurd goed les dan is dy oplossing net omset yn in died.) Dan is het goed, dan had ik u niet
goed begrepen. Wij hebben in het verleden de Friese Operavereniging duidelijk geholpen. Die hulp is
echter blijkbaar nu alle feiten naar voren komen niet voldoende geweest. Men zit dus evengoed nog in
de narigheid. Wij hebben in eerste instantie gezegd: Wij zijn jullie behoorlijk tegemoet gekomen wat
hulp betreft, wij menen dat wij daarmee kunnen volstaan. In de loop van het jaar hebben wij echter de
hand over het hart gestreken en gezegd: Wij moeten toch maar eens kijken of wij nog iets kunnen doen.
Vanuit die positie zijn wij op het ogenblik bezig om te kijken of wij nog verder hulp kunnen bieden.
Ik wil duidelijk stellen dat het niet zo is dat wij nu pas beginnen hulp te bieden aan de Friese Opera
vereniging, er is al een behoorlijk bedrag aan deze vereniging gegeven. Dat bedrag is alleen niet vol
doende gebleken. Wij zijn bereid om te bekijken of wij deze vereniging uit de moeilijkheden kunnen
helpen. Ik zou er in dit stadium niet meer over willen zeggen omdat er een aantal facetten aan zitten
die wij zelf nog niet kunnen overzien. Als ik uitgebreid op die zaken in zou gaan dan zou ik de zaak
misschien eerder bemoeilijken dan gemakkelijker maken. Het is dus duidelijk zo dat wij in een tweede
fase bezig ^ijn om hulp te bieden. (De Foarsitter: Sokke klubs hawwe wy net safolle.) (De hear Van der
Veen: Né, dêrom moatte wy dizze wol halde, nou.)
De heer Heere heeft gevraagd naar de huisvesting van directie en administratie van het Frysk Or
kest. Er is een pand aangekocht op de hoek van de Wijbrand de Geeststraat en de Vredeman de Vries-
straat. Ik weet niet of de akte al gepasseerd is, maar het pand is volgens mij gekocht. De kosten die
daarmee gepaard gaan voor de gemeente Leeuwarden blijven volgens onze inlichtingen binnen de ra
ming die wij hadden. Dat was ook de voorwaarde toen men naar nieuwe huisvesting ging zoeken. Er is
daarover goed overleg geweest met het bestuur, er is van onze kant gezegd: Jullie kunnen rustig op
zoek gaan, maar ga er daarbij in ieder geval van uit dat wij niet voor fabuleuze bedragen aan huisves
tingskosten voor het Frysk Orkest wensen op te draaien. Ik dacht dat zij die huisvesting nu gevonden
hebben en dat het alleszins een goed pand is voor een beslist redelijke prijs.
De Voorzitter: Wij zijn hiermee aan het einde van deze afdelingsvergadering gekomen, ik dank u
allen hartelijk voor uw medewerking.
De Voorzitter sluit, om 20.30 uur, de vergadering.
/St,
Verslag van de vergadering op donderdag, 24 november 1977 van de afdeling VI van de Gemeenteraad ter
voorbereiding van de behandeling van de ontwerp—begrotingen voor 1978 en het ontwerp—beleidsplan
1978-1982.
Aanwezig van de afdeling: mevr. mr. E.N.J. Smit en de heren J. ten Brug (weth.), H. Meijerhof, dr.
W.A. de Pree (tot de pauze), N. Sterk en L. Visser.
Afwezig: de heer drs. M.H.G. de Greef.
Aanwezige overige raadsleden: de dames E. Brandenburg-SjoerdsmaM.A. van Dijk-van Terwisga,
G. Visscher-Bouwer en M.M.Th. Visser-van den Bos en de heren G. Buising, J. R. Bijkersma (van 19.55
uur tot de pauze) en ir. C.G.H. Geerts (tot de pauze).
Voorzitter: de heer J.S. Brandsma, burgemeester.
Voorts zijn aanwezig: de heren P. de Boer, ambtenaar van de afdeling Financiën en Belastingen,
mr. H.P.M. Kalwij, ambtenaar van de afdeling Onderwijs, mr. L.P.A. van Kats, loco-secretaris, P.
Kingma, ambtenaar van de afdeling Onderwijs, J.J. Oljans, hoofd van de afdeling Onderwijs (van
19.45 uur tot de pauze), mr. W.J.G. Reumer, secretaris, en C. IJsbrandij, hoofd van de afdeling
Financiën en Belastingen.
Te behandelen:
Par. 4. Beleidssector Onderwijs.
Par. 15. Beleidssector Overige uitgaven en inkomsten.
De Voorzitter: Dames en heren, hartelijk welkom op deze afdelingsvergadering; ik stel voor dat
wij met onze werkzaamheden beginnen.
PAR. 4. BELEIDSSECTOR ONDERWIJS.
A. Algemeen.
De heer De Pree: Ik heb een paar opmerkingen n.a.v. punt 193. Ik vind het antwoord op vraag 193
wel acceptabel wat betreft de eerste regels die er op neer komen dat wat gevraagd wordt op het ogen
blik qua bemanning niet mogelijk is. Wat zwakker is, dacht ik, wanneer het mede geschoven wordt op
het totale integrale beleidsplan; ik denk niet dat dat een argument is om te zeggen dat t.a.v. het on
derwijsbeleid niet een aantal dingen op papier gezet zouden kunnen worden. Wat mij betreft vind ik
het uitstekend - ik weet niet of de wethouder het daarmee eens is - als het via de Onderwijscommissie
wordt gedaan. Ik denk daarbij aan simpele zaken als het op een rijtje zetten wat de beleidsruimte is
op onderwijsgebied die je als gemeente hebt; die ruimte is vrij beperkt gezien de regels die er van de
rijksoverheid komen, maar enige ruimte heb je als gemeente, dacht ik, wel. Verder denk ik aan het op
een rijtje zetten van wat er op het ogenblik aan financiën van de kant van de gemeente naar het onder
wijs toe gaat, omdat je er dan een indruk van krijgt wat er tot dusver prioriteit had in Leeuwarden.
Als derde noem ik dan nog het punt welke initiatieven wij vanuit de gemeente zouden willen nemen op
het gebied van het onderwijs en het onderwijsbeleid. Wanneer de wethouder toezegt dat hij dit soort
zaken t.z.t. in de Onderwijscommissie aan de orde wil stellen dan ga ik akkoord met het antwoord zo
als het hier staat.
De punten 195 en 196 betreffen de scholenbouw in Camminghaburen. Ook daarover wil ik een paar
opmerkingen maken. Er wordt erg veel gesproken, ook in Leeuwarden, over een soort wens dat school-
accommodaties voor meer zaken tegelijk dienstig zouden kunnen zijn dan alleen voor onderwijs. Dat
wordt dan gemotiveerd vanuit nieuwere inzichten over de relatie die er moet zijn tussen hetgeen op de