4 Sub I. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. Sub J. De brief wordt in handen van b. en w. gesteld om preadvies. Sub K. De heer Ten Hoeve: Mijn fractie is het niet eens met de wijze van afhandelen van deze brieven zoals die door het college wordt voorgesteld. Eerst een paar opmerkingen over de procedure. De heer Van der Zijl heeft op 5 maart een brief aan de raad gericht en die brief heeft niet op de agenda ge staan. Ik heb begrepen dat hij zelf telefonisch bericht heeft gehad dat de brief t.z.t. bij de behande ling van het structuurplan wel aan de orde zou komen. Ik dacht echter dat brieven gericht aan de raad op de agenda geplaatst zouden moeten worden en dat dan bekeken kan worden of wij het met het col lege eens zijn. Bij deze brieven hebben wij al een twistpunt. U zegt: Wij willen ze aanmerken als be zwaarschrift tegen het structuurplan Schil-oost en willen er t.z.t. op terugkomen. Wij zijn het daar niet mee eens. In deze brieven gaat het hoofdzakelijk om punten die handelen voordat tot vaststelling van het structuurplan gekomen wordt, het gaat m.n. om de inspraakprocedure en die speelt zich af voordat de raad overgaat tot formele vaststelling van het plan. Een aantal opmerkingen in deze brie ven vinden wij van dermate groot belang dat daarop ingegaan moet worden. Wanneer dat pas zou ge beuren bij de vaststelling van het structuurplan dan is het mosterd na de maaltijd. Wij vinden dan ook dat nu ingegaan moet worden op de opmerkingen die de heer Van der Zijl maakt en op de kritiek die hij op bepaalde punten heeft en dat hij nu antwoord moet hebben op zijn brieven. Een burger die zich serieus inzet voor deze zaken verdient ook een serieuze behandeling van het college. Daarom verzoe ken wij het college om te antwoorden op deze brieven en in te gaan op de punten die daarin genoemd zijn. Nu zijn er inhoudelijk over de brieven veel opmerkingen te maken, ik wil dat niet doen, ik wil het preadvies waar ik om vraag graag afwachten. Drie opmerkingen wil ik toch nog maken. Ook hier blijkt duidelijk dat, wanneer wij in een groter gebied werken met onze organisatie van project- en contactgroepen, dat op moeilijkheden stuit. Dezelfde moeilijkheden hebben wij gehad in Huizum met een groot gebied. Ik weet dat deze opmerkingen geplaatst zouden moeten worden bij de evaluatie die komt over het werken van project- en contactgroepen, maar hier blijkt toch al duidelijk dat in dit grote gebied deze organisatiestructuur moeilijk werkt. Een tweede opmerking is deze- Een groot deel van mijn fractie is het er niet mee eens dat in gebieden waarvoor nog geen plan is vastgesteld maar waarvoor wel een ontwerp-plan is gewerkt wordt met de richtlijnen en uitgangspunten voor dat plan. In dit verband kan ik als voorbeeld Molenpad noemen, maar het is een meer algemeen probleem dat in bepaalde gebieden al gewerkt wordt met uitgangspunten die nog niet door de raad zijn vastgesteld en dat is geen goede zaak. Mijn laatste opmerking is dat het uit deze brieven heel duidelijk wordt dat er onzekerheid en onrust heerst in de Schil; de mensen weten door de presentatie van de zaken en door de verschillende benamingen die voor de rapporten zijn gebruikt niet meer waar ze aan toe zijn. Daar om wil ik het college graag vragen of het bereid is om de hele inspraakprocedure voor de Schil nog eens duidelijk op papier te zetten en te bekijken of er mogelijk verbeteringen aangebracht kunnen worden. In deze brieven wordt het voorbeeld genoemd van de behandeling van het structuurplan voor de binnenstad. Ik ben het er mee eens dat dit gebied net als de binnenstad van groot belang is en dat dit een zorgvuldige behandeling vraagt. De heer Heere: Ik wil kortheidshalve alleen dit zeggen. Ik sluit mij in grote lijnen aan bij wat de heer Ten Hoeve m.b.t. dit punt heeft opgemerkt. Ik vind ook dat, wanneer een burger van deze stad een brief schrijft aan de raad, hij binnen redelijke termijn antwoord moet krijgen. Wat de inhoude lijke kant van de zaak betreft geloof ik ook dat er zorgvuldig moet worden gekeken naar allerlei sa menhangen die er kunnen zijn, m.n. tussen Camminghaburen en Schil-oost. Als je de data van hoor zittingen en allerlei definitieve beslissingen met elkaar vergelijkt zou het wel eens zo kunnen zijn dat, als je de ene beslissing neemt, over een andere niet vrij meer kan worden beslist. In ieder geval hebben ze veel invloed op elkaar. De hear Singelsma: It is net tafallich dat ik by de bigreating al in pear fragen steld haw nei oan- lieding fan dizze hiele proseduere, hwant ik moat sizze: Sa't de boarger der neat fan snapt sa snapt it riedslid der ek neat mear fan, sa'n spul is it. Der is noch gjin struktuerplan foar Sky I-east, mar yn publikaesjes yn „Aan de Grote Klok" is der wol sprake fan in untwerp-struktuerplan. Men wit op't lést net mear hwer't men oan ta is. En hwannear't hjir dan praet wurdt oer it biantwurdzjen fan in oan de ried rjochte brief - der kaem pas nei moannen in antwurd op en dér waerden konklüzjes yn lutsen dy't net krekt binne - dan freegje ik my of oft if saekje wol goed wurket. De foarige sprekkers hawwe ek al sein dat der natuerlik in relaesje is tusken Skyl-east en Camminghabuorren. It leit foar de han dat ek de boargers ynspraek hawwe moatte yn de saek Skyl-east. Nou is der in brief fan de hear Van der Zijl en dêryn wurdt yngien op forskil lende punten. Hy wiisf der u.o. op dat wy aensf it gefaer rinne dat wy punten dy't noch net iens troch de ried fêststeld binne as utgongspunt nimme sille foar it bi- sfimmingsplanIk tocht dat dit in forkearde saek wie. Ik hoopje dat de wefhdlder hjir hjoed wiidwei- dich op yngean sil en dat wy dan allegearre witte - ek de briefskriuwer - hwer't wy oan fa binne. De heer De Beer: Uit de brieven die wij nu behandelen blijkt duidelijk dat een aantal bewoners van Schil-oost problemen heeft met de wijze waarop hier wordt gewerkt en met de manier waarop wordt toegewerkt naar het structuurplan voor Schil-oost. Er worden door de briefschrijver bezwaren genoemd - ik zal ze niet herhalen, ze zijn reeds van verschillende zijden genoemd - en ik hoop dat de wet houder hier vanavond verder op in zal gaan en dat hij bereid zal zijn deze brief nu te beantwoorden. De heer Van der Wal: Ook in de afdelingsvergadering van weth. Rijpma ben ik n.a.v. een vraag al ingegaan op het feit dat de brief van de heer Van der Zijl van 7 maart niet is beantwoord. Toen is er van ambtelijke zijde namens het college geantwoord: Ja, maar er is onmiddellijk daarna telefonisch aan betrokkene meegedeeld dat die brief behandeld zou worden in het kader van het verkeersplan. Achteraf bleek mij dat dat na de zomer pas zeer zijdelings is gebeurd en dat dat pas kort geleden schriftelijk bevestigd is. Op zo'n afdelingsvergadering kan je dat soort mededelingen nooit checken. Ik vind het toch wel betreurenswaardig dat namens het college met zulke antwoorden wordt gekomen terwijl later blijkt dat er pas na een halfjaar een telefoontje is geweest n.a.v. een ander onderwerp waarbij zijdelings is meegedeeld dat de brief behandeld zou worden als nu vermeld wordt. Ik betreur het erg dat er antwoorden van hef college zijn gekomen die achteraf niet juist blijken te zijn. Voor het overige kan ik mij aansluiten bij wat de vorige sprekers hebben gezegd, m.n. bij het geen de heer Ten Hoeve naar voren heeft gebracht over dit onderwerp. Het gaat er vooral om dat t.a.v. allerlei plannen van ambtelijke diensten, die formeel nog ter discussie staan voor de inwoners en ook voor de raad, achter de schermen eigenlijk al volledig vaststaat wat er gaat gebeuren. Het beste voor beeld hiervan is de oplossing van de ontsluiting van Camminghaburen die directe invloed heeft op de Schil, de keus b.v. tussen de Kanaalweg en de De Merodesfraat. Formeel is die keus nog volledig open, maar in ambtelijke kringen wordt alleen nog maar gesproken over de Kanaalweg, anders kan niet. Dit soort zaken spelen, die zijn ook allemaal bekend, maar hier in de raad wordt gezegd dat de beslis sing nog komt. Ik vind dat de heer Van der Zijl nu recht heeft op een antwoord op zijn brieven. Ik be grijp wel dat dat antwoord moeilijk te geven is staande deze vergadering en ik verzoek u dan ook het antwoord van b. en w. zo mogelijk in de eerstvolgende raadsvergadering aan de orde te stellen. De heer Rijpma (weth.): Eerst een aantal opmerkingen over de Schil. In het vraag- en antwoord spel stonden over deze zaak ook een aantal vragen en daar is nader naar gevraagd tijdens de afde lingsvergadering. Daar is van de kant van het college zowel door mij als door een van de ambtenaren zo goed mogelijk op ingegaan. De heren die er nu vragen over stellen waren kennelijk niet bij die be handeling aanwezig. (De heer Van der Wal: Pardon, ik was er wel, ik heb toen dezelfde vragen ge steld.) De heren Singelsma en Ten Hoeve waren er niet. (De heer Van der Wal: U sprak in hef algemeen over „de heren".) (De heer Geerts: Ze spreken nu namens de fractie, de heer Ten Hoeve in ieder ge val wel.) In de afdelingsvergadering is dus ook gesproken over de positie van de Schil. Ik wil er hier nog wel het een en ander van zeggen. Er is een projectgroep bezig met een structuurplan voor de Schil. Zoals bij alle projectgroepen het geval is functioneert ook hier een contactgroep. Door de project groep en de contactgroep zijn er verschillende avonden belegd waarvoor de bewoners van een wijk, van een buurt of van het hele gebied uitgenodigd zijn om over bepaalde aspecten van het structuur plan in voorbereiding met hen van gedachten te wisselen. Dat is ook aan de raad bekend, want n.a.v. die contacten is aan u voorgesteld - dat is in de Commissie Ruimtelijke Ordening uitvoerig behan deld - om het bureau Dwars, Heederik en Verhey een visie te laten ontwikkelen over de verkeers- strucfuur binnen dat gebied, omdat daar zoveel over te doen is geweest tijdens de contactavonden met de bewoners in de verschillende buurten. Er is op dit moment derhalve geen structuurplan voor de Schil, er is nog steeds een ontwerp in voorbereiding en dit ontwerp in voorbereiding zal opnieuw aan de bur- gers gepresenteerd worden, ik meen op 20 december. Op 20 december zal opnieuw aan de mensen ge-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 3