VQ h>l\ De panden dêromhinne wurde restaurearre troch in oare architekt en in oare opdrachtjower. Ik tocht dat wy as ried net alhiel oan us trekken komme as dy plannen oan us foarlein wurde. Hwat is der ommers bard? Wy hawwe dat pand kocht - yn it riedsbrief oer de keap waerd sprutsen oer de nijbou dy11 réal isearre wurde soe troch "Beter Wonen", dit utstel slut der strak op oan -, de oankeap is goed- kard, de Hannelsdrukkerij is der wei gien en op dat momint hat de D.S.O. it bistjür fan "Beter Wonen" mei harren architekt utnoege foar in petear. Ik haw hjir de notulen fan dit petear en yn dat petear is sprutsen oer hwat dan de bidoeling is en hwat der barre kin. Der is sein dat dit gjin eksakte oanbieding is mar dat hja graech sadré it pand leech is bigjinne wolle en hja freegje oft de D.S.O. harren gedach ten der oer gean litte wolle sadat hja, as de Hannelsdrukkeri j leech komt, op'e tiid bigjinne kinne. Nou, dat is krekt sa't de ried it altiten woe. Dat petear hat west op 31 maeije 1976. Foar de gemeente wienen dêr oanwêzich de hear J. van der Wal, haeddirekteur, en de hear Stevens. As jo as takomstige opdrachtjower - dat is "Beter Wonen" - sa'n gearkomste meimeitsje en jo hawwe as wenningbouforiening fia federaesje en oerliz mei b. en w. jou ynteresse sjen litten yn dit wurk, jo wolle der dan net oan meidwaen en jo jowe dan jou architekt in opdracht - faker as ien kear hat it bistjur mei dizze archi tekt praet en sein dat de gemeente oan ófbraek tinkt en frege oft de architekt miskien oare mooglik- heden sjocht -, as yndikaesje hwat mooglik is, om in restauraesjeplan foar it hiele gebiet to untwerpen en dat bringe jo gewoan yn de diskusje yn - nou komt it - dan seit it kolleezje dat dat allegearre leuk is mar dat dêr gjin opdracht ta wie en dan jowt it kolleezje in oare architekt opdracht om de restau raes jeplannen to bisjen. De wenningbouforiening hat it lykwols gewoan ynbrocht yn de diskusje - mear hawwe hja der net oan forboun - om't hja in reéle kans seagen om dit hiele gefal to restaurearjen wylst hja der seis in sketstekening en in makette fan makke hawwe dy't hjir op it stedhus óflevere binne en it ek noch yn de parse west hat! Dan seit it kolleezje dat it pand ofbrutsen wurdt en dat der nijbou komt. It iennige dat ik hjoed freegje wol - en dêrom haw ik it wurd fierd - is dit: As mei 1 of 3 moan- ne it plan Hannelsdrukkerij oan de ried oanbean wurdt dan soe ik it op priis stelle dat de plannen dy't de wenningbouforiening "Beter Wonen" as inisiatyf op it mêd fan restauraesje ynlevere hat op dat mo mint alhiel yn de diskusje bilutsen wurde en dat dy plannen dan ek oan de ried oanbean wurde sadat wy der oer diskussiearje kinne. Sille wy oan it plan foar restauraesje dat "Beter Wonen" ynbrocht hat as ried omtinken jaen of geane wy efter it stanpunt fan it kolleezje stean en lit dêr nijbou komme? Ik tocht by myselsas ik dit punt wer oan de oarder hawwe wol moat ik it nou freegje. De heer Rijpma (weth.): Op 24 maart 1977 hebben wij een raadsbrief doen uitgaan, die ongeveer 14 dagen later in deze raad behandeld zal zijn, waarin heel duidelijk staat wat het college aan de raad voorstelt. Dat is zonder ingrijpende discussie aanvaard en de heer Miedema heeft daarbij niet het woord gevoerd. Wat in die raadsbrief m.b.t. de Handelsdrukkerij staat, is dat er nog niets afgebroken wordt. In de eerste plaats staat er in dat de panden die gelegen zijn aan de Grote Kerkstraat wat het ook koste - nu formuleer ik het even vrij - gerestaureerd zullen worden. In de tweede plaats staat er over Pijlsteeg 16 en 18 in dat er alsnog een onderzoek gepleegd zal worden of die panden niet te hand haven zijn ondanks het feit dat die woontechnisch in slechte staat verkeren en misschien bouwtechnisch ook niet al te best zijn. In de derde plaats staat er heel duidelijk in het voorstel van het college - nu moet ik er bij zeggen dat de panden die ik u genoemd heb het hele complex van de Handelsdrukkerij vormen, geen steen meer en geen steen minder - dat de panden aan het Schoenmakersperkhet vol gende stukje van het gebied dat wel als gebied van de voormalige Handelsdrukkerij werd aangemerkt, n.l. de panden 28, 28a, 30, 32 en 34 (zie kaart 1), op kaart 7 worden aangeduid als structureel be palend, bouwkunstig ondersteunend, maar bouwkundig en -technisch als bijzonder slecht van kwaliteit. Zonder excessief hoge kosten zijn deze panden niet te rehabiliteren. Dan is de slotconclusie - wij heb ben adviezen ingewonnen hoe zwaar de esthetische kwaliteit in dit geval afgewogen moet worden te gen het kostenaspect - dat, het geheel overziende, de panden aan het Schoenmakersperk vervangen moeten worden door ter plaatse passende nieuwbouw te plegen. In verband met het vorenstaande ad viseren wij u voor de panden aan het Schoenmakersperk aan model III de voorkeur te geven en ons te machtigen met de woningbouwcorporatie Beter Wonen te overleggen over een nieuwbouwplanIn dit nieuwbouwplan zullen woningen van verschillend type moeten worden gerealiseerd enz. enz. Dat staat onder het hoofdje "Panden aan het Schoenmakersperk". Inmiddels is er een bouwtechnisch en daarna ook een woontechnisch onderzoek geweest en die opdracht is in eerste instantie aan de dienst gegeven. Deze dienst heeft gerapporteerd dat het bouwtechnisch wel mogelijk was maar dat men er woontechnisch niets voor voelde en dat men die laatste opdracht ook niet had uitgevoerd - daar over zijn intern de nodige woorden gewisseld - omdat op dat moment duidelijk was - dat was al langer zo - dat de N.V. Stadsherstel Leeuwarden bijzondere belangstelling had voor de panden aan de Grote Kerkstraat. Daarvan is vanaf het begin sprake geweest! N.V. Stadsherstel had vanwege die belang stelling op eigen verantwoordelijkheid aan een architect van het bureau Van Manen en Zwart opdracht W" é>5 gegeven zowel bouwtechnisch als woontechnisch te onderzoeken hoe de panden aan de Grote Kerkstraat te rehabiliteren c.q. te restaureren waren. De N.V. Stadsherstel was tot de conclusie gekomen dat deze panden organiek bijzonder goed bij dit object pasten en wij hebben toen in aansluiting op het bouw technisch onderzoek aan het architectenbureau Van Manen en Zwart gevraagd om ook te kijken, nu in opdracht van het college, in hoeverre de panden Pijlsteeg 16 en 18 woontechnisch konden worden betrokken bij de restauratie van de panden aan de Grote Kerkstraat. Daar is een rapport over versche nen en dat rapport zal binnenkort aan de raad, met voorstellen, worden toegezonden. In dat rapport staat dat er van de panden in de Pijlsteeg en de Grote Kerkstraat 8 wooneenheden gecreëerd kunnen worden plus een winkel. Onze berekeningen tonen aan dat er een investering op rendabele basis moge lijk is van 1 ,4 miljoen gulden. Het totale bedrag dat er aan kosten en aan boekwaarde in gaat zitten beloopt ten minste 1,8 miljoen gulden. Dat betekent dat er een deficit is van 4 ton en daarvoor zullen wij u een voorstel doen om die onrendabele top op een bepaalde wijze te verwerken. Inmiddels is er een nadere uitwerking gekomen, daar is in de raad en ook in de Commissie Ruimtelijke Ordening naar gevraagd. Met name is gevraagd naar een nadere aanwijzing over nieuwbouw aan het Schoenmakers perk. De Dienst Stadsontwikkeling heeft zich over de stedebouwkundige aspecten van dat nieuwbouw- aspect beraden en vorige week donderdag is daar een discussie over geweest in de Commissie R.O. De voorstellen die door de dienst geformuleerd zijn, zijn met enige wijzigingen gaarne aanvaard en dat betekent dat op basis daarvan het gesprek met Beter Wonen voortgezet wordt. Ik moet er bij zeggen dat ik in de tussentijd met Beter Wonen van gedachten gewisseld heb en dat Beter Wonen ook van die kant heel duidel ijk op het standpunt staat dat zij in zijn voor nieuwbouw ter plaatse en dat zij geen belangstelling hebben voor restauraties en rehabilitaties omdat daar problemen mee zijn die ver uit gaan boven de mogelijkheden die in een woningbouwcorporatie aanwezig zijn. Met Beter Wonen is derhalve geen enkele conflictsituatie of een verwarrende situatie ontstaan, die mag er misschien ge weest zijn, maar dat kan ik niet beoordelen. In de fase dat zij contact met de dienst gehad hebben - dat is de fase waarin een projectgroep opdracht had om een rapport over het gebied uit te brengen - kwam Beter Wonen in aanmerking om, zoals ook door de Federatie van Woningbouwcorporaties aan bevolen is, daar ter plaatse nieuwbouw te plegen. Over iets anders is vanuit b. en w. met Beter Wonen nooit gesproken. Omdat Beter Wonen daarvoor in aanmerking kwam zijn zij door de D.S.O. uitge nodigd om hun ideeën te geven over de ter zake te plegen nieuwbouw en dat is een situatie die in de relatie tussen projectgroepen en anderen regelmatig voorkomt. Beter Wonen was op dat moment ook volkomen op de hoogte van het feit dat het gesprek een informeel karakter had. Dat informele karak ter is nog eens nadrukkelijk door de heer Hoekstra en door een van de bestuursleden benadrukt toen zij op een morgen, heel vroeg, meteen de deur van mijn kamer open deden en een maquette naar bin nen schoven en op mijn vraag wat dit was antwoordden: Mijnheer de wethouder, dit heeft uitsluitend be tekenis om te laten zien dat ook wij willen meedenken in het facet van de vernieuwing van de binnen stad, enige conclusie, enige voorwaarde mag u hieraan niet verbinden. Ik geloof dat de heer Miedema in de situatie zoals hij die schetst complicaties vermoedt, ook omdat hij, naar ik dacht, het complex Handelsdrukkerij niet geïdentificeerd heeft op het moment dat hij het raadsvoorstel had met de huis nummers die in het voorstel nadrukkelijk genoemd zijn. Deze nummers zijn genoemd om elke verwarring uit te sluiten. Als de een het had over het gebied Pijlsteeg en de ander het had over het gebied Schoen makersperk en de derde het had over het gebied Handelsdrukkerij, dan bedoelde ieder op dat moment het zijne, dat was op dat moment al bekend. Er staat heel nadrukkelijk over welke panden het precies gaat. Van enige verwarring in de gesprekken is naar mijn oordeel geen sprake geweest. De heer Mie dema krijgt dus ook niet een voorstel tot afbraak van het complex Handelsdrukkerij. De heer Miedema zal constateren dat het pand aan het Schoenmakersperk 28 c.q. 28a binnenkort door de sloper ter aarde zal worden gebracht. De hear Miedema: Yn it foarste plak soe ik de wethalder tank sizze wolle foar syn boei jende eks- plikaesje. Hy hat folie mear forteld as ik him frege hie, mar dat is altyd wol plezierich. Hwer't it my allinne om giet - ik tocht dat ik dat ek dudlik makke hie - is dat wy as kolleezje dwaende binne om to oerlizzen mei de wenningbouforieningen. Wy bisykje om dy wenningbouforieningen to ynteressearjen foar it opkalefaterjen fan de binnenstêd. Der is oer in bipaeld projekt in kontakt en dan lit it bistjur in plan meitsje - fjouwer wike lyn hawwe hja de rekken bi tel I e14.500,-, dat plan plus makette wurdt op in moarn, hiel bitiid haw ik nou heard - it stie net yn de papieren, ik wist al in hiel soad mar dat net -, troch de doar skoud en it iennige dat ik freegje is dan dat ik, as wy nou straks de bi- slissing nimme oer dat gebiet, dat plan, dat inisiatyf üt dy wenningbouforieningen wei graech ta yn- sjoch en ta ynformaesje hawwe wol sadat de ried - it plan is nou dochs al bi tel I e - de kar hat ut twa plannen. Dat haw ik frege en mei alle wurden dy't de wethalder sein hat, haw ik net as andert krige dat ik soks ta ynsjoch krij. Dat freegje ik dan yn twadde ynstansje noch. Ik tocht dat wy 960.000,--

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 33