Urfo De Voorzitter schorst, om 15.45 uur, de vergadering voor de pauze. De Voorzitter heropent, om 16.00 uur, de vergadering. De heer Heidinga: Ik heb met groot genoegen het verhaal van mevr. Visscher-Bouwer beluisterd. Ik mag wel zeggen met een zekere bewondering, want het is een niet zo eenvoudige materie. Zij is er behoorlijk diep ingedoken en weet er heel veel van. Zoals ik heb gezegd, ik heb een zekere be wondering voor wat mevr. Visscher naar voren heeft gebracht. Deze kwestie is al sedert tal van jaren in de raad aan de orde geweest en in veel opzichten is het een ongrijpbaar iets. Het spijt mij dat ik het moet zeggen, maar uit het betoog van mevr. Visscher is mij niet duidelijk geworden dat wij het meer grijpbaar kunnen maken. Dat zal echter wel aan mij liggen, ik zie het nog niet. Op zichzelf heeft zij een groot aantal dingen naar voren gebracht die de moeite waard zijn om naar boven te ha len en in oven.veging te nemen. Mijn tweede gevolgtrekking na het betoog van mevr. Visscher is dat zij de hele tijd - nu citeer ik uit mijn hoofd - bezig is geweest om een open deur in te trappen. Dat is nu weer niet zo leuk om te zeggen maar, zoals ik zeg, ik citeer gewoon uit mijn hoofd. Vorig jaar heeft mevr. Visscher deze zelfde materie immers aan de orde gesteld. Zij heeft om een nota gevraagd en die nota is er nu nog niet. Het college heeft - ik citeer nog steeds uit mijn hoofd - voor zover het mij in het geheugen ligt die nota wel beloofd. Ik hoor dat aanstonds welmaar het zou mij bijzonder verwonderen als het college daar niets aan gedaan had, dat komt praktisch nooit voor. (De hear Ten Brug (weth.): Né, jo hawwe gelyk.) (De Voorzitter: Dat is een goede conclusie.) Dat komt praktisch nooit voor. Zij doen er soms wel eens wat minder aan dan wij zouden willen, maar dat zij er niets aan doen komt praktisch nooit voor. Ik weet het niet - het is misschien wel een lelijke opmerking -, maar heeft mevr. Visscher niet bij het college gevraagd of er iets aan die nota is gedaan of doet zij dat nu voor het eerst? Immers, als die nota wel onderweg is zie ik beslist niet in waarom wij nu weer een mo tie moeten aannemen die inhoudt dat die nota er moet komen. Dan komt die nota er wel. Ik wil mevr. Visscher in zoverre wel graag steunen dat het college de bepaalde onderdelen die zij noemt voor zo ver mogelijk in de nota moet meenemen. Dat is best, daar ben ik vlak voor, want ik zou mij kunnen voorstellen dat bij deze complexe, ingewikkelde en soms wat ongrijpbare materie bijzonder veel in stellingen en mensen en verenigingen moeten worden ingeschakeld om een advies te krijgen. Dat ligt voor de hand, ik noem alleen maar architecten, aannemers en ik weet niet wat. Alle mogelijke in stellingen op dit gebied hebben hier raakvlakken mee. Ik zou mij kunnen voorstellen dat dit een tijd rovende zaak is en ik houd daarom maar op, want anders klets ik ook veel tijd aan elkaar. Ik ben dus van mening dat het het intrappen van een open deur is, maar dat moet ik van het college horen. Het is dus niet nodig dat wij deze motie aannemen. De heer Van der Wal: Als mede-ondertekenaar van de motie van mevr. Visscher blijkt al dat wij deze motie van harte ondersteunen en m.n. ook het bijzonder goede verhaal dat zij als motivering voor die motie heeft gehouden. Daar heb ik weinig aan toe te voegen. Ik dacht dat de motie juist de grijp baarheid van het welstandstoezicht bedoelde te vergroten, dat blijkt ook uit de inhoud en de opsom ming van al die punten. Wat dat betreft is de motie naar onze mening zeker geen open-deur-intrapperij De heer Rijpma (weth.): Zoals ik in de afdelingsvergadering ook gezegd heb, is de concept-nota klaar. De concept-nota is een aantal weken geleden in het college van b. en w. aanvaard als uitgangs punt voor verdere discussie en studie. Na de beslissing van b. en w. is de concept-nota hier en daar wat bijgeschaafd en als discussiemodel eind vorige week op mijn bureau gedeponeerd. Wij zullen aan een aantal instanties advies vragen, de punten die mevr. Visscher genoemd heeft zijn er voor een be langrijk deel in verwerkt. Wij zullen de nota uiteraard met een raadsbrief aanbieden en op zaken, die niet of minder uitvoerig in de nota zijn behandeld dan mevr. Visscher op grond van haar advies mis schien verwacht, ingaan. Ik zou er bij willen zeggen dat de facetten die mevr. Visscher aangeroerd heeft twee zaken omvatten. Volgens de Bouwverordening is een welstandsadvies noodzakelijk. De wet schrijft voor dat b. en w. bouwvergunningen moeten verlenen wanneer aan een aantal zaken is voldaan. Wat er o.a. moet gebeuren is dat er een welstandsadvies bij zit. Dat welstandsadvies is voor beroep vatbaar. Dat betekent dat het in feite in het kader van het verlenen van een bouwvergunning aan heel nauwe criteria moet voldoen. Wij kunnen niet meer eisen dan de Bouwverordening ons toestaat. Daar bij kan er op basis van vrijwilligheid een hele procedure volgen. Als een architect weigert om in het begin van zijn opdracht in contact te treden met de Welstandsadviescommissie is dat de vrijheid van die architect, want er wordt alleen voorgeschreven dat hij op een bepaald moment met zijn voorstel len terecht komt bij de Welstandsadviescommissie in het kader van het verlenen van de bouwvergun- nmg, pas dan! Hoe wij voor de beoordeling de Welstandsadviescommissie inrichten is een zaak van de A7/ raad en wij hebben ons uiteraard bij de situatie zoals die gegroeid is aangepast. Stedebouwkundige facetten worden immers mede beoordeeld in het plan, de heer Achterhof, directeur van de Dienst Stede- bouw/Bouwkunde, is als deskundige aan de commissie toegevoegd namens de stedebouwkundige discipli ne. De binnenstadsbouwwerken worden mede beoordeeld - die krijgen een speciale accent-beoordeling - vanuit een commissie waar o.a. de Dienst Monumentenzorg in vertegenwoordigd is. De inrichting van de commissie is dus voor een groot deel onze zaak, maar de Bouwverordening schrijft voor wat het mi nimum is waaraan moet worden voldaan. Als aan het minimum wordt voldaan moet de bouwvergunning verleend worden. Dat was een opmerking om te optimistische verwachtingen niet bij voorbaat zoveel voedsel te geven dat men denkt dat alles wat men wenst in het leven kan en dat dat ook in de raad kan. U krijgt de nota en het is de bedoeling van b. en w. om die in deze raadsperiode aan de raad aan te bieden, ziekte en ongeval voorbehouden. De Voorzitter: Ik stel voor om als het kan de discussie verder uit te stellen tot het moment dat de nota komt. Mevr. Visscher—Bouwer: Ik wilde nog even reageren op een paar dingen die wethouder Rijpma heeft gezegd en ook op wat de heer Heidinga heeft gezegd over het intrappen van een open deur. Het is waar - dat heb ik zelf ook allemaal aangehaald - dat er geen macht is. Wel is er de mogelijkheid om te trachten het tijdig inschakelen - dat is dus de pre-visie van het welstandstoezicht - plaats te doen vinden zodat men voor er beslissingen worden genomen over de schouder mee kijkt en mee kan beoor delen. (De heer Rijpma (weth.): Dat is geen voorwaarde van de Bouwverordening.) Het is geen voor waarde, maar het is wel mogelijk te trachten om de dingen zo te buigen zoals wij dat willen. Er zal dan ook een beroep gedaan moeten worden op een vrijwillig meewerken, maar dat wordt vaak hele maal niet gedaan hoewel het er waarschijnlijk wel heel vaak in zit. Het gaat om heel andere uitgangs punten en ook om een andere mentaliteit, het is maar net waar je van uitgaat. Ik had zelf ook al ge zegd dat er geen macht is. Ik vind het dus helemaal niet het intrappen van een open deur. Ik had al even van de nota kennis genomen en ik vond die vrij mager. Punten die ik noemde stonden er niet in en daarom leek het mij heel goed om dit even duidelijk op papier te hebben. Ik dacht dat b. en w. er ook op gesteld waren om duidelijk te weten wat de raad wil. Ik wil daar nog wel even aan toevoegen dat als sommigen vinden dat het allemaal erg goed gaat zij dan maar eens op de Prins Hendrikbrug moe ten gaan staan en naar de Willemskade moeten kijken. Wat u dan ziet is allemaal gebeurd voordat wij ons hadden gebogen over het welstandstoezicht. Ik dacht dat dit een benadrukking was van de noodzaak van zo'n toezicht. Wij hadden wel degelijk uitspraken gedaan bij het Structuurplan voor de Binnenstad, maar desondanks gaat deze ontwikkeling in tegen de toen aangenomen moties. De Voorzitter: Kunnen wij dan nu de discussie afsluiten om die te vervolgen zodra de nota er is? (Mevr. Visscher—Bouwer: Ik wil wel de motie handhaven.) Ja, maar ik vraag u niet om de motie in te trekken, ik probeer eerst de discussie af te sluiten. De motie van mevr. Visscher-Bouwer en de heer Van der Wal wordt bij handopsteken aangenomen met 17 tegen 16 stemmen. Par. 5. Beleidssector Volkshuisvesting. De heer Groenewoud: Een hopelijk wel grijpbare materie, waarover ik het wil hebben, n.l. het subsidie voor de Vrouwenadviescommissie voor het jaar 1 978 ten bedrage van 1 .850Het col lege stelt voor daar een bedrag van 1.250,van te maken met als schriftelijke motivatie dat dit zelfs al een verhoging ven 25% betekent t.o.v. het verleende subsidie in 1977. Tijdens de behandeling van dit punt in de vergadering van afdeling III heb ik u verzocht dit voorstel nog eens te herzien, omdat ik tot de overtuiging was gekomen dat de aanvraag van de V.A.C. allerminst een slag in de lucht was. Integendeel, het was een met bescheidenheid vastgesteld bedrag. Vandaar dat ik namens mijn fractie deze zaak nog eens opnieuw onder uw aandacht wil brengen. Daarnaast was ik allerminst onder de indruk van datgene wat de betreffende wethouder in de afdelingsvergadering ter verdediging aan voerde. Ook achten wij de aanleiding en de motieven die ten grondslag liggen aan het door de V.A,C. gevraagde bedrag een heroverweging zeker waard. Het lijkt mij daarom goed de zaak even op een rij te zetten Om bij het subsidiebeleid van de voorgaande jaren te beginnen het volgende. Van 1969 tot 1972 ontving de Vrouwenadviescommissie 1 .000,per jaar. Aangezien de uitgaven in die jaren niet ge heel parallel liepen met de inkomsten - dit vanwege minder te geven adviezen - vormde zich een ka-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 36