IT-"- is i Yï 72 pitaaltje dat in 1973 zo'n 2.000,— bedroeg. Dit was voor de V.A.C. aanleiding om in 1973 niet 1.000,maar slechts ƒ500,subsidie aan te vragen. Door deze zelf opgelegde beperking moest men uiteraard een deel van het werkkapitaal gaan benutten om toen onstane tekorten te dekken. In 1 974 ontving men weer 500,en in 1 975 en in 1 976 vroeg en kreeg de V.A.C. 750, want de eigen middelen gingen verminderen. De subsidie-aanvraag en -toezegging van 1977 bedroeg 1.000,- waarvan de V.A.C. 750,reeds heeft ontvangen. De uitgaven in dit jaar stegen snel door het meer betrokken worden in nieuwbouwprojecten en verhoging van onkosten anderszins. Aangezien het er begin 1977 op leek dat men de touwtjes niet aan elkaar zou kunnen knopen, werd besloten om te gaan bezuinigen. Geen excursies meer en drastische vermindering van abonnementen op toch wel noodza kelijke tijdschriften. Toen een der woningbouwcorporaties vernam dat de V.A.C. in financiële moei lijkheden dreigde te komen bood deze aan om eenmalig een bedrag te schenken van 250, De V.A.C. accepteerde dit graag om te voorkomen een aanvullend gemeentelijk subsidie te moeten aan vragen. Bovendien was de situatie al zo dat de leden zelf al bepaalde kosten uit eigen beurs gingen betalen. Kort na de gift van die ene woningbouwcorporatie waren nog twee corporaties bereid dit voorbeeld te volgen zodat met 1 .250,-- de ergste nood gelenigd was. Uit het voorlopig financieel overzicht van 1 977 blijkt dan ook dat ondanks de bezuinigingen het totaal aan uitgaven de 2.300, dicht benadert. Mede dankzij de bijdragen van de woningbouwcorporaties zal er gelukkig ook nog een paar honderd gulden overblijven, aldus dit voorlopig financieel overzicht. Zoals ik reeds zei werd de commissie bij talrijke bouwprojecten, die zich alleen nog maar beperkten tot de sociale wo ningbouw, betrokken. Het ziet er echter naar uit dat het adviserend werk van de V.A.C., m.a.w. na het constateren van onvolkomenheden in de woningbouw hierover adviezen te verlenen, zich zal uit breiden tot de woningbouw in de koopsector en wel met name in CamminghaburenDaarnaast zal de commissie eveneens betrokken worden in rehabilitatieprojecten. Dit alles brengt met zich mee dat behalve dat de V.A.C. enkele leden meer zal moeten krijgen, die dan uiteraard de nodige studie zul len moeten volgen, ook meer vergaderingen nodig worden, zo mogelijk meer excursies nodig zijn en meer vakliteratuur ontvangen wordt. Uiteraard is dit een bijzonder positieve ontwikkeling die voor een groot deel te danken is aan de erkenning van de V.A.C.-adviezen. Zowel de wethouder van Ruimte lijke Ordening als een der topambtenaren van de Dienst Stadsontwikkeling hebben laten weten de ad viezen van de V.A.C. nu en in de toekomst graag te ontvangen. Daarnaast is men van de zijde van projectontwikkelaars ook ontvankelijk voor het werk van de V.A.C. Als ik dan deze opsomming van toekomstige activiteiten vergelijk met de financiële vooruitzichten van de commissie dan zou ik kun nen volstaan met drie woorden: niet bijzonder rooskleurig. Ik herhaal dat de V.A.C. in 1977 ruim 2.200,aan uitgaven zal kunnen noteren. Men begrootte in 1 977 de uitgaven voor 1978 op 1 .850, wel wat zuinig dus. Met als gevolg dat vrijwel zeker voor 1978 een tekort zal gaan optreden. Tenslot te constateerde de V.A.C. niet zo heel lang geleden o.a. dat de bejaarden in de woningen van Werk- manslust erg hoog moesten grijpen om ramen te openen of te sluiten. Typerend is het dan ook dat deze commissie zelf op het financiële vlak eveneens niet hoog wenst te grijpen, maar zelfs te laag. Samen gevat is onze fractie dan ook van mening dat de 1.850,die de VA.C. voor 1978 vraagt beslist nodig is, wil deze commissie haar werk blijven verrichten. Ik hoop hierbij de wethouder te hebben overtuigd van de noodzaak. De Voorzitter: Ik zou al zeggen: Dan nu mevr. Visser-van den Bos, maar zij is er vanmiddag niet. in de afdeling was zij het helemaal eens met wat de heer Groenewoud naar voren heeft gebracht. Dan krijgt nu de heer Miedema het woord. De hear Miedema: Ik mei probearje mefr. Visser-van den Bos to forfangen. (De Foarsitter: Dy tocht der krekt sa oer.) Om't ik op dit mêd mar in amateur bin liket it my it forstannichste en slüt my foar in great part mar oan by de wurden fan de hear Groenewoud, dan bin ik moai op stap. (Laitsjen) Ik woe der noch ien opmerking oan tafoegje hwant ik haw it idé dat wy haest krije en dat de foarsitter datal hat. As wy us oer dit probleem, probleemke, buge moatte wy us wol even goed foar eagen halde dat dit in klub dames is dy't tige nuttich wurk docht. Hja dogge it allegearre pro deo, hja for- tsjinje der net in sint mei en as jo dizze opsomming sjogge, dan is it suver in hüshaldboekje fan in tige sunige husfrou - dat siert dizze dames - mar ik leau dochs dat, as wy goeije advizen forwachtsje wol- le, net fan sa'n kommisje forwachte wurde kin dat dy ien abonnemint hat op in fakblêd en dat sa'n blêd binnen fjirtjin dagen by alle dames roulearret. Yn dy geast giet it sahwat. Fanut it lannelik for- ban wurde der mear kursussen hdlden, wy meije oannimme dat de advizen dêrtroch oan wearde winne. In part fan myn fraksje stiet efter it forsyk fan de V.A.C. foar dy 1 .850, De Voorzitter: Zullen wij dan de wethouder het woord geven? (De heer Van der Wal: Hoe moeten wij het dekken?) (De heer Groenewoud: Evenementenhal!) De heer lEijgelaar (weth.): Ik heb in de afdelingsvergadering al gezegd dat wij van mening zijn dat de financiële middelen waarover de V.A.C. kan beschikken voldoende zijn om het werk dat zij doen - iedereen in deze raad erkent, dacht ik, dat dat bepaald nuttig werk is - in voldoende mate te verrichten. Wat is het geval? Eind 1976 had de V.A.C. een tekort van 25, Zij hadden een begroting van 1.600, er werd door de gemeente een subsidie verstrekt van 1 .000,en de cor poraties droegen bij tot een bedrag van 1 .200, zodat er eind 1976 een overschot op de begro ting was. In 1978 - daar gaat het nu om, om de begroting 1978 - wordt doo"r de V.A.C. een bedrag gevraagd van 1.850, Er was in 1 977 bij het begin van het boekjaar een overschot van ruim 400, bij de begroting 1 977 is ook een bedrag geraamd dat waarschijnlijk niet uitgegeven zal worden. Nu kan de heer Groenewoud wel zeggen dat zij toen bezuinigingen hebben aangebracht, maar bij infor matie blijkt dat de V.A.C. op dit moment nog een 500,in kas heeft, nog een 100,denkt te moeten besteden en derhalve op het eind van het jaar nog een 400,over heeft. Men heeft een be groting van 1 .800,er is een subsidie toegezegd van 1 .250,althans dat hebben wij opge nomen -, daarbij komt dat er nog een overschot is van 400,en dat maakt samen 1 .650, Er zou dan nog een tekort zijn van 200,op begrotingsbasis, maar uit niets blijkt dat de corporaties waaraan ook adviezen verstrekt worden niet bereid zouden zijn om ook voor 1978 een bijdrage te le veren. Uitgaande van hetzelfde bedrag als vorig jaar betekent dat dat de V.A.C. een overschot zou hebben van 1 .000, Alles op een rijtje gezet, denken wij dat het gewoon niet nodig is om waar een overschot is nog meer te subsidiëren. Wanneer blijkt dat men zodanig heeft bezuinigd dat het niet verantwoord meer is dan kan ik mij best voorstellen dat het ook mogelijk is om meer dan 1 .000, extra uit te geven. Ik dacht dat je dan op dat moment daar ook nogal iets extra's voor zou kunnen uit geven en dat is de reden dat wij op dit moment niet inzien waarom de gemeente meer zal moeten sub sidiëren. Het functioneren van de V.A.C. is n.lniet al leen voor de gemeente van belang maar ook voor de woningbouwcorporaties en zelfs voor particulieren die ook gebruik maken van de diensten van deze commissie. In het recente verleden is het gebeurd dat ook een particuliere bouwer om advies ge vraagd heeft. Ik vind dat daar best iets tegenover mag staan en dat is, alles bij elkaar genomen, de reden geweest dat wij zeggen dat wij op dit moment met die 1 .250,kunnen volstaan. De Voorzitter: Ik stel voor niet meer te discussiëren maar nu te vragen wie het met het college eens is en wie 1 .850,wil geven, dat lijkt mij wel de meest duidelijke oplossing. Die verhalen zijn niet zo belangrijk. Mevr. Brandenburg—Sjoerdsma: U zegt dat de verhalen niet belangrijk zijn. Het enige recht van de vrouw is blijkbaar het aanrecht. De Voorzitter: Mevr. Brandenburg, sorry, maar u moet mijn woorden niet zo interpreteren. De stand punten zijn duidelijk en ik vraag alleen maar of u zich uit wilt spreken voor het standpunt van het col lege of voor die 1 .850, De interpretatie die u er dan aan geeft vind ik gewoon onzin. (Mevr. Brandenburg—Sjoerdsma: U zei: De verhalen zijn niet belangrijk.) Niet meer belangrijk omdat de stand punten al duidelijk zijn. Toe maar, tweede instantie, wij praten er verder over. De heer Groenewoud: U vraagt wie er 1 .850,wil geven aan de V.A.C. Daar ben ik een van en ik weet dat de fractie voor een groot deel met mij mee gaat en ook een deel van de fractie van het C.D.A. Nog even inhakend op de woorden van de wethouder, de heer Eijgelaar stelt dat er een over schot van 400,zal zijn tegen het eind van 1977. Dat is dus een voorlopige berekening, men is nog niet tot een afrekening gekomen over 1977, het overschot kan derhalve best 300,of 250, bedragen, daar heb ik ook nog geen zekerheid over. Dan vraagt u zich af of de corporaties niet bereid zijn om weer een bijdrage te leveren. Dat is allerminst zeker, die zekerheid is er niet en bovendien is het zo dat de V.A.C. er toch wel moeite mee heeft weer bij de corporaties aan te kloppen gezien hun onafhankelijke opstelling zoals zij die nu hebben t.o.v. woningbouwcorporaties. Het is dus inder daad de vraag of de corporaties al dan niet bereid zijn om geld te geven. Om deze onzekerheid weg te nemen vind ik het op zijn plaats dat wij, gezien de verdere cijfers die ik u in mijn verhaal heb ge noemd, er toe over gaan om te zeggen dat die 1.850,reëel is. Ik zou verder om die 600, geen woorden vuil willen maken en ik hoop dat u hierin met mij mee wilt gaan. Zo niet, dan heb ik in dat kader een voorstel dat luidt: "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op dinsdag 13 december 1977, is

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 37