een tweede Lodewijk Napoleon wordt?) Geschiedenis kijk ik nu niet naarl (De heer Ten Brug (weth.):
Juist!) (De Voorzitter: Wij zijn nog niet aan de beantwoording toe!)
De heer Heidinga is inmiddels ter vergadering gekomen.
De heer Van der Wal: Zoals u allen in de krant heeft kunnen lezen heeft de algemene vergadering
van Axies in september besloten zich, na 8 jaar actief te zijn geweest in de gemeentepolitiek, in
september 1978 op te heffen. Dit vrijwel eenstemmig genomen besluit betekent dat Axies niet als zo
danig aan de volgende gemeenteraadsverkiezingen zal meedoen; dientengevolge zal dit de laatste al
gemene beschouwing zijn die namens de groepering Axies in de raadzaal zal worden uitgesproken. Voor
velen van de hier aanwezigen zal deze mededeling waarschijnlijk met een gevoel van opluchting wor
den ontvangen. Voor degenen in en om de gemeenteraad die ons voornamelijk als lastige jongens be
schouwden die veel van hun kostbare tijd in beslag namen en daarbij ook nog hun ergernis opwekten door
de voortdurende kritische opstelling t.o.v. de goedbedoelde plannetjes van het college en hun ambte
naren zal dit een verheugende mededeling betekenen. Tegen deze mensen zou ik willen zeggen: Juich
niet te vroeg, er resten nog acht maanden waarin nog veel valt te verhapstukken en je moet maar af
wachten wat je er bij de volgende verkiezingen voor terug krijgt. Axies kan dan wel niet in deze raad
terugkeren maar dat betekent natuurlijk niet dat de onvrede van een aanzienlijk deel van de kiezers
over de manier waarop deze gemeente wordt bestuurd ook verdwenen is. Integendeel, wij hebben de
stellige indruk dat de onvrede met het gevoerde gemeentebeleid, zoals dat wordt gesteund door het
gezagsgetrouwe verbond van de drie grotere partijen, P.v.d.A., C.D.A. en V.V.D., nog steeds groeit.
(De heer Ten Brug (weth.): Waarom komen jullie dan niet terug?) Axies heeft haar ontstaan aan deze
beweging te danken en heeft altijd naar beste kunnen geprobeerd via binnen- en buitenparlementaire
acties deze onvrede te kanaliseren en om te zetten in daadwerkelijke invloed op het doen en laten
van het gemeente-apparaat. Dat dit streven althans buiten de raad werd gewaardeerd bleek het duide
lijkst bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen die Axies bijna 50% stemmenwinst opleverde, toch
niet gek voor een plaatselijke groepering die niet kon profiteren van een via de massamedia versprei
de landelijke tendens om Den Uyl of Wiegel te stemmen. Doordat de restzetelverdeling in het voordeel
van de grote partijen werkt resulteerde dit helaas niet in zetelwinst. Niet dat dit in macht zoveel had
uitgemaakt, maar het soms overstelpende raads- en commissiewerk had beter verdeeld kunnen worden
hetgeen m.n. van belang is voor een kleine fractie die zich niet heeft willen beperken tot het berijden
van enkele stokpaardjes. Terecht kan en wordt de vraag gesteld waarom Axies er mee ophoudt, terwijl
men zelf constateert dat de onvrede met het door de ambtenaren bepaalde en door de drie grotere par
tijen gesteunde gemeentebeleid eerder toe- dan afneemt. Voor het beantwoorden van die vraag is het
wellicht goed in het kort in te gaan op het ontstaan van de groepering. Zoals gezegd is Axies ontstaan
aan het eind van de jaren '60 uit een gevoel van onvrede bij mensen die allerlei ongewenste ontwik
kelingen in hun dierbare stad zagen afspelen zonder dat daaraan merkbaar tegenspel werd geleverd,
terwijl aan de andere kant allerlei goede ideeën en initiatieven maar niet van de grond kwamen. De
eerste verkiezingsleus "Het kan anders, veel beter" was daarvan de optimistische uiting. Axies is ont
staan in een tijd dai de bomen nog tot de hemel leken te groeien. Groei was het onbetwiste toverwoord
waarmee de problemen zouden worden aangepakt. De bevolking van Leeuwarden zou in luttele jaren
groeien tot boven de 100.G0G en daarom moest de oude binnenstad worden omgevormd tot een modern
winkel- en zakencentrum. De gemeentelijke deskundigen hadden de plannen al kant en klaar. Plannen
voor sloop en dempingen in en rond de binnenstad t.b.v. autowegen en kantorenbouw waren door de
gemeenteraad reeds goedgekeurd. Kleine en goedkope woningen werden afgebroken en nieuwe flat-
wijken als Bilgaard en Lekkumerend werden in seriebouw uit de grond gestampt. Grootschaligheid,
snelheid, rechtlijnigheid en eenvormigheid waren beleidsdoeleinden t.b.v. de nagestreefde groei. De
zaken moesten zuiver rationeel worden beoordeeld, voor een gevoelsmatige beoordeling was geen plaats.
Voor andere, meer non-conform is tische levensstijlen die zich m.n. bij de jongeren manifesteerden
leek geen plaats te zijn onder de heersende burgerlijke opvatting over hoe de maatschappij zich diende
te ontwikkelen. Initiatieven vanuit deze groep jongeren om een gebouw te creëren waar zij hun eigen
ideeën konden ontwikkelen, geestverwanten konden ontmoeten en de muziek konden beleven die zij
verkozen, bleven steken in de gemeentelijke bureaucratie. Axies is mede ontstaan om dit soort initia
tieven in de gemeenteraad te ondersteunen. Hippo is er uiteindelijk gekomen, al is de huidige situatie
- de heer Bijkersma heeft dat op zijn bekende manier nog eens verwoord en wij zullen daar straks zeker
nog op ingaan - waarin dit jongerencentrum verkeert bepaald niet optimaal te noemen, zoals genoeg
zaam bekend zal zijn; bij de geclaimde punten komen wij hier op terug. Ook latere initiatieven, zo
als Krats en het Vrouwenhuis, heeft Axies vanuit diezelfde motivering van harte ondersteund. Zonder
daarbij op blijvende macht en invloed uit te zijn heeft Axies immers naar beste kunnen geprobeerd
me >r de nadruk te leggen op een menselijker benadering yan de te nemen beleidsbeslissingen. In de
13
eerste algemene beschouwing die op 29 maart 1971 namens Axies door Theo van Haaren werd uitgesproken
werd dat als volgt geformuleerd: "Wij stellen ons voor, naast concrete plannen, bij te dragen tot men
taliteitsveranderingen in de zin van een progressiever, menselijker en democratischer wijze van denken.
Onze taak is hier te proberen dat veranderingsproces op gang te brengen. Wij nemen verder ook actief
deel aan het werk van de commissies en raden en zullen daarnaast buitenparlementair werkzaam zijn,
b.v. door activiteiten in de wijken, door het opzetten van werkgroepen, enz. enz. Natuurlijk blijven
wij ook voor aktiegroepen een verspieder in het milieu der autoriteiten." Tot zo ver het citaat. Axies
heeft nooit de pretenties gehad uit te groeien tot een echte politieke partij en heeft daarom ook nooit
de organisatie daarvoor ingesteld. Axies kende n.l. geen leden, maar wel een enthousiaste aanhang
die vooral via de buitenparlementaire actie haar doeleinden wilde bereiken, daarbij gesteund en ge-
informeerd door de gekozen gemeenteraadsleden. Kloppend Hart is daar wellicht het bekendste voor
beeld van. Het actiemodel was in Leeuwarden bij het begin van de jaren '70 vrijwel het alleenverto
ningsrecht van Axies, vandaar ook de naam. Het was echter vanaf het begin duidelijk dat actiegroepen
wel geschikte middelen zijn om processen aan te zwengelen maar niet om ze te volbrengen; daarvoor
was het nodig dat de belanghebbenden zichzelf gingen organiseren, dat b.v. wijkbewoners via hun
wijkorganisaties voor hun belangen opkwamen. Vanuit Axies zijn daarom - geslaagde - initiatieven
ondernomen om in oude wijken die snel achteruit dreigden te gaan wi jkcomité's op te richten of te re
activeren. Het actiemodel werd overgenomen door geïnstitutionaliseerde instellingen en daardoor kwam
de belangrijkste bestaansreden van Axies te vervallen.
Bij het ontstaan van Axies leefde de gedachte sterk dat het in vier jaar wel zou lukken de zaak
in de gewenste richting om te buigen. Dat bleek al snel een enigszins te optimistische kijk te zijn op
de mogelijkheden van een tweemansfractie in een raad van in totaal 37 leden. Ook bleek dat het niet
zozeer de kunst was om gelijk te hebben maar om gelijk te krijgen. Daarvoor was het nodig te weten
waar en wanneer de beslissingen in werkelijkheid vallen, hoe de procedures in elkaar zitten en welke
persoonlijke voorkeuren en belangen een rol spelen naast de partijpolitieke. Daar is ervaring voor no
dig en ervaring kost tijd, jaren zelfs en daarom is er in 1974 besloten voor een tweede en laatste keer
aan de verkiezingen mee te doen. Bij het realiseren van haar'doelstel lingen in de praktijk heeft Axies
vaak en overduidelijk de positie gekozen van belangenbehartiging van mensen en groepen die er op de
een of andere manier niet aan te pas kwamen. In raadsvergaderingen, commissievergaderingen en con
tacten met wijkbewoners, instellingen e.d. leidde dit vaak tot een confrontatie tussen het algemeen
belang en het particulier belang. Wij zijn er altijd van uitgegaan dat het algemeen belang niet bestaat,
een fictie is, en dat de raad er per definitie voor moest zorgen dat een beslissing gebaseerd diende te
zijn op wat wenselijk was en niet op wat bestuurlijk haalbaar was. Anders gezegd, wij zijn altijd een
fel tegenstander geweest van de compromis-politiek, van het handjeklap-spel in de achterkamer en het
neuzen tellen om te kijken of iets haalbaar is. Vandaar dat wij er altijd voor hebben gepleit dat de ge
meenteraad zich realiseert voor wie hij eigenlijk besluiten neemt. Hieruit vloeide voor ons voort dat
duidelijk was hoe beslissingen tot stand kwamen en op grond van welke argumenten er beslist werd.
In de raad hebben wij ons dan ook acht jaar lang sterk gemaakt voor een beleid van openheid en in
spraak.
Terugkijkend op alle voorstellen en initiatieven die wij hebben genomen kunnen wij constateren
dat veel van onze wensen in de praktijk zijn verwezenlijkt. Hiermee zijn wij echter niet geheel te
vreden. Nog steeds zijn wij van mening dat de manier waarop meer openheid is bereikt een zeer moei
zame is en dat de bereikte resultaten beperkt zijn. Als raadsfractie voelen wij ons nog steeds beperkt
in de beschikbaarheid van relevante informatie en vinden wij dat er vanuit de raad onvoldoende politieke
controle kan worden uitgeoefend omdat de raad niet ingeschakeld wordt bij de beleidsvoorbereiding. De
voorbeelden die daarbij te geven zijn spreken voor zichzelf: De raad is niet of nauwelijks betrokken
bij het opstellen van de begroting, de raad staat buiten spel bij de voorbereiding van de integrale
beleidsplanning, binnen de diverse beleidssectoren als onderwijs, welzijn en ruimtelijke ordening wordt
de raad er pas bij betrokken als de voorstellen en plannen, voor zover die beschikbaar zijn, in drie
kleurendruk op ons bureau verschijnen. Voor een deel ligt dat volgens ons aan de regentenmentaliteit
die bestuurders in het algemeen kenmerkt en waarop het college van b. en w. in Leeuwarden geen uit
zondering maakt. Als fractie in deze gemeenteraad hebben wij deze mentaliteit altijd bestreden en
achteraf moeten wij constateren dat het gezonde wantrouwen dat wij altijd in het handelen van het
college hebben gesteld nooit door het college is beschaamd. Vaak is ons door de grotere fracties ver
weten dat wij notoire nee-zeggers waren die geen verantwoordelijkheid voor het beleid wensten te
dragen. Bovendien werd ons vaak verweten dat de vorm waarin de dingen aan de orde werden gesteld
onparlementair en te emotioneel was. Onze reactie hierop is altijd geweest dat het nemen van beslis
singen altijd afgemeten moet worden aan maatstaven die terug te vinden zijn in politieke uitgangs
punten, zoals mens- en maatschappijvisie, het gemeenteraadsprogramma, enz. In de discussies in de