14
raad heeft dit naar ons oordeel vaak ontbroken. Te veel en te vaak kwam de nadruk te liggen op snel
besluiten nemen zonder rekening te houden met politieke uitgangspunten. Het verwijt dat wij hierdoor
aan andere fracties maken verklaren wij niet alleen uit hun onmacht of onwil politiek bezig te zijn.
Andere factoren spelen hierbij ook een rol. Wij denken dan aan het feit dat veel raadsleden tegen
woordig specialisten zijn op een bepaald beleidsgebied zonder het totaal nog te overzien, dat grote
fracties in hun poging om op één noemer te komen in hun optreden in de raad te veel het accent leg
gen op één visie zonder verschillende visies de gelgenheid te geven zich in de raad te manifesteren
en dat het contact met de achterban, zowel de leden als de kiezers, veel te wensen over laat. Het
gevolg is dan ook dat gemeenteraadspolitiek machtspolitiek wordt waarbij neuzen tellen belangrijk
wordt. Deze opstelling van de grote fracties betekent daardoor het tegemoet komen aan de wens van
het college snel besluiten te nemen en daardoor valt het voordeel van de twijfel maar al te vaak uit
in de richting van de voorstellen van het college. Reëel gesproken zijn wij na acht jaar gemeentepo
litiek tot de slotsom gekomen dat de grote fracties zich volgzaam opstellen in de richting van de voor
stellen van het college van b. en w., kortom gezagsgetrouw zijn. Dit maakt het onderhandelen-jin de
raad moeilijk omdat elke poging zaken ter discussie te stellen gezien wordt als een aanval op het be
leid van het college. Elke tegenstelling of andere opvatting moet dan per se in een motie worden om
gezet en elke motie wordt dan door het college bestreden omdat die niet past in het opgestelde beleid
en indruist tegen een door het college ontwikkeld beleid. Dat spel om de macht is in de raad ook dui
delijk zichtbaar, b.v. als de voorzitter in eerste instantie n.a.v. de beschouwingen de neuzen heeft
geteld, worden in tweede instantie sprekers door de voorzitter snel afgekapt als zij hun eigen ideeën
willen verdedigen. Ook komt het voor dat b.v. een wethouder tijdens de discussie regelmatig contact
opneemt met zijn fractie om de tekst van ingediende moties zo te doen wijzigen dat eventuele tegen
stellingen tussen b. en w. en die moties worden weggemasseerd zodat een nietszeggende motie over
blijft. (De heer Ten Brug (weth.): Die kans hebben jullie nooit gehad, natuurlijk.) Wij hebben ook
nooit nietszeggende moties ingediend. (De heer Ten Brug (weth.): Jullie hadden wel graag de kans
daartoe willen hebben.) Tot slot moet ons van het hart dat de positie van een kleine fractie in dit
machtsspel frustrerend is. Niet alleen moet een kleine fractie met meer verbaal geweld en overtuigings
kracht aan de bel trekken om hun ideeën aan de orde te stellen maar ook wordt er vaak gereageerd op
ideeën van kleine fracties in de trant van: Jullie vertegenwoordigen maar een klein deel van het kie
zerspubliek dus jullie grote bek en jullie wensen zijn op niets gebaseerd. Niet alleen het college maar
ook grote fracties stellen zich zo op tegenover kleine fracties en dan m.n. tegenover Axies. Zuur is
het dan ook te ervaren dat in de raadsdiscussies ons soms niet het genoegen van het gelijk krijgen wordt
gegund, terwijl in de pauze of na afloop van de vergadering dat wel wordt gegeven.
Onze contacten met het ambtelijk apparaat zijn in de afgelopen acht jaar, zeker wat persoon
lijke contacten t.b.v. informatie e.d. betreft, niet onplezierig geweest. Wij konden vaak de informatie
die wij wensten wel bemachtigen. Toch zijn wij van mening dat het gemeentelijk apparaat als zodanig
niet in dienst van de raad functioneert. Nooit kwam het zo ver dat wij als raadsleden in de gelegenheid
waren aan ambtenaren opdracht te geven dingen uit te zoeken waar wij mee zaten. Het apparaat stelde
zich altijd op als uitvoeringsorgaan van het college. Naast deze binding met het college hebben wij
ook ervaren dat elke ambtenaar zijn eigen filosofie en opvatting er op na houdt en ook verwoordt in
zijn ambtelijke adviezen. Ofschoon dit door het college vaak wordt bestreden zijn wij van mening dat
het apparaat een duidelijk stempel drukt op de gemeentepolitiek en dat dit zichtbaar gemaakt dient
te worden. (De heer Ten Brug (weth.): Hoe heb je dat geconstateerd, als het tot nu toe niet zichtbaar
was?) U hebt er een streepje bij waarschijnlijk. (Stem: Ga maar gewoon verder.) Voor ons betekent
dit dat ambtenaren best meer in de publiciteit mogen komen en hun opvattingen tegenover de raad
moeten kunnen verdedigen en dat ambtenaren mogen en moeten worden aangesproken op hun opvattin
gen. Het ontbreken van deze discussie leidt er toe dat het ambtelijk apparaat zich als vierde macht
kan gedragen. Daar komt nog bij dat ambtenaren zich bij hun beleidskeuzen nogal vaak beroepen op
hun specifieke deskundigheid en zich daarbij vaak opstellen tegenover de bevolking en hun vertegen
woordiging. Duidelijk zichtbaar is dit op het terrein van de ruimtelijke ordening in het project- en
contactgroepensysteem
Wat onze contacten met de bevolking betreft zijn wij altijd in de gelegenheid geweest zo direct
mogelijk t.a.v. de besluitvorming in de raad te vertalen welke wensen, ideeën en belangen er waren
bij de bevolking. Dit is niet alleen een verdienste van de Axies-fractieandere fracties brengen dit
ook in praktijk. Het heeft meer te maken met het feit dat Axies nooit een gevestigde partij is geweest
maar een beweging is gebleven die onmiddellijk kon inspringen op de problemen en verlangens die
uit de bevolking kwamen en zich daarbij niet al te veel hoefde te bekommeren over partij-politieke
gevoeligheden. Toch hebben wij ons in de contacten met de bevolking vaak onmachtig gevoeld omdat
hun ideeën, wensen en behoeften bij voorbaat niet bleken aan te sluiten bij wat er op bestuurlijk niveau
speelde; hierop knapten veel mensen af of raakten hierdoor hopeloos gefrustreerd. In ieder geval zijn
in de acht jaar dat wij als fractie in de raad zitten die veranderingsprocessen moeizaam verlopen en
moesten die zwaar worden bevochten. De wijze waarop dit gebeurde sloot bepaald niet aan bij de op
vattingen van de man in de straat. Gemeenteraadspolitiek is daardoor naar onze mening steeds meer
een handige strategie-politiek geworden, waarbij informele contacten veel belangrijker zijn geworden
dan formele contacten waarbij het opstellen van moties in raadsvergaderingen alleen maar zin heeft
wanneer van tevoren gegarandeerd wordt dat zowel het college als de meerderheid van de raad als
het ambtenarenapparaat mee wil werken in de uitvoering er van. Voor de man in de straat is dit spel
letje onduidelijk en verwarrend en het leidt er toe dat er niet al te veel vertouwen in politici bestaat,
ook niet op gemeentelijk niveau. Politiek wordt dan een vuil spelletje waarbij mensen met het meeste
geld, met de meeste informatie aan het langste eind trekken. Tegen deze achtergrond van m.n. de
randvoorwaarden |binnen welke wij als fractie hebben gewerkt zijn er door ons wel veranderingen op
gang gebracht. Moeilijk is echter te meten wat wij hebben bereikt in acht jaar, omdat veranderingen
vertaald moeten worden in door de raad genomen besluiten en hiervoor is een raadsmeerderheid nodig.
Naast genomen besluiten zou ook nog kunnen worden gesproken van mentaliteitsveranderingen die
door ons zijn aangezwengeld. Ook hierbij is moeilijk te zeggen waarop wij invloed hebben uitgeoefend
omdat maatschappelijke veranderingen vaak door een veelheid van factoren op gang worden gebracht
en duidelijk is te constateren dat zich gedurende de afgelopen acht jaar waarlijk een aantal culturele
revoluties in onze samenleving heeft voltrokken.
Alhoewel het dus een hachelijke zaak is om aan te geven wat wij in al die jaren in de raad heb
ben bereikt, willen wij op een aantal voor ons belangrijke beleidsterreinen terugblikken. Hierbij pro
beren wij dan met het oog op de toekomst aan te geven waar wij volgens ons op de goede weg zitten
en waar volgens ons nog duidelijke taken voor de gemeente zijn weggelegd. Wanneer wij terugblikken
dan is er een aantal terreinen van het gemeentelijk beleid waaraan Axies speciale aandacht heeft ge
schonken, wellicht het meest op het gebied van ruimtelijke ordening, verkeer en volkshuisvesting.
Tegen de achtergrond van de grote veranderingen die zich op het gebied van de ruimtelijke ordening
hebben voorgedaan in de afgelopen acht jaar zijn wij van mening dat onze fractie bepaald niet achter
de feiten heeft aangelopen. Axies zat vaak in de voorhoede met haar ideeën over de stadsvernieuwing,
het benadrukken van de voorzieningen voor het langzaam verkeer en de aanpak van de problemen die
het autoverkeer veroorzaakte. Bij de volkshuisvesting in de nieuwbouwwijken hebben wij sterk de na
druk gelegd op de kwalitatieve eisen vanuit de verschillende levensstijlen van de toekomstige bevol
king. Leidraad voor onze opstelling in de raad zijn altijd de belangen van de bewoners van deze
stad geweest en de nieuwe inzichten die zich ontwikkelden op het gebied van de ruimtelijke ordening.
Dit betekende dat wij bij discussies in de raad en in de commissies altijd op het standpunt hebben ge
staan dat voorstellen van het college getoetst dienden te worden aan die politieke uitgangspunten.
Dat deze opstelling vaak tot heftige woordenwisselingen aanleiding heeft gegeven is niet verwonder
lijk gezien de plannen waarmee Axies in de loop der tijd werd geconfronteerd. Hele woonbuurten zijn
opgeofferd voor de aanleg van brede autowegen, de binnenstad dreigde te verloederen en Axies heeft
er samen met haar actiegroep, het Kloppend Hart, hard aan getrokken dit tij te keren. Met de aan
neming van een nieuw Structuurplan voor de Binnenstad in 1974 leek dit te lukken, maar recente ont
wikkelingen, m.n. in het gebied rond de Willemskade-Prins Hendrikstraat, de Sint Jacobsstraat en re
centelijk ook de Snekerkade, waar duidelijk in strijd met het structuurplan bestaande bebouwing
wordt opgeofferd aan nieuwbouw, doen het ergste voor de toekomst vrezen; zeker ook wanneer wij
de verhalen horen die de vorige spreker, de heer Bijkersma, over deze punten heeft opgemerkt. Ook
het tempo van de uitvoering van de verkeersmaatregelen in en om de binnenstad teneinde het auto
verkeer te beperken - een door de voltallige raad, ook door de V.V.D., aanvaarde beleidsbeslissing
vervat in het structuurplan - ligt ontstellend laag. De bevordering van het fietsverkeer is nog niet
verder gekomen dan hier en daar een bordje "Uitgezonderd fietsers". Toch zijn er ook wel degelijk
positieve dingen te signaleren. Veel grote restauraties hebben al plaats gevonden en er liggen veel
plannen te wachten op het geld voor de uitvoering. Helaas blijkt de gemeente steeds meer afhankelijk
te worden van allerlei rijkssubsidies - de heer Buising is er ook op ingegaan - die de beleidsruimte
van de gemeente ernstig dreigen aan te tasten. Het lokatiesubsidie, noodzakelijk bij vrijwel alle plan
nen voor stadsvernieuwing en nieuwbouw, blijkt in de praktijk een beperking van die beleidsruimte
voor de gemeente en zeker voor de inspraak van de bewoners op te leveren, een kwalijke ontwikkeling.
Vergeleken met de nieuwbouwwijken Bilgaard, Heechterp en Lekkumerend, waar de menselijke maat
zoek is en eenvormigheid troef, zijn de recentere wijken Aldlan, Westeinde en, hoewel nog op papier,
Camminghaburen duidelijk verbeteringen. Toch zijn wij van mening dat ook hier nog te veel de kwanti
tatieve eisen de hoofdrol hebben gespeeld en niet in de eerste plaats de woonwensen van de toekomstige
bewoners op basis van de te onderscheiden levenssti jien. Te weinig aandacht wordt er nog steeds ge-