24 nen nemen. In dit verband wil ik dan ook vragen wanneer wij die beslissing kunnen nemen. Deze be slissing is ook van belang voor het structuurplan voor Schil-oost. Het maakt n.l. nogal wat uit of de ontsluitingsroute via de Emmakade loopt of via de Willem Lodewijkstraat. Ik wil nogmaals aandringen op een snelle beslissing m.b.t. dit punt. Onze voorkeur gaat nog steeds uit naar een ontsluitingsroute via de De Merodestraat, omdat deze zowel de Emmakade als Schilkampen van de "ondergang" redden. De heer Rijpma (weth.): In feite spitst het hoofddeel van de discussie zich toe op de veronderstel de geluidshinder. Deze discussie is in augustus ook in de raad gevoerd toen het globale bestemmings plan ter discussie stond. Sindsdien is er nauwelijks iets gewijzigd, hoogstens in deze zin dat er een aantal brieven zijn binnengekomen. Evenals een deel van de raad spreken de briefschrijvers hun zorg uit over de te verwachten geluidshinder en uiten hun twijfel over het feit of de gedachte voorzienin gen wel toereikend zullen zijn. Wezenlijk is er dus niets veranderd. Er is gesproken over de breedte van de geluidsstrook en men doet het net als de vorige keer voorkomen alsof de hele strook 85 meter breed zou zijn. Dat is bepaald niet waar, er zijn duidelijk gebieden langs de Groningerstraatweg aan te wijzen waarin de breedte tot aan de rand van de voortuin 102 meter bedraagt. Daarna komt er nog een voortuin die in ieder geval de afstand van de bebouwing tot de wegas groter doet zijn dan telkens wordt gezegd. Het lijdt natuurlijk geen twijfel dat de bebouwing niet verder is teruggelegd dan strikt noodzakelijk. Wanneer de bebouwing verder terug zou liggen betekent dat dat de exploitatie van het gebied nog moeilijker wordt dan die op dit moment al is. Het is gewoon uit armoede, zou ik zeggen, dat de strook niet breder genomen is, vooral omdat de kans zeer wel aanwezig is dat de kosten van de randstrook volledig door het ministerie buiten beschouwing zullen worden gelaten wanneer het gaat om het toekennen van lokatiesubsidie. In de tussentijd heeft mij in ieder geval een bemoedigende mededeling bereikt. Tijdens een discussie op het gebied van de geluidsbescherming die in de Harmonie heeft plaats gehad is mij door een aantal deskundigen verzekerd dat regelbeplanting, hoe wonderlijk het ook schijnt, een zeer effectief middel is voor het dempen van geluid. Op mijn vraag hoe het daarmee dan 's winters gesteld was, werd gezegd dat m.n. in de winter de geluidsdemping voortreffe lijk was. Men wist niet hoe dat kwam maar men nam aan dat de grondbedekking in de vorm van takken e.d. een verstrooiend effect had en dat dat een wezenlijke rol speelde hoewel daarvoor geen bewijzen voor handen zijn. Op mijn vraag of men dan de indruk had dat de regelbeplanting enige uitwerking heeft of dat degenen die hier kritisch tegenover staan gelijk hebben werd geantwoord dat regelbeplan ting een effectief middel is. (De hear Singelsma: Mar dat is wol bikend!) Dat zij zo, de geluidshinder schijnt door regelbeplanting duidelijk gedempt te worden en op basis van die veronderstelling is men er dus van uitgegaan dat een geluidsniveau van 55 dB(A) onder bepaalde omstandigheden bereikt wordt door een dergelijke demping van het geluid door de regelbeplanting. Op een ander niveau is de verwachting uitgesproken dat de geluidsbron in de toekomst een verbetering zal ondergaan waardoor het niveau van 50 dB(A), dat als een minimum geldt, kan worden bereikt. Welnu, wij hebben daar een groenstrook en een grondstrook waarvoor op dit moment niets anders wordt voorgesteld dan de nu effectieve maatregel van regelstroken. In de raadsbrief die betrekking heeft op de bezwaarschriften vindt u ook de aanduiding dat in die grondstrook, als mocht blijken dat die niet voldoende is, in ieder geval de ruimte aanwezig is om nog een aarden wal aan te brengen. Zo speel je dus "va banque", als blijkt dat het alsnog moet, had je het beter direct kunnen doen en als blijkt dat het voldoende is, heb je een wijs besluit genomen. Het is natuurlijk wel opmerkelijk dat onze rondweg omzoomd is door woonbebouwing. Als je je nu afvraagt of de mensen niet langs de rondweg willen wonen, moet je con stateren dat langs de rondweg nooit één woning leeg staat. Ik wil niet bagatelliseren, maar ik wil toch wel even relativeren. (De hear Singelsma: Dat is in forkeard argumint.) Het feit dat de woningen langs de rondweg staan, ook al zijn het particuliere woningen, is niet aan de vraagprijs - kennelijk dus ook niet aan de betaalprijs - te merken. Dat betekent dat de mensen er kennelijk toch plezierig wonen. (Stem: Dat is een opmerking tussen door.) U veroorlooft zich opmerkingen tussen door, dus laat mij het ook een keer doen. (De Voorzitter: Dat lokt straks weer iets uit!) De aarden wal kan er dus in de toekomst nog komen. Wij hopen niet dat het noodzakelijk zal zijn want ik moet u wel zeggen dat dergelijke voorzieningen niet in de grondexploitatie zijn opgenomen. Ik heb u net al gezegd wat waarschijnlijk het advies van de directie van Volkshuisvesting zal zijn t.o.v. het lokatiesubsidie. Het komt wel op het eigen zere been als daar dingen gecreëerd moeten worden, maar goed, wij kunnen niet alles voorzien. Er is ook gezegd dat de geluidshinder uit anderen hoofde bestreden kan worden, n.l. door de con structie van de huizen zelf en de bouwrichting van deze huizen. In tegenstelling tot een opmerking van de heer Miedema, n.l. dat de voorkant van de huizen van de Groningerstraatweg af komt te staan, staat de voorkant naar de weg toe. De voorkamer staat aan de kant van de weg. (De hear Miedema: Wy binne it hielendal iens. Ik haw bidoeld dat de efterkant nei de Grinzerstrjitwei ta stiet en dér binne 25 jo it ek mei iens.) In ieder geval is de situering zodanig dat uit de ervaring blijkt dat daardoor de minste geluidshinder voor de bewoners te verwachten is. In de randvoorwaarden staat ook nog dat aan de architect aanbevolen wordt om tussen de woonblokken voorzieningen te treffen die een barrière moeten vormen tegen het geluid dat mogelijkerwijs tussen de huizen door zal "piepen" en dat hinder lijk kan zijn voor een verblijf in de tuin. Ook wat de woning zelf betreft kunnen allerlei voorzieningen worden getroffen die i.v.m. de geluidshinder doelmatig zijn. Dan is er nog gevraagd naar het aantal kleine woningen. (De hear Singelsma: Jo forjitte myn kearn- fraech noch oer dy 5 dB.) Ik heb u gezegd dat dat in het bijgaande stuk staat. (De hear Singelsma: Né, né, dér haw ik neat oan.) De geluidshinder is met de maatregel van regelbeplanting terug te brengen tot 55 dB(A), de geluidsbron wordt zachter en zo kom je op 50 dB(A). (De Foarsitter: Nou earst mar oer de lytse huskes.) (De hear Ten Brug (weth.): Dy komme der ek yn.) In het voorstel m.b.t. het totale gebied stond in juni 1977 - ik spiek nu even - een aantal van 455 woningen. Om technische redenen, wat die ook mogen zijn, is dit aantal opgetrokken tot 546 en van die 546 woningen zouden in het to tale plangebied 273 woningen gerealiseerd kunnen worden in de goedkope huursector, 182 woningen in een wat duurdere huursector en 91 woningen in de duurste huursector. In totaal zijn dat dus 546 woningen. M.b.t. de vraag of het aantal te hoog of te laag is wordt geconcludeerd dat in de toekomst een aantal kleine eenheden in de stad zullen vrij komen. Er ligt echter ook een advies van de Bejaar- denraad om toch maar vooral te zorgen dat het aantal bejaardenwoningen in de toekomst voldoende zal zijn. Van die 273 woningen is een belangrijk percentage bestemd om als bejaardenwoning gereali seerd te worden. Er is een aanvraag van het N.V.V. om in het centrumgebied een tehuis te mogen ves tigen dat een 80-tal bejaardenwoningen omvat. Deze bejaardenwoningen zouden kunnen rekenen op enige dienstverlening zonder dat die in de verzorgingssector terecht komen. Rondom dat verzorgings centrum zouden nog een x-aantal keer 10 woningen moeten komen. Het verzorgingscentrum zou kunnen functioneren wanneer in de buurt van het centrum 200 aangepaste bejaardenwoningen aanwezig zouden zijn. Ik kan op dit moment niet afwegen of wij een 10-tal of een 50-tal woningen in deze sector te veel of te weinig bouwen, daarvoor zijn n.l. op dit moment nog niet voldoend exacte gegevens aan wezig. Op de totaliteit van het hele gebied dacht ik niet dat het aantal kleine woningen uitzonder lijk groot was en vanuit een zekere evenwichtige opbouw van de totale wijk ook niet onaanvaardbaar. Dat is het beste wat ik er van kan zeggen. De zuidelijke ontsluitingsweg is opgenomen in het verkeersstructuurplan dat dezer dagen zal ver schijnen. In dit plan zijn ook een aantal deeloplossingen verwerkt. Een van de deeloplossingen die nader aangeduid zal worden dan alleen d.m.v. verkeersstromen is de aansluiting van de zuidelijke ont sluitingsweg van Camminghaburen op het stadswegennet. (De heer Van der Wal: Waarlangs dan?) (De Voorzitter: Dat komt dan ter sprake.) Er is een studie over gemaakt door de dienst en door Dwars, Heede- rik en Verhey. Deze studie is mede op verzoek van Dwars, Heederik en Verhey opgenomen in de studie over de verkeersstructuur van Leeuwarden. Er is door de raad geen enkele beslissing daarover genomen, voor zover ik weet, en dat betekent dus dat de raad, als die geen beslissing heeft genomen, iedere beslissing kan nemen die hij maar wil nemen. Geen enkele andere voorbereiding kan daar iets aan af of toe doen. Over het lokatiesubsidie kan ik verder niets zeggen dan de ene tussenzin die ik gebruikt heb. Het nadert zijn eindbestemming maar het is op dit moment niet verstandig om daarover speculaties te ma ken. De heer Groenewoud: Ik wil toch even reageren op de woorden van de wethouder. Hij begon met te stellen dat er reeds eerder over deze materie is gesproken en dat er intussen niets is gewijzigd. Ik neem aan dat er bij u niets is gewijzigd. Elk raadslid kan echter nieuwe gegevens verzamelen in de periode die tussen toen en nu ligt. Dat heb ik ook gedaan. U spreekt steeds over de strook tussen de as van de straatweg en de toekomstige bebouwing. Dit heeft bij mij vanaf het begin geen enkele in druk gemaakt, gezien het feit dat deze strook gereduceerd wordt tot 47 meter. Deze 47 meter heeft u ter beschikking om regelbeplanting aan te leggen. Het is bovendien zo dat de andere baan van de straatweg hierin ook is betrokken evenals de ventweg en de betreffende straat in Camminghaburen aan de noordzijde er in zijn betrokken. Dat zou ik beslist niet tot die strook willen rekenen. Ik ben dus van mening dat u een strook van afgerond 50 meter hebt waar u een regelbeplanting aan kunt brengen. Collega-raadsleden zijn ook in de cijfers gedoken en ik wil mij in het kort permitteren om dat even eens te doen. Men gaat er dus van uit dat men 60 dB(A) terug moet brengen tot 55 dB(A) inclusief de correctiefactor, waarover ook ik mijn reserves heb. Als u er dan van uitgaat dat wij 50 meter hebben en dat u dat terug wilt brengen tot 55 dB(A) met de regelbeplanting, is het volgens de getallen zo dat u met 50 meter maal 0,04 dB(A) is 2 dB(A) plus 1 maal 1 dB(A), die geldt voor de rand van die beplanting, een reductie bereikt van maar 3 dB(A). Als u dus van 60 dB(A) 3 dB(A) aftrekt komt u pas

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 13