34 geschiedt. Bij meer gezelschappen is de overheid er vanaf het begin bij betrokken, ik noem dan als voorbeeld van buiten de provincie het gezelschap Forum; het gebeurt daar op dezelfde manier. AU overheid kun je door een zodanige regeling al bij het begin bijsturen wanneer bij de budgettering een grotere begrotingsoverschrijding zou optreden dan het percentage dat is toegestaan. Ten aanzien van de evaluering van Tryater kan ik opmerken dat dat een vrij subjectieve zaak is. Als overheid moeten wij in de gaten houden hoe Tryater m.n. in de buitengemeenten gaat opereren, waarbij dan nog niet eens de 4 grote gemeenten genoemd worden waarin Tryater wel regelmatig op treedt. Het gaat er om wat Tryater als friestalig beroepstoneel juist in de kleine gemeenten in wezen gaat betekenen. Als Tryater aan de doelstelling zoals die op bladzijde 3 van de raadsbrief is genoemd kan beantwoorden, kunnen wij daarvan uitgaande beoordelen of Tryater zichzelf in de komende periode heeft waar gemaakt. Volgens mij moet dat eigenlijk het enige criterium zijn. Een criterium zou ook kunnen zijn het publiek dat Tryater voor zijn voorstellingen weet te trekken. Dan is er nog gevraagd naar die 500,In de rekening staat duidelijk aangegeven dat per open bare voorstelling van elke gemeente 500,wordt gevraagd. De hear Van der Veen: Der is noch wol eat dat ik sizze woe. Yn't foarste plak woe ik it hawwe oer dy iepenbiere foorsteliingen sa't dy mei namme neamd wurde. Dat woe ik graech noch even witte. De hear Heere hat it ek al oer de bistjursgearstalling hawn. Is dy waernimmer gewoan it bistjurslid dat fanwegen de gemeente as fanwegen de provinsje in sit hat yn it bistjGrof wurdt der gewoan ien of oare amtner fan de provinsje mei bidoeld dy't ek oan dat petear meidwaen kin? De wethalder neamde even dat opdringen. Ik haw dat opdringen net yn negative sin bidoeld, mar ik haw it sa bidoeld: It Frysk Orkest kaem lyk as Tryater ut de Fryske bifolking wei en de "Noorder Compagnie" is as spriedingstoa- niel hjir min ofte menr delset. As sadanich is dat selskip net in spesifyk Fryske saek. It artistike bilied haw ik ek noch wol oare foarbylden fan. Ik bin it folslein mei de wethalder iens dat it artistike bilied fan in selskip - dat jildt fansels ek foar muzyk - folslein foar de forantwurding fan it bistjur of de ar tistike ried dy't yn sa'n selskip fungearret komme moat. Fierders wol ik my der op dit stuit net oer ut- litte. De heer Heere: In de eerste plaats wil ik voor alle zekerheid alle schijn wegnemen als zou ik door mijn opmerking enige invloed hebben willen uitoefenen op repertoire-keuze en uitvoering. In de wending die de heer Schaafsma er waarschijnlijk onbedoeld aan heeft gegeven, klinkt een dergelijke veronder stelling wel enigszins door. Ik heb deze uitspraak alleen als opmerking gemaakt en ik verzoek die ook als zodanig te beschouwen. Ik kan wel akkoord gaan met de antwoorden en de opmerkingen die ik op mijn vragen heb ontvangen. Tenslotte wil ik nog zeggen dat de financiële voorstellen zoals die voor ons liggen onze steun hebben. De heer Schaafsma (weth.): Als de heer Heere hier een opmerking maakt over wat er op het toneel bij Tryater gebeurt, is die opmerking of bedoeld om enig effect te ressorteren of die opmerking moet niet hier maar bij het bestuur van Tryater geplaatst worden. Ik vind dus wel dat ik er op de manier zo als ik er op heb gereageerd moest reageren. (De heer Ten Brug (weth.): Dat is goed liberaal.) Dat pro beer ik ook altijd nog te wezen, al probeer ik hier wel een collegiaal beleid te voeren, mijnheer Ten Brug. (De Voorzitter: Laten wij de discussie over dat punt maar besluiten.) De opmerking over die openbare voorstelling heb ik niet helemaal begrepen. Ik zie het verband n.l. niet helemaalmijnheer Van der Veen. Er wordt 500, per openbare voorstelling van de ge meenten gevraagd en had uw vraag betrekking op de classificatie "openbaar"? (De hear Van der Veen: Der wurdt dus neamd: Safolle iepenbiere foorstel Iingen dit jier en safolle iepenbiere foorstel Iingen dat jier. Hwat forstiet men under in iepenbiere foorstel ling? Tryater wurket ntl. it meast op utkeapen, in Kulturele Ried keapet in foarstelling. Elkenien kin dêr hinne, dat is dan in iepenbiere foorstel ling.) Een openbare voorstelling is dus een voor ieder toegankelijke voorstelling in tegenstelling tot een voor stelling die voor een besloten vereniging wordt gespeeld. (De hear Van der Veen: Ik neam mar hwat, mar as ien of oare fabryk Tryater ofhiert is dat dudlik net in iepenbiere foarstelling. Sadré in foriening lykwols it selskip ofhiert en foar elkenien tagonklik stelt, is dat in iepenbiere foarstelling.) (De Foar- sitter: Dêr binne wy it oer iens.) Dan is als laatste punt nog een vraag gesteld over de kwestie van het bestuurslid. Het bestuurslid kan in alle situaties of een ambtenaar zijn of een lid van het bestuur, maar het is niet een extra waar nemer naast het bestuur. In het bestuur zit dus of een ambtenaar of een reeds aanwezig bestuurslid die de budgettering in het oog houdt. (De hear Van der Veen: Dan foldocht it dêr wol oan, prima.) Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. 35 Punten 36 en 37 (bijlagen nos. 498 en 515). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 38 (bijlage no. 510). De heer Buising: Voor ik inhoudelijk op deze zaak inga, zou ik willen vragen hoeveel haast er bij de behandeling hiervan bestaat. (De Voorzitter: Dit moet uiterlijk morgen op het Provinciehuis zijn.) Ik had eigenlijk al een voorstel van orde willen indienen om dit punt tot de volgende keer te bewaren, zodat wij vanavond in elk geval de rest van de punten nog zouden kunnen behandelen. (De hear Miede- ma: As wy nou foarsteld hienen om moarntojoun fierder to gean hienen wy der ek net oan foldien.) (De Foarsitter: Ik hie der al in rountsje om hinne set om oan to jaen dat de hearen dêr noch efkes oer prate moasten. Ik hie it dus wol sjoen.) Het adviseren omtrent de Nota Recreëren geeft onze fractie wel aanleiding tot enkele opmerkin gen. Onder punt 2 wordt de nota gekenschetst als gevende een vrij somber beeld van de gevolgen van de toenemende recreatiedruk. Wat de erkende recreatiegebieden betreft, zo stelt het advies, is de nota in mineur. Tussen de regels door zou te lezen kunnen zijn dat dit volgens het dagelijks Ibestuurvan de regioraad niet helemaal terecht zou zijn, althans ietwat overdreven. Welnu, vanuit onze fractie komt een ander geluid. Naar onze mening is in de nota vooral op bepaalde onderdelen bezorgdheid te lezen. Wij vinden die bezorgdheid terecht vooral waar die zorg de erkende recreatiegebieden betreft. Men hoeft b.v. in het watergebied niet zo heel ver om zich heen te kijken om vast te kunnen stellen dat hier en daar de maat meer dan vol is. Zowel wat het aantal boten als wat het oeverbederf betreft is voorzichtigheid zo langzamerhand een eerste vereiste. Om nog even bij de waterrecreatie te blijven baart de bouw van accommodaties aan het Snekermeer onze fractie toch wel zorgen. In het advies wordt ook de mening weergegeven dat er voorzichtig met de z.g. remmechanismen moet worden om gesprongen, vooral omdat anders de minst draagkrachtigen niet meer aan hun trekken zouden komen. Ik vraag mij af of dat wel waar is. Zouden er niet zodanige mechanismen te bedenken zijn dat er, zon der dat uitgerekend de kleine man in zijn bewegingsvrijheid wordt beperkt, wordt bijgestuurd en afge remd? Kleine intieme watertjes kunnen toch ook worden afgesloten voor boten boven een bepaalde lengte? Het bevaarbaar houden en het opnieuw bevaarbaar maken van alternatieve pleziervaartroutes is inderdaad een oplossing om tot ontlasting elders te komen. Dan moet echter wel de bereidheid bestaan om i.p.v. dammen sluisjes en i.p.v. duikers bruggetjes te bouwen. Op dit punt zijn wij het volledig met het advies eens. Wat de recreatievoorzieningen aan de Waddenkust betreft lijkt het advies ons weer iets minder zorgvuldig dan de nota. Weer zou tussen de regels door gelezen kunnen worden dat het aanwezig zijn van voorzieningen voor toeristische recreatie op zijn minst het overwegen waard is; wij zijn daar erg huiverig voor. Wij zouden nog wel voelen voor voorzieningen op kleine schaal in de buurt van de kleine dorpen t.b.v. de bevolking dicht bij huis, zoals het advies zegt. Aan meer dan dit behoeft vol gens ons niet te worden gedacht. Als ik mij goed herinner zijn er vanuit de P.v.d.A.-fractie in de re gioraad van 6 december j.l. ongeveer dezelfde geluiden te horen geweest. Dat brengt mij dan tot mijn slotopmerking, die over de procedure gaat. De gemeenten moeten reeds een standpunt bepalen op een moment dat men nog geen kennis heeft kunnen nemen van de discussies in de regioraad. Ook is men nog niet op de hoogte van het preadvies van het dagelijks bestuur. Op die manier komen opmerkingen zoals die nu namens onze fractie geuit zijn min of meer in de lucht te hangen; dat is natuurlijk niet de bedoeling. Daarom zouden wij het op prijs stellen dat het dagelijks bestuur van de regioraad de gemeenten voortaan in een eerder stadium van de preadviezen op de hoogte stelt, anders lopen wij het gevaar dat de procedures niet goed wer ken. Intussen kunt u misschien de opmerkingen die nu zijn gemaakt nog op de een of andere manier in de advisering opnemen. Met de rest van de advisering kunnen wij het wel eens zijn. Mevr. Smit: De standpunten van de gemeenten betreffende de Nota Recreëren moesten uiterlijk 14 december j.l. bij ged. staten binnen zijn. Wij horen nu net dat een uitstel is verkregen tot morgen. (De Voorzitter: 5 dagen.) Het was natuurlijk toch wel erg laat. De in de regio Leeuwarden deelnemen de gemeenten behoren met hun reactie te wachten tot de discussie hierover in de regioraad heeft plaats gevonden. Dat is op 6 december j.l. gebeurd en dat heeft tot gevolg dat geen van de aan de re gio Leeuwarden deelnemende gemeenten tijdig zijn reactie heeft kunnen indienen. Het is ook niet de eerste dat een dergelijke vertraging optreedt, maar wij moeten er wel voor zorgen dat de regioraad in de toekomst niet blijvend een vertragende factor zal zijn. Het college wijst er in de raadsbrief aan de regioraad uitdrukkelijk op dat op grond van deze nota in dit stadium geen beleidsbeslissingen mogen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 18