12
een paar kanttekeningen bij maken. Veel van wat er in het lijstje staat m.b.t. de huursfeer moet nog
gerealiseerd worden, daar kunnen duidelijk vraagtekens bij gezet worden. Dan is er sprake van een
aantal panden die op het moment verhuurd worden en die gemeente-eigendom zijn. Bij het Woning
bedrijf leven duidelijk plannen om die panden te verkopen. Dat betekent dus ook dat er in de huur
sfeer minder woningen beschikbaar komen. Bovendien wordt het lijstje wel wat geflatteerd doordat
het een beeld geeft over 8 jaar. Daarbij moet dan nog opgemerkt worden dat er op deze lijst helemaal
geen woning voorkomt die in de premiesfeer is gebouwd. Ik begrijp de verschillende standpunten en
straks zal dus een aantal mensen uit mijn fractie tegen het voorstel van het college stemmen.
De heer Heidinga: De meeste leden van mijn fractie zijn voor dit voorstel. Het lijkt ons wel goed
om dit ook eens te proberen. Het is een aardig hoekje waar men een paar leuke huisje kan bouwen.
Wij vinden niet dat er echt belangrijke redenen zijn om dit niet te doen. Wanneer de gemeente hier
zelf zou gaan bouwen dan weten wij wel hoe dat gaat, dan moeten wij er altijd een hele hoop geld
bij doen en dan kunnen wij niet rond komen met subsidies, dat is vreselijk moeilijk. Wij vinden het
voor dit hoekje op het ogenblik ook niet noodzakelijk dat de gemeente dit doet. Wij zeggen dus:
Akkoord, probeer het zo maar eens, laten wij maar eens zien wat er uitkomt.
De heer Van der Wal: U stelt voor otn 4 kavels op de vrije markt te verkopen en u verwacht dan
dat op deze wijze voor de gemeente een zo gunstig mogelijk verkoopresultaat zal worden bereikt. Nu
is er op zich niets op tegen dat de gemeente ook eens een meevallertje heeft, maar het gaat hier om
4 kavels op de hoek Schoenmakersperk/Groeneweg die erg strategisch gelegen zijn wat betreft het
aanzicht van de binnenstad. Een eerste criterium zou naar mijn mening eigenlijk moeten zijn: Een zo
goed en zo representatief mogelijke bebouwing op deze 4 kavels die past bij dit gedeelte van de bin
nenstad dat er toch al ongunstig bij ligt gezien de grote, brede startbaan die er voor langs ligt. Wij
zijn bepaald niet erg enthousiast over dit voorstel omdat uit dit voorstel ook niet blijkt op welke
criteria de gegadigden worden beoordeeld. U schrijft in de raadsbrief: "Na het houden van de inschrij
ving zullen wij u voorstellen de vier terreinen te verkopen aan de inschrijvers die naar onze mening
daarvoor in aanmerking komen." Ik lees nergens dat die inschrijvers b.v. tegelijk met hun prijs ook
een plan in moeten dienen op grond waarvan de raad het beste plan uit kan kiezen. Als dit doorgaat
- ik ben hier tegen, dat wil ik nu alvast wel zeggen - dan zou ik toch wel willen weten welke cri
teria het college hierbij aanlegt, dus welke inschrijvers in aanmerking zouden komen en hoe het
college dit wil toetsen. Bovendien is het het college, althans de wethouder, bekend dat er o.a. bij
het projectbureau voor de binnenstad ook een plan in ontwikkeling is dat er van uitgaat om in de so
ciale premiesfeer een plan hiervoor te maken uitgaande van een zo goed mogelijke bebouwing en niet
van een zo hoog mogelijke opbrengst. Ik denk toch - mijn fractie denkt er in ieder geval zo over - dat
m.b.t. de bebouwing van dit stukje in de eerste plaats het belang van de binnenstad en niet het in dit
geval zeer betrekkelijke financiële belang van de gemeente voorop moet staan.
De hear Singelsma: Oan de iene kant kin men sizze: Gun de gemeente ek ris in lyts foardieltsje
- der soe ik ek net op tsjin wêze -, mar oan de oare kant is it sa dat as ik sjoch hoe'n driuwend forlet
der foar bipaelde minsken is - ik tink dan foaral oan de unfolsleine hushaldingen, de allinnich steande
minsken - om wenromte yn'e stêd to krijen, dan haw ik der dochs wol in bytsje biswier tsjin dat men
op dizze manier de groun op de frije merk goait. Ik hie der folie mear frede mei hawn en ik hie it ek
folie sinfoller foun as men dit stikje groun bistimde foar minsken dy't op't heden yn Ljouwert oan de
krapperein komme. Nei myn idé hienen hjir better huzen set wurde kinnen, itsij troch de gemeente
itsij troch in wenningboukorporaesjespesiael foar dy lytse hushaldingen. Ik tocht dat der op't heden
och sa'n forlet fan wie.
De heer Rijpma (weth.)Het is altijd een netelige kwestie hoe je dergelijke zaken moet oplossen.
Alleen al door een publicatie van het raadsvoorstel in de krant heeft er al een groot aantal mensen
gereflecteerd en gevraagd: Kan ik er ook voor in aanmerking komen? Dat betekent dat het er naar
uitziet dat de belangstelling voor dit stukje grond ook van de individuele burgers groot zal zijn. Dan
zal men een criterium moeten scheppen dat bepaalt wie er voor in aanmerking komt. Het is zo dat er
tot dusver in de huursector een aantal woningen gebouwd zijn en dat er in die sector ook nog een aan
tal woningen gebouwd zullen worden. Op het ogenblik is in aanbouw het complex aan de Nieuweburen
dat door St. Joseph wordt gebouwd - daar hebt u de nodige financiën voor gegarandeerd - en dit com
plex bestaat uit 12 woningen van betrekkelijk geringe afmetingen. Je zou kunnen stellen dat dat de
categorie is waar de heer Singelsma over spreekt. Op Schoenmakersperk 28 en 28a zal Beter Wonen
een project ontwikkelen, daarvoor zijn de criteria vastgesteld. Men mag aannemen dat ook in dat
13
project huurwoningen zullen worden gebouwd van beperkte huren met ook daarin weer een aantal
woningen die van beperkte omvang zijn. Dat is alleen al noodzakelijk vanuit de aard van het stukje
grond dat daar ligt. Er zullen binnenkort, dacht ik, ook voorstellen komen voor de woningen die op de
plaats van de Handelsdrukkerij gebouwd kunnen worden. De huren hiervoor gaan ook uit van subsidi
ering en dat betekent dat dat misschien wel dure woningen zullen worden, maar dat die in ieder geval
beneden de grens blijven waarvoor huursubsidie mogelijk is. Dit is het eerste complex waar mogelijk
heden zijn om de kavels op de vrije markt aan te bieden. Er zullen straks waarschijnlijk ook nog moge
lijkheden komen om in de premiesector wat te doen. Dit stukje grond leent zich voor de vrije sector
en wij dachten dat het een goede zaak was om via inschrijving te proberen belangstelling voor de
binnenstad en wonen in de binnenstad af te tasten. De heer Van der Wal heeft gelijk als hij zegt dat
er over de voorwaarden nog niets in het voorstel staat. Wij hebben die voorwaarden nog niet gefor
muleerd. Zodra de raad de uitspraak heeft gedaan dat op deze wijze gewerkt zal worden zullen door
het college nadere toetsingscriteria worden ontworpen die via de Commissie Grondbedrijf ter discus
sie zullen worden gesteld. Daarna kunnen b. en w. de procedure verder afronden. Het had, dachten wij,
geen zin om het in dit geval voor die tijd al te doen. De uitspraak van de raad kan er beter eerst zijn,
want dan is het des te zinvoller om de zaak voor te bereiden zoals die moet worden voorbereid.
De heer Ten Hoeve: Eerst een opmerking. Ik geloof direct dat er wat dit punt betreft voldoende
belangstelling is, het ligt er geweldig. Voor mij blijft echter recht overeind staan dat er in onze bin
nenstad voor de lagere inkomensgroepen te weinig mogelijkheden zijn om huisvesting te vinden, of
dat nu huur- of koopwoningen zijn. Dan heb ik nog een vraag. Er wordt in dit geval duidelijk gerekend
op een meevaller. Er wordt dan gezegd dat dat andere vernieuwingsprojecten in de binnenstad ten
goede zal komen. Gebeurt dat ook werkelijk of vloeit wat deze grond opbrengt gewoon in de alge
mene middelen en wordt er niet een specifieke bestemming aan gegeven? Wanneer het op deze mo
tieven verdedigd wordt zal het in ieder geval noodzakelijk zijn dat de winst die hier gemaakt wordt
ook in de binnenstad in deelgebieden besteed wordt.
De heer Van der Wal: Ik blijf het een vreemde zaak vinden. Vanuit het oogpunt van b. en w. is
het vragen van een beslissing om op de vrije markt te verkopen en achteraf nog eens inschakeling van
het Grondbedrijf te vragen natuurlijk wel te begrijpen, maar vanuit het oogpunf van de raad die nu
over deze wijze van uitgifte een beslissing moet nemen is dat natuurlijk niet zo gunstig, althans voor
mij niet. Over de criteria heeft u helemaal niets aangeduid, b.v. of er plannen bij ingediend moeten
worden, want dat zal toch moeten. Zoals het er nu staat gaat het eigenlijk alleen maar over een zo
gunstig mogelijk verkoopresultaat, m.a.w. een zo hoog mogelijke prijs. Dat zal betekenen dat deze
plannen voor de lagere inkomensgroepen niet gerealiseerd kunnen worden, tenzij het college nu zegt:
Wij gaan in de eerste plaats kijken hoe het plan in die omgeving past. Dan kan het best gebeuren - ik
kan mij dat tenminste best voorstellen - dat men zegt: M.b.t. dit plan wordt meer voor de grond geboden,
maar het past minder, hier verdienen wij minder aan. (De hear Miedema: De strop wurdt lytser, dat is
hwat oars as it gebiet wurdt minder.) (De hear Ten Hoeve: De strop wurdt net lytser.) De boekwaarde
van dit gebiedje is praktisch nihil. Er moeten alleen wat rioleringsleidingen of zo verlegd worden, dus
een strop kunnen wij er nooit aan hebben. Het is hier een kwestie van alleen maar winst maken. Het
gaat er mij om om daar een zo goed mogelijke bebouwing te creëren. Ik heb geen enkele toezegging
van b. en w. gehoord dat dat het eerste toetsingscriterium zal zijn. Uit dat oogpunt ben ik dus tegen
dit voorstel.
De heer Rijpma (weth.): Uiteraard is het zo dat voor deze plaats goede bouwplannen moeten ver
schijnen. Dat zou ook een reden kunnen zijn om te zeggen: Is de premiesector wel zo geschikt? Die
premiesector moet n.l. aan bepaalde uitgangspunten voldoen die niet in de eerste plaats gerelateerd
zijn aan de esthetica, maar allereerst aan de normen van V.R.O. Die normen van V.R.O. laten over
het algemeen weinig mogelijkheden over voor een iets pregnantere, duidelijker bouwvorm. De heer
Ten Hoeve heeft gevraagd waar het geld blijft. Er is een grondexploitatie voor dit gebied die geen
overschot biedt. Dat betekent dat het geld dat binnen het kader von deze grondexploitatie beschik
baar wordt gevonden ook voor andere doeleinden beschikbaar is. Wanneer wij m.b.t. dit gebied gelden
tekort zouden komen dan zou er bij gesprongen moeten worden uit het Rehabilitatiefonds of uit het
Rentefonds of uit het Stadsvernieuwingsfonds. Datgene wat uit die fondsen niet gehaald wordt blijft
beschikbaar voor dit gebied maar ook voor andere gebieden. Het is dus via de grondexploitatie niet
zo dat het in de algemene middelen terecht komt. U weet dat alle overschotten en tekorten m.b.t. onze
bestemmingsplannen die wij ook in het kader van andere zaken hebben uitgevoerd geboekt zijn in een