2
13. Verdagen beslissing op de beroepschriften van de heren Boonstra en Lemstra en Tromp B.V. tegen
het weigeren van bouwvergunningen (bijlage no. 80).
14. Beschikbaar stellen van krediet voor de rehabilitatie van de woning Monnikemuurstraat 109 (bijlage
no. 94).
15. Beschikbaar stellen van krediet voor de verbetering van de woning Kalverdijkje 78 (bijlage no. 90).
16. Beschikbaar stellen van een krediet voor de inrichting van het AVO-complex aan de Dr. Jacob
Botkeweg, de aanleg van de tuinen en de sportvelden, alsmede van de overige nog aan dit complex
te treffen voorzieningen (bijlage no. 101).
17. Verlenen van medewerking voor de stichting van een protestants christelijke kleuterschool en een
protestants christelijke school voor gewoon lager onderwijs in de wijk Cammïnghaburen (bijlage no.
96).
18. Verlenen van medewerking aan het bestuur van enige bijzondere kleuterscholen voor het aanschaf
fen van kasten (bijlage no. 82).
19. Onderzoek formaIdehydeconcentratie in woningen in Aldlan-oost (bijlage no. 83).
20. Verbouw van het dorpshuis De Golle te Wirdum (bijlage no. 95).
21 Aanvaarden van een schenking (bijlage no. 97).
22. Wijzigen van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1977 (bijlage no. 92).
23. Wijzigen van de gemeentebegroting en van de begrotingen van het Woningbedrijf, de Dienst
Stadsontwikkeling en de Dienst voor Sport en Recreatie voor het dienstjaar 1978 (bijlage no. 99).
24. Onderzoek geloofsbrief van het nieuw benoemde lid van de raad, de heer F. van der Wal.
25. Benoemen van:
a. ambtenaar van de burgelijke stand (bijlage no. 81);
b. een lid en twee plaatsvervangende leden in het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke
regeling Bestuursschool Friesland (bijlage no. 91).
c. een lid en plaatsvervangend lid van het bestuur van de Stichting Centrale Opleiding voor be
roepen in de Gezondheidszorg (bijlage no. 100).
De Voorzitter: Dames en heren, hartelijk welkom op deze vergadering van de raad. Ik stel voor
dat wij meteen met onze werkzaamheden beginnen.
Punt 1.
De notulen worden ongewijzigd vastgesteld.
Punt 2.
De Voorzitter: Voordat ik de aan u toegezonden mededelingen in discussie geef zou ik u willen
meedelen dat de heer Groenewoud, lid van de fractie van de P.v.d.A., met ingang van 24 februari 1978
heeft bedankt als lid van de raad. Hij heeft daarover een brief geschreven en daarvoor verwijs ik
naar sub Q onder 1 van de mededelingenlijst. Inmiddels heeft ook de heer Heidinga, behorende tot
de C.D.A.-fractie, als lid van de raad bedankt en wel met ingang van 10 maart 1978. U hebt dat
reeds in de dagbladen kunnen lezen. Een daarover van hem ontvangen brief zal alsnog voor de raad
ter inzage worden gelegd. Aangezien beide leden om hen moverende redenen met onmiddellijke in
gang voor het raadslidmaatschap hebben bedankt zullen wij hier - in een vergadering van de raad
dus - geen afscheid meer van hen kunnen nemen. Dit is nog niet zo vaak gebeurd in deze raad, maar
wij staan nu voor dit feit. De heer Heidinga heeft een lange staat van dienst als raadslid, hij maakte
zijn entree in deze raad in het jaar 1958. Vanaf 1970 fungeerde hij tevens als nestor van de raad. In
3
die functie heeft hij herhaaldelijk namens de gehele raad het woord gevoerd bij bijzondere gelegen
heden. De heer Groenewoud heeft bijna een vierjarige zittingsperiode het raadslidmaatschap uitge
oefend. Ik zou u willen verzoeken om er mee in te stemmen dat ik hen beiden namens u hog schrifte
lijk dank zeg voor al hetgeen zij als raadslid met veel inzet hebben verricht. Kunt u daarmee instem
men?
De Raad stemt hiermee in.
De Voorzitter: Dan heb ik nog een tweede mededeling die niet schriftelijk is aangekondigd.
Krachtens het bepaalde in artikel 48 van het Reglement van orde heb ik van de heer Buising een
verzoek tot interpellatie ontvangen. Dat verzoek luidt als volgt:
"Met een beroep op het gestelde in lid 1 van artikel 48 van het Reglement van orde zou ik toe
stemming van de raad willen hebben tot het stellen van enkele vragen in verband met de recente ont
wikkelingen rond de aanleg van het tracé Dronrijp-Midlum van de rijksweg 9. Vanwege het feit dat
in deze week in de Tweede Kamer der Staten-Generaal een beslissing omtrent de toekomst van deze
weg mag worden verwacht, zou ik tevens willen verzoeken - dit op grond van lid 2 van bovengenoemd
artikel - mijn vragen in die zin als spoedeisend te beschouwen dat ze nog tijdens de zitting van de
raad van hedenavond kunnen worden gesteld en - dit op grond van lid 3 - ook vanavond nog kun
nen worden beantwoord.
De beide vragen luiden als volgt:
1 Heeft het college kennis genomen van de publikaties in de pers van de afgelopen week omtrent de
stappen die in het parlement werden genomen om te komen tot een heroverweging inzake de aan
leg van het tracé Dronrijp-Midlum van de rijksweg 9?
2. Heeft het college naar aanleiding van die publikaties ook stappen ondernomen die blijk geven van
de betrokkenheid van het college bij deze ontwikkelingen? Zo ja, welke stappen zijn er dan on
dernomen?"
Verder heb ik van de heren Buising, Miedema en Bijkersma een voorstel gekregen over een onder
werp dat buiten de orde van de dag is, met het verzoek dit overeenkomstig het bepaalde in artikel 45
van het Reglement van orde hier te behandelen. Dat voorstel luidt:
"De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 13 maart 1978, kennis genomen
hebbende van de recente ontwikkelingen inzake de aanleg van het tracé Dronrijp-Midlum van de
rijksweg 9, spreekt haar ernstige verontrusting uit over deze ontwikkelingen en dringt er bij de Tweede
Kamer der Staten-Generaal met de meeste klem op aan geen voorstellen in te dienen resp. te aanvaar
den tot heroverweging van de reeds genomen beslissing."
Dat is dus het voorstel dat door de drie genoemde heren vóór de vergadering is ingediend.
Indien door de raad verlof tot interpellatie wordt verleend worden krachtens artikel 48, lid 3,
van het Reglement van orde de gevraagde inlichtingen door b. en w. verstrekt in dezelfde of in een
volgende vergadering. Ik moet u dus vragen of u bereid bent de heer Buising het gevraagde verlof
tot het houden van de interpellatie te geven, want daarvoor moet de raad toestemming geven. Mijn
vraag is dus: Kunt u de heer Buising toestemming geven dat deze interpellatie vanavond wordt ge
houden?
De hear Singelsma: Ik soe it wol sinfol fine om hjir in ynterpellaesje oer to halden. Ik soe it lyk-
wols wol op priis stelle dat alle leden fan de ried op'e hichte binne fan de rapporten dy't der yn de
rïn fan de tiid oer forskynd binne. Hwannear't wy hjir prate oer saken(De Foarsitter: It giet
allinnich om it punt fan oarder. It giet der om oft de ried tastimming jowt foar dy ynterpellaesje, ja
of né. De diskusje komt dan straks wol.) Ik achtsje de tarieding to koart en ik siz dus: Né.
De heer VanderWal: Mijn fractie kan uiteindelijk wel akkoord gaan, hoewel ik het vreemd vind
dat de heer Buising alleen de voorzitters van twee andere fracties heeft benaderd en niet alle fractie
voorzitters. Bij een interpellatie is het eigenlijk altijd zo dat de voorbereiding te kort is, maar het
spoedeisende karakter rechtvaardigt dan zo'n interpellatie. Op zich gaan wij akkoord, of wij er in
houdelijk mee akkoord gaan is natuurlijk een heel ander punt. (De Voorzitter: U gaat akkoord met
het houden van de interpellatie, dat is het enige dat op het moment aan de orde is.) Ja.
De Voorzitter: Behalve de heer Singelsma gaat de raad dus akkoord met het houden van de inter
pellatie?
De Raad, met uitzondering van de heer Singelsma, stemt hiermee in.
