10
gebruik" gezegd. Dit I.S.P.-geld is bedoeld voor verbetering van de infrastructuur. (De hear Singelsma:
Mar foar oare wegen.) Nee, dit geld is bedoeld voor de verbetering van de infrastructuur van de re
gio's. Het provinciaal bestuur, gesteund door een overgrote meerderheid van de provinciale staten,
heeft bepleit om een van de belangrijkste elementen van de infrastructuur, de verbetering van de ver
bindingen met de rest van het land, in het I.S.P. in te brengen. Het kabinet heeft dat aanvaard. Ik
heb de datum er bij genoemd, het is een kabinetsbeslissing geweest. Waar ik over sprak ging he
lemaal niet over tracé's, het ging alleen over het tijdstip waarop. Het kabinet erkende dat dit wel
een urgent probleem was gezien de ontsluiting van het Noorden en aanvaardde toen dat daarvoor èn
geld van Verkeer en Waterstaat èn geld van het I.S.P. werd bestemd. Daardoor kon het oorspronkelijke
idee van 1976 en 1980 niet meer worden gerealiseerd, maar kon in ieder geval wel een deel van het
uitstel, waarbij deze weg pas in de jaren tachtig ten uitvoer zou worden gebracht, weer teruggebracht
worden tot een uitvoering in de jaren 1978-1980. Dat is in feite het enige wat er is gebeurd. Toen
dit bekend werd is men in actie gekomen. Toen zijn er rapporten gemaakt, waarvan de heer Van der
Wal oomerkt: Hebt u de rapporten wel bestudeerd? Heeft het college een heroverweging gemaakt?
Leden van de raad, wat had het college te heroverwegen? Het tracé was vastgesteld. Het college
stelt het tracé niet vast, de raad van Leeuwarden stelt het niet vast en het provinciaal bestuur stelt
het niet vast, de minister van Verkeer en Waterstaat stelt het vast; er zijn wel allerlei adviezen over
gegeven. De minister had dit tracé al vastgesteld, dus was er voor ons geen aanleiding om te herover
wegen. Waarom niet? Nu kom ik op het probleem waarvoor wij hier nu bij elkaar zitten. De minister
heeft vorige week gezegd dat heroverwegen een uitstel van 4 tot 8 jaren zou betekenen. Vergeet u
het maar, als dit niet doorgaat en er opnieuw een tracé moet worden vastgesteld. Ik wil niet te veel
afwijken van hetgeen ik gezegd heb, maar het betekent een uitstel van ten minste 10 jaar. Het tracé
moet n.l. opnieuw worden vastgesteld, waarbij het tracé door Franeker heen zal moeten lopen. Ik
heb niet zonder reden gezegd dat zoiets andere bezwaren oproept, ook milieubezwaren. Ik vraag u
wat er moet gebeuren als dit tracé dwars door Franeker verdubbeld zal moeten worden. (De heer
Van der Wal: Franeker heeft toch een rondweg?) Niet wij, maar de minister heeft, incalculerend
alle pro's en contra's, dit afgewogen. Ik en met mij het hele college erken volledig dat er tegen elk
tracé dat u eventueel kiest pro's en contra's zijn. Neemt u ook maar aan - wij maken dit in Leeuwar
den zelf ook mee - dat er overal waar wij iets tot stand moeten brengen bezwaren tegen zijn; dat
is begrijpelijk. Je zult maar met een weg door iemands land heen komen! Of dat dit tracé is of een
ander tracé, u moet werkelijk aannemen dat er altijd bezwaren zullen komen. Het is een afweging
van de verschillende bezwaren, van de pro's en de contra's, tegen elkaar. Daarom was er voordit
college geen enkele, maar dan ook geen enkele aanleiding om dit te heroverwegen, want het is een
materie waar wij volkomen buiten staan.
Ik wilde nog een laatste opmerking maken en dat betreft de vraag wat het belang van deze weg
is. Dat belang is niet, zoals hier wordt gezegd, die enkele minuten sneller rijden. Wij liggen in
Noord-Friesland in de uithoek, dat is ons moeilijke probleem. Allerwegen is steeds gesteld - ook
en unaniem door deze raad - dat wij de infrastructuur moeten verbeteren. Al minstens 10 jaar lang
zegt de raad - niet de voorzitter van dit college of het college - dat een van de meest wezenlijke
problemen bij de verbetering van de infrastructuur voor Friesland en vooral voor Noord-Friesland
en dus voor de Friese hoofdstad in de eerste plaats de verbetering van de verbindingen met de rest
van het land is. Als wij menen dat wij hier de achterstandssituatie willen opheffen, dan houd ik vol
wat ik in mijn inlichtingen heb gezegd dat het een heel kwalijke zaak is als wij, nu wij zo ver zijn
dat de infrastructuur zal worden verbeterd, die op de tocht zetten. Niet voor 1 of 2 jaar, maar voor
een enorm veel langere tijd. Voor die machine weer op gang is en voor alles weer rond is, bent u
meer dan 10 jaar kwijt. Dan vraag ik mij af of de raad van de gemeente Leeuwarden het op zijn
verantwoording zou kunnen nemen om tegen datgene te zijn wat volgens alle correct uitgevoerde
procedures is vastgesteld en om er weer een discussie over te laten komen. Dit is een persoonlijk
woord, ik vind het uitermate jammer dat de heer Van der Doef op dit tijdstip met dit probleem naar
voren is gekomen. Had het hem dan eerder laten doen. Bewindslieden, Kamerleden en bestuursleden
van de Partij van de Arbeid hebben er met ons over gediscussieerd en zij gaven er blijk van dat zij
alle begrip voor ons probleem hadden en dat zij zich sterk zouden maken om Friesland uit dit isole
ment te halen. Dit is mijn toelichting, mede namens het college, op deze problematiek.
De heer Buising: Inhoudelijk heb ik hieraan weinig meer toe te voegen. Ik wil nog heel even
ingaan op een opmerking van de heer Van der Wal die hij in zijn eerste instantie, ondertussen
al weer een poos geleden, heeft gemaakt. Hij verweet mij toen min of meer politiek onfatsoen en
daar wil ik bezwaar tegen maken. Ik meen niet dat het in dit verband nodig is om van politiek fat
soen dan wel politiek onfatsoen te spreken. Laat ik het zo stellen, in een van de vele publikaties
11
van de pers van vorige week meende ik te kunnen opmaken - het stond er overigens in gewoon Neder
lands - dat er bij de fractie van Axies zeker geen steun te verwachten zou zijn voor de motie die in
tussen is ingediend. Men mag dit wel als politiek onfatsoen interpreteren als men wil, maar ik dacht
dat het meer de vraag was of het politiek zinvol was om steun te vragen voor een motie bij een frac
tie die, zoals uit een kranteartikel viel op te maken, de motie zeer waarschijnlijk niet zou steunen.
Dat is het enige wat ik er nog aan heb toe te voegen.
De heer Van der Wal: Om met het laatste te beginnen: Ten eerste was Axies niet op de hoogte
van de komst van de motie van de P.v.d.A., het C.D.A. en de V.V.D.; een eigenaardige combinatie
eigenlijk, maar goed. Ten tweede wisten wij niets van de inhoud tot het moment waarop dit punt
reeds behandeld werd en de voorzitter de motie voorlas. Ons is daardoor de mogelijkheid ontnomen
om ons enigszins op dit punt voor te bereiden. (De heer Ten Hoeve: Toen je de brief ondertekende
heb je je toch wel voorbereid, niet?) Toevalligerwijs heb ik vanmiddag gehoord - de vice-fractie-
voorzitter van de P.v.d.A. kan dit bevestigen - dat dit stond te gebeuren. Daartegen richt zich mijn
bezwaar dat wij als enige fractie buiten dit opzetje zijn gehouden. Ik vind de verklaring die de frac
tievoorzitter van de P.v.d.A. daarbij geeft onvoldoende.
U zegt dat wij in 1975 unaniem een motie hebben ondersteund die aandrong op snelle verdubbe
ling van rijksweg 9. Pal daarop heeft de Raad van State o.a. uitgesproken dat het vaststellen van het
tracé als zodanig geen rechten of verplichtingen schept en het heeft evenmin rechtsvervolg dat de
uitvoering van de rijksweg kan worden aangevangen en uitgevoerd. De heer Singelsma heeft dit be
sluit van de Raad van State van 29 juli 1977 ook al geciteerd. Onder een verdubbeling verstaan wij
nog steeds een verdubbeling van de bestaande weg, het college kennelijk niet. (De Voorzitter: U wist
in 1975 dat dit tracé er zou komen, mijnheer Van der Wal, dat was toen al vastgesteld.) Nee, dat
kan ik best niet geweten hebben. In het vervolg is het dus zo dat wij, als het college met een voorstel
komt om de rondweg te verdubbelen moeten aannemen dat er een nieuwe rondweg aangelegd wordt,
want daar komt het op neer. (De heer Ten Brug (weth.): Wij moeten aannemen dat jij de stukken goed
leest, dan was het wel duidelijk geworden.)
Ik heb de term "door het terpenlandschap donderen" gebruikt. U heeft trouwens niet ontkend dat
dit het geval is, u zei dat de raad daar unaniem voor heeft gestemd. Die interpretatie geven wij ook
nu niet aan de motie. Als de opstellers van een dergelijke motie die bedoeling wel hebben, dan ver
zoek ik hen die bedoeling in het vervolg ook in de motie te zetten. Overigens blijven wij voor een
verbetering van de infrastructuur van deze stad. Er is voor dit tracé een alternatief aangegeven, een
werkelijke verdubbeling. Ook is aangegeven de mogelijkheid om desnoods de weg naar Bolsward te
verdubbelen.
Dan kom ik op de besparing van 6 minuten op de rijtijd, waarvan de heer Geerts zegt dat dat op
de 30 minuten een-vijfde scheelt. Ik dacht dat die weg werd aangelegd voor het Westen des lands. Een
beetje een grote stad in het westen van het land ligt niet op een afstand van 30 minuten van Leeuwar
den, tenzij de heer Geerts in een supersnelle auto rijdt. Alkmaar of Amsterdam liggen op een afstand
van minstens anderhalf uur van Leeuwarden. Dat rekensommetje gaat dus niet op. ik neem tenminste
niet aan dat wij de weg naar Harlingen gaan verdubbelen..
De voorzitter heeft gezegd dat een verdubbeling van het bestaande tracé dwars door Franeker zou
moeten gaan. Rond Franeker ligt een vierstrookse rondweg met ruime afstand tot de bebouwing. Boven
dien zal het verkeer ten gevolge van de verdubbeling op zich niet extra toenemen.
Dan heb ik een verzoek aan de raad dat is neergelegd in een motie. De motie luidt:
"De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 13 maart 1978, besluit ook de
motieven van de minderheid van de raad tegen de motie van de heren Buising, Miedema en Bijkersma
ter kennis te brengen bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Deze motie is ondertekend door de heren Singelsma en De Greef en door mijzelf.
De Voorzitter: Ik wil wel over deze motie laten stemmen, maar ik moet u zeggen dat u een motie
die buiten de orde van de dag valt vóór de vergadering moet indienen. (De heer Van der Wal: Maar als
ik voor de vergadering niet eens weet dat dit in behandeling komt?) Wij zullen hierover laten stemmen.
Als de raad er mee instemt, zoals volgens het Reglement van orde moet gebeuren, zullen wij er over
laten stemmen.
De hear Singelsma: Ik woe noch eefkes hwat oalje op de golven smite. De stimming wurdt in bytsje
grimmitich en dat moat eins net by sa'n wichtich Onderwerp. (De Foarsitter: Dat is yn it bilang fan Ljou-
wert.) Ja, mar ek yn it bilang fan de persoanen. It giet hjir om in rykswei en it giet om I.S.P.-jild.
I.S.P.-jild is foar safier my bikend net bistimd foar forbetteringen fan in rykswei. It I.S.P.-jild is bistimd