de motie inzake de tunnel stemmen, hoewel ik voor de bezwaren en het feit dat een en ander in to taliteit dient te worden bekeken natuurlijk wel begrip moet hebben. (De hear Miedema: Hwerom foI gest ós dan net, hwant as op 29 maeije de bislissing fait, dan hawwe wy noch alle tiid.) Het is heel simpel: als je het mij vraagt moet de Oostergoweg er niet komen, maar de meerderheid van de raad zey'r dat hij er wel moet komen. Ik vind dat dan de kruisingen met de Oostergoweg, met name voor het langzaam verkeer, zodanig moeten worden gemaakt dat dat verkeer niet de minste hinder onder vindt en dat kan worden bereikt met een tunnel. In die filosofie ben ik voor een tunnel, die toch niet wordt aangelegd voordat de raad definitief heeft besloten dat de Oostergoweg aangelegd moet worden; de fasering zit er dus automatisch al in. De aanleg van de Oostergoweg zullen wij over drie of vier weken in totaliteit nog bekijken. De motie met betrekking tot de 12 m vind ik, als motie II wordt aangenomen, een beetje over bodig, maar ik heb er geen problemen mee en ik wil er ook wel vóór stemmen. De heer Geerts: Ik geloof dat er toch nog een misverstand is, waarop mevrouw Brandenburg mij heeft gewezen. Wij hebben zojuist afgesproken dat de structuurschets de basis is, maar dat de uit werking plaats vindt op basis van de plannen voor Huizum-Nieuw-Bornia. Dit is uit de motie ge haald, maar mijns inziens hebben wij zonet besloten dat dit wel in de motie moest blijven staan. De heer Rijpma (weth.): Ik zou graag zijn ingegaan op alle opmerkingen die de heer Van der Wal in eerste en tweede instantie heeft gemaakt, maar ik wil mij nu beperken tot de opmerking dat wanneer in de Commissie Ruimtelijke Ordening de zakelijkheid hoogtij gaat vieren er waarschijnlijk voldoende tijd over zal zijn om ook de zakelijke vragen ten aanzien van dit punt bij de discussie te betrekken. (De heer P.D. van der Wal: Zo lang wij niet tot 12 uur vergaderen valt het nog wel mee De heer Miedema heeft een paar concrete vragen gesteld. Hij heeft gezegd dat er geen etage- bouw moet komen, maar ik moet daar iets genuanceerder op reageren. Bij dichtheden zoals die in dit plan zijn aangegeven is aan een zekere gestapelde bouw naar mijn gevoel niet te ontkomen. Men behoeft die gestapelde bouw niet bij voorbaat te veroordelen, want niet iedereen in onze samenle ving heeft belang bij een woning op de grond of bij een tuin. Er zijn ook mensen - er is al een voor beeld genoemd - die het helemaal niet erg vinden een paar meter hoger te wonen en geen tuin te moeten onderhouden. Aan enige gestapelde bouw in deze nieuwbouwwijk zal waarschijnlijk niet zijn te ontkomen, maar ik geloof wel dat die op een goede manier zal moeten worden ingepast. Men behoeft echt niet te denken aan een blok van 20 m lang, 6 m breed en 8 m hoog; men moet iets meer fantasie gebruiken als men aan gestapelde bouw denkt. Op het ogenblik bestaan er zeer aanvaard bare vormen en bij hoge dichtheden kun je aan die bouw niet ontkomen. Zeker als je een gebied wilt creëren waar verschillende mensen wonen, een doorsnee van onze samenleving, hoeft er tegen enige gestapelde bouw helemaal geen bezwaar te bestaan. Dit behoeft ook niet direct inherent te zijn aan een kantoorgebouw; het zou er als onaangenaam facet bij kunnen komen, maar dat hoeft bepaald niet. Verder heeft de heer Miedema gevraagd wie het plan maakt en op welke termijn. Het is de be doeling dat onze dienst het plan maakt. Op bladzijde 4 van de raadsbrief bij punt 1 onder "verdere procedure" leest u echter: "het, in samenwerking tussen wijkcomité en projectgroep, uitwerken van plannen voor de bouw van woningen voor het gebied Huizum-Bornia; hierbij zullen bij voor keur reeds direct door bewoners aan te wijzen architecten dienen te worden betrokken;". Wanneer de grote knelpunten uit het ontwerp zijn verdwenen door duidelijke beslissingen van de raad - ik zie die ook aankomen - zal naar mijn oordeel kunnen worden gestart met het overleg tussen de bewoners, de woningbouwcorporaties, anderen en architecten, op een zodanige wijze dat alle ele menten uit Huizum-Nieuw-Bornia, die in dat ontwerp passen en door de wijk waardevol worden ge vonden, inderdaad worden ingepast. Het is de bedoeling dat het een wijk wordt waarin de bewoners en de architecten de dan heersende ideeën - niet alleen de stedebouwkundige maar ook de bouw kundige ideeën - verwezenlijkt zien. (De hear Miedema: As ik efkes ynterrumpearje mei. De wet- halder sei dat wy it riedsbrief goed leze moatte. Nou, dat hawwe wy goed lezen, mar der steane gjin terminen yn.) Ik haw net sein dat jo it brief goed leze moasten, ik haw allinne in bipaelde bledside oanwiisd. (De hear Miedema: Der sjitte jo yn wezen neat mei op. Wy hawwe to faek it for- hael heard dat de eigen tsjinst it sa drok hat dat wy as ried net driuwe meije. Op dit momint driuw ik al. Dit plan moat klear, it moat oan de gong.) Dit plan moat klear en men giet oan de gong. Dódlik? (De hear Miedema: Nou, dat moatte wy ófwachtsje.) Ik meen dat er geen reden is nu niet tot stemming over te gaan. 19 De Voorzitter: Ik stel voor nu over te gaan tot stemming over de moties. Aan de orde is de eerste motie die is ingediend door de heren Van der Wal en Singelsma. De motie van de heren P.D. van der Wal en J.B. Singelsma wordt bij handopsteken verworpen met 34 tegen 2 stemmen. De Voorzitter: Thans breng ik de tweede motie in stemming, met inachtneming van de toelichting die zojuist door wethouder Rijpma daarop is gegeven. Mevrouw Visscher—Bouwer: Ik meen dat er over deze motie nog enig misverstand bestaat. De Voorzitter: Ik heb de motie hier voor mij liggen en de wethouder heeft daar een interpretatie van gegeven, die naar mijn mening volledig in overeenstemming is met wat de heer Geerts zei. De heer Geerts: Ik meen dat de wethouder heeft gezegd dat de structuurschets de basis is en dat het bestemmingsplan wordt uitgewerkt op grond van de ideeën van Huizum-Nieuw-Bornia. Als dit juist is, zijn wij het eens met de interpretatie van de wethouder. De Voorzitter: Laten wij er nu verder maar niet meer over praten. Ik breng nu de motie in stem ming zoals die is ingediend met de toelichting die daarop is gegeven door weth. Rijpma. Dat is dus één geheel De motie van de heren C.G.H. Geerts, G. Buising, J.B. Singelsma en P.D. van der Wal wordt bij handopsteken aangenomen met 20 tegen 16 stemmen. De Voorzitter: Dan is de derde motie aan de orde die is ingediend door de heren Geerts en Buising. De motie van de heren Geerts en Buising wordt bij handopsteken aangenomen met 19 tegen 17 stemmen. De Voorzitter: Dan ligt er nog de motie die is ingediend door de heren Miedema en De Jong. De motie van de heren Miedema en De Jong wordt met algemene stemmen aangenomen. De Voorzitter: Punt I van het u voorgelegde besluit is door de aangenomen moties achterhaald, maar de raad moet nog een besluit nemen over punt II. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. m.b.t. punt II van het besluit. Punten 4 t.e.m. 11 (bijlagen nos. 128, 131, 138, 148, 137, 126, 149 en 139). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 12 (bijlage no. 136). Mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma: Wij willen op dit moment wel akkoord gaan met uw voorstel, maar ik wil daarbij nu al aankondigen dat wij er bij de begroting op zullen terugkomen. Wij hebben het Ei van Columbus in dezen ook niet gevonden, maar wij missen met name het onderscheid dat onzes inziens moet worden gemaakt tussen grond in buitenwijken en grond in de binnenstad, terwijl wij ook een regeling missen voor speciale gevallen, bijvoorbeeld wanneer het gaat om de verkoop van monumenten en gerestaureerde panden of wanneer de gemeente de grondprijs, om wat voor reden dan ook, extra laag wil houden. Wij komen bij de begroting hierop dus nader terug en koppelen dat dan waarschijnlijk aan een voorstel onzerzijds over erfpacht in de binnenstad. De Voorzitter: Wij hebben kennis genomen van Je opmerkingen van mevrouw Brandenburg. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1978 | | pagina 10