13
28
ber is der in brief nei de A.B.N. tftgien mei alve punten dêr't it bouplan oan foldwaen moast. Yn dat brief
wurdt net praet oer it tal winkels. Der is fansels kommintaer op kommen fan de iene of oare partij. Op 28
septimber giet der wer in brief dtdir't efkes yn wiisd wurdt op de winkels dy't der dochs wol yn moat-
te. Nou freegje ik my of, is dat nou in forsin, dy brief fan 13 septimber? Ik kin my hast net foarstelle
dat it in forsin is, hwant it gie om ien fan de punten dir't de ried fan sei dat dir oan fist hdlden wurde
soe. Ik freegje dus: Hat men dat punt yn it earste brief forjitten?
De Voorzitter: Ik wil daar wel even op antwoorden. Kijk, mijnheer Singelsma, het is gewoon een mis
verstand geweest. Wij hadden nl. begrepen dat die winkel er in ieder geval moest komen. De brief die
wij aan de A.B.N. hadden geschreven, hebben wij aan de raad ter inzage gelegd. Inderdaad zijn er raads
leden over gevallen. Toen hebben wij de discussie weer op de band afgeluisterd - elke raadsvergadering
wordt op de band opgenomen - en daarbij bleek inderdaad dat het in de discussie om meer dan één win
kel ging. Dat is de reden waarom wij later een brief hebben nagestuurd. (De hear Singelsma: It wie dochs
in kardinael punt?) Ik erken toch dat het een misverstand is geweest? Wij hebben het in eerste instantie
zo opgevat dat er één winkel in het gebouw ondergebracht moest worden, maar toen bleek dat in de dis
cussie meer dan één winkel werd genoemd, hebben wij de aanvullende brief geschreven. Dit is de ver
klaring n.a.v. uw vragen.
Ik stel voor de discussies te besluiten en allereerst over de motie van de heren Van der Wal en Sin
gelsma te stemmen.
De motie van de heren P.D. van der Wal en J.B. Singelsma wordt bij handopsteken verworpen met 32
tegen 2 stemmen.
M.b.t. het voorstel van b. en w.waarover bij handopsteken wordt gestemd, staken de stemmen (17-17).
De Voorzitter: Het voorstel komt in een volgende raadsvergadering opnieuw in stemming, zonder dat
er een discussie over gehouden kan worden.
Het Seniorenconvent kan morgenavond niet om 19.00 uur doorgaan en zal na afloop van de vergade
ring van morgenavond gehouden worden. Ik wens u allen wel thuis.
De Voorzitter schorst, om 23.50 uur, de vergadering tot 17 mei 1978, 19.30 uur.
Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van woensdag, 17 mei 1978.
RAADSVERGADERING van woensdag, 17 mei 1978.
(voortzetting van de raadsvergadering van dinsdag, 16 mei 1978)
Aanwezig 32 leden: de dames E. Brandenburg-Sjoerdsma, M.A. van Dijk-van Terwisga, mr. E.N.J. Smit,
G. Visscher-Bouwer, M.M.Th. Visser-van den Bos, A.J. de Vos en A. Willemsma-de Jong en de heren
J. de Beer, G. Buising, J.R. Bijkersma, G.F. Eijgelaar (weth.) (vanaf 19.40 uur), ir. C.G.H. Geerts,
D.E. Heere, H. ten Hoeve, H. Jansma, J.F. Janssen, C. de Jong (vanaf 20.30 uur), A. Klomp (tof
0.05 uur), J. Knol, H. Meijerhof, W. Miedema, A. Pronk, ir. C.L. Rijpma (weth.), J. Schaafsma (weth.),
J.B. Singelsma (vanaf 19.40 uur), K. Spoelstra, N. Sterk, P.J. Sijbesma, L. Visser, G. de Vries (weth.),
F. van der Wal en P.D. van der Wal.
Afwezig: de heren S. Bouma, J. ten Brug (weth.), drs. M.H.G. de Greef, dr. W.A. de Pree en P. van
der Veen.
Voorzitter: de heer J.S. Brandsma, burgemeester.
Secretaris: de heer mr. W.J.G. Reumer.
Voorts zijn aanwezig: de heren P. de Boer, ambtenaar van de afdeling Financiën en Belastingen,
G.J.P. van den Berg, plv. hoofd van de afdeling Sociale Zaken en Welzijnsaangelegenheden, H. Flin
terman, hoofd van de afdeling Volkshuisvesting en Openbare Werken, mr. W.L. van Harinxma thoe
Slooten, hoofd van de afdeling Kabinet en Algemene Zaken, M.F. Koopmans, hoofd van de afdeling Soci
ale Zaken en Welzijnsaangelegenheden, drs. H. Sikkema, fungerend hoofd van de afdeling Economische
Zaken, Beleidsplanning en Organisatie, en C. IJsbrandij, hoofd van de afdeling Financiën en Belastingen.
De Voorzitter: Ik stel voor dat wij beginnen met het punt waarop wij gisteren de werkzaamheden
hebben onderbroken.
Punten 13 en 14 (bijlagen nos. 165 en 182).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 15 (bijlage no. 174).
Mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma: Het Schoenmakersperk. Ik kan kort zijn, wij zijn het niet eens
met dit plan. Wij gaan wel akkoord met de planning die men aan wil houden, n.l. eerst de woningen
aan de Groeneweg, het Perkswaltje en de Pijlsteeg en daarna het plein. Wij zijn het echter niet eens
met de inrichting zoals die wordt voorgesteld. Het plan op zich, handhaving van de asfaltverharding,
vinden wij geen goede oplossing. Een Schoenmakersperk dat tot de helft is geasfalteerd stamt nog uit
de tijd van de grote doorbraken. Wij vinden dat van dit gebied nog veel meer kan worden gemaakt.
Het is de entree tot de oude binnenstad en wij vragen b. en w. om met een ontwerp te komen dat in
dit gebied past en daaraan recht doet. Het verschil van 20.000,de extra kosten van de bestaande
verharding - vinden wij voor deze plek in de stad verantwoord. Ik kan eigenlijk niet aannemen dat
de raad dit voorstel overneemt gehoord de gesprekken in de Commissie Openbare Werken en daarom
heb ik een motie gemaakt.
"De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 17 mei 1978, draagt het college
op te komen met een plan voor herinrichting van het Schoenmakersperk, passend bij deze entree tot
de oude binnenstad."
De motie is ondertekend door de heer Janssen en mij.
De heer P.D. van der Wal: Ik kan mij volledig aansluiten bij-hetgeen de woordvoerster van de
P.v.d.A. over dit punt heeft gezegd. Wij steunen dus de motie.