Ï5J Toen wij, vier jaar geleden, Hippo in het gebouw aan de Schoolstraat gehuisvest hebben, was het duidelijk dat het achterste pand waar men introk van bijzonder slechte kwaliteit was. Er was een half steens muurtje, er moesten allerlei verbouwingen plaats vinden die ook werkelijk zijn uitgevoerd, maar net is eigenlijk een pakhuis gebleven; overigens wel aangepast aan de eisen die Hippo toen stelde. Successievelijk zijn er in de hele programmatische aanpak van Hippo tamelijk veel muziek evenementen opgenomen. Deze evenementen trokken veel jeudig publiek, omdat er in onze stad duidelijk behoefte aan was. Juist het feit dat deze muziekuitvoeringen in een zo slechte accommo datie gegeven moesten worden, is er de oorzaak van dat er bij herhaling moeilijkheden zijn ontstaan rondom het aspect van de geluidshinder. Er waren twee redenen voor het ontstaan van deze moeilijk heden aan te wijzen. Primair was het gebouw niet geschikt voor zulke uitvoeringen en bovendien heeft men weieens onnodig aan de geluidsknoppen gedraaid. Dit gebeurde ook op tijdstippen waarop andere mensen van hun nachtrust genoten. In ieder geval heeft dit herhaaldelijk tot nare situaties ge leid. Wij hebben zelfs een commissie van goede diensten aan het werk gehad. De voorzitter van deze commissie zit vanavond op de publieke tribune. Hij heeft aan die commissie niet bijzonder veel ple zier beleefd, want de zaak bleek uiteindelijk niet oplosbaar. Ten langen leste is op grond van een raadsbeslissing advies gevraagd aan T.N.O. te Delft. Een deskundige van dit instituut is in de pro blematiek gedoken, maar hij is aan het eigenlijke onderzoek niet eens toegekomen. Hij verklaarde n.l. dat niet alleen zo'n onderzoek veel geld zou kosten maar dat ook de oplossing van het probleem van de geluidshinder enige tonnen zou vragen. Zelfs dan zouden wij nog met een oud pakhuis blijven zitten. In het licht van die situatie hebben wij omstreeks begin januari een gesprek met het bestuur van Hippo gehad. Daarin hebben wij hen meegedeeld dat wij ons intern nader op de situatie zouden beraden. Wij hebben ook gevraagd of het bestuur een alternatieve plaats van vestiging zou kunnen aanwijzen. Wij meenden dat deze plaats er wel is, maar het bestuur van Hippo heeft de suggestie van de zijde van het college van de hand gewezen, waar ik overigens volledig begrip voor heb. Waar het nu om gaat is dit: Wij hebben gezegd dat wij Hippo op de lijst voor de bestemming van de 6,4 miljoen gulden hebben gehandhaafd. Wanneer wij 500.000,voor dit doel uittrekken, zijn wij in staat om een accommodatie te maken die, redelijk aangepast aan de eisen van de programmering van Hippo, kan functioneren. Het gebouw wordt niet eigendom van Hippo, maar het blijft een gemeen telijk pand dat ter beschikking komt van dit jeugdwerk sec. Een ander aspect was dat wij hebben gezegd dat de raad weet dat wij een definitieve keuze moeten doen t.a.v. de plaatsbepaling waar Hippo in de toekomst zal functioneren. Een projectgroep en een contactgroep zijn in de Schoolstraat werkzaam rondom de voorbereiding van een bestemmings plan en wij hebben aan de projectgroep de opdracht gegeven om even pas op de plaats te maken ten einde in de raad eerst met elkaar te kunnen nagaan of Hippo op de huidige plaats van vestiging kan functioneren, ja of nee. Ik moet u eerlijk zeggen dat het college nu geen enkele alternatieve plaats weet aan te wijzen. De heer Van der Wal heeft gezegd dat Hippo subsidietitels van rijk en gemeente heeft gekregen. Dat is juist, de gemeenschap heeft een groot bedrag in dit project geïnvesteerd, waarvan de leningen over tien jaar uitgesmeerd zijn. Er zit dus nog een vrij groot kapitaal in. Naar mijn gevoel moeten wij primair Hippo de kans geven om hier te blijven functioneren; wij zijn als raad gewoon daartoe verplicht. Een tweede punt is dat wij tegenover de bewoners verplicht zijn om orde op zaken te stel len. Wij kunnen van een jongerencentrum niet verwachten dat men er alleen maar aan meditatie doet, hoewel dit bij Hippo ook gebeurt. Er wordt muziek gemaakt, dat veroorzaakt hinder en dat zal binnen de perken moeten worden gehouden. Nu weet ik ook dat, als wij de suggestie die de heer Van der Wal gisteravond heeft gedaan toen hij zei dat wij altijd naar de bewoners moeten luisteren inder daad opvolgen en doen wat de bewoners zeggen, het verhaal van Hippo vanavond uit zou zijn; er ligt n.l. een adres van de bewoners uit die buurt, waarin tot uitdrukking wordt gebracht dat Hippo voor hen niet hoeft. Wij hebben echter geen alternatief voor Hippo, terwijl wij wel vinden dat deze jeugdinstelling in deze stad in een behoefte voorziet. Er is een grote groep jongeren die hier hun ver pozing en ontspanning vinden en Hippo moet naar onze mening deze kans dan ook hebben. De heer Schaafsma (weth.): Wat de Harmonie betreft wordt naar mijn mening één ding over het hoofd gezien. Het onderzoek dat vorig jaar naar de Harmonie heeft plaats gehad, heeft toch wel enige structurele fouten aan het licht gebracht. Deze gebreken leggen een duidelijk verband met hetgeen op het ogenblik aan de orde is. Er is een plan van drie fasen gemaakt, maar door deze fasen loopt als een rode draad de luchtbehandeling. Men kan op dit moment wel zeggen dat er acht ton in de begroting voor de Harmonie is opgenomen waarmee alvast kan worden begonnen, maar de raad zal dan toch in principe moeten besluiten hoe men moet beginnen. Als men volgens het principe van het plan begint, dan zal van begin af aan de luchtbehandeling mee moeten worden genomen. Dit is heel iets anders dan dat wij acht ton besteden voor een gedeeltelijke vernieuwing van de Harmonie. Als men zegt dat het geld voor de eerste fase er is, dan betekent dat dat men eigenlijk op dat moment zegt dat er in de begroting op redelijk korte termijn zowel voor de tweede als voor de derde fase ruimte moet worden gevonden; dit, indien men het als een eerste fase wil zien. Ziet men het anders en zegt men dat men zich met deze acht ton maar moet vermaken, dan wijst men in feite de afronding van de vernieuwing van de Harmonie af en begint men met andere zaken voordat men de oude zaken rond heeft gekregen. Wat kan men rond krijgen? Ik wil met nadruk verklaren dat de Harmonie t.a.v. de grote kunst gereed is, afgezien dan van de luchtbehandeling. De grote zaal is klaar, de toneelruimte is klaar, kortom, de hele accommodatie van de grote zaal is klaar. Het gaat nu juist om het hele complex van de Harmonie. Ik praat dan niet over een accommodatienota, want ik heb het niet over een plaatselijke situatie, ik heb het over de schouwburg van dit deel van Friesland. Ook dit moeten wij goed in het oog houden, dat wij praten over de afronding van het bedrijf als totaal. Ik wil u er op wijzen dat wij een keuken hebben gebouwd, niet voor het publiek dat naar toneelgezelschappen komt kijken of naar het Frysk Orkest komt luisteren, maar bewust met het doel om dit gebouw als congrescen trum mede dienstbaar te kunnen maken voor deze regio en misschien voor landelijke congressen. Waar het in deze fasen ook om gaat, is dat wij, nu de experimentele kunst de laatste twee jaar van de grond is gekomen in het Theater aan het Water en de grote zaal daarvoor niet geschikt is, het Theater aan het Water meer geschikt maken voor een dergelijke vorm van kunst, zodat het niet een improvisorische zaak blijft als het vandaag de dag nog is. Het gaat juist om deze kleine afrondingen. Men kan niet zeggen dat wij ons maar met die acht ton moeten redden om dan later wel verder te zien. Dan zullen wij immers ook moeten beslissen of wij deze acht ton ad hoe gaan gebruiken en de luchtbehandeling er buiten laten. Dit houdt dus in dat wij opnieuw geconfronteerd worden met weer een klein stukje aanbouw, een volgende keer nog eens een klein stukje aanbouw en zo komen wij tot de ontdekking dat hetgeen nu binnen afzienbare tijd in één geheel gebouwd kan worden altijd beter is dan een legpuzzeltje maken waarbij uiteindelijk blijkt dat de laatste stukjes weg zijn en dat al het werk voor een groot deel voor niets is geweest. (De heer Knol: U laat nu toch een mil joen schieten? Het oorspronkelijk voorstel is om 2.300.000,te voteren voor de Harmonie en u komt nu op anderhalf miljoen. Wat laat u dan schieten? Wat was eerst dan zo urgent, maar nu niet meer?) De voorzitter heeft duidelijk gezegd dat deze acht ton op korte termijn in het beleidsplan gezocht moet worden. Dat is expliciet duidelijk gemaakt. De anderhalf miljoen gulden is dan voor de tweede fase en de voorzitter heeft duidelijk gezegd dat de acht ton vervolgens in het komende be-i leidsplan gevonden moet worden. (De heer Knol: Bij wat er nu in zit?) Het gaat om 2.300.000, zoals in het oorspronkelijk voorstel staat. De Voorzitter: Ik stel voor de discussies te besluiten. Ik ga nu de verschillende punten nog even noemen om later geen enkel misverstand te krijgen. Ik breng nu het voorstel in stemming om een bedrag van 500.000,uit te trekken voor de wijkaccommodaties. Z.h.st. wordt besloten tot het uittrekken van dit bedrag voor dit doel. De Voorzitter: Dan breng ik nu in stemming het uittrekken van een bedrag van 500.000,voor de manege. Z.h.st. wordt besloten tot het uittrekken van dit bedrag voor dit doel. De Voorzitter: Vervolgens de stemming over het bedrag van 1 .000.000,voor de kermis-exploi- tanten Z.h.st. wordt besloten tot het uittrekken van dit bedrag voor dit doel. De Voorzitter: Dan het bedrag van 900.000,voor tunnels. Z.h.st. wordt besloten tot het uittrekken van dit bedrag voor dit doel. De Voorzitter: Ik breng nu eerst de motie in stemming, die is ingediend door de heer Buising en die mede-ondertekend is door nog twee leden van de Partij van de Arbeid, te weten mej. De Vos en de heer Meijerhof. Ik zal de motie nog even voorlezen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1978 | | pagina 27