26 51/
"De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 17 mei 1978, besluit om 1.500.000,
te storten in het Fonds voor de Stadsvernieuwing."
De motie van de heer Buising, mej. De Vos en de heer Meijerhof wordt bij handopsteken verwor
pen met 18 tegen 14 stemmen.
De Voorzitter: In stemming komt nu het uittrekken van een bedrag van 1 .500.000,voor de
ijshal.
Z.h.st. wordt besloten tot het uittrekken van dit bedrag voor dit doel.
De Voorzitter: Ik breng nu in stemming het uittrekken van een bedrag van 1 .500.000,voor
de Harmonie.
De heer De Vries (weth.): Ik wil nog even een stemverklaring afleggen. Het feit dat het beschik
baar stellen van gelden voor het Fonds voor de Stadsvernieuwing door de raad is afgewezen - wij heb
ben dat nu te accepteren -, geeft mij aanleiding om niet tegen de gelden voor de Harmonie te stemmen.
Bij handopsteken wordt met 18 tegen 14 stemmen besloten tot het uittrekken van dit bedrag voor
dit doel.
De Voorzitter: Dan vraag ik nu de stemming over het uittrekken van 500.000,voor Hippopo
tamus Unltd. (De heer Janssen: Ik wilde vragen of het punt van Hippo wel een college-voorstel was.)
U hebt gevraagd: Is dat een unaniem voorstel van het college? Ik heb daar een zeer duidelijk ant
woord op gegeven, n.l. dat dat inderdaad het geval was. Ik heb er echter bij gezegd dat alle leden
van het college zich het recht hebben voorbehouden om na de discussies in tweede instantie hun
stem nader te bepalen.
Dit door de voorzitter mondeling naar voren gebrachte voorstel van b. en w. wordt bij handopsteken
verworpen met 17 tegen 15 stemmen.
De Voorzitter: Nu is aan de orde de stemming over de motie Bijkersma tot het beschikbaar stellen
van een bedrag van 500.000,voor het acquisitiefonds.
De motie van de heren Bijkersma en De Beer wordt bij handopsteken verworpen met 18 tegen 14
stemmen
De Voorzitter: Dan hebben wij vijf ton over, ik pleeg even overleg met het college. Het college
heeft unaniem besloten - het zal er ook unaniem voor stemmen - om voor te stellen alsnog 500.000,
te storten in het Fonds voor de Stadsvernieuwing.
De heer Buising: Dit kan niet. U komt er over drie weken maar op een fatsoenlijke manier mee
terug, dit kan geen kant uit.
De Voorzitter: Is dit niet op een fatsoenlijke manier? U hebt voorstellen gedaan en wij als col
lege mogen ook voorstellen doen. Ik vind dit niet juist, het is helemaal geen onfatsoenlijke manier.
Het college is het er unaniem over eens en dan moet u niet zeggen dat dat op een onfatsoenlijke
manier gebeurt. Ik vind dit niet terecht, want dit bedrag is nu eenmaal over en ik breng namens
het college dit voorstel in stemming.
De heer Geerts: Ik wil voorstellen dat u dit punt niet nu voorstelt, maar dat u over drie weken
terugkomt met een voorstel tot besteding van deze vijf ton. Dit is een voorstel van orde dat ik
graag in stemming wil hebben.
Het voorstel van orde van de heer Geerts wordt bij handopsteken aangenomen met 19 tegen 13
stemmen.
De Voorzitter: Over drie weken komt er dus een voorstel van het college om vijf ton in het Fonds
voor de Stadsvernieuwing te storten. (Stemmen: Nee, nee.)
27 SS
De heer Buising: Ik wil u nog even zeggen dat ik het woord onfatsoenlijk dat ik zonet gebruikte
wel terug wil nemen.
De Voorzitter: Dank u wel dat u dat woord intrekt, want het was niet terecht.
Er rest ons nog één punt, n.l. de kwestie van de motie van de heren Meijerhof en Buising en het
voorstel dat er aanvankelijk was. Ik geloof dat wij een goede oplossing hebben gevonden. Het col
lege stelt voor om niet het eerste voorstel en niet de motie maar het volgende voor te stellen:
"De raad der gemeente Leeuwarden, gelezen het voorstel van b. en w. van 3 mei 1978, besluit
een krediet van ƒ250.000,beschikbaar te stellen voor de voorbereiding van een evenementenhal
in combinatie met een ijshal, waarbij voor wat betreft de evenementenhal de in de raadsbrief ver
melde uitgangspunten in acht moeten worden genomen."
Ik zeg daarbij toe dat er niet een bestekklaar plan wordt gemaakt. Dit betekent dat er nog een
voorstel komt en dan kan het best zijn dat er geld van het krediet over is. Wij moeten echter waar
schijnlijk met een aanvullend krediet komen om een bestekklaar plan re maken.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezeg
ging van de voorzitter.
Punt 34b (bijlage no. 152).
De heer Buising: Over de tweede bijstelling van het beleidsplan 1978-1982 zou ik namens onze
fractie een paar opmerkingen willen maken.
De eerste opmerking maak ik bij het punt openbare veiligheid. In onze fractie leeft namelijk de
gedachte dat het van belang kan zijn om over te gaan tot het aanstellen van een sociaal ambtenaar
bij het politiekorps. Wij zien deze functionaris eigenlijk als iemand die kan zorgen voor de follow-
up van datgene waarmee de wijkagenten in hun werkzaamheden worden geconfronteeidEr moet
iemand zijn die hetgeen de wijkagenten tegen komen verder kan brengen, ook verder dan het politie
bureau zelf. Deze functionaris kan verwijzen naar andere instellingen op maatschappelijk gebied of
zelf de nodige contacten leggen. Wij hechten erg veel waarde aan het functioneren van de wijkagen
ten en wij beschouwen een sociaal ambtenaar meer als een noodzakelijke aanvulling. Wij zouden een
bedrag van ƒ75.000,voor dit doel willen reserveren. Eventueel kom ik in tweede instantie met
een motie over dit punt.
M.b.t. bladzijde 3 van de raadsbrief onder het punt van de parkeerkelder vragen wij ons af waar
om voor 200.000, dekking gezocht moet wordenNaar onze mening dient er een zodanig par-
keerregime te komen - ook voordat de parkeerkelder in bedrijf is - dat de noodzaak tot het dekken
van dit bedrag er niet is. Er zal op meer plaatsen in de stad dan nu het geval is voor het parkeren
betaald moeten worden, b.v. op de Oude Veemarkt en op het Hoeksterpad. Voorshands gaat onze
fractie niet akkoord met dit punt.
Bij het punt Onderwijs, op bladzijde 4, valt op dat er geen geld is uitgetrokken voor het over
blijflokaal in het gymnasium. Naar onze informatie is ook het overblijflokaal een erg urgent punt en
wij zouden het college willen vragen dit punt mee te nemen als het college binnenkort toch met
een voorstel in de raad komt voor het beschikbaar stellen van de nodige kredieten.
Onder het punt economische aangelegenheden op dezelfde bladzijde wordt het Nieuwe Stads
weeshuis genoemd. Ik zou willen vragen of het mogelijk is de raad in te lichten over de stand van
zaken m.b.t. het kinderdagverblijf en over de standpunten die daarover bij het college leven. Ik
wacht het antwoord hierop graag af, voordat onze fractie tot het toekennen van dit bedrag wil over
gaan.
De reconstructie van het Cambuurstadion op bladzijde 6. Dit punt is voor onze fractie aanleiding
om het college te vragen hoe de stand van zaken is betreffende de verbouwing van het stadion en
hoe het met het onderzoek dat een werkgroep op dit punt heeft verricht staat; dit n.a.v. de schrif
telijke vragen die de heer Knol onlangs aan het college heeft gesteld. Ik wacht graag weer het ant
woord van het college af voor wij akkoord gaan met de bedragen die m.b.t. dit punt worden genoemd.
Dan is er nog een puntje i.v.m. samenlevingsopbouw en jeugdwerk. Ik zou het college n.l. wil
len vragen in hoeverre het mogelijk is om over te gaan tot het aanstellen van een derde beroepskracht
bij het jeugdcentrum Hippo en van een vijfde beroepskracht bij jeugdhuis 't Vliet. Onder deze
vraag valt ook het aanbrengen van isolatie tussen de verdiepingen en de lokalen van 't Vliet. Ik
stel deze vraag omdat deze punten zo duidelijk staan vermeld in het rapport van de commissie die
zich indertijd heeft gebogen over het beroepsmatig jeugdwerk.
Tot mijn schande moet ik bekennen dat ik iets vergeten heb bij het vorige punt. U hebt natuur-