29 S?
lijk het volste recht om mij nu buiten de orde te verklaren, maar bij punt 34a waren twee punten.
Ten eerste 12.000,voor het wijkcentrum van het Molenpad. Daarover is een brief geschreven
en volgens de stukken is daar geld voor aanwezig. Nu is onze vraag: Hoe komt het nu dat dit be
drag dan niet is toegekend? Hetzelfde geldt eigenlijk voor woonerven in Schieringen. Ook daar
over schrijft het college dat er een bepaald bedrag voor uitgetrokken is. Dan blijft voor ons de vraag
hoe het mogelijk is dat daar dan nog geen plannen voor zijn gemaakt.
Mevrouw Visser—van den Bos: Ik zou graag een antwoord willen hebben op een vraag over de eco
nomische aangelegenheden, n.l. het treffen van voorzieningen in het Nieuwe Stadsweeshuis. Nog
niet zo lang geleden hadden wij grote plannen om het kinderdagverblijf nogal grondig op te knappen.
Ik begrijp dan de combinatie van heel kleine voorzieningen die nu worden voorgesteld niet zo goed.
Verder ben ik bijzonder blij dat de heer Buising de kwesties van de beroepskrachten voor jeugd
huis 't Vliet en voor Hippo aan de orde heeft gesteld. Ik had er niet aan gedacht, maar ik ben zeer
geïnteresseerd in het antwoord van het college over deze punten; ik wacht het even af.
Verder een rekensommetje. Bij het punt Markt-, Haven- en Slachthuisbedrijf wordt verteld dat
75% van de kapitaal lasten van 3.350.000,327.000,is. Nu kan ik er niet zo gauw op komen
hoe het kan dat van 1 .000.000,de kapitaal lasten maar 90.000,zijn. Er zitten zoveel finan
ciële mensen dat ik vast wel een pracht antwoord zal krijgen.
De heer P.D. van der Wal: Ik zal het heel kort houden door mij aan te sluiten bij de punten die
de heer Buising naar voren heeft gebracht, m.n. wat betreft de twee ton voor de parkeerkelder op
het Wilhelminaplein. Nog afgezien van het feit dat wij principieel tegenstander van een parkeer
garage op die plaats zijn, vragen wij ons ook af waar die twee ton in gaat zitten en waarom er dek
king voor moet worden gezocht.
Dan uiteraard de prioriteiten die namens de P.v.d.A-fractie aan het jeugdwerk worden gesteld.
Dit is afgeleid van de prioriteitenstelling destijds bij de afweging tussen jeugd- en jongerenwerk,
waar ik het in een eerdere instantie ook al over had. Wij ondersteunen het voorstel van de P.v.d.A.
vol ledig.
Voor het treffen van voorzieningen in het Nieuwe Stadsweeshuis t.b.v. het kinderdagverblijf
vraagt u ƒ28.000,Als ik mij opknapbeurten en verbouwingen van gemeentegebouwen in de her
innering roep, dan kun je achter zo'n bedrag altijd wel een nul zetten. Hier staat echter "maar"
28.000,Wat kan daarvoor gedaan worden? Volgens mij is dit bedrag alleen voldoende voor
een verfje of een vloerbedekkinkje, verder kom je hiermee niet. Het bedrag lijkt mij erg laag toe,
maar ik wacht het antwoord van de wethouder hieromtrent maar af.
Van de 12.000,voor het Molenpad heeft het college gezegd dat voor dit bedrag ruimte in
het beleidsplan gevonden kan worden. Toen heb ik ook al gevraagd of dat inderdaad zal gebeuren.
Ik heb daar toen geen antwoord op gekregen en daarom stel ik wederom deze vraag. Is het de bedoe
ling om bij deze bijstelling dit punt nog op te nemen?
De Voorzitter: Ik dacht dat er voor mij maar één punt was om te beantwoorden. De heer Buising
heeft gesproken over de kwestie van het uittrekken van een post van 75.000,in de sector open
bare veiligheid voor het aanstellen van een, zoals hij het noemde, soc:aal ambtenaar bij de politie.
Het college heeft over dit punt reeds een aantal discussies gehad. In principe hebben wij reeds be
sloten om daartoe over te gaan. Wij wilden proberen dit voorlopig te doen in het kader van de z.g.
Boersma-regeling. Wij zijn ons er echter van bewust dat de keuze in dat geval uitermate gering is.
Met het voorstei van de heer Buising voor het uittrekken van 75.000,zouden wij wel akkoord
willen gaan, want dit zou betekenen dat wij hetgeen wij in principe al van plan waren nu defini
tief kunnen uitvoeren. Ook dan zullen wij proberen het via de Boersma-regeling te laten doen, want
dan kost het voorlopig heel weinig of zelfs bijna niets. De keuze is dan echter zeer beperkt en als
wij er niet in slagen om de Boersma-regeling van toepassing te laten worden, dan zouden wij normaal
sollicitanten kunnen oproepen en iemand kunnen aanstellen. Met deze motivering wil het college dit
voorstel overnemen, mits de raad er mee instemt, maar met de nadere interpretatie die ik net heb ge
geven. (De heer Buising: Even een kleine interruptie. Mij is niet helemaal duidelijk wat u nu bedoelt
met die beperkte keuze.) Dit betekent dat je bij de Boersma-regeling heel erg beperkt bent tot de
groep mensen die in het kader van deze regeling geplaatst kunnen worden; dat is het probleem. Het
is eigenlijk een soort T A.P.-regeling, maar dan met veel meer beperkingen. De regeling is een spe
ciaal onderdeel van de regeling op grond waarvan wij ook A.C.W.-subsidie krijgen. Je moet dus al
lerlei schakels doorlopen en je bent er beperkt in je keuze, maar toch willen wij proberen om dit onder
de Boersma-regeling te laten vallen. (De heer Buising: Mijn voorstel maakt het dan wat gemakkelijker?)
Wanneer wij er niet in slagen, dan zouden wij klem komen te zitten. Nu roepen wij echter gewoon
sollicitanten op en gebruiken daarvoor die 75.000,Als de raad hiertoe besluit staat daarmee
vast dat er een sociaal ambtenaar komt. Kan het niet binnen de Boersma-regeling, dan toch via deze
post. (De heer P.D. van der Wal: Is de Boersma-regeling dan hetzelfde als een T.A.P.-regeling?) Ik
zei dat het in principe een soort T.A.P.-regeling was, maar dan in een ander en moeilijker kader.
Het is een erg moeilijke regeling, dus u moet mij vooreerst maar even geloven. Misschien kan straks
het andere deel van de raad in de tweede instantie te kennen geven of men het er mee eens is of niet,
maar wij zijn bereid om het voorstel over te nemen.
De heer Klomp heeft inmiddels de vergadering verlaten.
De heer De Vries (weth.): Ik zal proberen in telegramstijl de vragen stuk voor stuk te beantwoor
den.
De heer Buising, mevrouw Visser en de heer Van der Wal hebben een opmerking gemaakt over
het bedrag voor het kinderdagverblijf. Het is momenteel zo dat het bestuur van het kinderdagverblijf
een beleidsnota heeft opgesteld voor de toekomst. Men is daar nog niet helemaal uitgestudeerd, de
stukken liggen op het moment op de secretarie waar onze medewerkers die bekijken. Wij hebben een
werkverband ingesteld dat deze zaak gaat oppikken. Dit werkverband gaat in overleg met vertegen
woordigers van het kinderdagverblijf na hoe de toekomstige ontwikkeling van dit werk zal zijn. In
concreto komt het hierop neer dat men een keuze zal moeten doen, n.l. of gecentraliseerd in het
Nieuwe Stadsweeshuis blijven of decentralisatie om op enige plaatsen in de stad een opvang voor
kleuters en jonge kinderen te kunnen creëren; dit laatste idee heeft vooral bij het bestuur van het
kinderdagverblijf post gevat. Een centralisatie van dit gebeuren in het Nieuwe Stadsweeshuis mondt
uit in een vrij ingrijpende renovatie van de benedenverdieping. Zolang deze zaak nog niet is uit
gewerkt, kunnen wij nog geen definitieve stappen doen. Inmiddels zijn er wel een aantal voorzie
ningen nodig die door de Dienst Stadsontwikkeling op 28.000,zijn geraamd. Voor dit bedrag
wordt hier een krediet gevraagd. Wij dachten dat dit een verantwoorde zaak was, want ook als het kin
derdagverblijf zou kiezen voor decentralisatie zijn deze voorzieningen geen weggegooid geld maar
zijn die ook nodig voor de functie die deze accommodatie op andere terreinen kan hebben.
Met betrekking tot de reconstructie van het Cambuurstadion is het zo dat wij onlangs n.a.v.
vragen van de heer Knol een ambtelijke werkgroep hebben ingesteld die hierover aan het college
van b. en w. advies heeft uitgebracht. Enige weken geleden hebben wij overwogen - ook weer n.a.v.
vragen van de heer Knol - schriftelijke informatie te doen uitgaan Wij hebben daar echter van af
gezien, omdat wij op dat moment meenden al te kort voor deze vergadering te staan. Het punt is
echter drie weken uitgesteld, maar wij hebben wel gezegd dat wij in deze vergadering uit de doe
ken zullen doen hoe de stand van zaken is. De ambtelijke werkgroep is in haar werk nog benaderd
door een projectontwikkelingsmaatschappij die meegedacht heeft over de mogelijkheden. Uiteinde
lijk zag men een rechtstreekse combinatie zoals die voor het stadion Galgewaard in Utrecht gold
voor het Cambuurstadion niet zitten. Daarentegen zag men wel combinatiemogelijkheden met een
bebouwing van het Cambuurplein, maar dit grijpt stedebouwkundig nogal diep in de situatie in. Dit
punt vraagt ook nog nadere studie. Weliswaar zou het een bepaald bedrag door grondverkoop opbren
gen, hetgeen misschien de aantrekkelijke gedachte om met dit bedrag de renovatie van het Cambuur
stadion te bekostigen zou oproepen, maar aan de andere kant hebben wij de zaken gescheiden wil
len houden. Een combinatie op dit moment is niet mogelijk. Aan de Dienst Stadsontwikkeling hebben
wij daarop de duidelijke opdracht gegeven om verder te gaan met het plan voor renovatie van
het Cambuurstadion. Over de verdere mogelijkheden zoals de bebouwing van het Cambuurplein
wordt stedebouwkundig nog verder gestudeerd. Wanneer men bepaalde mogelijkheden heeft bestu
deerd - een reconstructie met daarbij betrokken de nieuwe bebouwing van de Linnaeusstraat is im
mers onontkoombaar - komt het college zeker met deze zaak in de raad terug.
Er is verder een opmerking gemaakt over de kwestie van het Molenpad. Zoals wij hebben gezegd,
biedt de lopende begroting voldoende middelen. Er is een post voor wijkaccommodaties waaruit deze
zaak geregeld kan worden. Blijkens informatie ligt er een aanvullend subsidieverzoek van deze wijk,
dat op korte termijn nader bekeken zal worden. Wij zullen hiermee bij de raad terug komen. Dekking
voor dit bedrag is dus aanwezig in de post voor wi jkaccommodaties.
Dan is er de opmerking van de heer Buising, mevrouw Visser en de heer Van der Wal over de
follow-up van het rapport over het beroepsmatig jeugdwerk, waarin een aantal prioriteiten zijn ge
steld waaruit keuzes zijn gedaan. Daarbij vielen toen de derde beroepskracht voor Hippo en de vijfde
beroepskracht voor jeugdhuis 't Vliet af. Op dat moment hadden wij n.l. te maken met een concrete
herschikking van rijksmiddelen. Het is nooit de bedoeling geweest om deze prioriteiten verder door