mmm*
m
2TJJ
3\OSB
te trekken en te verplaatsen naar de algemene middelen van de gemeente. Wij moesten dit echter zien in
de context van het bedrag dat op dat moment beschikbaar was voor het jeugd- en jongerenwerk. Als zo
danig kunnen wij dan ook niet op deze suggestie ingaan, want het betrof hier een z.g. koppelsubsidie.
Dit beteken* dat het rijk, wanneer het akkoord was gegaan met dit voorstel, dit ook had meegenomen
in de subsidiëring en in het financiële verhoudingsbesluit. Dat zit hier dus niet in en vandaar dat wij
dit helemaal los van de verdere invulling van het beleidsplan zullen moeten blijven zien.
De heer Rijpma (weth.): Toen in februari-maart de principebeslissing over de parkeerkelder moest
vallen, was het duidelijk dat de inkomsten uit de parkeerautomaten daar zouden vervallen. Op dat
moment was al wel een ambtelijke werkgroep geïnstalleerd die het hele parkeerregime in de binnen
stad zou moeten bekijken. Het was niet te voorzien wat het resultaat van die studie zou zijn en ook
was niet te voorzien op welke termijn die studie afgerond zou kunnen worden. Derhalve was het op
dat moment noodzakelijk om die twee ton, zijnde de vermindering van inkomsten, vast te stellen.
Dit bedrag is dan ook in de raadsbrief opgenomen. Inmiddels is er echter een parkeernota gereedge
komen. De ambtelijke werkgroep is zeer snel tot resultaten gekomen en in het eindverslag is ook een
financiële opzet opgenomen. Deze financiële opzet is niet ongunstig als er tot een verdergaande be
taling van parkeergelden gekomen wordt. Volgens mij is het mogelijk om de beslissing over deze twee
ton op dit moment uit te stellen en te verschuiven naar de behandeling van de parkeernota die, als
alles volgens plan verloopt, op 26 juni plaats zal vinden.
Er ligt al enige tijd een rapport over de woonerven in Heechterp. De betrokken secretarie-afdeling
is nog niet toegekomen aan een rapportering aan b. en w. Wel is het noodzakelijk om nog een aantal
gesprekken te voeren met de woningvereniging of eventueel de woningbouwcorporaties in dit gebied.
Het is ook noodzakelijk om met S.Z.W. over een aantal facetten van dit rapport van gedachten te
wisselen. Wij hopen dat wij er in slagen om dit in de maand juni gereed te krijgen. Er is op dit mo
ment geld beschikbaar uit de z.g. sleuvenpot die onderhoudswerk aan bestratingen op wat langere
termijn mogelijk moet maken - nazakken en al dergelijke toestanden -, terwijl sommige werkzaam
heden al uit andere middelen betaald kunnen worden. Dit houdt in dat het achterstallig onderhoud
- om die term maar te gebruiken - in Heechterp dekking zou kunnen vinden in de reserve die aan
wezig is. Financiële middelen om het plan voor woonerven in Heechterp uit te voeren zijn aanwezig.
Er moet alleen nog gerapporteerd worden over de zin van het aanleggen van de woonerven en ook
over de vraag of de voorstellen, getoetst aan andere belangen, juist zijn. Wij hopen daar dus op
korte termijn mee te komen.
De Voorzitter: Kan wethouder Schaafsma nog een opmerking maken over de vraag van de heer
Buising over het overblijflokaal van hef gymnasium?
De heer Schaafsma (weth.): Ik zou er wel iets van kunnen zeggen, maar niet veel zinnige woor
den. Ik zou er nu dan liever ook niet aan willen beginnen.
De Voorzitter: Kunt u dit later nog eens aan de heer Ten Brug vragen, mijnheer Buising? Op het
moment kunnen wij er helaas geen antwoord op geven. (De heer Buising: Akkoord.)
Dan rest er nog één vraag van mevrouw Visser. De heer IJsbrandij, die naast mij zit, zegt mij
het volgende. Her door mevrouw Visser genoemde bedrag aan kapitaal lasten voor de investering van
3.350.000,te weten 327.000,wordt nu in de tweede bijstelling gecorrigeerd met 87.000,
en teruggebracht tot 240.000,Het is dan wel in overeenstemming met de voor de investering
van 1 .000.000,geraamde kapitaal lasten van 90.000,(De heer IJsbrandij: Deze correctie
houdt verband met verlenging van de afschrijvingstermijn en een ander systeem van afschrijving.)
De heer Rijpma (weth.): Ik heb vlot geantwoord, maar ik moet die vlotheid weer bezuren. De beslis
sing van de goedkeuring van de parkeerkelder moet gepaard gaan met het sluitend maken van de be
groting, anders kunnen ged. staten het hele voorstel niet goedkeuren. Dit betekent, zoals de heer
De Boer mij influisterde, dat die beslissing nu gehandhaafd moet worden maar op 26 juni, als de par
keernota in behandeling komt, teruggedraaid zou kunnen worden. Het is wat ingewikkeld maar tech
nisch loopt het dan rond.
De Voorzitter: Voor de tweede instantie rest alleen nog de vraag of ook de andere fracties in de
raad kunnen instemmen met 75.000,voor een sociaal ambtenaar zoals de heer Buising heeft voor
gesteld.
De heer Bijkersma: Ik wil hier nog even op reageren. Ik vind het voorstel van de heer Buising
een goed voorstel, maar vindt u het nu juist om een ambtenaar te benoemen op basis van een voor
stel zonder dat er een raadsbrief over is opgesteld en zonder dat je er over kunt praten? Wij zouden
dit m.i. best drie weken later kunnen behandelen, dan kunnen wij er goed over denken. Ik vraag
dit ook uit respect voor een dergelijke ambtenaar.
De heer P.D. van der Wal: Even over de prioriteitenstelling binnen hef jeugdwerk; het ging over
de herverdeling van het op dat moment beschikbare budget. Daaruit kwam een bepaalde prioriteiten
stelling naar voren en de eerste vier prioriteiten konden, naar ik meen, verwezenlijkt worden bin
nen die herschikking. Dat wil dus niet zeggen dat de prioriteiten die juist buiten de herschikking
vielen niet belangrijk genoeg waren. Als de raad die prioriteiten wil waar maken, dan zal daar in
de algemene middelen dekking voor gevonden moeten worden. Het is dus zeer terecht dat het bij
dit agendapunt wordt aangekaart, want het gaat om extra middelen. Ik denk wel dat wij er bij de
volgende begroting nader op terug zullen komen.
De heer Buising: Naar aanleiding van mijn voorstel heb ik gevraagd naar suggesties vanuit de
raad, maar die zijn er slechts gedeeltelijk gekomen. Om die suggesties toch proberen los te krijgen,
wilde ik de motie die ik al eerder heb aangekondigd alsnog indienen. De motie luidt als volgt:
"De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 17 mei 1978, besluit in het kader
van de behandeling van de tweede bijstelling van het beleidsplan 1978-1982 een bedrag van 75.000,—
te reserveren ten behoeve van de aanstelling van een sociaal ambtenaar bij het politiekorps."
De motie is ondertekend door de heer Meijerhof en door mij.
De heer Bijkersma: Ik wilde nog graag een stemverklaring afleggen. Ik dacht niet dat het het ge
zicht van de raad ten goede kwam dat wij op een motie een ambtenaar gaan aanstellen. Zo moet je niet
handelen. Ik ben het helemaal met de heer Buising eens, hoor, maar dat d.m.v. een motie een ambte
naar wordt aangesteld, nou, dat gaat mij echt een beetje te ver.
De hear Jansma: Ik freegje my yn dit forbón efkes óf hwat de relaesje wêze sil mei de Maetskip-
like Tsjinstforliening Ljouwert. Der soenen wy dochs hwat mear oer witte moatte, dit komt yndied
in lyts bytsje ót de loft fallen. Yn prinsipe kin ik hjir folslein efter stean, mar in bytsje neijere yn-
formaesje hjiroer soe ik dochs wol op priis stelle.
De Voorzitter: Op zich is het een heel eenvoudige kwestie. Ik heb al gezegd dat wij er al mee
bezig zijn. Het college is het er met elkaar over eens dat het een goede zaak is om een sociaal amb
tenaar - als ik dat woord ook even mag gebruiken - te hebben die twee taken krijgt. De eerste taak
is een goede trait d'union te zijn - de heer Jansma doelde daar al op - met de andere instanties voor
de hulpverlening. De politieagent heeft n.l. een andersgerichte opleiding en hef is een goede zaak
dat een sociaal ambtenaar regelmatig in samenwerking met de andere mensen van de politie de pro
blemen onder ogen krijgt. Tegelijkertijd zal de ambtenaar in het korps zelf over de problemen kun
nen spreken, want daar is behoefte aan. In dit verband wil ik u er op wijzen dat de hulpverlenende
taak van de politie over het algemeen voortdurend toeneemt. Ik dacht daarom dat wij met niet al
te veel moeite, alhoewel ik er begrip voor heb dat het beter is om een gefundeerd voorstel te doen,
deze motie konden ondersteunen. Het college staat ook achter dit voorstel.
De motie van de heren Buising en Meijerhof wordt bij handopsteken aangenomen met 29 tegen
2 stemmen.
De Voorzitter: De twee ton moeten nu helaas in het voorstel blijven, maar de heer Buising is
content met het antwoord dat wethouder Rijpma heeft gegeven.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van het college met aantekening dat de heer
P.D. van der Wal wenst te worden geacht tegen het punt parkeerkelder Wilhelminaplein te hebben
gestemd.
Punt 35 (bijlage no. 187).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.