18 meldingspost aan een andere een geweldige kostenbesparing. Indien er een afzonderlijke alarmerings- post gerealiseerd zou worden, die bemand zou moeten worden, zouden de kosten een veelvoud zijn van de kosten van een koppeling van een meldingspost aan een instantie die al een centrale alarme- ringspost heeft. De B.H.D. heeft reeds een dergelijke post. In Sneek is evenwel ook een alarmerings- post van de B.H.D., n.l. voor het zuidwestelijk gedeelte van de provincie. Uit de raadsbeslissingen van de verschillende gemeenten, die in de kranten hebben gestaan, blijkt dat de gemeenten niet tot één standpunt hebben kunnen komen; dat is jammer. Het overgrote deel van de gemeenten zal voor Leeuwarden kiezen, zoals uit het advies aan ged. staten zal blijken, maar een ander deel zal voor Sneek als vestigingsplaats kiezen. Er zal echter praktisch geen enkele gemeente zijn die voor Joure zal kiezen, dat kunt u gerust van mij aannemen. In gemeentekringen bestaat er n.l. wel overeenstem ming over het punt dat de koppeling aan de B.H.D. moet plaats vinden. In de eerste plaats vormt de efficiency een reden maar in de tweede plaats is het logisch dat de gemeenten er, wanneer er een koppeling plaats vindt aan een centrale waarvoor de gemeenten al moeten betalen, met elkaar be lang bij hebben dat de koppeling ook aan die centrale gerealiseerd wordt. Dit zijn dus puur finan ciële overwegingen, want als wij een koppeling aan een bestaande centrale realiseren, blijkt dat in de praktijk goedkoper te zijn. Men kan namelijk van dezelfde centralisten gebruik maken. Er is een tweede argument, de heer Buising vroeg daar naar, dat ook is uitgesproken in het kader van het bestuur van de V.N.G. en op de vergadering die wij hebben gehad, n.l. dat er een gemeen schappelijke regeling moet komen bij een instantie die onder directe controle staat van de geza menlijke overheden, de gemeenten. Hetzelfde als bij de B.H.D. gebeurt, moet ook gebeuren bij het ambulancevervoer. Om deze twee redenen is gekozen voor de koppeling aan de B.H.D. Vervolgens de kosten. Enkelen van u hebben gevraagd waarom de B.H.D. niet sneller heeft ge reageerd m.b.t. de kosten. Joure heeft dit sneller gedaan. Of de centrale meldingspost nu in Joure, in Leeuwarden of in Sneek komt, in alle gevallen moet straks nader overleg plaats vinden over de kostenverdeling. Wat wordt toegerekend naar het ene onderdeel en wat naar het andere. Dit is een kwestie van overleg en zal besproken moeten worden door de partners, de gemeenten, de B.H.D. - indien de post bij de B.H.D. wordt ondergebracht - en degenen die straks het ambulancevervoer moeten betalen. Deze partners zullen met elkaar overleg moeten plegen, want hoeveel van de kos ten van de centralisten reken je toe aan het ene gedeelte en hoeveel aan het andere gedeelte. Daar om is het nu zo uitermate moeilijk om te kunnen zeggen om welk bedrag het precies gaat, wanneer het ziekenvervoer bij de B.H.D. komt. Ik kan u de verzekering geven dat het nooit duurder hoeft te worden dan wanneer men de post in Joure plaatst. In beide gevallen vindt een koppeling plaats aan een bestaande post en in beide gevallen wordt het een kwestie van overleg wat aan wie wordt toegerekend. Wij hebben bepaalde inlichtingen waaruit blijkt dat een melding, wanneer de post via de B.HD. in Leeuwarden ondergebracht wordt, beneden de prijs van 20,kan blijven. Ik zeg nogmaals met veel klem dat dit een kwestie van gezamenlijk overleg is. Indien men alle kosten voor rekening van de B.H.D. laat komen, kan het misschien nog voor een veel lager bedrag. Als wij een centrale alarmeringspost maken, die voor beide disciplines zal dienen, dan is het logisch dat beide disciplines er in mee betalen. Er kan overleg gepleegd worden over de verhouding waarin dit gebeurt. Dat moet dus nader worden besproken. Het was bij de A.N.W.B. bekend dat de gemeenten hiermee bezig waren. Wij hebben ook heel vreemd opgekeken, omdat de gemeenten, gelet op het overleg dat er met Joure is geweest, nooit voor de A.N.W.B. zouden kiezen; Joure had dit derhalve kunnen weten. Ik speculeer nu even, maar misschien hebben zij gedacht dat de gemeenten het niet eens zouden worden. Ik vind het uitermate jammer dat de gemeentebesturen geen overeenstemming kunnen bereiken. Joure heeft dit waarschijn lijk vernomen en tegen het provinciaal bestuur gezegd dat men, wanneer men de post in Joure zou onderbrengen, in elk geval een post zou hebben zonder dat Leeuwarden of Sneek gekozen hoeft te worden, omdat Joure reeds een meldingspost van de A.N.W.B. bezit. Ik heb enig vermoeden dat dit de achtergrond hiervan is, maar nogmaals, ik ben dan aan het speculeren. Feit is wel dat het provinciaal bestuur, indien de gemeenten het niet eens worden, een beslissing zal moeten nemen. Daarbij zal rekening gehouden worden met de standpunten van de gezamenlijke gemeenten. Ik kan mij haast niet indenken dat het provinciaal bestuur, wanneer alle 44 gemeenten zeggen dat de post niet gekoppeld moet worden aan de A.N.W.B. maar aan de B.H.D., toch zou besluiten om de post aan de A.N.W.B. te koppelen. Dit is dus het probleem dat nu opgelost moet worden. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. 19 Punt 29 (bijlage no. 202). De heer De Pree: Toen wij in een vorige raadsvergadering dit punt ook behandelden, bleef er vijf ton over waarvoor geen bestemming gevonden werd. Het college stelt voor dit geld voor het Fonds voor de Stadsvernieuwing te bestemmen. Mijn fractie is een groot voorstander van dit fonds en het zou voor de hand gelegen hebben dat wij zonder meer met het voorstel van het college ak koord waren gegaan. Toch meenden wij een ander voorstel te moeten doen, n.l. om dit geld te be steden voor verbetering van de accommodatie waarin op het ogenblik het jongerencentrum Hippo bivakkeert. Ik wil er een aantal opmerkingen aan vastknopen om te verduidelijken hoe wij tot ons voorstel zijn gekomen. Het gaat, wanneer wij vijf ton voor dit doel besteden, niet om een investering alleen t.b.v. een jongerencentrum, zoals weieens gedacht wordt, maar het gaat er om dat wij als raad hiermee tegelijkertijd een beleidsuitspraak doen over de bestemming, ook wat de toekomst betreft, van de panden. Wanneer een dergelijke uitspraak er van de zijde van de gemeenteraad niet aan wordt vast gekoppeld, dan zou dat kunnen betekenen dat deze vijf ton eigenlijk wordt weggegooid aan iets dat alleen maar voor een heel korte termijn zou moeten functioneren. Het is des te meer van belang om dit te stellen, omdat het belangrijk is voor de duidelijkheid die een projectgroep t.o.v. de be woners dan kan hebben. In de raad is weieens vaker gezegd van welk een groot belang het is dat in de contacten met bewoners en bewonersgroepen de opdrachten van de projectgroep duidelijk zijn en duidelijk gemaakt kunnen worden aan anderen. Welnu, zo'n uitspraak zouden wij als gemeenteraad t.a.v. deze panden doen. De bedoeling van het beschikbaar stellen van dit krediet is natuurlijk om het concrete probleem van de geluidsoverlast van het jongerencentrum Hippopotamus aan te pakken. Ook ons is er alles aan gelegen om deze overlast zo veel mogelijk te beperken, vandaar ons voorstel om zo'n bedrag beschikbaar te stellen. Ik heb gehoord dat er wel meer ideeën gelanceerd zijn t.a.v. de beperking van de overlast. Zo is b.v. het idee geopperd om de ingangspartij van het jongerencentrum te verplaatsen naar het Zaai land en zo zijn er nog meer dingen te noemen. Wij hebben echter de indruk dat niet alle oplossingen even realistisch zijn, gezien de technische moeilijkheden die die met zich meebrengen. Dat wij voor standers zijn van het uittrekken van vijf ton zowel voor de bestrijding van de geluidsoverlast als ook voor het doen van een uitspraak over de bestemming van deze panden, komt ook hieruit voort dat wij niet een andere outillage weten te vinden waar Hippo zou kunnen functioneren, tenzij men aan plekken denkt die veel minder gunstig gelegen zijn. Verder wil ik nog ingaan op een brief van de Raja die is binnengekomen naar aanleiding van deze zaak. De Raja stelt voor om de betreffende vijf ton in het algemeen voor het jeugd- en jonge renwerk beschikbaar te stellen om dan via een onafhankelijke commissie te proberen een juiste, wat gedifferentieerde, besteding van deze gelden te vinden. Het zou onjuist zijn wanneer de gemeente raad een beslissing neemt over een zaak waarover ook de Raja advies moet geven, zonder de Raja gelegenheid te geven dat advies inderdaad te verlenen. Zo ligt de zaak echter niet. Er is in de raad ooit een rapport aangenomen dat is opgesteld door een onafhankelijke commissie. In dat rapport over het beroepsmatig jeugd- en jongerenwerk in Leeuwarden stond duidelijk dat de bestrijding van de geluidsoverlast rondom Hippo aangepakt zou moeten worden en een hoge prioriteit zou moeten hebben, ook al omdat het de commissie duidelijk was dat Hippo, wanneer het zou moeten blijven werken met het vergunningenstelsel zoals dat nu functioneert, nauwelijks kan draaien. Er stond ech ter geen bedrag in het rapport, omdat het onbekend was hoe groot dat bedrag zou moeten zijn. Uit dat rapport bleek ook dat het functioneren van Hippo er relatief goed af kwam in de beoordeling van de commissie. Kortom, wij vinden dat er nu iets moet gebeuren door een dergelijk bedrag beschik baar te stellen. Nog een laatste opmerking. Het gaat ons niet alleen om de vijf ton die besteed wordt aan Hippo. In dat geval zou je kunnen zeggen dat een dergelijk fors bedrag ook aan andere vergelijkbare centra besteed zou kunnen worden. Wij willen dit echter zien in een iets wijdere context en voor een wat langere termijn. Wij willen duidelijk maken dat het gaat om een investering in een gebouwencom plex aan de Schoolstraat waarin inderdaad Hippo gevestigd is, terwijl in een wijder perpectief ge dacht kan worden aan mogelijk andere dingen die in dit complex zouden kunnen plaats vinden wanneer daar een geschikte outillage voor aanwezig is. Ik denk dan aan het educatieve werk dat ook in Leeuwarden steeds meer van de grond komt. Er zijn reeds opmerkingen gemaakt dat wij iets zouden moeten hebben als Het Bolwerk in Sneek. Wij hebben een Harmonie in Leeuwarden en het zou misschien niet zo gek zijn wanneer er naast de Harmonie een ander cultureel centrum zou zijn. Ik doe geen uitspraak over wat zou moeten, maar ik ben van mening dat deze kwestie in een wijder kader bekeken moet worden en dat de gemeente in overleg met anderen daar een goed plan voor

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1978 | | pagina 10