4
bouwkundige uitgangspunten moeten worden geformuleerd en dat de mogelijkheid nagegaan moet wor
den of er lokatiesubsidie kan worden verkregen. Verder moet dit medegedeeld worden aan de Vereni-
qing voor Volkshuisvesting en wordt het verantwoord geacht dat deze vereniging het risico loopt
dat een volgend bouwplan om welke redenen dan ook niet realiseerbaar is. Vijf dagen later komt er
vanaf het ministerie de toezegging dat er lokatiesubsidie kan worden verkregen en in januari 1978
worden de nieuwe uitgangspunten aan de Vereniging voor Volkshuisvesting meegedeeld.
Het komt allemaal wat verward op ons over. Er ligt bij het ministerie een verzoek om lokatiesub
sidie, een half jaar later wordt er geredetwist om dit subsidie weer aan te vragen. De Vereniging voor
Volkshuisvesting zit enigszins tussen twee vuren in, als ik de teneur van de brief goed begrijp. Gelet
op de situatie op de bouwmarkt, komt het een beetje vreemd op ons over dat op deze manier met
reële bouwmogelijkheden, die ook nog passen in het bestemmingsplan zoals dat door de raad is aan
genomen, wordt omgesprongen. Ik had gedacht dat het college, nu er een reële mogelijkheid is om
hier snel wat te realiseren, meer spoed had betracht. Dit te meer, omdat de toezegging voor lokatie
subsidie er al ligt. Als ik de cijfers bekijk die de minister stelt, dan passen die in de financiële opzet
van het bestemmingsplan dat er ligt. Al met al begrijpen wij de brief van de Vereniging voor Volks
huisvesting niet en daarom willen wij graag wat meer achtergrondinformatie hebben.
Mevrouw Van Dijk—van Terwisga: Wij vinden de ontwikkelingen rond de Landbuurt zo langzamer
hand wel tot een probleem worden binnen de Vogelwijk. Eerst de gesprekken van de Vereniging voor
Volkshuisvesting over het Fokusproject van juni 1974 tot juli 1976. Dit is een lange tijd geweest en
uiteindelijk ging het toch niet door. In mei 1976 kwam er een nieuwe verkaveling en werden er di
verse gesprekken gevoerd. Volgens de brief van de Vereniging voor Volkshuisvesting hoort men na
september 1976 niets meer op de twintig ingediende tekeningen. Verder schrijft de vereniging dat nu
weer afwijkende eisen t.o.v. het bestemmingsplan Vogelwijk voor het realiseren van sociale woning
bouw worden gesteld, waardoor de specifieke woningwetbouw met de minder goede woonsituaties ge
noegen moet nemen. Bovendien moet er t.b.v. parkeerruimte voor aanliggende straten op de groen
voorziening beknibbeld worden. Wij vinden dan ook dat het juist is geweest dat de Vereniging voor
Volkshuisvesting nu eerst een verzoek doet en dat de gemeente nagaat waar de gemaakte architecten-
kosten vandaan moeten komen. Verder vragen wij van het college een snel preadvies over deze brief
en een snelle uitvoering van het vastgestelde bestemmingsplan Vogelwijk.
De hear Miedema: Ik kin my folslein by de eardere sprekkers oanslute. Ik soe der ek graech eat fan
sizze wolle, allinne, ik bin altiten yn dizze ried wend west dat wy, as it kolleezje in preadvys foar-
stelt, dit preadvys ofwachtsje. Ik leau net dat it mei al ós fragen sinfol is en gean der yn in mounlin-
ge biantwurding fan it kolleezje op yn. Ik soe my graech oanslute wolle by mefrou Van Dijk, dy't
oantrunet op in mei gauwens jaen fan in preadvys. Ik soe it tige op priis stelle as dit foar de fakansje
noch jown wurde kin. Dizze saek hat to lang duorre en it is nou wol ris tiid dat der eat bart.
De heer Rijpma (weth.): Het lijkt mij weinig zinvol om op dit moment al te reageren. Het zou
betekenen dat ik op de inhoud van de brief van de Vereniging voor Volkshuisvesting zou moeten in
gaan en het lijkt mij beter dit te doen aan de hand van een preadvies waarover het college zich in
zijn totaliteit heeft beraden. Ik kan er wel bij zeggen dat de wens van de heer Miedema om dit voor
de vakanties afgehandeld te hebben een ijdele wens zal zijn. Dit onderwerp zou dan a.s. dinsdag op
de agenda van de b. en w.-vergadering moeten staan, wil er nog een raadsbrief over verschijnen.
(De hear Miedema: Dat is hwat us oanbilanget net in biswier.)
De heer Knol: Als dit geval nu op zichzelf stond, dan zou ik zeggen: Akkoord. Ik heb echter
de indruk dat de oeantwoording van brieven en verzoeken van woningbouwverenigingen om ergens
aan de slag te kunnen gaan - dit gebeurt dan ook nog op verzoek van het college -, niet gehono
reerd worden in die zin dat de activiteiten die ontwikkeld worden door de woningbouwcorporaties
maandenlang onbeantwoord blijven van de zijde van het gemeentehuis. Daarom wil ik het college
vragen om toch achtergrondinformatie te geven, te meer omdat dit zelfde punt uitgebreid bij de be
grotingsbehandeling aan de orde is geweest. Volgens de wethouder was er toen geen vuiltje aan de
lucht. Er wordt alleen gezegd dat het college, zodra er een antwoord van de bewindsman is ontvan
gen, het ter zake nodige zal verrichten en dat de Vereniging voor Volkshuisvesting van een en an
der op de hoogte is gesteld. De minister heeft op 7 december geantwoord en nu blijkt het allemaal
weer heel anders te liggen; wij begrijpen dit gewoon niet. Wat er achter steekt, kan nu toch wel
boven tafel komen? Als wij tot na de vakantie moeten wachten, is het al augustus of september.
5
De Voorzitter: Wij zullen zo spoedig mogelijk met een preadvies komen.
De brief wordt in handen van b. en w. gesteld om preadvies.
Sub K en L.
De brieven worden in handen van b. en w. gesteld om preadvies.
Sub M.
De heer Knol: In oktober 1977 komen van bewoners van Aldlan klachten in de publiciteit over
de gevolgen van formaIdehydegasvorming in hun woningen. Een eerste overleg met de gemeente over
deze zaak had tot gevolg dat een werkgroep werd gevormd, die tot taak kreeg om twee dingen na
te gaan. In de eerste plaats moest de hoeveelheid gas, de concentratie er van, vastgesteld worden
en in de tweede plaats moesten de medische gevolgen geïnventariseerd worden die uit die concen
tratie voortvloeiden. Het T.N.O. heeft inmiddels via een steekproef bij een zevental woningen de
indicatie vastgesteld van de gasconcentratie. De hoogste meting hierbij was 830 microgram per ku
bieke meter, gemeten in een slaapkamer. De aanvaardbare norm ligt ongeveer rond 120 microgram
per kubieke meter; het is nog niet wettelijk geregeld maar er wordt druk aan gewerkt. Het is alge
meen bekend dat de gasvorming niet alleen ontstaat in het spaanplaat van de woning maar ook vrij
komt uit de spouwmuurisolatie, vloerbedekkingslijm, meubelen en textiel. Mijn vraag is dan of in
deze steekproef leegstaande woningen zijn betrokken, zodat daardoor de gasconcentratie in de kale
woning kan worden gemeten.
Teneinde de medische gevolgen van de gasconcentratie te kunnen inventariseren is er inmiddels
een enquête onder de bewoners van het Aldlan in bewerking. De vraag hierbij is: Waarom worden
kinderen die jonger zijn dan tien jaar hier niet in betrokken? Wanneer is deze enquête afgerond?
De bestrijding van dit formaIdehydegas kan op verschillende manieren gebeuren. Gesproken
wordt over speciale verf en over folie-afdichting maar de beste oplossing is natuurlijk de vervan
ging van het spaanplaat door andere materialen. In het kader van de beste oplossing is de vraag aan
de orde of al eens is onderzocht wat het kost om het spaanplaat te vervangen. Zijn er al woningbouw
corporaties over dit punt benaderd?
Tenslotte nog dit. Ik sluit een beetje aan bij de inhoud van de brief die ons door twee bewoners
van het Aldlan is toegezonden wanneer ik vraag op welk tijdstip de beleidsuitgangspunten die uit de
enquête zullen voortvloeien gereed zijn. Deze kwestie is zeker geen bagatel, gezien het feit dat in
Roermond het kadaster wordt ontruimd, in Joure het vormingscentrum wordt ontruimd en dit probleem
in Eindhoven en in Haarlem speelt. Deze zaak moet zo snel mogelijk, liefst voor de vakanties nog,
geregeld worden. Welke financiële middelen staan de gemeente ter beschikking om eventueel te kun
nen voldoen aan de in deze brief geformuleerde wensen?
De heer De Beer: Ik heb nog een korte aanvullende vraag. Destijds, toen dit punt eerder in de
raad is geweest, heeft de wethouder gezegd dat wij zouden wachten op de uitslag van het onderzoek
in Haarlem in de Molenwijk. Is daar inmiddels al iets meer van bekend? Zo ja, kunnen wij iets met
de resultaten van dit onderzoek doen?
De hear Jansma: In wike as hwat forlyn haw ik yn'e Kommisje foar de Folkssounens hjir ek nei
frege en doe wie de saek noch net sa fier roun dat der nije publikaesjes oer jown wurde koenen. Dêr-
om woenen wy it düdlik andert fan it kolleezje nei't der in preadvys kommen is ofwachtsje, mar as
der op dit stuit mear oer bikend is, dan woenen wy it ek wol witte.
De heer Schaafsma (weth.): In de eerste plaats is gevraagd naar een onderzoek in leegstaande
woningen. Wij hebben dat niet gedaan, omdat wij meenden dat de steekproef analoog moest worden
gedaan aan het onderzoek in Haarlem. Ik moet dit benadrukken, want waar gaat het in feite om? Het
gaat uiteindelijk om een oplossing die pas bereikt kan worden wanneer wij de norm die het rijk aan
legt kennen. Deze norm bepaalt of de Woningverbeteringsregeling van toepassing wordt verklaard.
Eerst zul je dus de norm moeten kennen, voordat je kunt spreken over een te hoge concentratie. Men
kan zeggen dat de concentratie op dit moment feitelijk te hoog is. Men zal dit echter ook in een re
geling moeten kunnen vatten. Ik wil daarom met nadruk stellen dat het college in een raadsbrief des
tijds heeft voorgesteld om voor een bedrag van 30.000,aan metingen te laten verrichten door
het T.N.O. Wij hadden rustig een ander metingsbureau in de arm kunnen nemen, dat wellicht goed-