10 Punt 14 (bijlage no. 209). De heer Bijkersma: Het bezwaar van het te berde brengen van belangrijke punten in een commis sievergadering tijdens de rondvraag is het feit dat men zich als lid van de commissie niet kan voor bereiden op deze punten. Zo ook bij dit agendapunt, dat opgevoerd is in een vergadering van de Commissie Openbare Werken tijdens de rondvraag. Toen heeft de commissie volgens de gegevens die verstrekt waren geoordeeld dat dit krediet wel beschikbaar gesteld moest worden, omdat de doorrij- hoogte van 3.50 meter van de tunnel in de Zwettestraat een hinderpaal vormde voor de toegang tot de industrieterreinen De Zwette en Van Harinxmakanaal. In de raadsbrief staat ook weer dat deze twee industrieterreinen bereikbaar zijn via twee toegangswegen. De eerste toegangsroute loopt via Snekertrekweg, Zwettestraat en Marshallweg en de tweede route loopt via de Middelzeelaan of de Ni jlansdyk. Op grond van die gegevens werd gezegd dat de doorrijhoogte van de tunnel in de Zwette straat te laag was, want op het moment kunnen de voertuigen die de beide industrieterreinen tot be stemming hebben en die hoger zijn dan 3.50 meter hun bestemming slechts bereiken via de Middel zeelaan en via de Nijlansdyk. Als ik een dergelijk gegeven op de commissievergadering krijg, dan wil ik dat onmiddellijk voor waar aannemen omdat ik het van te voren niet heb kunnen bekijken. Wie schetst echter mijn verbazing toen ik het terrein daar eens ging bekijken om te zien of de in dustrieterreinen De Zwette en Van Harinxmakanaal alleen maar via de Nijlansdyk en via de tunnel te bereiken waren. Ik begrijp niet waarom in de Commissie Openbare Werken niet een andere op lossing naar voren is gebracht. Er is n.l. een alternatieve oplossing die d.m.v. enkele verkeersborden en een omrijden van ongeveer 200 meter te realiseren is en die bovendien weinig kosten met zich meebrengt. De tunnel in de Zwettestraat kruist de Marshallweg. Indien men bij de Marshallweg rechtsaf gaat, komt men bij de Fahrenheitweg die eindigt bij het Van Harinxmakanaalvervolgens gaat men onder een viaduct van meer dan 4 meter doorrijhoogte door en zo komt men op het indus trieterrein De Zwette. Het viaduct bleek volgens een recente meting van de N.S., verricht ten be hoeve van een groot transport, een doorrijhoogte van 4.20 meter te hebben. Dat de hoogte in ieder geval meer dan 4 meter bedraagt, blijkt ook uit het feit dat er niets staat aangegeven. In de Wegen verkeerswet staat dat moet worden aangegeven wanneer een tunnel e.d. een doorrijhoogte van min der dan 4 meter heeft. Via de door mij genoemde route kan men dus ook op het industrieterrein De Zwette komen. Ik vind dit een voor de hand liggende oplossing. Wanneer wij enkele verkeersborden plaatsen waardoor verkeer dat zwaarder is dan een bepaald gewicht en hoger is dan een bepaalde afme ting rechtsaf geleid wordt, zijn wij waar wij wezenmoetenEen zelfde ontlasting krijgt men t.a.v. de Nijlansdyk. Indien wij voor deze oplossing kiezen, dan kunnen wij van de rente van het geld dat wij hiermee besparen t.b.v. de wijk Nijlan veel verkeersvoorzieningen treffen. Met 1 .200.000, zonder B.T.W. kan er wel wat gebeuren, dacht ik. Ik heb een schetsje gemaakt voor mijn collega raadsleden in de Commissie Ruimtelijke Ordening. Het is een simpele oplossing die wij, naar mijn mening, moeten aanvaarden. Indien men dit nu niet wil aannemen, dan is het m.i. verstandig om het voorstel terug te nemen en eerst deze oplossing er bij te nemen. De heer Janssen: Ik weet niet of de heer Bijkersma wel helemaal wakker is geweest tijdens de vergadering van de Commissie Openbare Werken, maar ik heb toen duidelijk de onderdoorgang onder het spoor langs het kanaal naar voren gebracht. Misschien is het niet in de notulen gekomen, maar op het moment dat ik deze mogelijkheid naar voren bracht is er geen acht op geslagen. Zelf heb ik gedacht dat deze route te ver weg ligt, want de afstand van 200 meter die de heer Bijkersma noemt, komt mij als te laag geschat voor. De afstand bedraagt volgens mij zeker meer dan 300 meter en dat betekent dat er 600 meter omgereden moet worden. Bovendien is deze weg niet berekend op het zwaardere verkeer. De weg die onder het spoor door gaat is een hoofd-ontsluitingsroute en de andere wegen, zoals de Fahrenheitweg, zijn niet zo sterk als deze hoofdroute. Daarom ben ik in de Commis sie Openbare Werken niet verder op deze mogelijkheid ingegaan. De heer Sterk: Wij hebben even nagekeken hoeveel de omweg nu precies bedraagt en dat blijkt meer dan 700 meter te zijn. Dat is natuurlijk niet niks en ik sluit mij dan ook aan bij hetgeen de heer Janssen hierover heeft gezegd. Het wegprofiel als zodanig is natuurlijk niet geschikt voor het zware verkeer dat langs en onder de tunnel door moet rijden. Ik zal de verdere discussie even af wachten, maar ik meende deze opmerkingen toch te moeten plaatsen. De heer De Beer: Het gaat toch alleen maar om de grote vrachtwagens die niet onder de tunnel door kunnen? De rest van het vrachtverkeer kan gewoon doorrijden. Wij moeten deze tunnel dus verhogen voor een beperkt aantal wagens dat er niet onderdoor kan. Laten wij dan die investering niet plegen, maar liever deze wagens de andere route laten volgen. n De heer Rijpma (weth.): De constatering van de heer Bijkersma dat er nog een onderdoorgang zou zijn, komt voor mij niet als een verrassing. Deze onderdoorgang is er n.l. al sinds jaren. Ik geef di rect toe dat een gedeelte van de weg zeer onvoldoende is verhard. U moet niet denken dat enkele tienduizenden guldens voldoende zijn voor het aanleggen van een verharding. Zo moet er, naast vele andere dingen, een zandbed worden aangebracht en al met al loopt het dan in bedragen van enkele tonnen. Indien er echter aanwijzingsborden worden geplaatst waardoor men de vrije keuze houdt om over de Middelzeelaan te gaan, dan gaat men niet omrijden maar kiest men toch voor de Middelzeelaan. Daar ben ik persoonlijk van overtuigd. Het enige alternatief is dan om de tunnel in de Zwettestraat hoger te maken, want zo krijgt men twee gelijkwaardige ontsluitingen en hoeft de voorkeur van de betrokken chcuffeurs niet door de onoverzichtelijke en omleidende weg beïnvloed te worden. Ik meen dus dat het een goede oplossing is om deze tunnel wel de vereiste afmeting te geven en daarmee een gelijkwaardige ontsluiting van dit industrieterrein te verkrijgen, ook naar het noorden toe. De heer Bijkersma: De heer Janssen veronderstelde dat ik geslapen zou hebben bij de vergadering van de Commissie Openbare Werken, maar niets is minder waar. In het begin van mijn betoog heb ik gezegd het een bezwaar te vinden als bepaalde zaken pas bij de rondvraag naar voren worden ge bracht. Voor ons als commissieleden is het een groot nadeel wanneer wij niet meer de mogelijkheid hebben om van tevoren bepaalde dingen na te gaan. Als deze zaak op de agenda had gestaan, dan had de heer Janssen eerst ook een kijkje bij de tunnel genomen vooraleer hij zijn vraag m.b.t. de route via het viaduct had gesteld. Ik had graag gewild dat de oplossing die ik noemde ook bij de discussie naar voren was gebracht. Ik zeg niet tegen de wethouder dat ik vind dat een verhoging van de tunnel om technische redenen niet mogelijk is, ik zeg dat het gewoon verstandig is om in het onderzoek dat men van plan is te houden ook die mogelijkheid te betrekken. Dan kunt u de raad laten afwegen wat er ge daan moet worden, of een tunnel van 1 .200.000,of een wegomlegging van x miljoen gulden. Dat is verstandig om te doen, maar nu kiest men zonder meer voor de tunnel in de Zwettestraat; daar heb ik gewoon bezwaar tegen. Ik ben niet technisch onderlegd, maar ik zie zo dat er een sim peler oplossing is. Daarom draag ik deze oplossing toch aan, omdat die niet is aangedragen in de Commissie Openbare Werken en ook niet in de raadsbrief. Ik vraag dus: Neemt het college deze op lossing ook mee in het onderzoek? Ik heb geen motie gemaakt, omdat ik dacht dat dit zonder meer zou worden meegenomen. Indien dit niet lukt, wil ik er graag een motie van maken opdat deze op lossing in het onderzoek wordt betrokken. De heer Ten Hoeve: Ik heb nog even een vraag. Maakt de Zwettestraat ook niet deel uit van de westtangent waartoe wij hebben besloten? In dat kader lijkt het mij wel verstandig om die bepaaide hoogte aan te houden. De heer Rijpma (weth.): Indien wij een volledige westtangent willen hebben zonder gebruik te hoeven maken van de rondweg, dan moet er uiteraard nog een brug gemaakt worden aan het eind van de Snekertrekweg. Anders loopt de westtangent aan de noordkant van de Hermesbrug, waardoor men, als men naar het industrieterrein wil, over de brug rechtsaf moet slaan. Dit is volgens mij niet een aantrekkelijke route, omdat het kruispunt op die plaats een extra belasting zou krijgen. Wanneer het werkelijk om een westtangent gaat, moet er ook een brug in. De tunnel in de Zwettestraat zou dan als onderdeel van de westtangent kunnen fungeren en uiteraard een hogere functie krijgen dan, zoals nu, een ontsluiting van het industrieterrein. Op zich maakt het mij niets uit of dit raadsvoorstel drie weken blijft liggen. Ik weet echter niet of de raad zo'n grote behoefte heeft om het uit te stel len. Ik ga nog steeds van de veronderstelling uit dat de andere commissieleden precies geweten heb ben waar het over ging. Deze "achterdeur" die het industrieterrein aan de kant van het Van Harinx makanaal heeft, is er n.l. al sinds jaren maar wordt a Is ontsluitingsweg voor dit gebied niet gebruikt. Naar mijn gevoel zal deze weg ook niet als zodanig worden gebruikt omdat die heel duidelijk een achterdeur-functie heeft; t.o.v. het Nijlan is evenwel een gelijkwaardige ontsluiting, ook naar het noorden toe, noodzakelijk. Afgezien van de financiële consequenties - ik kan niet zeggen of het versterken van de andere wegen goedkoper of duurder zou zijn -, heb je dan ook nog een secun daire ontsluiting. Ik blijf er bij dat het onderzoek en te zijner tijd de beslissing om de tunnel in de Zwettestraat te verhogen een goede zaak zal zijn. Ik laat het aan de raad over of het voorstel daar toe drie weken moet worden uitgesteld. Het voorstel is al maanden in discussie en het is eindelijk zover dat het deel uitmaakt van de raadsdiscussie. Tenzij het eventueel aannemen van een motie van de heer Bijkersma anders uitwijst, vind ik dat wij nu de beslissing moeten nemen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1978 | | pagina 6