Naast de Parkeerverordening waarover ik een aantal opmerkingen heb gemaakt zullen wij nog een aantal besluiten nemen over de aanschaf en plaatsing van nieuwe parkeerapparatuur. Dit lijkt mij een logische consequentie van het aannemen van de verordening. Voorts komt er een parkeeron- derzoek door het bureau Dwars, Heederik en Verhey. Op zich vind ik dit wat minder logisch. Dit parkeeronderzoek zou moeten dienen als aanvulling op de gegevens van het I.B.V. en van het bureau Dwars, Heederik en Verhey van 1971 en van 1976. Dit onderzoek moet betrekking hebben op de par- keerbezetting, de parkeerduur en de parkeermotieven in relatie met de loopafstand. Ook zal er een enquête moeten komen onder winkelbezoekers in verband met de positie van het hoofdwinkelcentrum. Ik heb de neiging om te zeggen dat men eerst dit onderzoek zou moeten houden om pas daarna een verordening op te stellen. Een zelfde geluid hoort men ook uit de verschillende bezwaarschriften. Als zo'n groot onderzoek nog gedaan moet worden, vraagt men zich af of de verordening wel juist kan zijn en of die wel voldoende afgewogen kan zijn. Zijn de besluiten dan wel verantwoord? Ik zou graag willen dat het college hier nog op in gaat. Het onderwerp van de controle vormt een apart aspect. Bij punt 20 van de agenda voor vanavond wordt voorgesteld een krediet voor de uitbreiding van het aantal parkeercontroleurs beschikbaar te stellen. Ik vind dit voornemen ook in de raadsbrief terug, maar ik vind in geen van de besluiten die wij nemen terug dat inderdaad wordt overwogen om de uitbreiding van het aantal parkeercontroleurs tot zeventien man plaats te doen vinden. Het is duidelijk dat wij niet zonder parkeercontrole kunnen. Alle besluiten die wij vanavond nemen hebben geen waarde als de controle niet voldoende is. Daarom stelt het college dan ook in de raadsbrief voor om tot de uitbreiding tot zeventien man over te gaan. Ik vind hiervan echter niets terug in de besluiten. Bij de kwestie van de parkeercontroleurs komt er nog een ander probleem om de hoek kijken. Welke status krijgen deze controleurs? Uit de tweeslachtige positie die deze mensen hebben komen problemen voort. Zij treden in de eerste plaats op als controleurs van de verplichting tot betaling van parkeergeld, een soort belastingtaak, maar zij treden in de tweede plaats op als controleurs voor het zogenaamde fout parkeren op plaatsen waar parkeren is verboden, een politietaak. Mijn vraag is dan: Waarop ligt nu het hoofdaccent van de werkzaamheden? Het is duidelijk dat de belas tingtaak voor de gemeentelijke huishouding het belangrijkst is. Veroorzaakt deze tweeërlei functie nu geen wrijvingen? Moet ook niet uit een oogpunt van argumentatie tegenover de rijksoverheid voor vergoeding van de kosten van de politie de suggestie van het aanstellen van aparte controleurs voor de controle op betaling overwogen worden? Ik zou graag willen dat het college dit probleem nog eens grondig bekijkt, want ik kan mij voorstellen dat hier een aantal onjuiste dingen uit voort komen. Ik heb nog een andere vraag op het punt van de controle. Ongeveer twee jaar geleden verscheen er een krantebericht waarin de officier van justitie zegt dat Justitie de controle niet kan nakomen omdat er ook formele beletselen zijn om een proces-verbaal waar te maken. Ik meende dat er in het artikel stond dat dit verbaal persoonlijk overhandigd zou moeten worden. Het artikel tendeerde in de richting van: betaal maar niet, je hoort er toch nooit meer wat van. Wat is hiervan waar? Zoals gezegd, het hele systeem valt of staat met een effectieve controle en dan met een heel dikke streep onder effectief. Ik wil eindigen met de opmerking dat mijns inziens de wethouder in de Commissie voor de Ruim telijke Ordening terecht opgemerkt heeft dat deze verordening een flexibel karakter moet hebben opdat deze steeds aangepast kan worden. De verordening moet, zo zei hij, worden opgevat als een hulpstructuur voor bestemmingsplannen en niet andersom. De heer Visser: Het ontwerp Parkeer- en Parkeergeldverordening zoals dit de raad is voorgelegd is een uitvloeisel van het Structuurplan voor de Binnenstad, welk plan een regeling van de beschik bare parkeervoorzieningen beoogt. Een logisch gevolg daarvan is een herziening van de vigerende verordeningen. Het zwaartepunt van de voorgestelde maatregelen ligt begrijpelijk in het stadscentrum. De functie van de binnenstad, geplaatst tegen de achtergrond van het tekort aan parkeerplaatsen, ver klaart het streven naar het terugdringen van het lang parkeren overeenkomstig de parkeernota om de doelmatigheid in het gebruik van de parkeervoorzieningen te bevorderen. In de voorstellen komt dit tot uitdrukking in de parkeerduur en in het parkeergeld, in samenhang met het tarief van de parkeerkel der. De centrumfunctie van Leeuwarden in het algemeen en het handhaven casu quo versterken van de economische functie van de binnenstad in het bijzonder achten ook wij van primair belang voor de over wegingen bij de verdeling van de parkeerplaatsen voor alle categorieën parkeerders. Omtrent de bijzondere positie van de binnenstadsbewoners is in het structuurplan bepaald dat zij faciliteiten dienen te genieten. Dit komt in het voorstel tot uitdrukking in het vergunningenstelsel voor parkeren op de weg nabij de woning dan wel in het abonnementenstelsel voor parkeren op aan 21 gewezen terreinen. Het gebruiken van parkeerplaatsen door binnenstadsbewoners kan onzes inziens niet los worden gezien van de schaarste-situatie van het ogenblik. Die behoefte zal stellig (tijdelijk) toenemen door de bouw van de parkeerkelder. Bovendien vragen wij ons af wat de gevolgen van het voorgestelde parkeerregime zullen zijn voor het noordelijk gedeelte van de binnenstad bij het bestem men voor het lang parkeren van het terrein Hoeksterend en verder binnen welke termijn het terrein aan de Bleekerstraat zal zijn gerealiseerd. De druk op dit deel van de binnenstad zal beduidend toe nemen zodra de op dit gebied betreffende verkeersmaatregelen in het kader van het Verkeersstructuur- en Uitwerkingsplan in werking treden. In deze situatie moet overeenkomstig dit plan het treffen van een parkeervoorziening in de omgeving van de Amelandsstraat als urgent worden beschouwd. Uit het door het college voorgestelde parkeeronderzoek, waarmee de fractie zich kan verenigen, zal mei name ten aanzien van dit gebied moeten blijken of aan de uitgangspunten van het nieuwe parkeer regime kan worden voldaan. Voor een objectieve beoordeling van de resultaten van het onderzoek zullen naar mijn mening ook de gevolgen van het aanwijzen van het Vliet als aanvoerroute voor het gemotoriseerd verkeer in aanmerking moeten worden genomen. In deze gedachtengang moet wel wor den bedacht dat het resultaat van het onderzoek nog lange tijd op zich zal kunnen laten wachten. Door zijn ligging heeft het hoofdwinkelcentrum een tijdelijke "pré" war betreft het kort en mid dellang parkeren. De positie van de winkelbanaan is in deze minder sterk. De fractie stemt overigens in met het gekozen zone-systeem. Wel is de fractie de mening toegedaan dat de nieuwe verordening in zijn uitwerking kan slagen indien sprake is van een effectief opsporings- en vervolgingsbeleid. Het opsporingsbeleid moet worden gezien als zuiver een gemeentelijke zaak. Het is uitvoerbaar mits voldoende mankracht en middelen beschikbaar zijn. De onbevredigende situatie van het ogenblik - in de stukken wordt zelfs gesproken van ontduiking op grote schaal - tast in wezen de rechtsgelijk heid van de burger aan. Het komt ons voor dat op het punt van de controle met de politie duidelijke afspraken worden gemaakt omtrent de taak van de controleurs. Omdat enerzijds de naleving van de gemeentelijke verordening en anderzijds de naleving van de Wegenverkeerswet c.a. van toepassing is, moet zowel het opsporingsbeleid als het vervolgingsbeleid tot zijn recht komen. Omtrent de financiële aspecten wil ik het volgende opmerken. De fractie kan akkoord gaan met de voorgestelde tarieven. Wij vinden het billijk en redelijk dat het aanvankelijke tarief van 360, voor vergunning- en abonnementenhouders in het voorstel tot 180,is teruggebracht. De bijzon dere positie van de binnenstadsbewoners brengt overigens ook administratiekosten mee voor de gemeen te. Dit betekent dat de gemeente, op basis van vergelijkbare kosten elders, de helft van de kosten voor eigen rekening neemt. Opgemerkt wordt dat houders van bedrijfsauto's gebruik kunnen maken van belastingfaciliteiten. Twijfel bestaat aan het tarief van zeer kort parkeren, een kwartje per 7s minuut met een maximum van een half uur, evenwel minder aan het tarief dan aan de controle op de naleving van de verordening. De ervaring zal moeten leren of deze parkeerduur qua uitvoering een haalbare zaak is. Ook ten aanzien van het rendement van betaald parkeren in zijn nieuwe opzet zal moeten blijken of de verwachte bezettingsgraad zal worden bereikt. Dat hier de betalingsgraad een niet onbelangrijke rol zal gaan spelen, staat mijns inziens buiten kijf. Uit financieel oogpunt klemt een doeltreffende controle des te meer. De geraamde opbrengst van parkeergelden blijft niet temin een onzekere factor. Indien deze mocht tegenvallen, dan zal dit de prijs zijn die de gemeente voor de regulering van het parkeerbeleid uit eigen middelen moet betalen. De noodzaak van een ver antwoord parkeerbeleid onderschrijven wij, er van uitgaande dat de ontwikkelingen nauwgezet gevolgd moeten worden. Speciaal voor de budgettaire taak van de afdeling Financiën in relatie met de uit voerende taak van de politie vragen wij de bijzondere aandacht van het college. De heer De Beer: Een van de standaard-doeleinden is de binnenstad toegankelijk houden voor het particulier autoverkeer opdat de binnenstadsfuncties optimaal kunnen functioneren. Als wij dit willen doen - en waarom zouden wij dit niet willen? - moeten wij natuurlijk ook zorgen dat de automobilist de binnenstad kan bereiken en zijn auto in de binnenstad kwijt kan. Duidelijk is dat de beschikbare ruimte schaars is en het is dan ook redelijk dat voor de ruimte door de parkeerders wordt betaald. Dit geldt vooral voor het gebied dat binnen de stadsgrachten ligt. Het gevolg is dat er voor de bewoners en de bedrijven in de binnenstad een aparte regeling moet worden getroffen; ik kom hier zo meteen nog op terug. Op bladzijde 2 van de raadsbrief merkt het college terecht op dat wij in de eerste plonks het ge bruik van de bestaande parkeerplaatsen moeten regelen. Wij zullen nu echter ook moeten zorgen dat het tekort aan parkeerplaatsen wordt opgeheven. Het college geeft zelf al aan dat het tekort aan par keerplaatsen ongeveer 800 bedraagt. Daar komt nog bij dat er per jaar zo'n 100 parkeerplaatsen sneu velen door verkeersmaatregelen en tot nu toe staat daar niets tegenover. Wij zullen moeten zorgen voor parkeergarages. Naast de onderzoeken naar de parkeermogelijkheden nabij de Amelandsstraat

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1978 | | pagina 11