36
met commentaar op hetgeen vanavond is gezegd. Er zijn zoveel elementen op tafel gelegd dat het
mij zinvol lijkt dat wij die met elkaar nog even bekijken. Wij geven u dan zwart op wit onze visie
hierop en misschien komen wij |wel met een voorstel. Let wel, ik zeg dat wij na deze vergade
ring van de raad, gehoord deze discussie, voorstellen doen. Misschien zullen wij geen voorstellen
doen maar dan zullen wij dat argumenteren. De raad heeft dan de gelegenheid om een beslissing te
nemen. Ik dacht dat wij anders in een sfeer handelden waarin twijfel bestaat of de beslissing juist
is geweest. U krijgt zo het volle pond want u krijgt dan volledig de gelegenheid om een beslissing
te nemen zoals u meent dat die moet zijn.
De heer Bouma: Ik moet u zeggen dat ik niets voor uw voorstel voel. De argumenten die vanavond
door ons op tafel zijn gelegd, zijn uitentreuren met de wethouder en diens ambtenaren besproken.
Het voor en tegen van deze argumenten is uit-en-te-na besproken; dit had in het college bekend
kunnen zijn. Ik voel niets voor verder uitstel. Ik zou zeggen: breng de motie maar in stemming.
De Voorzitter: Het lijkt mij dan het verstandigst om de motie inderdaad in stemming te brengen.
De hear Klomp: As dy moasje ófstimd wurdt, dan bliuwt jou foorstel noch wol jildich, net?
De Voorzitter: Ik heb er geen moeite mee en ik neem aan dat ook het college er geen moeite
mee heeft dat wij, ook al wordt de motie afgestemd, toch met een nota zullen komen in augustus.
De motie van de heer Bouma en mevrouw Visser-van den Bos wordt bij handopsteken aangeno
men met 15 tegen 14 stemmen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de aange
nomen motie.
Punten 36 en 37 (bijlagen nos. 231 en 241).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 38 (bijlage no. 230).
Mevrouw Visscher—Bouwer: Aan de orde is hier een voorlopige subsidieaanvraag voor verschil
lende cursussen die vooruitlopen op de totstandkoming van het educatief plan. Wij zijn enigszins
teleurgesteld dat dit educatief plan niet op tijd is gereedgekomen hetgeen niet zo gunstig is gezien
de financiële kant van de zaak. Wij maken ons daar toch wel zorgen over en daarom dringen wij er
op aan dat er nu met man en macht aan gewerkt wordt. Wij vonden het wel teleurstellend dat wij
als gemeente dit niet op tijd voor elkaar konden krijgen.
Verder wil ik nog ingaan op een paar cijfers. In de subsidieaanvraag zit een bedrag voor zes
V.O„S.-cursussen en twee Bijspijkercursussen. Deze Bijspijkercursussen zijn speciaal bedoeld om het
afvalpercentage van de dag-mavo te verkleinen en om de afstand tot het opnieuw beginnen met de
dagschool te helpen overbruggen door de leemtes in de kennis op te vangen. In de begroting mis ik
de kinderopvang voor de dag-mavo. Met deze kinderopvang zou, naar ik meen, in september op
professionele wijze een begin worden gemaakt; eerder werden de kinderen met behulp van vrijwil
ligers opgevangen. Verder heeft het college de aanvraag tot een bijdrage in de kosten van de cur
sus Voorbereiding op de pensionering voorlopig niet gehonoreerd. Ook een aanvraag voor een be
drag ten behoeve van kadervorming op de Volkshogeschool is niet gehonoreerd. Dit is volgens mij
gebeurd omdat de begrotingen daarvan niet voldoende gespecificeerd waren. Ik wilde het college
vragen of het de bedoeling is om in het komende beleidsplan ruimte te scheppen voor deze activi
teiten. Ik weet dat het Samenwerkingsverband bezig is met een schakelcursus. Men denkt hierbij
aan vrouwen die de V.O.S.-cursus hebben gedaan en die daarna verder willen gaan met ander
cursuswerk; daar bestaat grote behoefte aan. Verder denkt men hierbij nog aan mensen die A.O.W.
genieten. In de stukken die ik heb gezien noemt men dit cursuswerk een schakelcursus. Omdat hier
voor nu geen subsidie is aangevraagd - men was blijkbaar zo ver nog niet -, wil ik de wethouder
vragen of in het komend beleidsplan ruimte voor deze schakelcursus wordt geschapen.
De heer De Vries (weth.): Met mevrouw Visscher-Bouwer betreuren wij het dat er met betrekking
tot het educatief plan niet op een snellere wijze vorderingen zijn gemaakt. Ik heb op een eerder
37
tijdstip in deze raad al eens de mededeling gedaan dat wij als gemeente weliswaar verantwoordelijk
zijn voor het opstellen van het educatief plan voor het vormingswerk voor volwassenen, maar dat wij
de programmering en de planning van deze zaak primair in handen hebben gelegd van een aantal instel
lingen die reeds op dit veld werkzaam zijn. Wij hebben de ontdekking gedaan - eigenlijk wisten wij het
ook wel - dat het in het welzijnswereldje moeilijk is om mensen en organisaties onder één noemer te
brengen. Dit proces heeft ook hier gespeeld, men heeft vrij lang werk gehad voor men structureel
zag in welke richting de zaak geleid zou moeten worden. Men heeft lang in twijfel verkeerd en men
heeft lang gewikt en gewogen over statuten en reglementen. Het gevolg van dit alles is dat wij nu
rondom de planning en de opzet in tijdnood zijn gekomen. Van de kant van de gemeente is een aan
tal weken al druk op de ketel gezet om te proberen dit proces te versnellen, maar ook dat bliikt in
de praktijk minder gemakkelijk te zijn dan wij wel zouden wensen. Onlangs is een nieuw bestuur op
getreden met een zeer actieve voorzitster en daarom koesteren wij goede hoop dat wij op de wegen
die ons met elkaar wachten sneller vooruit kunnen dan tot nu toe het geval is. Met betrekking tot
de moeder-mavo en de opvang van kinderen ligt de situatie aldus dat dit buiten het bestek van het
huidige raadsvoorstel valt. Dit is een zaak die op een andere manier geregeld wordt. De kinderopvang
wordt geprofessionaliseerd via de Interimregeling Jeugdige Werklozen. Een werkloze kleuterleidster
is een jaar lang beschikbaar om de kinderen op te vangen. Wat de ruimtelijke voorziening voor
de kinderopvang betreft, dit is een zaak die binnen het veld van het onderwijs opgelost zal worden.
De activiteiten ten aanzien van schakelcursussen en V.O.S.-cursussen lopen eigenlijk naast ons
spoor. Het gaat in ontwikkeling wel gelijk op, maar voor ons Is de zaak van de opstelling van het
educatief plan primair belangrijk. Wij moeten hier zo snel mogelijk mee naar het rijk teneinde de
inkomsten voor de gemeente in het kader van de rijksbijdrageregeling veilig te stellen. Wanneer wij
die zaken op een rij hebben staan, zijn wij er ook zeker van dat wij dekking hebben voor een groot
deel van deze kosten. Er zijn dan nog wel tekorten - deze zaak gaat de gemeente geld kosten -,
maar op zichzelf is de permanente educatie een zaak die ook de moeite waard is om vanuit de alge
mene middelen in bij te dragen. Alle plannen met betrekking tot vorming en ontwikkeling van vol
wassenen zullen pas op een rij worden gezet wanneer wij binnenkort met een goede planning en een
goed jaarprogramma vooruit kunnen.
Óp dit moment kan ik nog geen enkele toezegging doen over 1979. Mevrouw Visscher zegt dat
dit wellicht al in de begroting is opgenomen, maar zo ver zijn wij nog niet. Het is in ieder geval
zo dat het een zaak is die onderweg is en die waarschijnlijk ook niet meer stopgezet kan worden.
Wij zullen met elkaar orde op zaken moeten stellen. Wanneer wij eerst maar door deze planning heen
zijn, dan verwacht ik dat wij een heel eind in de goede richting gaan.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 39 (bijlage no. 248).
De Voorzitter: Punt 17 van de gemeentebegroting zal aangepast moeten worden aan de motie
die de heer Bouma en mevrouw Visser-van den Bos zopas naar aanleiding van punt 35 hebben inge
diend. Deze motie is aangenomen en daarom vraag ik de raad toestemming om deze wijziging nu
al aan te brengen want anders moeten wij nog eens met dit punt in de raad terugkomen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de aan te
brengen wijziging t.a.v. punt 17, Gemeentebegroting.
Punt 40 (bijlage no. 220).
Aanbeveling:
de heer J.H.C. Kramer.
Benoemd wordt de aanbevolene met algemene stemmen.
De Voorzitter: Ik wens u tot slot van deze vergadering een heel prettige vakantie.
De Voorzitter sluit, om 00.15 uur, de vergadering.