15 Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Ik heb de wethouder gevraagd te gaan praten met de Vereniging voor Volkshuisvesting. De wethouder heeft daar een heel ingewikkeld antwoord op gegeven, maar ik neig er toe om te zeggen dat hij niet van plan lijkt te zijn dit te gaan doen. Dan iets over het gevarieerde programma. Voor mij en voor iedere burger is het gevarieerde in een woonwijk iets zichtbaars en niet het feit dat een woning een premie- of een woningwetwoning is, want dat kun je er vaak helemaal niet aan zien. Om een voorbeeld te noemen, ik woon tegenover wethouder De Vries, hij woont in een premiewoning en ik in een woningwetwoning, maar de woningen zijn precies gelijk. (De heer Rijpma (weth.): Hij verdient wat meer.) Daar gaat het nu niet om. Geva rieerdheid zit in de manier waarop een wijk wordt ontworpen. Een dergelijke gevarieerdheid kan na tuurlijk net zo goed met alleen woningwetwoningen. Verder ben ik niet op de hele voorgeschiedenis ingegaan, omdat ik daar net als de wethouder geen behoefte aan had; het is n.l. toch een touwtrekkerij. Ik wil echter nog wel het volgende noemen. De wethouder heeft op basis van de verdeling 16-20-24 lokatiesubsidie aangevraagd. Over de vraag voor welke categorieën dit subsidie zou gelden is geen overleg met de Vereniging voor Volkshuisvesting gepleegd. Ik vind dit wel een enigszins vreemde zaak maar gedane zaken nemen geen keer. Ik had eigenlijk gehoopt dat de wethouder zou zeggen dat hij nog weieens overleg zal voeren, maar hij doet dit niet, naar ik aanneem. Omdat ik nu niet weet hoe ik moet manoeuvreren, zou ik graag willen dat ik na de pauze kan meedelen of ik wel of niet met een motie kom. De heer Rijpma (weth.): Ik moet ook in de stukken graaien, wanneer ik antwoord geef op de vraag hoeveel parkeerplaatsen er nu precies nodig zijn. In de stukken is het wel ergens te vinden, maar ik kan het niet zomaar even opslaan. (De Voorzitter: Dan moet dat ook maar tot na de pauze wachten.) Er is een uitvoerige motivering voor aangegeven: voor bejaardenwoningen b.v. enkele tienden van procenten. Het totaal aantal parkeerplaatsen kwam in de buurt van de zestig, zodat er gemiddeld één parkeerplaats per woning komt i.v.m. de bejaardenwoningen. Verder is een aantal van 25 plaatsen bijgeteld t.b.v. de bewoners er omheen en zo kom je op een totaal van 85. (De hear Miedema: It giet om dy 25 eksfra, fierders is alles akkoart.) Deze 25 extra plaatsen zijn gerelateerd aan de 25 tot 30 woningen die met het front naar de wijk Landbuurt toe staan. Deze woningen hebben geen ach teruitgang waar dan geparkeerd zou kunnen worden. Dan nog even een opmerking over de gevarieerdheid. Het gaat m.i. niet alleen om de gevarieerd heid in bouwwijze. Wij hebben b.v. het bestemmingsplan voor Camminghaburen en de uitwerking daar van gezien. De gevarieerdheid zal niet alleen in de uiterlijke vorm van de woningen te voorschijn komen maar het gaat ook om de gevarieerdheid in de bewoners. Zo komen er bejaarden, mensen met individuele huursubsidie en mensen die geen huursubsidie nodig hebben in deze wijk te wonen. Dus niet alleen gevarieerdheid qua bouwwijze maar ook een gemêleerde woonpopulatie. (Mevrouw Bran denburg—Sjoerdsma: Een kwestie van de portemonnaie dus.) Wethouders en raadsleden dus, om het duidelijker te maken. Het college lijkt mij geen behoefte te hebben om het voorstel te wijzigen. Er ligt een heel duidelijk voorstel, dat weloverwogen is. Indien de raad dit voorstel weigert aan te ne men, moet het initiatief van de raad uitgaan. De Voorzitter: Ik stel voor de stemming over dit punt uit te stellen tot na de pauze, wij wachten even af of er al dan niet een motie komt. Punt 14 (bijlage no. 226). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 15 (bijlage no. 222). De heer Rijpma (weth.): In de raadsbrief staat dat 20% van de aanwezige woningen bestemd mag worden voor kantoordoeleinden. Volgens de raadsbrief slaat dit percentage op het plangebied. Dit is echter onjuist. Het slaat op de 88 woningen die aan de rand van dit gebied, voornamelijk aan de Spanjaardslaan, staan. Op het ogenblik zijn er 15 woningen als kantoor ingericht. Twintig procent van 88 woningen is afgerond op 17 a 18 woningen. De heer Geerts: Er is een brief binnengekomen van de Stichting Transvaalwijk waarin gesteld wordt dat er 75 woningen zijn en dat op de kaart 15 woningen staan ingetekend. Daarmee zou de 20% al bereikt zijn. In zijn toelichting noemt de wethouder een aantal van 88 woningen. Ik zou graag willen vernemen hoeveel panden op het ogenblik bestemming tot kantoor hebben en hoeveel woningen er in totaal zijn. (De heer Rijpma (weth.): Er zijn 88 woningen en 15 kantoren.) Dan heb ik nog een vraag over iets dat mij nog niet helemaal duidelijk is. Waarom wordt hier een voorbereidings- besluit genomen? In de raadsbrief staat dat het college de bevoegdheid heeft om een wijziging aan te brengen. Als het college deze bevoegdheid heeft, dan werkt het geheel binnen het kader van het bestemmingsplan indien het die wijziging ook inderdaad aanbrengt. Er hoeft dan niet meer een voor- bereidingsbesluit genomen te worden. Het is mij dan ook onduidelijk waarom dit punt zo op de agenda staat. De heer P.D. van der Wal: Destijds, bij de vaststelling van het bestemmingsplan Transvaalwijk, heb ik ook al opgemerkt dat wat ons betreft de kantoorbestemming in de Transvaalwijk aan zij.i maxi mum is. Nu wordt weer voorgesteld om een woning, zij het gedeeltelijk, tot kantoor te bestemmen. Hierdoor wordt weer een gedeelte van de woonbestemming van de Transvaalwijk afgehaald en wij zijn daar bepaald geen voorstanders van, nog afgezien van hetgeen er in het bestemmingsplan staat. Wij zullen dus tegen dit voorstel stemmen. De heer Rijpma (weth.): De heer Geerts heeft gelijk als hij er op wijst dat de raad een stukje van het voorbereidingsbesluit cadeau heeft gekregen. Het voorbereidingsbesluit is wel nodig voor het ge bouw waarop de bestemming "bedrijven" rust. Op dit tandtechnisch bedrijf - hef is bijna een kantoor te noemen - moet via een voorbereidingsbesluit de bestemming "kantoor" worden gelegd. In het voor bereidingsbesluit zoals dat in het voorstel van het college is beschreven, is hef hele bouwplan opge nomen. Dit is eigenlijk iets te veel van het goede, want de woning had er niet in betrokken hoe ven te worden omdat b. en w. daarvoor de wijzigingsbevoegdheid reeds in huis hadden. Hef pand is op dit moment een bedrijfspand. Het is volledig in gebruik bij het tandtechnisch laboratorium, er is geen woning op de benedenverdieping. Dit betekent dat het college geen reden heeft om de totale aanvraag van deze eigenaar om bedrijfsruimte te wijzigen. B. en w. menen dat zij van hun vrijstel lingsbevoegdheid t.a.v. het pand gebruik kunnen maken. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het mondeling door de wethouder toegelichte voorstel van b. en w. met aantekening dat de heer P.D. van der Wal wenst te worden geacht tegen te hebben gestemd. Punt 15a (bijlage no. 256). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 16 (bijlagen nos. 224 en 224a). De hear Miedema: Hwat dit punt oanbilanget soe ik bigjinne wol Ie mei ót namme fan myn fraksje tank ót fo sprekken oan b. en w. en de amtners dat men kans sjoen hat dit foorstel op dit momint oan de ried foar to lizzen. Wy fine dat in lokwinsk oan kolleezje en amtlike stêf wurdich. It haf in hiele opdracht west en der hawwe hiel hwat swierrichheden west. Foar de fraksje en ek foar if kolleezje is it in blide saek dat men op dit stuit safier is. Jo soenen sizze dat wy der hwat de priisfoarming oanbilanget ót binne. It lokaesjesubsydzje is kommen, hoewol't it hwat lang duorre hat. De fraech dy't nou steld wurde moat is: Hoe steane wy der op dit momint foar? Wy hienen per kavel in tokoart fan 3.500,neffens ós opset. In tredde part fan dit tokoart komt fia it lokaesjesubsydzje binnen en in tredde part komt binnen troch de forheging fan de kavelpriis. Dêrmei is der in mooglikheit dat de takomstige biwenner troch in yn- dividueel hiersubsydzje dochs in part fan dizze forheging subsidiearre krijt. It leste tredde part wurdf forskoud nei in rintelêst, dy't hwat twifeleftich is. Dêrom tocht ik dat ien en oar in ridlik sukses wie. Myn fraksje hat him altiten op it stanpunt steld dat it yndividueel hiersubsydzje in bettere wize fan subsidiearjen is as it projektsubsydzje. Hfïr wurdf fan beiden hwat dien en myn fraksje kin hjir dus wol mei kontint wêze. Hwat de rintelêsten oanbilanget, ik nim oan dat dit lokaesjesubsydzje per jier op'e nij bisjoen wurdt. As dit net sa is, dan hear ik dat straks wol fan de wethalder. As de rin telêsten ut'e han rinne, dan is ós amtlike stêf mansk genoch om dat op tiid oan to pakken. Wy sille dan de nije bislissing wer mei bi langstelling ofwachtsje. Dan inkele fragen oer Camminghabuorren. Yn if bigjinstadium en letter yn in tuskenfase is der fan ós kant altiten oanstien op in ynformaesjesintrum wilens de bou. Dit ynformaesjesintrum soe dan ynljochtingen jaen moatte oer hwat der nou allegear komt sadat op in ier momint binammen de ta komstige biwenners witte sille hwat der komt. Der is oan in romfe yn it sintrurn fan de wyk tocht foar

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1978 | | pagina 8