beslissing wordt genomen op het moment dat de rapportering is afgerond. Daar is geen sprake van.
De rapportering zal op allerlei plaatsen in discussie komen. Wij hebben de indruk dat het op dat
moment meer zinvol is te reageren, want dan kan ingegaan worden op de argumenten die in de rap
portering zullen staan. De studie is bijna afgesloten en daarom zullen wij er toch geen invloed meer
op uit kunnen oefenen. Vandaar dat ik het zopas mosterd na de maaltijd noemde indien wij nu de
studie bijna is afgerond - dit is mij uit anderen hoofde bekend - nog gaan reageren. Door de gemeen
ten van de regio is afgesproken dat het rapport zodra het verschijnt in de gemeenteraden zal wor
den besproken; het probleem zal dus ook in deze raad nog eens worden besproken. Er zal met betrek
king tot dit rapport door de regio een preadvies worden gemaakt voor de gemeenten, opdat de kwestie
in al onze gemeenten aan de orde kan komen. Het is dus niet waar aai wij niets hebben gedaan of dat
er iets in gevaar zou komen. Wij zouden alsnog een brief kunnen sturen waarin ook wij zeggen dat er
niets moet gebeuren, maar dat had dan eigenlijk meteen moeten gebeuren. In de regio hebben wij deze
kwestie echter besproken. Wij hebben ook van geen enkele andere regiogemeente opmerkingen gehoord,
ofschoon BaarderadeelFraneker, Harlingen en Menaldumadeel hier allemaal bij betrokken zijn. In zijn
algemeenheid heeft men zich in de regiogemeenten aangesloten bij de gedachte die ik u net heb genoemd.
(De heer Heere: Het is natuurlijk wel bij het dagelijks bestuur blijven hangen. Het is nu voor het eerst dat
deze kwestie in de gemeenteraad komt. Wij zijn te laat "aan tafel gegaan".) Ik heb net al gezegd dat
de verslagen van de vergaderingen van het dagelijks bestuur ter inzage worden gelegd. Iemand, in
deze gemeente of in een andere gemeente, had een vraag hieromtrent kunnen stellen. Men had kun
nen zeggen dat er iets ondernomen moest worden. Het was heel eenvoudig geweest om dit in een
van de gemeenten aan de orde te stellen. Nu komt de brief van Groningen hier en ik dacht dat het
heel consequent was om, gelet op het overleg, die lijn te volgen. Ik aarzel echter om te zeggen
dat wij, in een stadium dat het rapport al bijna gereed is, aan de minister een of ander bericht
moeten sturen. Bestuurlijk lijkt het mij eleganter om dit punt in de vergadering van het dagelijks
bestuur van de regio van volgende week maandag aan de orde te stellen. Deze kwestie is vrij snel
nadat de stukken waren binnengekomen in de regio besproken. Om nu, na zo lange tijd, los van de
afspraken die zijn gemaakt en die wel gerapporteerd zijn, als gemeente Leeuwarden nog eens apart
in de pen te klimmen, lijkt mij minder juist. Ik kan dit punt maandag aan de orde stellen in de ver
gadering van het dagelijks bestuur van de regio. Bovendien zal wel in de krant komen dat de ge
meenteraad van Leeuwarden niet op de rapportering wil wachten maar nu wil reageren.
De heer Visser: Welke waarde moeten wij toekennen aan de datum van 1 september die de heer
Jansma heeft genoemd? De Nederlandse Spoorwegen hebben deze datum genoemd in verband met
een eventuele bestelling van dieselmaterieelHoe hard is dit? is dit een fatale datum?
De Voorzitter: Deze datum betekent niets anders dan dat de minister daarvan heeft gezegd dat
hij voor 1 september een rapportering wil hebben. De studie daarover zal maanden in beslag nemen,
dat kunt u van mij aannemen. De minister zal in de tussentijd, ongeacht wat wij of andere gemeen
ten doen, geen nieuw materieel bestellen. De minister laat doorrijden met het oude materieel tot
er uiteindelijk uitspraken beschikbaar zijn. Indien daaruit blijkt dat alle spoorlijnen blijven draaien,
zou de minister gedwongen zijn nieuw materieel te kopen.
De hear Jansma: Miskien bringt it folgjende de oplossing. Jo sizze dat it rapport praktysk klear
is. Soenen jo de ried dan tasizze wol Ie dat wy, sadré if rapport klear is, it yn de ried fan de gemeen
te Ljouwert ta bihanneling krije en dat wy dan in utspraek dogge hoe't wy réagearje sille? It is in
kwestje fan inkele wiken of moannen, hwant it rapport is hast klear.
De Foarsitter: Dat is wol akkoart mar ik woe wol graech sjen dat it deistich bistjur fan de regio
him der oer biriedt en sadré it rapport der is oan alle gemeenten skriuwt hoe't it deistich bistjur
der oer tinkt; soks hoecht net lang fo duorjen. Dat is allinne mar om to probearjen ta in ienriedich
stanpunt yn de regio to kommen. (De hear Jansma: Lykwols moat de ried fan Ljouwert it foech hawwe
om syn stanpunt kenber to meitsjen sunder it stanpunt fan de regio.) Sunder mear, ik kin wol tasizze
dat wy net hoege to wachtsjen op it stanpunt fan de regio. Sadré it yn it deistich bistjur fan de regio
kcmt, komt it hjir ek yn de ried.
Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezegging
van de voorzifter.
7
Sub P en Q.
De brief en de stukken worden voor kennisgeving aangenomen.
Sub R, S en T.
De verzoeken en de brief worden in handen van b. en w. gesteld om preadvies.
Sub U en V.
Besloten wordt overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Sub W.
It brief wurdt yn hannen fan b. en w. steld om preadvys.
Sub X.
De mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.
Sub Y en Z.
Besloten wordt overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Sub A 1.
De stukken worden voor kennisgeving aangenomen.
Sub B1 en Cl.
Besloten wordt overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Sub D1.
De stukken worden voor kennisgeving aangenomen.
Sub El.
De brief wordt in handen van b. en w. gesteld om preadvies.
Sub Fl.
De brief wordt voor kennisgeving aangenomen.
Punt 3 (bijlage no. 263).
De Voorzitter: Er is inmiddels een brief binnengekomen van de heer Jager. Ik stel voor deze
brief tegelijkertijd bij de discussie te betrekken. Ik moet u verder meedelen dat de voorzitter en
de vice-voorzitfer van de adviescommissie met vakantie zijn en daarom niet aanwezig kunnen zijn.
De heer Jansma en mejuffrouw De Vos zijn echter ook lid van deze commissie. Als er dus een reactie
vanuit de commissie wordt verlangd, zijn er in ieder geval twee commissieleden die de discussie met
betrekking tot dit punt hebben meegemaakt.
De hear Mieriema: Oan de oarder is hjir in Ontsiering fan in terreintsje yn ien fan us wenwiken.
Der komme klachten binnen en de deskundigen binne it der oer iens dat it hjir yndied om in Ontsie
ring giet en dêrom is it bislut sa't it hjir foarsteld wurdt in goed bislüt. As fraksje hawwe wy ek gjin
swierrichheden mei itjinge it kolleezje oan us foarstelt. Dochs soe ik graech in opmerking meitsje
wo lie, om't wy nou in bislut nimme oer in terrein dat nije wike yn oare hannen oergiet. Nou hoege
wy üs der juridysk neat fan oan to luken. De forkeaper wist dat dit driigde en as hy dat net oan de