Ik neem aan dat dan de hele problematiek op tafel komt, dus ook de oplossingen die er wel en de oplossingen die er niet zullen zijn. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 15 (bijlage no. 290). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 16 (bijlage no. 294). De heer Ten Hoeve: Mijn fractie vindt het heel begrijpelijk dat mensen die al heel lang in on zekerheid verkeren vragen hoe het nu eigenlijk komt met de plaats waar zij wonen. Aan de andere kant vinden wij het argument van het college ook reëel wanneer het zegt: Wij hebben een beslissing over het verkeers- en vervoersplan genomen en nu moet daar een uitwerking van komen. Aan deze uitwerking wordt gewerkt. Waar mijn fractie bezwaar iegen heeft, is dat de tendens van deze raads- brief zodanig is dat de mensen daaruit kunnen begrijpen dat over niet al te lange tijd een beslissing zal worden genomen. Wij hebben het er in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening over gehad en het antwoord van de wethouder was zodanig dat de termijn waarin de oplossing in zicht komt nog zo ver verwijderd is dat wij de mensen die het aangaat in dit geval een reëel antwoord moeten geven en hen niet met een kluitje in het riet moeten sturen. Wij moeten hen duidelijk vertellen dat het nog een tijd kan duren voordat over de kwestie daar beslist kan worden, omdat wij een werkelijk goede oplossing voor dat gebied willen. De heer De Beer: Ook ik vind deze raadsbrief een beetje erg vaag gesteld en ik zou, mij aan sluitend bij de woorden van de heer Ten Hoeve, graag willen dat er iets nauwkeuriger wordt geant woord. Een kreet als: over niet al te lange tijd, zegt de bewoners niets, zegt mij niets en zal nie mand iets zeggen. Ik hoop dat de wethouder op dit punt iets nauwkeuriger kan zijn. De heer Rijpma (weth.): Ik moet de heer De Beet gruwelijk teleurstellen, want ik kan niet nauw keuriger zijn. Ik moet de heer Ten Hoeve nageven dat de tendens van de raadsbrief zou kunnen lei den tot enig optimisme. Het lijkt mij een goede zaak indien wij deze mensen een schriftelijk ant woord geven dat ik zal toelichten in een gesprek waarvoor ik hen uit zal nodigen. Er zijn aan deze zaak meer voetangels en klemmen verbonden dan ondergetekende bevroedt en zeker dan menigeen anders bevroedt. De Voorzitter: Kunt u er mee instemmen dat wij deze kwestie niet schriftelijk afdoen maar be handelen op basis van dit preadvies met inachtneming van de opmerking die de heer Ten Hoeve heeft gemaakt dat de wethouder dit mondeling met de betrokkenen doorspreekt? (De heer Ten Hoeve: Akkoord.) Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezeg ging van de wethouder. Punt 17 (bijlage no. 310). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 18 (bijlage no. 309). De heer Ten Hoeve: Ik moet u zeggen dat deze raadsbrief mij heeft verbaasd en ook heeft teleur gesteld. Ik had niet gedacht dat het college met dit voorstel zou komen. Wij hebben namelijk onlangs in de Commissie voor de Monumentenzorg uitvoerig een rapport van de Commissie Monumentale Ar chitectuur besproken. Bij deze rapportage waren lijsten gevoegd van monumenten die op de lijst op gevoerd zouden moeten worden en daarnaast van monumenten die op een lijst zouden komen die dui delijk als een waarschuwingslijst in de gemeente zou kunnen functioneren. Ook straatwanden hoorden daar bij. Wij hebben er uitvoerig over gediscussieerd en gevraagd wat nu de zwaarte van zo'n waar- schuwingslijst is. Er kan niet veel aan een dergelijke lijst worden ontleend in die zin dat de financi ële middelen beschikbaar zouden kunnen worden gesteld. Wanneer de gemeente echter maar enigszins mogelijkheden zou hebben om recht te doen aan deze volgens de lijst waardevolle panden, dan zou -9/3 dit gebeuren. Nu, twee weken nadat dit punt in de commissie is geweest maar ook nadat u als col lege akkoord bent gegaan met deze nota en met deze lijsten, krijgen wij een dergelijk voorstel over de renovatie van woningen, de zogenaamde Meintema-woningen. Zoals in de lijst ook wordt gecon cludeerd, het gaat hier heel duidelijk om waardevolle panden, het is een van onze belangrijkste, nog voor de Eerste Wereldoorlog gebouwde complexen in onze stad van grote kwaliteit. Wanneer men dan kijkt naar de uitvoering en let op de detaillering - roeden, kajuiten, schoorstenen die verdwij nen en, om het ergste te noemen, de deuren -, dan verbaast mij het standpunt waar u als college mee akkoord bent gegaan. Daar komt het volgende nog bij: Willen wij zo'n lijst volledig gestalte doen krijgen, dan moet het vooral de gemeente zijn die het voorbeeld geeft. De gemeente moet zeg gen: Wij trekken voor, wij laten de andere woningbouwcorporaties zien hoe het werkelijk zou moeten. Wat dat betreft staat ons ook met andere waardevolle complexen - ik hoef in dit verband de Hollander- wijk maar te noemen - veel te wachten. Wanneer de gemeente het goede voorbeeld niet geeft en die eigen waarschuwingsli jst niet eens hanteert, hoe zullen anderen het dan wel gaan doen? Het stelt mij erg teleur dat het college met dit vcorstel komt. Daarnaast rijzen er ook ten aanzien van de hele procedure een aantal vragen. Waarom zijn de plannen niet nauwkeuriger gemaakt? Waren die misschien toch nauwkeuriger? Ik zou de wethouder deze vraag toch willen stellen. Er is namelijk een bouwvergunning verleend maar er is van afgewe ken. Ik zou graag willen weten op welke punten van de bouwvergunning, waar geen enkele burger van deze stad van mag afwijken, is afgeweken. Kan dat zomaar? Verder is het zo dat het subsidiabele bedrag dat voor woningen die gerenoveerd worden beschik baar is gesteld met name bij deze woningen is verhoogd, omdat het hier om speciale woningen ging. Het subsidiabele bedrag is met 3.000,— verhoogd. Daardoor zouden er extra voorzieningen aan deze panden gepleegd kunnen worden. Waarom is dat niet gebeurd? Ik wil hier graag een antwoord van de wethouder op hebben. Misschien hadden andere deuren dan de foeilelijke deuren die nu aangebracht zijn en die naar ik meen 300,— kosten uit dit extra subsidie betaald kunnen worden. Het heeft mij bijzonder verheugd dat de Welstandsadviescommissie zich zo voor deze zaak heeft ingespannen. Ik zou de wens willen uitspreken dat de Welstandsadviescommissie architectonisch altijd zo zorgvuldig omspringt. De heer P.D. van der Wal: Over deze materie kan niemand zich meer opwinden dan de heer Ten Hoeve al gedaan heeft. Ik zal het dus niet proberen over te doen. Wat mij opviel en wat ook nog aangestipt werd in het welstandsadvies is dat de schoorstenen verdwijnen. Ik kwam vanmiddag me vrouw Brandenburg tegen en zij legde heel sprekend een papiertje over de foto zodat de schoor stenen verdwenen. Het verdwijnen van de schoorstenen bij de renovatie is net zo opvallend als de foeilelijke deuren die al geplaatst zijn. Zijn die deuren ook niet meegenomen in de 3.000,—? Ergens in de stukken staat dat de schoorstenen los komen te staan, omdat er een rookkanaal wordt weggebroken. Als dat het geval is, dan kan men die schoorstenen ook vastzetten. Kan dat ook niet uit de 3.000,worden betaald? Dit ter aanvulling op de vorige spreker. De heer Eijgelaar (weth.): Het verbaast mij en ik ben ook teleurgesteld dat de heer Ten Hoeve zo verbaasd en teleurgesteld is. Wat is namelijk het geval? Het is de raad bekend dat het een heel moeizaam verlopen zaak is om tot een aanvaardbare renovatie van het complex 70 woningen aan de Harlingerstraatweg en omgeving te komen. Waarom verliep dit zo moeizaam? Het betrof een bepaald type woning dat gebouwd is in een stijl en met materialen die wij op dit moment moeilijk kunnen vervangen of wijzigen. Aanvankelijk is er een heel ander renovatieplan geweest. Het is zelfs zo geweest dat er een voorstel is gekomen om te renoveren volgens de manier waarop een van de mede werkers van het bureau dat deze woningen heeft ontworpen zijn woning zelf had gerenoveerd. Dit werd afgewezen door de Schoonheidscommissie. Wij waren hier niet bezig met restauratie maar met renovatie De technische dienst van het Woningbedrijf heeft alles gedaan om te trachten het aanzicht van deze woningen in een zo goed mogelijke staat te houden als in een gegeven situatie en met gegeven middelen kon. Dit was een belangrijk gegeven: er moest met een bepaald budget worden gewerkt. De heer Ten Hoeve zegt dan dat de roeden zijn veranderd, dat de schoorstenen zijn verdwenen en dat er foeilelijke deuren zijn gekomen. Als er iets wordt veranderd, dan zal het altijd wel zo blijven dat de een het mooi en de ander het foeilelijk vindt. Daarover zal wel nooit overeenstemming zijn. Door het steeds weer wijzigen en door pogingen om aan de prijs die er nu eenmaal voor gesteld was te komen, zijn er inderdaad enkele concessies gedaan aan het uiterlijk, waarover men van mening kan verschil len. Daar gaat het op dit moment om. Dan is gezegd dat een extra subsidie is verleend van ƒ3.000,voor deze woningen, waarbij

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1978 | | pagina 5