K/S
overigens heel goed hoe dit geregeld wordt en hoe dit in elkaar zit. Het is misschien nog weieens
goed om te herhalen dat tijdens de renovatie de aanleg van een centrale verwarming in de wonin
gen in de Wielenpolle circa 10,-- aan huurverhoging mee zal brengen. Wie echter na de reno
vatie nog een centrale verwarming wil aanleggen, zal vier keer zoveel moeten betalen omdat het
dan een rendabele investering moet worden. Nu kan deze aanleg nog in het kader van het geheel
van de 25-procentsregeling worden meegenomen. Mede naar aanleiding van wat verschillende raads
leden hebben gezegd over de wijze waarop het besluit tot renovatie in met name de Wielenpolle
tot stand is gekomen wil ik nog opmerken dat deze zaak ook voor mij op een plezierige wijze is
verlopen. Dit geldt zeker voor wat betreft de medewerking van de bewoners daar, met uitzonde
ring van een dissonant die gevormd werd door een enige tijd geleden ingezonden stuk in de Leeu
warder Courant dat ik niet heb kunnen begrijpen noch heb kunnen plaatsen. Het zou wel plezierig
geweest zijn als de Leeuwarder Courant, zoals zij anders wel pleegt te doen, de betreffende wet
houder eerst even om commentaar had gevraagd om te horen hoe het nu precies zat. (De heer Ten Hoeve:
Se binne bang foor die lange verhalen.) (Gelach) Ik kan mij wel voorstellen dat er op een gegeven
moment iemand is die zegt dat wij nu maar op moeten schieten, maar het merkwaardige is dat er, als
ik eens een keer een heel kort antwoord geef, wordt gezegd: Die wethouder zegt niets, het antwoord
is zeer summier, het had wel wat uitgebreider gekund. (De Voorzitter: In het Seniorenconvent is te
gen mij gezegd dat de wethouders eens wat korter moesten antwoorden. Ik heb toen meteen gezegd
dat wethouder Eijgelaar zich daar altijd al aan heeft gehouden.) (Gelach) Ik zal voortaan proberen
om weer mijn vorige stijl te hernemen en daarom wil ik het hier maar bij laten. (Gelach)
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toe
zeggingen van de wethouder.
Punten 23 en 24 (bijlagen nos. 299 en 297).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 25 (bijlage no. 305).
De heer Meijerhof: Met dit voorstel worden wij weer eens geconfronteerd met het feit dat de tijd
voor A.C.W.-subsidies voor investeringen min of meer voorbij is. Het zou op zich verheugend zijn
als daarmee ook gezegd kon worden dat de werkloosheid is teruggelopen. Vanavond komt het college
met het voorstel tot een voorbereidingskrediet voor de nieuwbouw van de Reinigingsdienst. Naast de
werkzaamheden die momenteel rondom het stadhuis ten behoeve van de secretarie plaats vinden,
kunnen wij naar ik aanneem in de toekomst nog voorstellen verwachten met betrekking tot de huis
vesting van de D.S.O. en de D.S.R. Als wij zien dat bij het krediet van 9.600.000,dat door de
raad op 22 februari 1971 beschikbaar werd gesteld een bedrag van 1.100.000,-- aan kapitaallas-
ten werd geraamd, dan is soberheid in het maken van plannen een eerste vereiste. In de ter in
zage gelegde stukken komen nog een aantal vraagpunten naar voren, n.l. de verwarming van de
stalling - ik vraag mij overigens af of dit nu wel zo nodig is; het moet zeer kritisch worden bekeken -,
de airconditioning van het kantoor en als laatste de grondkosten. Mevrouw Brandenburg heeft in
een van de vorige vergaderingen de vraag gesteld waarom op grondkosten wordt afgeschreven. De
beantwoording was mijns inziens toen niet afdoende en ik wil het college dan ook vragen om in de
Commissie Financiën deze problematiek aan de orde te stellen voordat de uitgewerkte plannen met
betrekking tot de nieuwbouw van de Reinigingsdienst in deze raad aan de orde komen. Verder heeft
mijn fractie er behoefte aan om reeds nu aan te geven dat zij het niet vanzelfsprekend vindt dat de
meerkosten in de exploitatie, veroorzaakt door deze nieuwbouw, zonder meer zullen leiden tot ta
rieven van de reinigingsrechten die leiden tot een meeropbrengst gelijk aan deze meerkosten. Mis
schien heeft het college dit echter ook niet zo bedoeld als het schrijft dat in het kader van het be
leidsplan 1979-1983 nader zal worden ingegaan op de financiële consequenties en de daaruit voort
vloeiende consequenties voor de reinigingsrechten.
De heer Eijgelaar (weth.): Ik zal heel kort zijn. Soberheid in het maken van plannen? Dat is
wel de bedoeling. Is verwarming van garages noodzakelijk? Ja, dat schijnt beter te zijn opdat de
auto's, wanneer die iedere dag en zeker voor het weekeinde natgespoten en schoongemaakt worden,
in een garage kunnen drogen. Dit schijnt de levensduur van de auto's belangrijk te verlengen. Air
conditioning in het kantoor? Ja, zeker op de plaats waar gedacht wordt aan nieuwbouw is dit nood
zakelijk omdat daar maar heel weinig met open romen gewerkt kan worden. Aan de ene kant van
deze nieuwbouw bevindt zich namelijk de vuilstort- en vuilverbrandingsplaats en aan de andere kant
bevinden zich daar de slikvelden, althans indien wij zullen kiezen voor de lokatie aan de Greuns-
weg. Of de meerkosten die dit eventueel met zich mee zal brengen in de tarieven tot uitdrukking
zullen komen is een vraag waar wij later op terug zullen komen.
De Voorzitter: In verband hiermee doet u daar dus geen enkele uitspraak over? (De heer Eijge
laar (weth.): Nee.) Het is een probleem op zichzelf, daarom zeg ik dat nu ook even.
De heer Meijerhof: Ik heb nog niet de toezegging van de wethouder gehoord dat de kwestie van
de grondkosten nog even in de Commissie Financiën zal worden besproken. Een aantal vergaderingen
terug bleek dat in deze omgeving wat moeilijk viel uit te leggen hoe het allemaal in elkaar stak.
Misschien zou de wethouder die toezegging kunnen geven.
De heer Ten Brug (weth.): In de discussie over dit punt in de Commissie Financiën is indertijd
toegezegd dat de hele kwestie van afschrijven op grond in deze commissie aan de orde zal komen.
(De heer Meijerhof: Is het mogelijk dat dit weer in de commissie aan de orde komt voordct dit uit
gewerkte plan in de gemeenteraad komt? Anders zitten wij weer met een vraag die nog steeds niet
beantwoord is.) Dan hebben wij wel voldoende tijd, dacht ik.
De Voorzitter: Ik zal het antwoord van de wethouder even vertalen. Het betekent dat hij beves
tigend antwoordt op uw vraag. De secretaris zal dit noteren.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toe
zegging van wethouder Ten Brug.
Punten 26, 27 en 28 (bijlagen nos. 316, 312 en 303).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 29 (bijlage no. 313).
De hear Miedema: Myn fraksje hat gjin biswier tsjin de meiwurking op sich dy't hjir frege wurdt.
Yn it riedsbrief wurdt sein dat it bist fur it plak fan de akkommodaesje, de klaeigelegenheit, fêstste I -
Ie sil yn goed oerliz mei de minsken dy't der omhinne wenje. Wy delegearje de ynspraek dus oan it
bist jur fan de tennisforiening, der komt it yn wezen op del. Myn fraksje hat der, sunder dat der mis
kien reden foar is, dochs wol ienige soarch oer. Us fraech is dan ek: Hoe leit dit bistimmingsplan?
Kinne b. en w., as it bist jur in foorstel docht, sa in bouforgunning ófjaen? Of wurdt dit in artikel
1 9-proseduere en krije de minsken dy't der omhinne wenje allegearre birjocht mei de fraech oft hja
der mei akkoart gean kinne sadat hja op dy manier noch in foarm fan ynspraek hawwe? Ik soe graech
in opmerking fan it kolleezje hearre wol Ie oer dizze ynspraek.
De heer De Vries (weth.): De heer Miedema vraagt zich af of alleen het bestuur van de tennis
vereniging de inspraakprocedure gedelegeerd krijgt. Zo is het natuurlijk niet. Zij hebben zelf min
of meer, anticiperend op de hele situatie, deze suggestie op tafel gelegd. Het ligt uiteraard voor
de hand dat men hierbij de wettelijke procedure zal moeten volgen. Het is dan ook de bedoeling
om een artikel 19-procedure op gang te brengen, waardoor de bewoners in die omgeving volledig
aan hun trekken kunnen komen wat betreft hun eventuele bezwaren. Het was voor ons even een du
bieuze zaak, want de bestemming van dit gebied is sport. Wij gunnen echter de omgeving het voor
deel van de twijfel. Dienaangaande willen wij overigens geen risico's lopen.
De Voorzitter: Bent u tevreden met dit antwoord, mijnheer Miedema? (De hear Miedema: Ja.)
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 30 (bijlage no. 317).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.