1410 zvr Punt 31 (bijlage no. 319). De Voorzitter: In het u toegezonden ontwerp-besluit behorende bij dit raadsvoorstel is een fout geslopen. Wij hebben u een verbeterd exemplaar toegezonden, hetgeen ik nu in stemming breng. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het verbeterde voorstel van b. en w. Punt 32 (bijlage no. 307). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 33 (bijlage no. 314). De heer Knol: Mijn fractie gaat akkoord met de inhoud van het preadvies. In de raadsbrief mis ik echter iets waaruit blijkt dat nader wordt ingegaan op de brief van de heer Van Breeden met be trekking tot de door hem geconstateerde wetsovertredingen en wetsontduikingen die voor hem aan leiding vormden om aan de raad dit verzoek te richten. Ik wilde graag de reden weten waarom hier niet nader op in is gegaan. Mevrouw Smit: Ook wij kunnen akkoord gaan met het voorstel zoals het hier ligt. Ik heb mij al leen afgevraagd waarom de Commissie voor de beroepschriften in deze kwestie als een commissie ad hoc is opgetreden en waarom de Commissie voor de horeca niet in deze zaak is gemengd. Ik dacht dat zulks juister geweest was. Misschien was ook u het bestaan van deze commissie vergeten. De hear Jansma: Wy binne it ek hielendal iens mei it ütstel sa't it hjir leit, mei namme hwat de argumintaesje oanbilanget dy't jo as boargemaster jown hawwe yn earste ynstansje. It forlingjen fan dit tiidstip soe neffens jo - ik sitearje nou it riedsbrief -: "een ontoelaatbare verdere verstoring van de nachtelijke rust ten gevolge hebben." Dat is by us it argumint dêr't it om giet. Dêrneist soenen wy noch in tal oare arguminten neame kinne, mar dy binne yn dit ramt miskien sa wichtich net. Hwat my eefkes opfallen is, is dat it kommisjelid dat hjir in oare miening oer hie op dit momint gjin oare miening jaen kin en der is it ek net minder om. De Voorzitter: Eigenlijk zijn er twee vragen. Ik neem allereerst de vraag van de heer Knol over de wetsovertredingen. Er is niet ingegaan op deze overtredingen zoals die zijn genoemd in de brief van de heer Van Breeden. Ik kan u zeggen dat aan de overtredingen die de heer Van Breeden in zijn brief heeft omschreven en die hij ook mondeling heeft toegelicht steeds aandacht wordt besteed. Het valt niet mee om daartegen afdoende op te treden, maar het heeft de volle aandacht. Op dit moment is de politie er intensief mee bezig. Vervolgens de vraag van mevrouw Smit. Ik geloof niet dat de Commissie voor de Drank- en Hore- caverordening de aangewezen commissie voor deze kwestie was geweest. Bij dit soort verzoekschrif ten is het de gewoonte om een commissie advies te vragen. Er is geen speciale commissie die advie zen die op dit terrein liggen behandelt. Dit is nog niet eens de directe aanleiding tot het feit dat de commissie die nu gehoord is het heeft behandeld. Bij wijze van vergissing was die commissie bijeen geroepen en toen men eenmaal bij elkaar was, heb ik gevraagd of men bereid was om in deze van advies te dienen, aangezien het een van de commissies betrof waarvan het niet onlogisch zou zijn dat die advies werden gevraagd. Ik zie dat u uw hoofd schudt, mevrouw Smit, maar formeel is alles wel rond. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 34 (bijlage no. 304). De hear Miedema: Ut namme fan de ried soe ik graech in inkele opmerking meitsje wol Ie. It docht ós goed dat der wer ris in undernimmer yn us stêd is dy't us eat oanbiede wol ta opkreazjen fan in wyk en fan us stêd. Wy fine it in goede saek dat men it socht hat yn in "speelplastiek". Om it koart to halden, as ried oanfurdzje wy dizze skinking graech en wy woenen it kolleezje freegje om ós tank oan de jower oer to bringen. De Voorzitter: Dat zullen wij zeker doen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. De Voorzitter: De paar punten die ons nog resten zouden wij nog snel voor de pauze kunnen af handelen. Ik stel echter voor om nu eerst koffie te gaan drinken. Ik zou namelijk graag enige aan dacht willen schenken aan het feit dat een aantal leden van de raad vanavond voor de laatste keer in ons midden zijn. Ik zou nu reeds willen zeggen dat het in de bedoeling ligt om na aflooo van de vergadering wederom op het Blanke Ruim bij elkaar te komen. U kunt dan nog iets drinken en zelfs iets anders dan koffie, als u dat belieft. De Voorzitter schorst, om 21.00 uur, de vergadering voor de pauze. De Voorzitter heropent, om 21.20 uur, de vergadering. Punt 35 (bijlage no. 321). De Voorzitter: Als gevolg van het feit dat punt 19 van de agenda is afgevoerd, zal onder Woning bedrijf het zevende punt vervallen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punten 36 en 37 (bijlagen nos. 291 en 292). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 38 (bijlage no. 318). Voordracht: 1 de heer drs. W.M. de Graaf; 2. de heer D.M. Feiters. Benoemd wordt de heer De Graaf met algemene stemmen. De heren J. de Beer en H. Meijerhof vormden met de voorzitter het stembureau. De Voorzitter: Zoals ik reeds voor de pauze heb opgemerkt is een aantal leden van de raad voor de laatste keer aanwezig. Ik zou graag enkele woorden tot hen willen spreken. Ik zou willen beginnen met de heer F. van der WalU bent driemaal tussentijds als lid van de gemeenteraad toegetreden, mijnheer Van der Wal. U behoort daarmee kennelijk tot de wisselspelers die je met een zekere regelmaat ziet terugkeren. In de raad hebt u een bescheiden rol gespeeld, maar het is toch wel van wezenlijk belang dat er mensen bereid gevonden worden in bestuurlijke functies te willen meehelpen zonder dat zij daarbij zelf op de voorgrond willen treden. Voor uw bijdrage in de raad en in een aantal commissies zeg ik u gaarne hartelijk dank. Mevrouw Van Dijk, u hebt op 22 december 1976 uw intrede in de raad gedaan ter vervulling van een tussentijdse vacature in de fractie van de V.V.D. Het is duidelijk dat u met veel enthou siasme het lidmaatschap van de raad en van een aantal commissies hebt vervuld. Vooral op het ter rein van de volkshuisvesting en de ruimtelijke ordening, doch ook op het gebied van het onderwijs, bent u actief geweest. Ik kan mij heel goed indenken dat u nog best een tijdje aan het raadswerk had willen deelnemen. In ieder geval zullen wij u blijven ontmoeten in een aantal gemeentelijke raden en commissies. Voor hetgeen u als raadslid hebt gedaan is een woord van dank stellig op zijn plaats. Ik kom nu toe aan drie leden die één volledige zittingsperiode lid van de raad zijn geweest, mejuffrouw De Vos, mevrouw Smit en de heer De Greef. Mejuffrouw De Vos kon helaas niet aan wezig zijn, want zij is op dit ogenblik met vakantie. Haar interesse ging vooral uit naar problemen op sociaal-maatschappelijk gebied. Zij bereidde haar toespraken in de raad bijzonder goed voor. Een actieve rol heeft zij vooral gespeeld in de Commissie voor het Woningbedrijf. Na afloop van de vorige raadsvergadering vertelde zij mij dat zij voor het laatst aanwezig was geweest. Ik heb haar toen meteen bedankt voor haar bijdrage in de raad en in een aantal van onze commissies.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1978 | | pagina 9