6 Sub J. Het afschrift wordt voor kennisgeving aangenomen. Sub K. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. Sub L. De verzoeken worden in handen van b. en w. gesteld om preadvies. Sub M. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. De Voorzitter: Ik heb begrepen dat er mensen op de tribune zitten in verband met punt 20 van de agenda. Dit agendapunt luidt: Reactie op de brieven van het Oude Stadswijken Overleg en van het Wijkcomité Huizum-Bornia over het beleid op hef gebied van het reserveren van terreinen voor kan- torenbouw. Dit punt wordt vanavond niet behandeld, maar het is drie weken uitgesteld en komt dus dan pas aan de orde. Punten 5 t.e.m. 12 (bijlagen nos. 428, 418, 409, 426, 427, 431, 432 en 433). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 13 (bijlage no. 382). De heer Buising: Ik kan, al weer, kort zijn. Het punt is donderdagavond jl. voor de tweede keer in onze fractie besproken. Wij hebben de argumenten opnieuw gewikt en gewogen en wij zijn tot de conclusie gekomen dat er voor ons geen aanleiding is om op de argumenten die de vorige keer door collega Ten Hoeve onder woorden zijn gebracht terug te komen. Wij zijn dus voorstanders van het handhaven - daar komt het nu in de praktijk op neer - van de oorspronkelijke tekst van het besluit dat bij bijlage 382 hoort. Daaruit zal u duidelijk zijn dat wij met de toevoeging zoals die vanavond op de tafels is gelegd niet akkoord gaan. Ik dacht niet dat het nodig was om op de argumenten als zodanig in te gaan. De vorige keer hebben wij uitputtend over deze zaak kunnen spreken, maar ik stel de er prijs op om dit toch nog even mee te delen. De hear Miedema: Wy hawwe it ek "gewikt en gewogen", mar ös einkonklózje is hwat oars as dy fan de P.v.d.A. Wy hawwe ek dwaende west op it mêd fan de romtlike oardering. Wy hawwe us offre- ge: Hwer binne oare mooglikheden om, as it nei forrin fan jierren needsaeklik liket, in bisundere ba- sisskoalle yn it sintrumgebiet to fêstigjen? Wy hawwe dy mooglikheden net fine kinnen. Yn de diskusje fan trije wiken forlyn binne der forskillende punten neamd. Wy miene dat dy net réeel binne. Sjoen de romtlike oardering fine wy de problemen om op dit terrein in krekt hwat hegere skoal Ie to bouwen net dusdanich great dat dy biswierlik binne. De gebouwen dy't der steane, hawwe nochal greate óf- mjittingen. Wy leauwe net dat it hielendal in probleem hoecht to wezen om dêr mooglik in gebou fan twa boulagen del to seften. Om yn de net to fiere takomst net konfrontearre to wurden mei de need- saek om in skoal Ie yn it sintrum to bouwen wylst der net in oanfurdber terrein foar biskikber is, giet myn fraksje fan herte akkoart mei it bislut dat joun op de tafels dellein is. De heer De Beer: Ook in onze fractie is weer over dit punt gesproken en ook wij zijn niet tot een ander standpunt gekomen. Wij stellen ons derhalve achter het nieuwe besluit dat vanavond bij ons op tafel is gelegd. De heer Van der Wal: Wij hebben natuurlijk ook gewikt en gewogen. Na ampel beraad zijn wij tot de conclusie gekomen dat wij bij het voorstel dat drie weken geleden door het college is inge diend blijven. Net als de vorige keer delen wij het standpunt van de P.v.d.A. Mevrouw De Jong: Ik stel mij ook achter het standpunt van de P.v.d.A. 7 De Voorzitter: Ik dacht niet dat het nodig was dat wij nog verder discussiëren over dit punt; er moet een beslissing worden genomen. Ik vraag de raad om te stemmen over het voorstel dat nu op de tafels is gelegd. Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Ik had nog iets voor de tweede instantie. Vorige week donder dag hadden wij geen ander besluit dan het besluit dat in de vorige raadsvergadering aan de orde was. De duidelijkheid werd daarmee niet erg gediend. Wij weten nu nog niet namens wie dit nieuwe besluit op onze tafels ligt. Is het een besluit van het college of betreft het slechts een deel van het college? Wij weten daar niets van. Dit zou ik graag van u willen weten. De hear Miedema: Ik fornuverje my der oer dat de bitreffende wethalder dit nije bïslOt net for- digenet. It kolleezje docht dit foorstel en hat dus neffens my ek foldwaende arguminten om it to for- digenjen. Ik fyn dit hwat nuver. De heer Van der Wal: Ik heb nog een vraag die hierop aansluit. Als voorzitter bracht u zonet het nieuwe besluit in stemming. Als dit nieuwe voorstel wordt afgewezen, is hef natuurlijk niet de bedoe ling dat het hele voorstel is afgewezen maar dat dan hef oorspronkelijke voorstel van b. en w. weer in stemming komt. Ik sluit mij overigens aan bij de vragen die mevrouw Brandenburg heeft gesteld. De Voorzitter: Allereerst is er een kwestie van orde. Dit voorstel is een voorstel van b. en w. dat ik in de vorige vergadering aan hef slot daarvan heb gedaan. Toen ik dat voorstel in stemming wilde brengen, hebt u daar bezwaar tegen gemaakt. U hebt mij toen met klem gevraagd om het voorstel nog niet in stemming te brengen. Er is toen gezegd dat wij de stemming over drie weken zouden doen plaats vinden. Het voorstel dat nu ter tafel ligt, is het voorstel van b. en w. Wel moet ik u zeggen dat be paalde leden van het college tegen dit voorstel zijn; dat zal straks bij de stemming wel blijken. Er moet vanavond duidelijkheid over het voorstel komen. Indien het nieuwe voorstel wordt afgewezen, breng ik het oude voorstel weer in stemming. Het is dus gewoon een kwestie van procedure. De vorige keer is zo uitvoerig over dit punt gesproken dat ik dacht dat het college, na de verklaringen die zijn afgelegd, niet meer hoefde te reageren. Ik wil echter best wethouder Rijpma en wethouder Ten Brug vragen of zij na de korte verklaringen die door de woordvoerders van de fracties zijn afgelegd nog behoefte hebben om enige reactie te geven. De hear Miedema: Ik tocht net dat it sa frjemd is as jo dêr om fregen, hwanf yn wezen docht it kolleezje in oar foorstel, in oar bislüt, as trije wike forlyn. It is hielendal net frjemd as de ried for- wachtet dat dit nije bislót fan de kant fan it kolleezje taljochte wurdt. De Voorzitter: Wij moeten eerst het punt van de procedure afwerken. De vorige keer heeft het college dit voorstel reeds verdedigd bij monde van wethouder Rijpma. Wethouder Ten Brug was toen afwezig wegens ziekte. Nadat wethouder Rijpma dit voorstel had verdedigd, heb ik gezegd dat het mij zinvol leek dat datgene waf van de kant van het college wordt verdedigd ook in het besluit wordt vastgelegd. Zo is de simpele situatie. Ik begrijp niet wat nu eigenlijk de moeilijkheid is, want, nog maals, ook wij zijn van mening dat er een duidelijke uitspraak van de raad moet komen. Als het nieu we voorstel zou worden afgewezen, dan breng ik het eerste voorstel weer in stemming. Er moet duide lijkheid bestaan over de koers die wij gaan varen en over hetgeen onderzocht moet worden. Daarom dacht ik dat verdere discussie niet erg zinvol was. (De heer De Jong: Ik wil even een interruptie plaat sen. Ik meende dat de vorige keer het bezwaar van de P.v.d.A. was dat de wethouder van Onderwijs die avond niet aanwezig was en dat hij daarom niet gehoord kon worden. Ik meende dat dit het voor naamste motief was om het punt drie weken aan te houden.) Mevrouw Brandenburg heeft drie weken geleden o.a. gezegd dat wethouder Ten Brug niet aanwezig was en dat zij het mede daarom van be lang vond de zaak niet in stemming te brengen. Het is heel duidelijk hoe de kaarten in de raad liggen en daarom stel ik voor tot stemming over te gaan. (De heer Buising: Nog even voor alle duidelijkheid: Welk voorstel wordt in stemming gebracht? Het nieuwe of het oude?) Het nieuwe voorstel dat zopas op uw tafels is gelegd. Het gewijzigde voorstel van b. en w. wordt bij handopsteken verworpen met 20 tegen 17 stemmen. De Voorzitter: Dan nu het voorstel dat de vorige keer aan de orde was. (De heer De Beer: Dit klopt natuurlijk niet. U zei zonet dat het een voorstel van b. en w. was, maar ik krijg nu de indruk dat slechts een gedeelte van b. en w. dit voorstel doet. Zopas is duidelijk gevraagd of het een b. en w.-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1978 | | pagina 4